Marina Raskova haalt nog eens diep adem en drukt de deurkruk omlaag. Ze loopt door en staat oog in oog met de leider van de Sovjet-Unie, Jozef Stalin.
Raskova legt hem uit dat zij en vele andere vrouwen heel graag gevechtspiloot willen worden in dienst van het vaderland.
‘Ziet u, de vrouwen gaan toch wel naar het front. Ze nemen de zaken in
eigen hand, en het zou erger zijn als ze een vliegtuig zouden stelen om er te komen’, zegt Raskova. Ze verwijst naar twee onervaren vrouwen die eerder zijn neergestort met een gestolen vliegtuig.
Stalin zucht. Sinds nazi-Duitsland vijf maanden eerder de Sovjet-Unie binnenviel, loopt Raskova de deur plat bij de Sovjetleiding. Het Ministerie van Defensie en de partijtop komen maar niet van de 29-jarige vrouw af.
Ze is bekend als moedig langeafstandsvlieger en heeft vele records op haar naam. Brutaal heeft ze zich door de bureaucratie geworsteld en is ze bij Stalin zelf uitgekomen.
Na enige aarzeling besluit hij haar te steunen, maar hij geeft haar wel mee: ‘De komende generaties zullen ons het verlies van meisjes niet licht vergeven.’
Tienduizenden melden zich aan
Een paar dagen later, op 8 oktober 1941, vaardigt Stalin Bevel 0099 uit, dat toestemming geeft voor de oprichting van Vlieggroep 122, die uitsluitend uit vrouwelijke piloten zal bestaan.

Raskova kreeg oud vliegtuig
Hoewel de Po-2 verouderd was, had het toestel een groot voordeel: het was langzaam. Duitse jagers vlogen vier keer zo snel, waardoor ze de houten vliegtuigen niet makkelijk konden raken.
De oproep aan vrouwen wordt via Radio Moskou, vliegclubs, technische universiteiten en de jongerenorganisatie Komsomol verspreid.
Raskova heeft 300 vrijwilligers nodig, maar de postzakken blijven binnenstromen, terwijl tienduizenden zich via plaatselijke wervingsbureaus aanmelden.
2000 sollicitanten met technische of praktische ervaring worden uitgenodigd. Een van hen is de 17-jarige Nadja Popova, die al een jaar bij een amateurclub heeft gevlogen.
Tijdens het gesprek test de kersverse majoor Raskova haar op alle mogelijke manieren uit:
‘Je komt misschien niet om, maar je kan zo ernstig verbrand raken dat je eigen moeder je niet meer herkent. Je kunt blind worden of een arm of been verliezen. Weet je echt zeker dat je dat wilt?’
Nadja knikt resoluut, waarop Raskova haar lachend welkom heet.

Lidija Litvjak (l.) werd in 1943 door Duitse jagers neergeschoten.
Bekoorlijke pilote won het respect van de vijand
Lidija Litvjak stond bekend als de Witte Roos van Stalingrad. De aantrekkelijke jachtvlieger zette vele mannelijke piloten op hun nummer, maar haar opvallende vliegtuig werd haar fataal.
De mooie Lidija Litvjak schoot 12 Duitse vliegtuigen neer en dwong keer op keer respect af. Niet alleen aan eigen kant, maar ook bij de Duitse troepen. Vaak klonkt het over de radio: ‘Achtung, Achtung! Litvjak!’
Het kon vernederend zijn voor Duitse piloten als Litvjak hen te pakken kreeg. Zo moest een Duitse jachtvlieger met zijn parachute uit zijn toestel springen na een treffen met de Witte Roos van Stalingrad.
Toen hij later zijn tegenstander wilde ontmoeten, grinnikten de Russische soldaten. Een klein, mooi en blond meisje van 21 jaar kwam binnen. Ze ging zitten en keek hem in de ogen. De piloot dacht dat hij voor de gek gehouden werd, tot ze ging praten.
Gedetailleerd beschreef ze het luchtgevecht. Na afloop viel de Duitser op zijn knieën en bood haar in bewondering zijn gouden horloge aan. Ze sloeg het smalend af. Litvjaks handelsmerk, de witte rozen op haar toestel die stonden voor gedode soldaten, werd haar noodlottig.
Ze trokken de aandacht van twee Duitse jagers, die haar Jak-1 in augustus 1943 achtervolgden en neerschoten. Litvjaks lichaam werd pas in 1979 gevonden.
Vrouwen krijgen intensieve training
Vier dagen later komen de 300 uitverkorenen bij elkaar op de Moskouse Sjoekovsky-luchtmachtacademie. Hier krijgen ze uniformen en laarzen in mannenmaten.
De laarzen worden opgevuld met oude kranten, maar de vrouwen moeten voorlopig leren leven met truien die tot hun knieën komen en broeken die ze tot over hun borst kunnen trekken. Het gegiechel van de vrouwen is in de hele campus te horen.
De volgende dag gaan ze met de trein naar het trainingskamp in Engels in Zuidwest-Rusland. De Duitsers hebben het spoorwegnet zwaar gebombardeerd en de trein moet vaak wachten op een zijspoor op een tegemoetkomende trein.
Soms stranden ze op een zijspoor en moet majoor Raskova met de officiële documenten in de hand transport met auto’s of vrachtwagens regelen naar het volgende station.
Maar de wegen raken verstopt door de vele vluchtelingen, soldaten en militaire voertuigen en de reis van 700 kilometer duurt wel een week. Raskova gebruikt deze tijd om haar vrouwen voor te bereiden op de ontberingen: ‘Rust uit. Slaap zo veel mogelijk. Jullie zullen het nodig hebben.’
In Engels krijgen de 300 vrouwen een half jaar om te leren wat aspirant-piloten normaal in drie jaar leren.
In de kazerne verlopen de dagen volgens een vast patroon: eerst een uur gymnastiek en marcheren, dan ontbijt. Vervolgens worden de vrouwen onderwezen – of geïndoctrineerd – in de
ware communistische leer door een partijcommissaris.
De vlieglessen duren vaak 14 uur. Ze leren luchtgevechttactieken en schieten, en bestuderen de techniek van de vliegtuigmotoren.
In april 1942 maakt majoor Raskova de namen bekend van de 100 vrouwen die jachtpiloot mogen worden, waarmee hun droom uitkomt. De anderen worden bommenwerperpiloot, navigator, radiotelegrafist of werktuigkundige.
Nadja’s vriendin Larissa Rasanova wordt ‘slechts’ navigator: ‘Ik was een zeer ervaren piloot. Toch gaven ze me het onbeduidendste baantje dat er is. Ik voelde me compleet vernederd.’
Iedereen krijgt mannenkapsel
Raskova stelt drie squadrons samen: het jachtregiment 586 krijgt de moderne Jak 1-jager tot zijn beschikking.
Het bommenwerperregiment 587 gaat met de bommenwerper Pe-2 vliegen, terwijl het nachtbommenwerperregiment 588 zijn leven op het spel zal zetten in het verouderde Po-2-vliegtuig.
Hoewel dit toestel ongeveer 150 km/h haalt, de snelheid van vliegtuigen in de Eerste Wereldoorlog, is de laagvliegende dubbeldekker perfect voor nachtvluchten, omdat hij onder de Duitse radar blijft.
Als de squadrons in het voorjaar van 1942 gevechtsklaar zijn, komt er een zorgelijk bevel van de commandant: de vrouwen moeten geknipt worden.

23 nachtheksen werden Held van de Sovjet-Unie. Het squadron was een van de hoogst gedecoreerde.
Pilotes goed voor moreel
Mannelijke collega’s keken op hen neer. Maar Stalin gebruikte ze voor reclame.
Posters en films toonden het officiële beeld van mannelijke en vrouwelijke soldaten zij aan zij. Maar de werkelijkheid was anders in de Sovjet-Unie. Iedereen, van soldaat tot partijbons, vond dat oorlog geen vrouwenzaak was.
Officieren op de wervingsbureaus probeerden vrouwen buiten de deur te houden met opmerkingen als: ‘We laten toch geen kleine meisjes vechten. Ga maar naar huis om je moeder te helpen.’
Stalin zag juist de waarde van vrouwen in, als sluip- of machinegeweerschutter, of als tankbestuurder of piloot. De Sovjetleider was zelfs een van de dragers bij de begrafenis van de vliegheld Marina Raskova.
De schoonheid en vechtlust van de vrouwen werden besproken in kranten en weekbladen, en dit sterkte het moreel van het land. Een minder fraaie onderliggende reden was dat Stalin in 1937 in een van zijn vele paranoïde buien veel luchtmachtofficieren had laten executeren. De luchtmacht had daardoor een groot gebrek aan personeel, en de vrouwelijke piloten boden uitkomst.
Een werktuigkundige heeft blond haar tot haar middel, en ’s avonds kamt ze altijd uitgebreid haar haar. Niemand durft de schaar erin te zetten.
Raskova geeft toestemming om het haar onder haar baret te verbergen.
Twee dagen later komt een generaal onverwachts op inspectie. Hij stopt bij de werktuigkundige, staart haar in de ogen en doet haar baret af. Het lange haar valt omlaag.
De vrouwen houden hun adem in, maar de generaal lacht en roept majoor Raskova bij zich: ‘Waarom hebben alle meisjes hun haar niet zo? Behalve zij lijken het allemaal net jongens. Een vrouw zonder haar is als een paard zonder manen.’
Vrouwen moeten in een stal slapen
Korte tijd later worden de drie squadrons naar verschillende plaatsen aan het front gestuurd. Regiment 588 gaat onder leiding van majoor Jevdokija Bersjanskaja naar de zuidelijke Kaukasus.
Het is windstil als de vrouwen van 588 in V-formatie naar hun nieuwe basis vliegen. Plotseling duiken vijandige vliegtuigen op.
In paniek verbreken ze de formatie en maken ze een noodlanding in een bos. De vijand schiet gelukkig niet en vliegt gewoon door.
Na enige tijd durven de geschrokken pilotes verder te vliegen. Bij aankomst snappen ze waarom de vliegtuigen niet schoten: ze waren helemaal niet Duits. Hun mannelijke collega’s wilden de vrouwen eventjes ‘welkom heten’.
De stemming wordt er niet beter op als de vrouwen te horen krijgen dat ze in een oude koeienstal moeten slapen. Ondanks een schoonmaakbeurt gaat de stallucht niet weg. De mannen noemen het vrouwenverblijf ‘de Vliegende Koe’.
Bovendien acht de commandant van de basis de vrouwen niet gevechtsklaar. Tot Bersjanskaja’s grote ongenoegen moeten ze daarom eerst nog een tijd aan de grond blijven. Het moreel van de pilotes bereikt een dieptepunt.

Nadja Popova was een van de eerste vrouwen die zich opgaven voor de luchtmacht. Ze overleefde de oorlog.
Eerste slachtoffers bij vuurgevecht
In juni 1942 krijgen de vrouwen van regiment 588 eindelijk hun kans. Drie Po-2-toestellen zetten koers naar een Duitse basis in Dnjepropetrovsk in de Oekraïne.
Onder de vleugels van de houten vliegtuigjes hangen twee bommen, die samen 400 kilo wegen. Iedereen is gespannen. Dit is de vuurproef waar ze zo lang op gewacht hebben.
Met een zaklantaarn, kaart en stopwatch berekent de navigator de afstand tot het doelwit, en informeert de piloot. Vlak voor het doel geeft de navigator een teken, waarop de piloot de motor stationair laat draaien, zodat het vliegtuig bijna geluidloos omlaag zweeft.
Het voorste vliegtuig werpt een paar valschermlichten af die het terrein verlichten. Dan trekt de piloot aan een touw en de bommen vallen. Het toestel trilt door de explosies.
De operatie moet klaar zijn voordat de vliegtuigen opgepikt worden door Duitse schijnwerpers. In het felle licht kunnen de piloten gedesoriënteerd raken en een makkelijke prooi worden voor afweergeschut. De toestellen duiken onder de lichtbundels, en keren dan terug naar de thuisbasis. Op de grond staan vitale gebouwen in brand.
Op de basis vieren de vrouwen hun vuurdoop, en majoor Bersjanskaja is blij: ‘Dit laat de mannen pas echt zien met wie ze te maken hebben.’
De uitgelaten stemming wordt snel getemperd als het laatste vliegtuig niet terugkeert.
Pas na de oorlog horen de vrouwen wat ermee gebeurd is: dorpsbewoners troffen een vliegtuig aan met twee doodgebloede vrouwen erin. Duits afweergeschut was dwars door het dunne zeildoek van hun vliegtuig gegaan.
Vrouwen worden nachtheksen
Ondanks de verouderde toestellen zijn de nachtelijke aanvallen al snel berucht. De bommenwerpers maken bijna geen geluid, waardoor de Duitsers zich nooit veilig kunnen voelen.
Ook wordt de trots van de Duitse soldaten gekrenkt als neergeschoten vliegtuigen eenvoudige ‘huisvrouwen’ blijken te bevatten.
De Duitsers noemen de pilotes die hun nachtrust voortdurend verstoren ‘nachtheksen’. Ze geloven zelfs dat de vrouwen injecties hebben gekregen waardoor ze kunnen zien in het donker.
De nachtheksen maken soms wel 18 vluchten per nacht, omdat de toestellen maar twee bommen per keer kunnen vervoeren. De prijs is hoog. Velen zien hun kameraden brandend ter aarde storten.
Ook hebben de pilotes signaalraketten bij zich, die regelmatig ontploffen en de cockpit veranderen in een dodelijk inferno. Dan kunnen de vrouwen alleen maar hopen op een snelle dood.
Door de geruchten over martelingen en verkrachtingen door de nazi’s zijn de vrouwen bang om een noodlanding te maken achter de Duitse linies. Vaak bewaren ze de laatste kogel in hun pistool voor zichzelf, of storten ze opzettelijk samen met hun navigator neer.
Na acht maanden oorlog krijgt het regiment 588 de erkenning waar de vrouwen zo lang op gewacht hebben.
Nadja Popova en de anderen juichen als hun squadron tot het 46e Garderegiment wordt uitgeroepen. Nu behoren ze eindelijk tot de elite. Maar er komt een domper op de feestvreugde als majoor Raskova dat jaar tijdens een routinevlucht in slecht weer neerstort.
De ‘heksen’ helpen in 1944 de Krim en Wit-Rusland te bevrijden, en in 1945 bombarderen ze de laatste verzetshaarden rond Berlijn. Als ze eventjes in een boerderij uitrusten, gaat ineens de deur open en roept een werktuigkundige:
‘Victorie, meisjes! De oorlog is voorbij!’
De vrouwen van regiment 588 voerden meer dan 23.000 missies uit en wierpen ruim 3000 ton bommen af.
Op zijn hoogtepunt bestond het regiment uit 80 piloten en navigators. 23 kregen de titel Held van de Sovjet-Unie, en 30 kwamen er om.
De nachtheksen werden een van de meest gedecoreerde eenheden van het Rode Leger.