De hele bunker trilt als de 75mm-kanonnen van de Ouvrage Fermont het vuur openen op de Duitse stellingen die zich een paar kilometer verderop bevinden.
‘Allez! Allez!’ klinkt het van boven op de torens. De granaten moeten sneller aankomen bij de vele kanonnen van het artilleriefort.
Met zijn 572 soldaten en zeven zware kanonnen is Fermont een van de belangrijkste vestingwerken van de Maginotlinie, die samen met andere zogeheten gros ouvrages (grote werken) de Franse noordoostgrens bestrijkt.
De ouvrage wordt geflankeerd door kleinere betonnen vestingen langs de Belgische grens, waar het sinds het begin van de invasie in mei 1940 wemelt van de Duitse troepen.

1500 km lange grens werd verzegeld.
Maar pas nu, zes weken later, ligt Fermont onder vuur. Terwijl de granaten op deze 21e juni neerregenen op de muren van het fort, laden de soldaten munitie op wagentjes in gangen diep onder de grond.
Als de wagentjes vol zijn, worden ze door een elektrische locomotief naar een transportband gereden, die de granaten een voor een naar de kanonnen van de pantserkoepels voert, 30 meter hoger.
In een ervan zijn artilleristen druk bezig om drie snelvuurkanonnen te laden als een Duitse granaat van bijna 400 kilo uit een 305mm-mortier het betonnen dak van de koepel raakt.
Een paar Fransen verliezen door de trillingen hun evenwicht, maar dankzij de oersterke betonnen constructie lopen de manschappen noch het materieel
een schrammetje op. Al snel buldert het 75mm-geschut er weer op los. Elk kanon vuurt 30 granaten per minuut af.
Neem een kijkje in een artilleriefort:











Artilleriefort was sterk staaltje techniek
De Maginotlinie was geen middeleeuws vestingwerk, maar een hypermodern verdedigingsbolwerk. Beschermd door 20 tot 60 meter aarde en gewapend beton konden de kanonnen van een artilleriefort elke vijand tegenhouden.
Pantserkoepel komt omhoog
Het geschut van een artilleriefort zat in draaibare pantserkoepels, die de troepen konden laten zakken bij vijandelijke bombardementen. Als de vijand binnen schootsbereik kwam, kwamen de koepels omhoog en werd het vuur geopend. Per telefoon liet de observatiepost weten op welke coördinaten de kanonnen moesten richten.
Springladingen
waren in de ondergrondse tunnels aangebracht. Drong de vijand ergens binnen, dan konden ze tot ontploffing worden gebracht.
Haal meer granaten
Een elektrisch treintje bracht granaten van het depot naar de pantserkoepels. De kleine trein vervoerde ook eten.
Lege granaathulzen
vielen rechtstreeks in een trechter die tot diep in het fort liep, zodat ze zich niet in de koepels ophoopten.
Verzoek om vuursteun
Telefonisch kon de dienstdoende officier de hulp inroepen van omliggende forten – in de vorm van voetvolk om de posities van de vijand aan te vallen of door het fort te vragen om Duitse artillerie te beschieten. Dankzij een antenne boven op het fort konden de telefonisten bij aanvallen ook aanwijzingen geven aan vliegtuigen.
Voorraden voor 30 dagen
lagen in opslagdepots ver onder de grond. Zo diep in de bodem ligt de temperatuur dicht bij die van een koelkast.
Meer frisse lucht, graag
Het ventilatiesysteem verwijderde rook van de kanonnen en roet van de dieselmotoren in de machinekamer. Frisse lucht van buiten werd gefilterd voor ze rond werd geblazen.
De elektrische trein
in het fort moest op veel plekken steil omhoog rijden om alle kanonnen van munitie te kunnen voorzien.
Rust
Als er niet werd gevochten, rustten de troepen uit in grote slaapzalen. Klonk het alarm, dan legden ze via tunnels soms wel 2 km af om hun post te bemannen.
Moderne operatiekamers
lagen in een gang ver van het lawaai, zodat de chirurg in alle rust kon opereren. In de ziekenkamer was het oorlogsgedruis niet te horen.
Bloed stroomt voor fort langs
Plotseling melden waarnemingsposten aan kapitein Daniel Aubert, de bevelhebber van Ouvrage Fermont, dat er Duitse infanteristen naar voren stormen. Aubert telefoneert onmiddellijk met het naburige fort, Ouvrage Latiremont.
Hij verzoekt dit fort het gebied vlak voor Fermont onder vuur te nemen. Het slagveld verandert in een slachthuis.
Ontgoocheld staakt de Duitse officier de aanval. Hij schrijft aan zijn meerdere: ‘Aanslag op Fermont mislukt. Artillerie, waaronder de 305mm, haalt niets uit tegen deze vesting.’ Bij Fermont liggen de lijken van 46 Duitse soldaten, en 200 gewonden worden weggedragen op brancards.
De gevechten op deze warme junidag hebben laten zien welke onaangename verrassingen de Duitsers te wachten kunnen staan als ze het wagen de Franse Maginotlinie aan te vallen.

200.000 Franse soldaten verdedigden de Maginotlinie. Ze droegen een embleem met de tekst ‘On ne passe pas’ – ze komen er niet langs.
Fransen vrezen Duitsland
De plannen voor de bouw van de lange linie van verdedigingswerken kregen al vorm kort na het einde van de Eerste Wereldoorlog in 1918. De vreugde over het einde van de gruwelen van de loopgravenoorlog maakte spoedig plaats voor nieuwe bezorgdheid.
Duitsland zou de nederlaag beslist te boven komen en wraak willen voor de 440 vernederende eisen die Frankrijk en Engeland de Duitsers hadden gesteld bij de vredesbesprekingen in Versailles.

De Franse plaats Verdun werd in 1916 in een slag van 303 dagen met de grond gelijkgemaakt.
Frankrijk lag na WOI in puin
De verwoestingen van de Eerste Wereldoorlog van 1914 tot 1918 in Noordoost-Frankrijk waren enorm.
‘De wereld rouwt bij de aanblik van de prachtige steden en akkers in Frankrijk die door de ramp getroffen zijn,’ zei de Amerikaanse president Woodrow Wilson toen hij het land in december 1918 bezocht.
1,4 miljoen Franse mannen waren gesneuveld en de landbouwgrond zou jaren onbruikbaar zijn door niet-ontplofte granaten en mijnen. De Fransen wilden dat hun land nooit meer een slagveld zou worden.
Door het vredesverdrag raakte het land 13 procent van zijn grondgebied en zeven miljoen inwoners kwijt. Daarbij moesten de Duitsers elk jaar iets meer dan 5 procent van hun bruto nationaal product aan herstelbetalingen doen aan de overwinnaars.
Als er binnen 25 jaar weer een grote oorlog uitbrak, zou Frankrijk zwak staan, want bijna 10 procent van de mannelijke bevolking was omgekomen in de Eerste Wereldoorlog. Dat betekende niet alleen een gebrek aan troepen hier en nu.
Er zouden de komende jaren ook minder kinderen worden geboren, waardoor Frankrijk eind jaren 1930 slechts weinig dienstplichtigen zou hebben.
Aangezien Duitsland bijna twee keer zo veel inwoners had als Frankrijk – 70 miljoen versus 40 miljoen – konden de Fransen onmogelijk een even groot leger op de been brengen als de Duitsers.
Er moest iets tegenover de numerieke meerderheid van de vijand worden gesteld. In 1920 spraken de politici in Parijs daarom al over een ‘rationeel systeem voor de nationale defensie’ dat Frankrijk kon beschermen tegen aartsvijand Duitsland.
Tot 1929 bleef het bij praten, maar toen benoemde de regering André Maginot tot minister van Oorlog. Deze Maginot was een volksheld, die in de Eerste Wereldoorlog zijn veilige post in het Franse parlement had verlaten om als gewone soldaat aan het front te vechten.
Net als zijn landgenoten wilde hij tot elke prijs voorkomen dat Frankrijk weer een slagveld zou worden.
‘Welke vorm een nieuwe oorlog ook zal aannemen, in hoeverre hij in de lucht zal plaatsvinden, met gas of andere vormen van moderne oorlogvoering,
we moeten te allen tijde voorkomen dat vijandelijke legers op ons grondgebied komen. We kennen immers de prijs van een invasie met zijn trieste gevolgen van materiële verwoesting en vertwijfeling,’ aldus de minister van Oorlog.
Begin 1930 overtuigde Maginot het parlement ervan de toen enorme som van 2,9 miljard frank te investeren in een verdedigingslinie van noord naar zuid.
Franse kranten schreven opgetogen over de Chinese Muur van Frankrijk en gaven het verdedigingswerk al snel de naam Maginotlinie, naar de bedenker van het betonnen complex.
De linie moest komen te bestaan uit grote artilleriebunkers met eronder een ondergronds minidorp.
In de provincies Elzas en Lotharingen, het grensgebied met Duitsland, moest de Maginotlinie extra sterk zijn.
Maar ook de grens met België, Luxemburg, Zwitserland en Italië zou worden versterkt. Met behulp van artillerieforten die elkaar vuursteun gaven, konden aanvallers met relatief weinig troepen in bedwang worden gehouden, terwijl de rest van het Franse leger zich klaarmaakte voor een tegenaanval.
Zo wilde Frankrijk de getalsmatige minderheid ten opzichte van Duitsland goedmaken. Het plan lag er, nu was het tijd om te gaan bouwen.
Beschermd door 60 meter aarde
Een paar dagen nadat het parlement de bouw had goedgekeurd, reden de graafmachines al naar Fermont, waar kapitein Aubert 10 jaar later zijn vuurdoop tegen de Duitsers zou beleven.
Het artilleriefort was een deel van de 30 kilometer lange versterkte sector Crusnes. In totaal moest de Maginotlinie over de hele oost- en noordgrens 25 van zulke sectoren krijgen.
Tussen 1930 en 1935 werd de grens met Duitsland dichtgetimmerd – de zogeheten ‘echte Maginotlinie’, omdat de vestingwerken hier precies zo werden gebouwd als ingenieurs en militair strategen het zich hadden voorgesteld.
Bij dit deel bespaarden de Fransen niet op beton of kanonnen en kwam het ondergrondse deel op 30 tot 60 meter diepte te liggen, zodat de vijandelijke kanonnen de munitiedepots en kazernes niet konden raken.
In 1935 was de linie langs de Duitse grens klaar. Het budget was echter fors overschreden, waardoor voor de rest van het in totaal 1500 kilometer lange verdedigingswerk extra financiële steun nodig was.
‘Het Duitse leger zal stuklopen op onze verdediging.’ De Franse generaal Henri Giraud, 1938
Toen België jaar na jaar zijn afspraak voor gezamenlijke verdediging van de grens met Duitsland niet nakwam, ontstond de acute noodzaak om het noordelijke traject van de Maginotlinie te versterken.
Frankrijk had echter niet genoeg tijd en geld om hier even sterke artillerieforten te bouwen als langs de Duitse grens. Maar ondanks haar zwakheden maakte de linie in 1938 een afschrikwekkende indruk.
‘Het Duitse leger zal zich stuklopen op onze verdediging,’ zei generaal Henri Giraud dat jaar zelfverzekerd. Net als de rest van het land besefte hij dat een
nieuwe wereldoorlog maand na maand dichterbij kwam.

Franse infanteristen hielden zich schuil in ondergrondse bunkers en verrasten de vijand als die een fort aanviel.
Voorposten vertraagden vijand

AAN DE GRENS
Vanuit kleine bunkers, die vaak gecamoufleerd waren als gewone huizen, hielden Franse troepen in de gaten of de Duitsers zich voorbereidden op een grote aanval.

2 KM ACHTER DE GRENS
Een voorpostenlinie vertraagde de opmars van de vijand met antitankkanonnen en machinegeweren. De kleine, betonnen bunkers moesten worden verlaten als de nazi’s ze dreigden te omsingelen.

8 KM ACHTER DE GRENS
Een baan van rechtop in de grond geplaatste spoorrails moest tanks tegenhouden. De antitankversperring was vaak versterkt met prikkeldraad om infanterie te stoppen.

9 KM ACHTER DE GRENS
Een paar honderd meter achter de antitankversperring lag de hoofdlinie met zijn vele ‘ouvrages’ – forten van diverse groottes, die elkaar vuursteun gaven tijdens de gevechten.
Troepen zijn onder de indruk
Reserveluitenant René de Chambrun was een van de 200.000 soldaten die in september 1939 werden opgeroepen om te dienen bij de Maginotlinie.
Die maand viel Hitler Polen binnen, waarna Frankrijk Duitsland de oorlog verklaarde, zoals de verdedigingsalliantie tussen beide landen voorschreef.
De 33-jarige De Chambrun uit Parijs kende de Maginotlinie alleen uit de krant, en hij was overweldigd toen hij Fort Rotherberg iets ten noordoosten van Metz zag. Dit was een van de bunkers waar de ‘intervaltroepen’ verbleven.
Als de vijand aanviel, moesten deze troepen opereren op het terrein vóór en tussen de forten. In afwachting van de aanval van de Duitsers evacueerden De Chambrun en zijn peloton burgers uit het gebied tussen de Maginotlinie en de grens. Eerder hadden andere soldaten al bruggen opgeblazen en akkers in de omgeving onder water laten lopen.
Op 4 september verliet De Chambrun het dorp waar hij was ingekwartierd en betrok hij een kooi diep in de betonnen bunker.

Kilometerslange antitankversperringen doorsneden Noordoost-Frankrijk.
Beton gaf Frankrijk vrijheid tot de aanval
Dankzij de sterke Maginotlinie die de Duitsers tegenhield in het oosten, kon Frankrijk aan de noordgrens zelf de tegenaanval zoeken.
Frankrijk had een ruim 2000 km lange grens, maar vooral de 450 km aan Duitse zijde was reden tot zorg. Daarom was de Maginotlinie extra sterk langs de Duitse grens, terwijl de forten in het noordelijke en zuidelijke deel van de linie kleiner waren en meer verspreid stonden.
Dat de Belgische grens slechts licht versterkt was, was van minder belang omdat Frankrijk een verdedigingsalliantie was aangegaan met zijn kleine buurland. Dreigde een vijand België binnen te vallen, dan zouden Franse troepen de defensie van het land ondersteunen.
Maar kort voor het begin van de Tweede Wereldoorlog verklaarde België zich neutraal. De Franse generaals beseften dat het nu een race tegen de klok zou zijn om de Belgische linies te bereiken voordat de nazi’s eroverheen walsten.
Het grootste gedeelte van Fort Rotherberg lag op 45 à 60 meter diepte onder een bos, en net als de meeste van zijn kameraden moest hij wennen aan het vocht en de temperatuur van 12 °C.
Het ergste was het claustrofobische gevoel, dat de luitenant vooral de eerste nacht ervoer, toen de dieselmotoren in de machinekamer om 22.00 uur stopten en alles donker werd. ‘Het was alsof ik in een onderzeeër zat die op de zeebodem lag met uitgeschakelde motoren,’ schreef De Chambrun, die het uiteindelijk niet meer uithield.
Met een zaklamp in zijn hand rende hij de gang door naar een van de stalen deuren. Hij opende de deur en ademde de frisse lucht in.
De duisternis en het klimaat werden echter al snel gewoon voor de ‘betonjongens’, zoals de soldaten in het Franse leger werden genoemd. Op de meeste plaatsen langs de Maginotlinie kregen de verdedigingstroepen geen vijand te zien.
De Duitse generaals wisten van de ondergrondse betonnen kolossen en zagen geen reden tot een frontale aanval op de zwaarbewapende stellingen. In plaats daarvan trokken Duitse troepen en tanks in mei 1940 stilletjes door de Ardennen.
Bekijk hier het aanvalsplan van de Duitsers:



10 mei1940
De Duitsers vallen het neutrale Nederland en België binnen.
10 mei 1940
Als de Duitsers België aanvallen, stormen 104 Franse en 10 Britse divisies de grens over om hen stoppen.
11 mei 1940
Een tweede Duits aanvalsleger trekt door de Ardennen en snijdt de geallieerden af, die moeten worden geëvacueerd uit Duinkerken.
Verrassingsaanval bepaalt de oorlog
De Fransen dachten dat de tanks de tot 700 meter hoge, beboste heuvels van de Ardennen niet zouden aankunnen, en hadden een gat laten vallen tussen het sterke deel van de Maginotlinie en het gevechtsklare Franse leger.
1200 tanks en 134.000 man voetvolk staken de Ardennen over en drongen met steun van 1000 vliegtuigen Frankrijk binnen, waar ze verbluffend weinig tegenstand ontmoetten.
‘Het was haast niet te bevatten. We waren door de beroemde Maginolinie gebroken en reden nu ver vijandelijk grondgebied binnen. Het was niet slechts een mooie droom. Het was realiteit,’ schreef een verraste generaal Erwin Rommel, die de opmars van de Duitse tankdivisies leidde.
De Duitsers konden de Maginotlinie nu van achteren aanvallen, maar kozen ervoor naar het westen af te slaan om het Frans-Britse leger af te snijden dat tegen de Duitse troepen in België vocht. De betonnen bunkers liepen immers niet weg en konden later in de oorlog wel worden aangepakt, meenden ze.
Slechts weinig versterkte sectoren van de linie kwamen daardoor in actie. De nazi’s vielen alleen aan als ze niet langs de forten konden trekken zonder aan flarden te worden geschoten. In totaal wist de vijand tien grotere en kleinere forten van de Maginotlinie te veroveren.

Franse infanteristen patrouilleerden tussen de forten om te zien hoe ver de vijand was.
Propaganda overdreef hoe sterk linie was
Door de slechte Franse economie in de tweede helft van de jaren 1930 werd de Maginotlinie niet overal zo sterk als gepland.
Om de besparingen te compenseren overdreef het Franse leger bewust de sterkte en omvang van het verdedigingswerk, zodat de burgerbevolking zich niet onveilig zou voelen.
Ook moest de propaganda de Duitsers afschrikken. Eind jaren 1930 drukten de kranten creatieve tekeningen van de Maginotlinie af, met enorme hangars voor gevechtsvliegtuigen, honderden tanks in geheime tunnels en een ondergrondse snelweg die alle forten verbond – van de Franse Rivièra tot aan het Kanaal.
Hitlers generaals hadden echter een realistisch beeld van de werkelijke sterkte van de Maginotlinie.
Fermont geeft niet op
Het fort van kapitein Aubert, Ouvrage Fermont, was een van de plekken die de Duitsers moesten aanvallen, omdat de zware kanonnen van het artilleriefort de Duitse bevoorradingslinies bedreigden.
Toen de aanval op Fermont mislukte, probeerden de Duitsers een naburige wachttoren te bestormen, maar vuursteun van het fort gecombineerd met de machinegeweren van de toren zelf dwong de vijand zich terug te trekken.
Terwijl Fermont zich naar behoren verdedigde, zag het er verder naar het westen slechter uit. De Duitse troepen stonden al bij het Kanaal, de Britten waren de zee over gevlucht en op 25 juni om 0.35 uur capituleerde Frankrijk.

Het Duitse leger wist met 1000 tanks door de lastig begaanbare bossen van de Ardennen te trekken.
Maginotlinie hield stand tot het einde
In de zomer van 1940 viel Duitsland Frankrijk binnen, en na slechts 46 dagen moesten de Fransen capituleren. De Maginotlinie was zowel de kracht als de zwakte van het land.
In de jaren na de oorlog werd de Maginotlinie bespot en kreeg ze er de schuld van dat Frankrijk na nog geen zeven weken capituleerde.
Maar veel historici denken dat de critici ernaast zaten. De verdediging van Frankrijk mislukte doordat de generaals niet goed genoeg waren.
De Fransen hadden maar liefst 2500 tanks (net zo veel als de Duitsers), maar wisten die niet in te zetten voor mobiele oorlogvoering.
Als de rest van het Franse leger zijn taak net zo goed had verricht als de soldaten van de Maginotlinie, dan zou de Duitse invasie zijn mislukt, beweren diverse historici.
Niettemin had de omvangrijke Franse investering in betonnen forten consequenties voor de verdediging van het land – zowel positieve als negatieve:
Hoewel er nu een wapenstilstand was gesloten, bulderden de kanonnen van Fermont nog steeds. Pas twee uur later beëindigde Aubert de beschieting. De kapitein wilde zijn fort echter nog steeds niet verlaten, en verschanste zich met zijn troepen in de tunnels.
De volgende dag ontving Aubert van de generale staf een schriftelijk bevel tot overgave. Pas toen opende de kapitein de zware stalen deur en ontruimde hij de vesting.
Frankrijk was gevallen, maar de betonjongens in Fermont hadden aangetoond dat de sterkste sectoren van de Maginotlinie elke aanval aankonden.