
Als Russische media ‘nepnieuws’ verspreiden, riskeren journalisten tot 15 jaar gevangenisstraf. De waarheid wordt door Poetin in het Kremlin bepaald.
Propaganda anno 2022: Poetin liegt erop los
De Oekraïners bombarderen hun eigen volk, ensceneren Russische oorlogsmisdaden met acteurs en fabriceren voorraden biochemische wapens. Bovendien zijn het allemaal nazi’s.
De Russische president [Vladimir Poetin] vuurt misinformatie op de burgers van Rusland af in de informatieoorlog.
De propaganda is bedoeld om de invasie van Oekraïne te rechtvaardigen en de aandacht af te leiden van Poetins eigen wrede oorlogsvoering. En volgens veel waarnemers is Poetins verhaal bedoeld om zijn werkelijke doel met de oorlog in Oekraïne te verdoezelen: Rusland herstellen als een grootmacht die heerst over de voormalige Sovjetgebieden.
Hetzelfde patroon komt naar voren als je terugblikt in de geschiedenis. Want net als Poetin was ook de nazileider Adolf Hitler geïnteresseerd in het herscheppen. Hij gebruikte alle mogelijke middelen om weer een sterk Duitsland neer te zetten en de uitbreiding van het Groot-Duitse Rijk te rechtvaardigen.
Duik hieronder in het gruwelijkste propagandaprecedent uit de geschiedenis:
Als Joseph Goebbels op een dag in november 1925 naar zijn bureau hinkt, is hij nog helemaal daas van zijn allereerste ontmoeting met nazileider Adolf Hitler.
‘Deze man heeft alles wat er nodig is om koning te zijn,’ noteert Goebbels enthousiast in zijn dagboek, dat hij ook toevertrouwt dat de grote, blauwe ogen van de Führer fonkelen als sterren.
De 28-jarige Goebbels, die nog maar een jaar eerder lid is geworden van de Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (NSDAP), ziet iets bijzonders in de leider.
Als hij Hitler op 23 november nogmaals spreekt, is hij net zo onder de indruk als de eerste keer: ‘Mijn vreugde is groot. Hij begroet me als een oude vriend. En koestert me.
Wat houd ik van hem!’ schrijft Goebbels, die later een paar dagen met de Führer mag doorbrengen op de Berghof in Beieren:
‘Deze dagen gaven mijn richting en weg aan. In de diepe ellende schijnt een ster. Met hem voel ik me voor eeuwig verbonden.’
Goebbels, die dol is op woorden en is gepromoveerd in de letterkunde, heeft zich laten verleiden door de nazileider, die hij regelmatig als ‘genie’ aanduidt.
Omdat hij de gave van het woord heeft, mag Goebbels tot zijn genoegen Hitler helpen de boodschap van de nazi’s aan de man te brengen.
Het is een flinke uitdaging: veel Duitsers hebben niets op met het nationaalsocialisme en de partij heeft in 1925 maar 25.000 leden.
Goebbels gaat het als zijn levenswerk zien om de rest van het Duitse volk ervan te overtuigen dat Adolf Hitler de verlosser is. Met doelgerichte propaganda moeten de Duitsers echte nazi’s worden.

Affiches met een simpele boodschap sprongen in het oog. De posters van de nazi’s vielen op dankzij de rode kleuren. Die van de tegenstander waren zwart-wit.
Een simpele boodschap
Al voordat hij Joseph Goebbels had ontmoet, was Hitler overtuigd van het effect van propaganda.
De nazileider besefte dat het volk beïnvloed kon worden via woord en geschrift, vooral als de boodschap toegespitst was op de gewone Duitser.
In zijn werk Mein Kampf schreef hij dat propaganda ‘alleen aan de massa gericht’ dient te worden. ‘Propaganda moet volks zijn en moet zijn geestelijk niveau aanpassen aan het bevattingsvermogen van de beperktsten van degenen op wie hij zich richt,’ aldus de Führer.
Daar was Goebbels het helemaal mee eens. In oktober 1926 kwam hij naar Berlijn als Gauleiter, regionaal hoofd van de partij.
De nationaalsocialisten hadden maar weinig aanhangers in de hoofdstad, die Goebbels beschreef als een ‘poel van zonde’. Maar al snel zouden de NSDAP en de naam Adolf Hitler een grote plaats krijgen in het leven van de Berlijners.
Goebbels was een begenadigd spreker en stak met zijn galmende stem donderpreken af vanuit de laadbak van een vrachtwagen.
De nazi-intellectueel meed moeilijke woorden en had het in eenvoudige wendingen over geloof en hoop voor de toekomst.
Goebbels wist precies wie tot zijn doelgroep behoorden en paste zijn boodschap aan het publiek aan:
‘Welke riedel zal ik vandaag eens afsteken? De nationale, de sociale of de sentimentele?’ vroeg hij ooit aan een plaatselijk partijlid voor hij het podium besteeg om het volk toe te spreken.
Veel burgers hadden het gevoel dat Goebbels en de nazi’s hun taal spraken, en de partij kreeg er steeds meer aanhangers bij.
‘De partij werd bekend en stond in één klap in het centrum van de belangstelling,’ schreef Goebbels.
Hij liet een krant drukken met de naam Der Angriff (De aanval), die eerst wekelijks en later dagelijks verscheen en joden, communisten en de politici van de Weimarrepubliek op de hak nam. Goebbels schreef zelf het redactionele commentaar als ‘Dr. G’.
Hitler was onder de indruk van zijn pr-man in Berlijn. In november 1928 benoemde hij hem tot landelijk hoofd van de partijpropaganda.
De NSDAP had inmiddels zo’n 150.000 leden, en de goed geoliede propagandamachine zou weldra miljoenen mensen aantrekken.
Expliciet vijandbeeld
De joden waren volksvijand nummer één De joden werden door de nazi’s het meest gehaat van allemaal, al vormden ze nog geen procent van de Duitse bevolking. Door het propagandaoffensief van de nazi’s raakten veel Duitsers ervan overtuigd dat de joden minderwaardige, inhalige schurken waren.
Gehandicapten waren een last In het ‘euthanasieprogramma’ van de nazi’s werden lichamelijk en geestelijk gehandicapte kinderen en volwassenen omgebracht. Het volk had er moeite mee, en in 1941 verscheen daarom de propagandafilm Ich klage an – ‘Ik beschuldig’ – over een man die de euthanasiewens van zijn zieke vrouw inwilligt. Nadat 18 miljoen Duitsers de film hadden gezien, veranderde de maatschappelijke houding ten opzichte van euthanasie.
Communisten leefden in ellendige omstandigheden In zijn vurige toespraken schetste Hitler de communisten en de Sovjets af als de grootste vijanden van Duitsland en Europa. Hij was bang dat de Duitse communisten, die banden met de Sovjet-Unie hadden, tegen hem in opstand zouden komen. De propaganda zette communisten dan ook weg als een gevaar voor de staatsveiligheid. Het dagelijks leven onder de bolsjewieken werd verbeeld als bar en boos – in schril contrast met dat in het Derde Rijk, waar gezinnen veilig en gelukkig waren.
Crisis dient als lokmiddel
Goebbels stortte zich meteen op zijn taak. De propaganda moest efficiënter worden, zodat Hitler het volk voor zich zou winnen en aan de macht kon komen.
‘Propaganda is een kunst die te leren is door gewone burgers, net als mensen viool kunnen leren spelen,’ verkondigde Goebbels, die medewerkers begon aan te nemen om zijn groeiende propaganda-apparaat te bemannen.
De economische crisis die eind jaren 1920 toesloeg, was een geschenk uit de hemel voor de nazi’s. Veel Duitsers raakten werkloos en wilden dat er iets veranderde.
Vanaf podia, in artikelen en op affiches werd Hitler neergezet als de verlosser die Duitsland uit zijn as kon doen herrijzen. Volgens de nazi’s waren de Duitsers slachtoffer van het Verdrag van Versailles, waarin torenhoge herstelbetalingen waren opgelegd.
Hitler bleef erop hameren dat het leger in de Eerste Wereldoorlog een mes in de rug had gekregen van kapitalisten en joden.
Voor arme, ontevreden Duitsers was de boodschap van de nazi’s aantrekkelijk.
Met eenvoudige leuzen als ‘weg met de verantwoordelijken voor ons verval’ en ‘vrijheid en brood’ gingen de nazi’s de verkiezingscampagne van 1930 in. Het volk kwam in groten getale opdraven om naar Hitler en Goebbels te luisteren.
Alles was tot in de puntjes geregisseerd: hoog boven de menigte wapperden vaandels en er werd constant Heil geroepen.
Zo raakten de aanwezigen in een soort trance. Op deze pompeuze ceremoniën, die vaak voorafgegaan werden door een mars van SA-bruinhemden, leken de nazi’s jong en sterk. Het werd dan ook hip om eraan deel te nemen.

De Führer was meer dan de politiek leider van het Derde Rijk – hij was voor velen een halfgod. Plakkaten, boeken en schilderijen stonden bol van de religieuze symboliek, en Adolf Hitler werd neergezet als de verlosser van de natie.
Moderne techniek komt van pas
Voor de verkiezingen van 1932 zette Goebbels er nog een tandje bij. Hij nam moderne methoden in gebruik om van de campagne ‘een meesterstuk van propaganda’ te maken, zoals hij schreef.
‘Dr. G’ nam een donderpreek tegen de regering op, die op 50.000 mini-grammofoonplaten werd verspreid.
Een filmpje van 10 minuten mét geluid – het nieuwste van het nieuwste – werd vertoond tijdens bijeenkomsten in parken en op pleinen.
De straten van de steden werden volgeplakt met affiches met opvallende rode kleuren, en leden van de SA, de stormtroepen van de nazipartij, trokken rond om verkiezingsplakkaten van de tegenstanders weg te halen.
‘De rijkshoofdstad is onherkenbaar veranderd. De aanplakzuilen stralen met onze affiches,’ schreef Goebbels trots in zijn dagboek. Hij zette de SA ook in om de verkiezingsbijeenkomsten van concurrerende partijen te verstoren.
De leden van deze knokploeg moesten parades van de tegenstanders aanvallen en vechtpartijen beginnen, waardoor de politieke boodschap gesmoord werd in geweld. Soms stuurde Goebbels zijn vechtersbazen met vervalste kaartjes naar debatten.
Dan zat de zaal vol met joelende nazi’s in plaats van het beoogde publiek van de organiserende partij.
Dankzij het propaganda-apparaat van Goebbels stemde 37 procent van de Duitsers in de zomer van 1932 op de NSDAP, en een jaar later haalde Hitler maar liefst 44 procent van de stemmen binnen.
Nu deelden de nazi’s de lakens uit. Er waren 850.000 leden bij gekomen, en Goebbels, die volgens een Italiaanse verslaggever ‘de modernste en grootschaligste propaganda van heel Europa’ had gevoerd, wreef zich in de handen.
‘Onze propaganda wordt niet alleen door de Duitse, maar ook door de internationale pers erkend als voorbeeldig en nog nooit vertoond. We hebben tijdens de afgelopen verkiezingscampagnes zo veel kennis op dit gebied opgebouwd dat we alleen al vanwege onze betere werkwijze alle tegenstanders verslaan.’
Kinderen worden voorbeeldige nazi’s
Na de verkiezingszege van maart 1933 benoemde Hitler Joseph Goebbels tot rijksminister voor Volksvoorlichting en Propaganda.
Vanuit zijn nieuwe kantoor in de Berlijnse Wilhelmsstraße kon ‘Dr. G.’ zijn propaganda tot grote hoogte stuwen.
Goebbels eiste dat zijn bureau elke ochtend opgeruimd was en voorzien van een stel pas geslepen kleurpotloden en pennen.
De minister gaf de voorkeur aan de kleur groen als hij zijn op- en aanmerkingen in de kantlijn schreef van het materiaal dat hij aangeleverd kreeg.
Na zijn benoeming had Goebbels zijn werk beschreven als ‘opvoeding van het volk’, en dat was precies het nieuwe doel van de propaganda: de Duitsers moesten leren het nazisme te omarmen en Hitler als hun leider te zien.
Het volk kreeg het gedachtegoed van de nazi’s met de paplepel ingegoten. Duitse kinderen hadden geen gewone speelkaarten, maar speelden Führer-Quartett met afbeeldingen van Hitler, Goebbels en andere partijkopstukken.
Tinnen soldaatjes werden vervangen door SA’ers in bonte kleuren met vaandels en hakenkruisvlaggen.
Het kinderfeest bij uitstek, kerst, kwam ook in het teken van het nazisme te staan: in de kerstboom hingen ballen met hakenkruisen erop en de stam stond in een hakenkruisvormige voet.
Zelfs de kerstman met zijn baard en muts werd verruild voor een gladgeschoren SA-man met bruin hemd en mouwband.
‘Wie de jeugd voor zich gewonnen heeft, beheerst de toekomst,’ zei Hitler. Jonge kinderen werden spelenderwijs doordrongen van de Führercultus, zodat de indoctrinatie op school makkelijker zou verlopen als ze wat ouder waren.
Duitsland wilde weer groot worden
Hitler wilde Duitsland weer groot maken, en de propaganda moest het volk bereidwillig maken om oorlog te voeren en wraak te nemen op de opstellers van het vernederende Verdrag van Versailles.
Heim ins reich
Hitler wilde alle etnische Duitsers Heim ins Reich brengen. Eind jaren 1930 bracht de nazipropaganda daarom de boodschap dat de gebieden die in de Eerste Wereldoorlog verloren waren, weer Duits moesten worden.Verdrag van versailles In zijn toespraken trok Hitler van leer tegen de politici die na de Eerste Wereldoorlog het vernederende Verdrag van Versailles hadden getekend. Op verkiezingsplakkaten stond ‘Zege op Versailles’, en op de illustratie snijdt een hakenkruis de ketenen van dat verdrag door.
Partijdagen
Na de machtsovername in 1933 groeide het jaarlijkse partijcongres van de NSDAP uit tot een enorme happening waar honderdduizenden Duitsers op afkwamen. De nazi’s promootten er volop hun gedachtegoed. Met toespraken van partijkopstukken, militaire parades en opnamen voor films over Hitler en de partij waren de partijdagen de perfecte gelegenheid om propaganda te maken voor de nazi-ideologie.
Goebbels voert censuur in
Ook volwassenen werden doodgegooid met de verworvenheden van het nazisme en de grootse prestaties van de partij:
‘Vroeger: werkloosheid, uitzichtloosheid, stakingen en lock-outs. Vandaag: werk, vrede, orde en nationaal kameraadschap,’ stond op een affiche uit 1936.
Hitler had inderdaad de werkloosheid drastisch weten terug te dringen, maar de propaganda vermeldde niet dat de cijfers er veel beter uitzagen doordat Hitler Duitsland bewapende en het leger sterk uitbreidde – een schending van het Verdrag van Versailles.
Goebbels deed zijn uiterste best om Hitler af te schetsen als een groot leider: een vaderfiguur die zich bekommerde om zijn volk en de natie zou verenigen en groot zou maken.
Gewone Duitsers waren diep onder de indruk: ‘Hij werd aan ons voorgesteld als een aardige man die van kinderen hield, zoals we vaak konden zien in het bioscoopjournaal.
Hij kreeg altijd bloemen van kinderen en gaf ze een knuffel. Hij was dol op honden.
Hij was bijna groter dan het leven zelf,’ zei Eva Hecker, een van de miljoenen Duitsers die zich lieten inpakken en verblind werden door de onophoudelijke nazipropaganda van de jaren 1930.
Goebbels en Hitler poetsten de werkelijkheid dus flink op, en dat konden ze ongestoord doen dankzij de strenge censuur die de nazi’s al in 1933 ingevoerd hadden. Kritische geluiden werden in de kiem gesmoord.
Publicaties met een communistische of sociaaldemocratische boodschap werden verboden, en nadat eind 1933 een nieuwe perswet van kracht geworden was, waren alle journalisten ambtenaar. Ze mochten alleen werken met een perskaart, verstrekt door Dr. G. zelf.
Ook de radio stond onder streng toezicht van Goebbels. De rijksomroep viel onder zijn ministerie en leidinggevende functies kwamen in handen van nazi’s.
Als het geen eerbetoon aan de partij was, werd het niet uitgezonden. In de jaren 1930 nam het radiobezit onder de bevolking snel toe – een kans voor Goebbels om miljoenen burgers te beïnvloeden.
‘Met de radio hebben we alle verzet de kop ingedrukt,’ kraaide de propaganda-minister, die zelfs een speciale eenheid van ‘radiowachters’ instelde om burgers te informeren over uitzendingen.
Zo wist hij zeker dat de luisteraars bij hun toestel zaten als de nazi’s een belangrijke boodschap te melden hadden.
Film, muziek, theatervoorstellingen en kunstexposities liepen vanaf eind 1933, begin 1934 eveneens via het ministerie.
Met zijn groene pen zette Goebbels vaak een streep door werken die Hitler en de nazi’s bekritiseerden.
Nu de propaganda-minister alle media in zijn greep had, bepaalde hij wat het volk zag en niet zag. Maar zijn grootste proefstuk moest nog komen. In 1936 was de hele wereld zijn publiek.

Propagandaminister Joseph Goebbels was het brein achter de nazipropaganda.
Spelen zijn een propagandashow
Hitler was geen sportliefhebber en had weinig op met de Olympische Spelen die in 1936 in Berlijn gehouden zouden worden, totdat Goebbels in zijn kantoor verscheen:
‘We kunnen hiervan de grootste reclamecampagne voor u en uw Duitsland maken,’ zei de minister, die goed besefte dat de wereld met argusogen naar Hitler en zijn nazi’s keek.
Voor even werden de bordjes met de tekst ‘verboden voor joden en honden’ uit de Berlijnse parken gehaald.
Journalisten kregen te horen dat het rassenvraagstuk bij wijze van uitzondering geen rol mocht spelen in reportages over het sportevenement.
De nazi’s wilden Duitsland voorstellen als een vreedzame, open maatschappij, en tegelijk laten zien dat de verliezer van de Eerste Wereldoorlog was herrezen.
De straten van Berlijn werden geveegd en opgeknapt en de burgers moesten hun voortuintjes netjes houden. Bedelaars werden weggestuurd en prostituees opgepakt.
Buitenlandse gasten moesten de stad van zijn beste kant zien, met als hoogtepunt het Olympisch stadion, dat 27 miljoen rijksmark (een kleine 300 miljoen euro nu) had gekost. En het plan van Goebbels werkte.
‘Het Duitse organisatietalent was nog nooit zo duidelijk,’ aldus de Britse krant Daily Express, en een Amerikaans lid van het Olympisch Comité stelde vast dat er ‘geenszins sprake is van discriminatie, jegens joden of anderen’.
Het evenement werd voor het eerst rechtstreeks in beeld gebracht, zodat ook Duitsers buiten het stadion in zaaltjes konden meegenieten.
Het volk zag nog maar eens dat alles wat de nazi’s aanraakten in goud veranderde. Ook op de atletiekbaan toonden de Duitsers dat de natie een grootmacht aan het worden was – ze wonnen vijf gouden medailles, alleen overtroffen door de Amerikanen.
Toen de Spelen voorbij waren, kon Duitsland er met trots op terugkijken.
Steun voor de nazi’s neemt verder toe
Ook Goebbels en Hitler waren in hun nopjes met de indrukwekkende show die in 16 dagen was neergezet.
Opnieuw had de propagandamachine van Goebbels een ideaalbeeld geschetst van Hitler en het nazisme, en in de aanloop naar de oorlog groeide de aanhang van de NSDAP gestaag.
Hoe meer succes de nazi’s hadden, hoe meer Duitsers erbij wilden horen.
‘Nu we weten wat we vandaag de dag weten, is het bijna onvoorstelbaar dat we er toen in geloofden,’ zei Eva Hecker na de oorlog. Ook zij had zich, net als vele anderen, bij de partij aangesloten.
Tussen 1926, toen Goebbels met zijn campagne begon, en het begin van de oorlog in september 1939 was het ledental van de nazipartij gestegen van 25.000 tot 5 miljoen.
Daarnaast hadden aan de partij gelieerde verenigingen 64 miljoen leden, van de Hitlerjugend tot de vakbond Deutsche Arbeitsfront. Een hele natie was vakkundig verleid.