De val van Noorwegen: Churchill gaf zege uit handen
In 1940 besluit Hitler Noorwegen te bezetten om de Engelsen en Fransen te snel af te zijn. In het Noorse Narvik stuiten de Duitsers op hevig verzet van geallieerde troepen. Na een maand van gevechten staan de Duitsers op het punt zich terug te trekken, als de geallieerden opeens opgeven.

De Duitsers wisten dat achter elke bocht Noorse soldaten in een hinderlaag konden liggen, en zochten dekking achter hun kleine tanks (de Panzer I).
De pantserschepen Eidsvold en Norge lagen op 9 april 1940 voor anker bij Narvik. Het waren de beste oorlogsschepen die Noorwegen had, maar ook de oudste. De admiraal noemde ze gekscherend "mijn oude badkuipen".
Ineens dook een rank, grijs vaartuig op uit het donker, en even later waren het er tien – hypermoderne, gestroomlijnde Duitse destroyers stoomden op door de Ofotfjord richting Narvik. De twee oude bakbeesten lagen op hun pad.
Het Duitse vlaggenschip Heidkamp stuurde een sloep naar de Eidsvold. De bemanning deelde mee dat Duitsland geen kwaad in de zin had, en verzocht de Noorse soldaten zich over te geven. Maar kapitein Willoch van de Eidsvold stuurde ze met lege handen terug. Een paar tellen later schoot de Heidkamp een rode signaalpijl af. Kapitein Willoch wist meteen hoe laat het was.
"Beman de kanonnen! Nu gaan we vechten, jongens!" riep hij.
Het oude pantserschip kwam traag op gang en probeerde zijn zijkant naar de Duitse destroyer te draaien. Maar het was al te laat: drie explosies sloegen gaten in de romp. Duitse torpedo’s hadden het schip bij het munitiedepot geraakt. De Eidsvold ging in slechts 15 seconden ten onder. 175 van de 183 bemanningsleden kwamen om.
De opvarenden van het schip Norge, verderop in de fjord, hoorden het lawaai. Vanaf het dek zagen ze onbekende schepen opdoemen uit de mist, en de Norge opende het vuur. In het donker trof geen van de granaten doel, maar twee torpedo’s van de Duitse destroyer Armin raakten de Norge midscheeps. Een minuut later lag het schip met zijn 101 bemanningsleden op de zeebodem.
Hiermee was het verzet in Narvik gebroken. De bevelhebber van de stad was kolonel Konrad Sundlo, een lid van de Noorse nationaal-socialistische partij NS. Hij stelde een wapenstilstand van een half uur in, waardoor de Duitsers Narvik in alle rust konden bezetten.
De Duitse troepen namen de stad in zonder een schot te lossen, en de commandant van de Heidkamp, Bonte, kon melden dat zijn taak in de grootschalige operatie Weserübung volbracht was: Narvik, waar het Zweedse ijzererts werd verscheept dat voor Duitsland van levensbelang was, was veiliggesteld. Uitgeput na de lange reis maar tevreden trok Bonte zich terug in zijn kooi.
Duitse verrassingsaanval
De dagen en weken voorafgaand aan operatie Weserübung deden er al vele geruchten over een aanstaande Duitse aanval de ronde, maar die werden niet serieus genomen. Zelfs toen de grootste Duitse vloot aller tijden in de nacht van 6 op 7 april uit Noord-Duitsland vertrok, beseften de geallieerden nog niet wat er stond te gebeuren. Was het een aanval op IJsland? Op Moermansk? Of gewoon een oefening? Niemand die het wist.
Op 9 april om 04.15 uur sloegen de Duitsers toe bij een aantal strategisch gelegen steden, havens en bruggen in Denemarken en Noorwegen. Het was een volslagen verrassing. Binnen twee uur gooide Denemarken de handdoek al in de ring en verklaarde de regering met de bezettingsmacht te zullen samenwerken. Ook in Noorwegen hoopten de Duitsers op een snelle overwinning, maar koning Haakon VII en zijn regering sloegen op de vlucht en mobiliseerden het leger.
De leider van de enorme operatie Weserübung, generaal Nikolaus von Falkenhorst, besefte dat een confrontatie in Noorwegen onvermijdelijk was. Het langgerekte land moest dal voor dal op de inwoners veroverd worden.
Hoewel de Noren vastberaden waren, ontbrak het hun aan middelen. Het leger was slecht getraind en beschikte niet over genoeg materieel. Het land kon alleen maar hopen dat de geallieerden zouden ingrijpen.