Poolse archeologen deden een gruwelijke ontdekking in het vroegere Pommeren aan de Oostzee. In een gebied dat de bewoners ‘Dal des Doods’ noemen, werden 35.000 Poolse burgers vermoord tijdens de Duitse verovering van Polen in de Tweede Wereldoorlog, en nu is het eerste massagraf gevonden.
‘We wisten dat de slachtoffers ergens lagen, maar vóór ons onderzoek wist niemand waar,’ aldus Dawid Kobiałka van het Poolse instituut voor archeologie en etnologie.
In Pommeren vermoordden de nazi’s 35.000 Polen om Lebensraum vrij te maken voor etnische Duitsers. Bij het dorp Piaśnica werden tegen de 12.000 burgers doodgeschoten.
Duizenden slachtoffers in ‘Dal des Doods’
In de eerste oorlogsmaanden werden bij het dorp Piaśnica 12.000 burgers naar de bossen afgevoerd, vermoord en begraven. 7000 andere burgers werden naar het bos bij Szpęgawsk gebracht, waar ze spoorloos verdwenen. De moordpartijen gingen door tot het eind van de oorlog in 1945.
In januari dat jaar werden een paar honderd Polen, onder wie veel verzetslieden, naar een bos bij Chojnice gebracht. Ze werden vermoord, in een massagraf gegooid, met benzine overgoten en verbrand. Drie dagen en drie nachten verlichtten de vlammen het bos.
De slachtoffers van dit laatste bloedbad zijn nu gevonden, en de archeologen proberen ze nu te identificeren, o.a. aan de hand van bezittingen die in de grond lagen. Verder gaan ze op zoek naar de graven van de duizenden onontdekte slachtoffers.