Prismatic Pictures/Bridgeman Images & Farabola/Bridgeman Images
Hansi Sturm, homoseksuelen en travestieten

Nazi’s verwoestten paradijs van homoseksuelen

In de jaren 1920 kende Duitsland een kleurrijke gayscene. Maar de nazi’s verafschuwden het vrije denken en verklaarden homo’s en lesbiennes de oorlog.

De beroemdste homobar van Berlijn, Eldorado, zit deze avond in 1926 stampvol. De clientèle telt niet alleen homo’s, lesbiennes en travestieten, maar ook kunstenaars, beroemdheden en nieuwsgierige toeristen, die het kleurrijke, losbandige nachtleven van Berlijn willen ervaren.

Deze avond is er een bijzonder programma, met Miss Eldorado, een schoonheidswedstrijd voor dragqueens.

De bezoekers juichen als Hansi Sturm het podium op komt. Overdag is hij een brave huisvader met twee kinderen, maar een paar keer per week doet hij een optreden met zang en dans in vrouwenkleding. Met zijn perfecte make-up en korte jurkjes is hij uitgegroeid tot een van de bekendste dragqueens van de Duitse hoofdstad.

‘Vrije liefde en abnormaliteit zijn ongedisciplineerd. Eenieder die denkt aan homoseksuele liefde is onze vijand.’ Officiële verklaring van de NSDAP, 1928

Aan het einde van het optreden trekt Hansi Sturm zijn nepborsten eraf en gooit ze naar het publiek. Hij krijgt een daverend applaus.

Hansi Sturm wint Miss Eldorado, en met cocktails en cabaret feesten de bezoekers van de bar door tot in de kleine uurtjes.

Maar het feest is bijna voorbij voor de seksuele minderheden in Duitsland. In de coulissen loeren de nazi’s. Zij zien homoseksualiteit als een ziekte, die met elk middel bestreden moet worden.

Hansi Sturm

Berlijn was in de jaren 1920 een vrijplaats voor homo’s en andere seksuele minderheden, die de vele liberale bars van de stad bezochten.

© Prismatic Pictures/Bridgeman Images & United States Holocaust Memorial Museum/Wikimedia Commons

Berlijn was paradijs voor homo’s

Eldorado was lang niet de enige homoseksuele vrijplaats in het Duitsland van de jaren 1920. Volgens de Duitse arts en seksuoloog Magnus Hirschfeld (1868-1935) waren er in 1923 alleen al in Berlijn 90 à 100 homobars.

Ook in andere Duitse steden, zoals Hamburg en Hannover, was er volop gelegenheid om homobars en travestieclubs te bezoeken.

Hirschfeld speelde zelf een belangrijke rol in de strijd voor de rechten van homo’s in Duitsland. In 1897 richtte hij het Wissenschaftlich-humanitäre Komitee op, dat mensen van over de hele wereld moest samenbrengen die onderzoek deden naar seksualiteit.

Het doel was vooroordelen te bestrijden en uiteindelijk artikel 175 van het Duitse strafwetboek af te schaffen, dat homoseksualiteit criminaliseerde. Hoewel het op papier verboden was om homo te zijn, werd vooral Berlijn wereldberoemd vanwege zijn tolerantie jegens mensen die ‘seksueel afwijkend’ waren.

De stad kreeg in 1880 zijn eerste homobar, en tot aan het begin van de Eerste Wereldoorlog in 1914 openden er wel 40 homobars in Berlijn.

Bar Eldorado in Berlijn in Weimarrepubliek

Eldorado was de beroemdste homobar van Berlijn ten tijde van de Weimarrepubliek.

© Prismatic Pictures/Das Bundesarchiv/Bridgeman Images

Na het einde van de oorlog in 1918 ging Duitsland van monarchie naar democratie met de oprichting van de Weimarrepubliek. Tot aan de machtsovername door de nazi’s in 1933 werd de jonge democratie steeds liberaler, en Berlijn was het centrum van een extravagante feestcultuur, met veel drank, drugs en vrijheid.

De Weimarrepubliek had de censuur afgeschaft, waardoor de publicatie van tijdschriften en bladen gericht op homo’s en lesbiennes explodeerde. Het succesvolste blad heette Die Freundschaft en verscheen voor het eerst in augustus 1919. Vier jaar later was de oplage verdubbeld van 20.000 naar 40.000.

‘7 à 8 procent van de Duitse mannen is homoseksueel. Als het zo doorgaat, gaat ons land ten onder aan deze plaag.’ Heinrich Himmler in een toespraak, 1937

In hetzelfde jaar dat Die Freundschaft voor het eerst uitkwam, opende de arts Magnus Hirschfeld in Berlijn het eerste instituut voor wetenschappelijk onderzoek naar seksualiteit ter wereld. Dit instituut onderzocht homoseksualiteit en transseksualiteit, en Hirschfelds werk maakte hem in heel Europa beroemd en berucht.

Het instituut wilde wetenschappelijk aantonen dat homoseksualiteit en transseksualiteit niet voortkomen uit een verdorven geest – zoals in die tijd veel mensen dachten – maar biologisch bepaald zijn. Zoals Hirschfeld het in 1919 formuleerde:

‘Spoedig zal de tijd komen dat de wetenschap zegeviert over fouten, rechtvaardigheid over onrecht en menselijke liefde over haat en onwetendheid.’

Maar het zou heel anders lopen.

Het homoseksuele nazikopstuk

Lang niet alle Duitsers waren blij met de homoseksuele opbloei. In 1928 sprak de NSDAP zich officieel uit over homoseksualiteit, en daarbij was van liefde of tolerantie geen sprake:

‘Vrije liefde en abnormaliteit zijn ongedisciplineerd. Daarom wijzen wij homoseksuelen af, zoals we alles wat onze natie schaadt, afwijzen. Eenieder die denkt aan homoseksuele liefde is onze vijand.’

Toen Adolf Hitler in 1933 aan de macht kwam, sloeg hij ‘seksueel afwijkende elementen’ in de samenleving hard neer. Magnus Hirschfeld, die zelf homoseksueel en joods was, was een doorn in het oog van de Führer. Op 6 mei 1933 werd zijn Institut für Sexualwissenschaft daarom door de nazi’s vernield en geplunderd.

Alle data en al het onderzoekswerk werden verbrand. Hirschfeld vluchtte eerst naar Zwitserland en daarna naar Parijs, waar hij vergeefs probeerde zijn instituut weer op te bouwen. Hij stierf op 14 mei 1935 in Nice aan een hartaanval.

Magnus Hirschfeld Institut für Sexualwissenschaft

Op 6 mei 1933 vernielden de nazi’s Magnus Hirschfelds Institut für Sexualwissenschaft.

© United States Holocaust Memorial Museum/Wikimedia Commons

Tegen die tijd hadden Hitler en zijn trawanten de discriminatie van seksuele minderheden gesystematiseerd. Vanaf 1933 werden steeds meer homobars in Berlijn en andere steden gesloten.

Veel homoseksuelen voelden het dreigende gevaar en vluchtten het land uit, maar een groot aantal bleef in Duitsland.

Sommigen van de overgeblevenen sloten zich aan bij de nazistische knokploeg Sturmabteilung (SA), de bruinhemden. Ze hoopten dat de leider van de groep, Ernst Röhm, hen zou beschermen. Röhm was zelf homoseksueel, wat bekend werd toen een sociaaldemocratische krant hem in 1931 outte wegens zijn ‘gruwelijke, verdorven gedrag’.

Hitler beschermde hem. Maar naast het feit dat Ernst Röhms homoseksualiteit op zijn zachtst gezegd niet strookte met de nazi-idealen, ging ook de SA een bedreiging vormen. Hitler vreesde dat Röhm een socialistische revolutie plande om hem als alleenheerser af te zetten.

Ernst Röhm in Duitsland

Veel homoseksuelen in Duitsland hoopten dat Ernst Röhm hen zou beschermen. Maar Röhm kon zichzelf niet eens beschermen.

© National Archives Catalog & Library of Congress

Hitler startte daarom een zuivering om Ernst Röhm en een groot aantal andere politieke tegenstanders binnen de NSDAP uit te schakelen: de Nacht van de Lange Messen. De zuivering werd op 30 juni 1934 uitgevoerd door het elitekorps van de SS en de Gestapo.

Nu Ernst Röhm uit de weg was, gingen de nazi’s nog harder optreden tegen homo’s. In 1934 vaardigde de Gestapo een bevel uit aan de politiebureaus in grote Duitse steden om een lijst samen te stellen van mannen van wie bekend was dat ze homoseksualiteit praktiseerden.

Het jaar daarop scherpten de nazi’s ook artikel 175 aan, dat homoseksualiteit verbood. Niet alleen was het nu veel makkelijker om mensen te arresteren voor ‘homoseksueel gedrag’, de straf werd ook veel zwaarder. Vóór de wijziging riskeerden homo’s een gevangenisstraf van één dag tot vijf jaar, maar nu werd dat drie maanden tot 10 jaar.

Als gevolg van deze maatregelen nam het aantal arrestaties van homoseksuelen explosief toe. In 1936 werden meer dan 5000 mensen gearresteerd wegens overtreding van artikel 175 – meer dan vijf keer zo veel als twee jaar eerder.

Himmler verafschuwde homoseksualiteit

Homoseksuelen werden in Europa al duizenden jaren vervolgd, dus Duitsland was geen uitzondering. Maar waar andere landen geleidelijk een liberalere houding aannamen, zagen de nazi’s redenen om de vervolging te intensiveren.

Ten eerste heerste onder wetenschappers de algemene overtuiging dat homoseksualiteit onlosmakelijk was verbonden met criminaliteit – waaronder prostitutie en moord.

Ten tweede zagen de nazi’s, en in het bijzonder SS-leider Heinrich Himmler, homoseksuele mannen als een bedreiging voor het voortbestaan van het Duitse volk.

Minderheden werden vervolgd

Homoseksuelen waren lang niet de enigen die door de nazi’s werden vervolgd. Wie anders dacht of er niet arisch uitzag, was zijn leven niet zeker.

© Peter Newark Military Pictures/Bridgeman Images

Communisten waren eerste doelwit

Het eerste wat Hitler deed toen hij in januari 1933 aan de macht kwam, was zijn politieke tegenstanders oppakken – zeker de vele communisten. Aan het eind van het jaar zaten er zo’n 50.000 politieke gevangenen vast.

Joden waren grootste vijand
© Bundesarchiv Bild/Wikimedia Commons

Joden waren grootste vijand

De nazi’s zagen de joden als untermenschen, die het voortbestaan van het arische ras bedreigden. Dat leidde tot de genocide op zes miljoen joden, die werden doodgeschoten, doodgehongerd of vergast.

Jehova’s getuigen zwoeren Hitler af
© Coreyjo/Wikimedia Commons

Jehova’s getuigen zwoeren Hitler af

De 25.000 Jehova’s getuigen in Duitsland weigerden Hitler trouw te zweren. Als straf werden 10.000 van hen opgepakt. 2000 à 3000 belandden in concentratiekampen, waar ze een paarse driehoek droegen. Circa 1200 kwamen er om.

Vrijmetselaars vielen in ongenade
© Wikimedia Commons

Vrijmetselaars vielen in ongenade

De vrijmetselaars heulden met de joden, trokken achter de schermen aan de touwtjes en bestuurden de Sovjet-Unie en Groot-Brittannië, dachten de nazi’s. In het Derde Rijk werden 80.000 à 200.000 vrijmetselaars gedood.

Priesters belandden in kampen
© CNA Deutsch

Priesters belandden in kampen

Hitler haatte de katholieke kerk. Zo’n 3000 priesters werden opgepakt, van wie de meeste in een speciale afdeling voor katholieke priesters in Kamp Dachau belandden. Ongeveer 1000 priesters stierven.

Zwarte mensen werden gesteriliseerd
© akg-images/Imageselect

Zwarte mensen werden gesteriliseerd

De zwarte bevolking van Duitsland werd niet genoemd in de rassenwetten van Neurenberg van 1935, maar wel vervolgd. Veel zwarte mensen werden onder dwang gesteriliseerd en volgens historici zijn er circa 4000 gedood.

Himmler wilde dat er zo veel mogelijk arische kinderen zouden worden geboren – en homo’s stonden die ambitie in de weg.

‘7 à 8 procent van de Duitse mannen is homoseksueel. Als het zo doorgaat, gaat ons land ten onder aan deze plaag. Wie homoseksualiteit praktiseert, ontzegt Duitsland de kinderen die zij haar schuldig zijn,’ zei hij in 1937 in een toespraak.

Drie jaar later bepaalde hij dat homoseksuele mannen die hun straf hadden uitgezeten naar concentratiekampen moesten worden gedeporteerd. Hier zouden ze door middel van hard werken worden ‘heropgevoed’ tot heteroseksuelen.

Met homoseksuele vrouwen lijkt Himmler minder moeite te hebben gehad. Weliswaar werden hun bars en het tijdschrift Die Freundin in 1933 gesloten, maar de vrouwen werden niet gestraft. Mogelijk dacht Himmler dat lesbiennes makkelijk konden worden overgehaald of gedwongen om kinderen te krijgen.

Vervolging van homoseksuelen, brandstapel

Overal in Europa werden homo’s vervolgd. In 1482 kwamen Richard Puller von Hohenburg en zijn minnaar, de schildknaap Anton Mätzler, in Zürich op de brandstapel.

© Wikimedia Commons

Homoseksualiteit was bij wet verboden

Artikel 175 blijft van kracht

In de kampen moesten homoseksuele gevangenen een roze driehoek dragen. En hoewel ze niet zoals de joden systematisch werden uitgeroeid, verliet lang niet iedereen levend het kamp.

Uit tellingen in kampen met veel homoseksuelen (zoals Sachsenhausen) blijkt dat de sterfte onder homo’s rond de 60 procent lag. Ze stierven door uitputting als gevolg van het harde werk of door ziekten als diarree en dysenterie.

Ook marteling en mishandeling waren veelvoorkomende doodsoorzaken onder homoseksuelen. Castratie en medische experimenten moesten de gevangenen genezen van hun ‘ziekte’, maar de behandeling werd hun vaak fataal.

Er werden minstens 100.000 homoseksuelen gearresteerd tijdens het schrikbewind van de nazi’s. 50.000 van hen werden veroordeeld en circa 15.000 belandden in concentratiekampen, waar bijna twee derde omkwam.

Hoewel de discriminatie na de oorlog afnam, waren homo’s in Duitsland nog steeds een opgejaagde minderheid. Artikel 175, dat homoseksualiteit sinds 1871 had gecriminaliseerd, bleef namelijk tot 1967 gehandhaafd in de DDR en tot 1969 in West-Duitsland.