Wijnboeren fopten dorstige nazi’s
Wanneer Hitlers troepen zich de kwaliteitswijnen van wijnboeren, restaurants en uit de kelders gaan toe-eigenen zijn de Fransen het zat. Met man en macht verdedigen ze Frankrijks nationale schat.

De Duitse troepen gingen doelgericht op de allerbeste wijnen in Frankrijk af.
Veldmaarschalk Hermann Göring was in opperbeste stemming toen hij op 14 juni 1940 Parijs binnenreed.
De Duitse troepen hadden Frankrijk bezet en Göring was met zijn chauffeur onderweg naar het beroemde restaurant La Tour d’Argent.
‘Laat me de wijnkelder zien’, zei Göring opgewonden toen hij binnenstapte. ‘Ook de flessen uit 1867!’
Het gerenommeerde restaurant stond bekend om zijn wijnkelder, die 100.000 flessen wijn bevatte, inclusief flessen uit het topjaar 1867.
De chef, Gaston Masson, nam de Duitse gasten mee de wijnkelders in, waar deze direct de voorraden inspecteerden. Ze vonden echter geen enkele fles uit het grote wijnjaar.
Göring was teleurgesteld, maar ook woedend. Hij beval zijn mensen te vertrekken, met medeneming van 80.000 flessen uit de wereldberoemde kelder.
Dit voorval was het begin van een systematische plundering van de voorraden in Frankrijk. De Duitsers lieten een minimale hoeveelheid levensmiddelen voor de Fransen achter, net genoeg om van te leven, en brachten de rest naar Duitsland.
Dat gold ook voor ‘het grootste juweel van Frankrijk’, zoals de voormalige minister-president Edouard Daladier de exclusieve wijnen noemde.
Gaston Masson van La Tour d’Argent had de situatie goed ingeschat, en voordat de Duitsers Frankrijk binnenvielen, bouwde hij met zijn zoon in allerijl een muur in de wijnkelder waar ze de beste 20.000 wijnen achter verborgen hielden – ook het beroemde wijnjaar 1867.
Maar niet iedereen was even goed voorbereid. Toen de eigenaar van een wijngoed in de Bordeaux-streek hoorde dat de Duitsers op zijn terrein zouden inkwartieren, verborg hij zijn beste wijnen haastig op de bodem van een meertje in het park.
Toen een Duitse officier de volgende dag een wandeling maakte, wist hij niet wat hij zag: het wateroppervlak was bezaaid met wijnetiketten.