Mengele: Engel des doods

Gifinjecties in de ogen, bloederige operaties zonder verdoving. Nazi-arts Josef Mengele zag Auschwitz als laboratorium, met de gevangenen van het kamp als proefkonijnen. Om het arische ras te versterken werden duizenden onschuldigen vermoord door de …

Mengele bekeek de gevangenen die in veewagens aankwamen in Auschwitz goed. Hij wilde het beste materiaal voor zijn experimenten.

De man in SS-uniform draagt glimmend gepoetste rijlaarzen en staat met zijn voeten iets uit elkaar. Zijn ene hand rust op zijn riem, de andere omklemt een rijzweep. Steeds als er doodsbange gevangenen bij hem worden gebracht, wijst hij nonchalant met zijn zweepje: de sterke, arbeidsgeschikte naar rechts, de zwakke naar links.

Opeens verschijnt er een glimlach op zijn gezicht. Hij gooit zijn sigaret weg en dooft hem met de punt van zijn laars. De officier loopt tussen de gevangenen door en hurkt voor twee zusjes: een tweeling. Hij tikt hen op de wangen en praat vriendelijk tegen hen. Willen ze een snoepje? Bedeesd knikken de twee zusjes. De officier knipt met zijn vingers en een soldaat brengt de tweeling weg.

De kamparts van Auschwitz gaat door met zijn sorteerwerk. Links, links, rechts, links… Een uur later zijn de meeste gevangenen dood. De enkeling die naar rechts is gestuurd mag nog een paar weken als slaaf blijven leven.

Even later liggen de twee meisjes in het privélaboratorium van de kamp­­arts vastgebonden op de operatietafel. Voor hen staat dr. Josef Mengele. Over zijn SS-uniform draagt hij een doktersjas. Zijn glimlach is weg. In zijn hand houdt hij een scalpel. Het experiment begint.

Mengele droomde van aanzien

Als kind droomde Mengele al van een plaats in de geschiedenisboeken. Zijn jeugd in Beieren – als oudste kind in een gegoed katholiek gezin – werd gekenmerkt door concurrentie en door de strijd om de waardering van zijn ouders. In zijn dagboeken beschrijft Mengele zijn ouders als harteloos, en hij was hevig jaloers op zijn twee broers. Josef voelde dat hij zich constant moest bewijzen, en zijn jeugdvriend Julius Diesbach omschrijft hem als bijzonder ambitieus: ‘Hij wilde niet alleen slagen, maar zich van de massa onderscheiden. Hij hunkerde ook naar roem. Ooit zei hij tegen mij dat ik in de naslagwerken over hem zou lezen.’

Die waardering was te bereiken door een uitstekende opleiding en een goedbetaalde baan als wetenschapper, dacht Josef. Hij verhuisde na zijn eindexamen in 1930 dan ook naar München om
geneeskunde te studeren.

’Mijn familie zal versteld staan als ik de eerste wetenschapper van ons gezin word’, schreef hij aan een vriend.

Begin jaren dertig gistte München van politieke onrust. De nazi’s waren in opkomst en Mengele koos snel partij: ‘Het was onmogelijk om in deze politiek zo turbulente tijd aan de zijlijn te staan als je niet wilde dat ons vaderland ten onder ging aan bolsjewistisch-marxistische aanvallen,’ schreef hij in zijn dagboek.

Volgens sommige historici voerde Mengele met ca. 3000 tweelingen experimenten uit.

Een droom gaat in vervulling

Bij zijn studie raakte Mengele meer geïnteresseerd in raciale ontwikkeling dan in genezing. Theorieën over de zuiverheid en de superioriteit van het arische ras stonden centraal in de nationaal­socialistische ideologie.

Mengele studeerde bij autoriteiten op dit gebied, zoals Theodor Mollinson, die zei te kunnen bepalen of iemand Joodse voorouders had door een foto te bekijken. Hij realiseerde in 1935 Mengeles droom van een academische carrière door aan hem de doctors­titel te verlenen voor het proefschrift ‘De onderkaak bij vier raciale groepen’.

Nu was de weg vrij naar een baan met aanzien. Dr. Mengele werd in 1937 aangesteld bij het ‘Instituut voor erfelijke biologie en rassenhygiëne’ aan de universiteit van Frankfurt. Hij kwam in de leer bij een vooraanstaande rassentheoreticus, professor Otmar von Verschuer, die Adolf Hitler huldigde als ‘het eerste staatshoofd dat de betekenis van biologische overerving en rassenhygiëne heeft ingezien’. Ook werd Mengele lid van de NSDAP en hij werd al snel aangenomen bij de SS. Met steun van Verschuer klom hij in rang op en werd SS-officier.

Verschuer omschreef Mengele als een man met ‘een sterke interesse voor geneeskundig onderzoek en chirurgie, intelligent en beschaafd’. De Duitse historicus Andreas Hillgruber gaf echter een andere beschrijving van Mengele, toen deze op de drempel van zijn loopbaan stond: ‘Hij wist zeker dat hij een grote zaak diende: Hitlers poging de ondergang van de mensheid te voorkomen. Mengele werd de belichaming van het nazisme in zijn extreemste vorm.’

Andere naam. Tijdens zijn lange vlucht veranderde Mengele vaak van naam.

Gevangenen zorgvuldig uitgezocht

Tussen het werk door hadden Mengele (helemaal links) en de andere SS’ers tijd voor sociaal samenzijn. Vlak bij Auschwitz lag een idyllisch vakantiehuis dat de SS gebruikte.

Najaar 1943 werd hij overgeplaatst naar concentratiekamp Auschwitz-Birkenau. Daarvoor had hij aan het oostfront gevochten en het IJzeren Kruis gekregen voor zijn moed. Oorlogsheld Mengele werd met respect in Auschwitz begroet, maar de andere officieren merkten snel dat de nieuwe arts anders was.

Mengele was opvallend ijverig in zijn werk en altijd bezig met een of ander geheimzinnig project. Bovendien dronk hij bijna nooit alcohol, zelfs niet als het zijn beurt was om ‘die Selektion’ – de selectie – uit te voeren. Steeds als er een nieuwe, overvolle trein gevangenen arriveerde moesten de kampartsen bepalen welke gevangenen bleven leven en welke naar de gaskamer moesten. De taak was uitermate onpopulair en de rol als heerser over leven en dood vrat zo aan de artsen dat ze naar de morfine, ether en sterkedrank grepen. Velen waren zo ver heen dat ze op het perron amper op hun benen konden staan.

Zo niet Mengele. Hij meldde zich vaak vrijwillig en voerde ‘die Selektion’ enthousiast uit, terwijl hij een klassiek deuntje floot. Vaak sprong hij fanatiek tussen de gevangenen en pikte er één
of meer uit voor zijn laboratorium. Om er zeker van te zijn dat hij geschikte gevangenen kreeg, verscheen hij ook op zijn vrije dagen op zijn werk.

Mengele was nog steeds gedreven door het brandende verlangen een erkend wetenschapper te worden. ‘U bent een middelmatig academicus, meneer Mengele, maar vlijtig en volhardend. Misschien kunt u over twintig jaar professor aan een van de kleinere universiteiten van Duitsland worden,’ had een van Mengeles professoren gezegd. Maar Mengele kon niet wachten; hij wilde zijn ouders en de rest van de familie Mengele laten zien dat hij zijn doel had bereikt. Hij werkte nu voor zijn ras.

Al zijn vrije tijd zat hij in zijn laboratorium, waar hij zijn gevangenen ‘onderzocht’. Auschwitz fungeerde als een enorm laboratorium met onbeperkte toegang tot onderzoeksmateriaal, en vaak zat Mengele tot diep in de nacht te werken – bezig met rapporten schrijven of turend door zijn microscoop.

Het antwoord lag bij tweelingen

Uit de pas aangekomen gevangenen zocht Mengele verlamden, gebochelden en misvormden uit voor zijn proeven. Het doel was te onderzoeken hoe deze misvormingen ontstonden en
hoe ze te elimineren waren, zodat het arische ras zuiver en sterk bleef.

Het meest enthousiast was hij als er in de veewagens tweelingen zaten. Volgens Mengele konden tweelingen antwoord geven op de vraag hoe het Germaanse ras de wereld kon veroveren. Door ze te bestuderen en proeven met hen te doen wilde hij een manier vinden om tweelinggeboortes bij Germaanse vrouwen te bevorderen, zodat het arische ras sneller zou groeien dan andere.

Hij was er vooral door gefascineerd dat de ene helft van een tweeling sterk en goed geproportioneerd kon zijn, maar de andere zwak en misvormd. Hij probeerde het antwoord te vinden door tweelingen een gemeenschappelijke bloedsomloop te geven: hij verbond hun aderen met elkaar. Soms ging hij nog een stap verder, zoals de gevangene Vera Alexander getuigt:

‘De SS’ers namen twee kinderen, Tito en Nino, mee. Een van hen had een bochel. Twee, drie dagen later bracht een SS’er ze terug. Ze waren er vreselijk aan toe. Het kind met de bochel was aan het andere vast­genaaid, de ruggen tegen elkaar, en ook hun polsen waren aan elkaar genaaid. Ze stonken vreselijk naar koudvuur.’

Mengele was ook gefascineerd door de gedachte blauwe ogen te creëren en voerde ontelbare proeven uit om de kleur van de iris te veranderen. Zo liet hij ooit 36 kleine kinderen uit een gevangenenbarak halen en verf in hun bruine ogen spuiten. De meesten van hen werden direct blind, maar blauwe ogen kregen ze niet en Josef Mengele stuurde ze naar de gaskamer.

Verschuer, een toonaangevend rassenideoloog in nazi-Duitsland, inspirator van Mengeles tweelingproeven.

Een wand vol ogen

Andere keren leek hij meer geluk te hebben: ‘In juni 1943 liep ik een ruimte in het zigeunerkamp van Birkenau binnen,’ vertelde dokter Vexler Jancu. ‘Er stond een tafel vol ogen, allemaal met een nummer en letter. Ze waren lichtgeel, knalblauw, groen en paars.’

Gevangene Vera Kringel had net zo’n ervaring toen ze in Mengeles privélaboratorium op een dag een hele wand vol ogen zag. ‘Ze waren met spelden vastgeprikt, als vlinders. Ik dacht dat ik dood was en in de hel was beland.’

Vader en zoon werden geëxecuteerd

Nazi-onderzoekers gebruikten bij hun werk voor een raszuiver Duitsland vele methoden – zo moesten Joden er door hun ‘brede neus' snel uitgepikt worden.

In Auschwitz kreeg Mengele de kans alle experimenten te doen die hij wilde – zolang ze op de rassenleer van het nazisme waren gebaseerd. Voor zijn collega’s in Auschwitz hield Mengele graag lange lezingen over zijn nieuwste resultaten.

Ooit ontdekte hij onder de gevangenen een gebochelde vader en zijn misvormde zoon. Hij moest en zou die ‘exemplaren’ nader onderzoeken en gaf opdracht hen meteen te executeren. Hun lichamen werden naar zijn laboratorium gebracht, waar ze eerst werden gekookt, zodat hun huid en vlees makkelijker konden worden verwijderd. Daarna werden ze in een bad met petroleum gelegd, zodat de botten wit en geurloos werden.

Vervolgens haalde hij zijn collega’s erbij. Aangevoerd door Mengele liepen de zwartgeklede SS-officieren om de skeletten heen; zelf legde Mengele omstandig de betekenis van dit experiment uit. Hij wees en hij beschreef, terwijl de andere SS-officieren eerbiedig luisterden en soms instemmend knikten bij deze ‘wetenschappelijke’ uitleg.

Gevangene Alex Dekel, een Roemeense jood, was er getuige van dat Mengele uit naam van de wetenschap zijn ‘patiënten’ zonder verdoving in onder andere de buik en in het hart opereerde. ‘Niemand stelde ooit een vraag – waarom stierf deze gevangene? Waarom deze? Patiënten stelden niets voor. Dus ging hij verder met zich profileren uit naam van de wetenschap, maar in werkelijkheid was het grootheidswaanzin,’ schreef Dekel later in zijn memoires.

Kindgevangenen levend verbrand

In zijn tijd in Auschwitz probeerde Mengele een indruk van koele afstandelijkheid tot zijn gruwelijke experimenten te bewaren – hij was geen beul maar onderzoeker. Deze indruk werd benadrukt doordat hij altijd onberispelijk gekleed was en zich bij sociale gebeurtenissen graag op de achtergrond hield.

Maar nu en dan scheurde Mengeles masker en kwam het beest dat eronder verborgen zat tevoorschijn. Kamparts Gisella Perl zag hoe Mengele zijn woede koelde op een vrouwelijke gevangene die had geprobeerd om te vluchten: ‘Hij greep haar bij de nek en bleef haar in het gezicht slaan tot het één bloederige massa was. Hij sloeg haar continu tegen haar hoofd en schreeuwde: “Je wilt vluchten, hè? Je kunt niet meer vluchten. Je zult branden, net als alle anderen. Sterf, jij vuile rotjood!” Terwijl ik toekeek verdwenen haar twee mooie, intelligente ogen onder een laag bloed. Haar oren waren weg – misschien had hij ze eraf getrokken. In een paar seconden was haar rechte, scherpe neus een verbrijzelde, bloederige massa geworden.’

Annani Silovitsj Petko, een Russische gevangene, beschreef hoe een groep SS-officieren met Mengele voorop een groot gat liet graven dat met benzine werd gevuld. De brandbare vloeistof werd aangestoken en ongeveer tien vrachtwagens gevuld met kinderen reden achteruit en kieperden hen in het gat. ‘De kinderen gilden; sommigen wisten uit het brandende gat te klauteren. Een officier liep er met een stok omheen en duwde ze weer naar beneden. Höss (de opperbevelhebber in Auschwitz, red.) en Mengele waren aanwezig en gaven de bevelen.’

De vlucht begint

Bij Auschwitz klonken in de herfst van 1944 steeds vaker de sirenes van de luchtafweer. Soms vielen er bommen. Toen het duidelijk werd dat de nederlaag onvermijdelijk was, werd Mengele depressief. Ooggetuigen vertellen dat hij zwijgend in zijn kantoor heen en weer liep, zijn gezicht in zijn handen. Maar de proeven gingen door. In december 1944 liet hij 16 vrouwelijke dwergen uit het kamphospitaal halen en voerde experimenten met hen uit. Slechts vijf van hen hebben het overleefd.

Het Russische leger rukte op en tot slot begreep Mengele dat hij beter weg kon wezen. De laatste in Auschwitz die hem zag was gevangenenarts Martina Puzyna, die was belast met het noteren van alle details over de tweelingen die aan de experimenten van Mengele werden blootgesteld. Op 17 januari 1945 zag ze Mengele voor het laatst:

‘Hij kwam zonder een woord te zeggen mijn kantoor binnen. Hij pakte mijn papieren, deed ze in twee dozen en liet ze naar zijn auto brengen.’

Daarna verdween de Engel des Doods uit Auschwitz.