De Duitse luchtmacht, de Luftwaffe, was de trots van nazi-Duitsland. In de eerste jaren van de Tweede Wereldoorlog beheerste ze het luchtruim, maar toen begonnen de problemen.
Het tekort aan brandstof en andere grondstoffen werd steeds nijpender, terwijl de geallieerden veel materieel en mankracht erbij kregen toen de VS zich in de oorlog mengden.
Dit is het volledige verhaal van de luchtmacht van de nazi’s: van de bescheiden Luftwaffe die in het geheim opereerde na de Eerste Wereldoorlog via de officiële heroprichting in 1935 tot de felle strijd om de heerschappij in het luchtruim tijdens de vijf oorlogsjaren.
Inhoud
- Vrede leidt tot faillissementen
- Geheim kantoor stuurt leger aan
- Uniformen van de Luftwaffe
- Sovjet-Unie levert land
- Vliegtuigen gebouwd in Zweden
- Nazi’s betrekken de ministeries
- Duitsland gaat weer de lucht in – de Luftwaffe wordt officieel
- Burgeroorlog is goede oefening
- Fabrieken blijven achter
- Luftwaffes endeligt
De Duitse afgevaardigden in Versailles zijn in rep en roer.
Ze wisten heel goed dat de overwinnaars van de Eerste Wereldoorlog met keiharde voorwaarden zouden komen toen ze op 7 mei 1919 op het Franse kasteel arriveerden.
Maar de prijs voor het beëindigen van de oorlog blijkt hun ergste vermoedens te overtreffen.
‘De tijd is gekomen om de rekening te vereffenen,’ zegt de Franse premier Georges Clemenceau tegen de Duitsers, die achter de tafel zitten alsof ze terechtstaan. ‘U verzocht om vrede. Wij zijn bereid u vrede te geven.’
In ruil voor die vrede moet Duitsland de schuld voor de verwoesting op zich nemen en krijgt het land astronomische herstelbetalingen opgelegd.
Bovendien mag het leger nog maar 100.000 man tellen en mag het geen tanks, duikboten of vliegtuigen hebben. De grootste natie van Europa wordt vernederd en is grootmacht af.
‘We lezen deze eisen met ontzetting. Het is de triomfantelijke wreedheid van onze vijanden,’ spreekt de Duitse minister van Buitenlandse Zaken. Maar hij kan niets uitrichten. Duitsland zal zich bij alle 440 bepalingen moeten neerleggen.
Het Verdrag van Versailles behelst onder meer de opheffing van een van de effectiefste luchtmachten ter wereld.
Met betere strategieën, goed materieel en bekwame piloten wisten de Duitsers vier jaar lang een vijand met veel meer toestellen de baas te blijven.
Maar nu is het voorbij. Duitsland raakt niet alleen zijn vliegtuigen kwijt, maar ook de moeizaam opgebouwde ervaring en de trots vanwege de prestaties van zijn piloten.

Na het Verdrag van Versailles kwamen veel prima Duitse vliegtuigen op de schroothoop.
Duitsers wonnen eerste luchtslagen
In de Eerste Wereldoorlog maakten vliegtuigen hun debuut in de strijd, en Duitsland was heer en meester in het luchtruim.
De Duitse toestellen waren niet per se beter dan die van de vijand, maar de piloten waren ervaren en hadden zuurstofmaskers, waarmee ze hoger konden komen.
De Duitsers beschikten ook over een parachute, waardoor ze een crash konden overleven. Bovendien waren ze pioniers op het gebied van strategieën en luchtduels en waren ze de geallieerden steeds een stap voor.
Aan het eind van de oorlog bleek dat de Duitsers voor elk van hun eigen neergehaalde toestellen drie vijandelijke vliegtuigen uit de lucht hadden geschoten.
Vrede leidt tot faillissementen
De Duitsers hadden de oorlog verloren en moesten het Verdrag van Versailles naleven als ze wilden voorkomen dat hun land van de kaart geveegd werd. ¨
Toen de Duitse luchtmacht op 8 mei 1920 werd opgeheven, bestond ze in de praktijk al lang niet meer. Alle vliegtuigen waren vernietigd of geconfisqueerd.
De overwinnaars waren echter uit op meer dan ontwapening: Duitsland zou zich nooit meer mogen bewapenen, en het verdrag beoogde dan ook de Duitse vliegtuigindustrie de nek om te draaien.
‘Zes maanden na het ingaan van dit verdrag zullen de productie en invoer van vliegtuigen, vliegtuigonderdelen, vliegtuigmotoren en onderdelen daarvan op Duits grondgebied zijn verboden,’ verordonneerde artikel 201.
Deze productiestop was ontworpen om vliegtuigfabrieken failliet te laten gaan, en dat leek te lukken.
De grootste vliegtuigleverancier, Anthony Fokker, zag het niet meer zitten en laadde zijn hele productieapparaat op treinen, die hij naar Nederland liet komen.
Andere fabrieken probeerden het met een bescheiden productie van burgertoestellen of stapten over op de fabricage van landbouwwerktuigen.
Geheim kantoor stuurt leger aan
Nu de luchtmacht was opgeheven en de vliegtuigindustrie op z’n gat lag, hadden Groot-Brittannië, Frankrijk en de VS hun zin gekregen – maar dat was maar schijn.
Want de inkt van het verdrag was nog niet droog of Duitse officieren begonnen de bepalingen te omzeilen. In het diepste geheim bereidden ze zich voor op de dag dat het leger de ketens kon afschudden en Duitsland weer groot zou maken.
Het Verdrag van Versailles schreef voor dat Duitsland geen generale staf mocht hebben, maar in de chaos van alle herstructureringen viel het de inspecteurs van de vijand niet op dat het opperbevel een nieuw kantoor had geopend: het Truppenamt, de troepenafdeling.
Onder deze dekmantel bracht het leger zijn beste en vindingrijkste mensen bij elkaar, die het werk van de generale staf in het geniep voortzetten. 60 eliteofficieren werden geselecteerd, onder wie zes voormalige piloten.
Ze kwamen verschillende oude strijdmakkers tegen, die het leger officieel verlaten hadden, maar nu ingehuurd waren door het kantoor als civiele specialisten.
Aanvankelijk moest het Truppenamt zich vanwege de beperkte mogelijkheden richten op het opzetten van een verdediging die het land tegen luchtaanvallen beschermde.
Maar op termijn was het doel om Duitsland weer een eigen luchtmacht te geven. Daarvoor waren getrainde piloten nodig, en een vliegtuigindustrie op eigen bodem die de nieuwste ont-wikkelingen op technisch gebied kon volgen.
Omdat de opbouw hiervan niet uitvoerbaar was in Duitsland, stak het Truppenamt zijn voelhoorns uit bij een andere grote verliezer van de Eerste Wereldoorlog.
Uniformen van de Luftwaffe
Piloten moesten meer prestige hebben
Hermann Göring was dol op uniformen en deed zijn best om de Luftwaffe te onderscheiden van de rest van de Duitse strijdkrachten.

Het insigne van het Duitse leger was een adelaar met een hakenkruis in zijn klauwen. De soldaten droegen het op
hun pet en borst. Maar terwijl de adelaar van de landmacht en marine gestileerd was, was die van de Luftwaffe een natuurgetrouwe, vliegende vogel.

Rangtekens op de schouder volgden het normale patroon van het leger, maar luchtmachtpersoneel had op de kraag een ingewikkeld systeem van vleugels en eikenloof.

De ring was geen officieel rangteken. Piloten kochten er een om hun status te tonen wanneer ze in burger waren.
Sovjet-Unie levert land
Net als Duitsland was de Sovjet-Unie na 1918 een paria. De rest van de wereld was bang voor het communistische regime, dat door vijandelijke mogendheden was omgeven.
Voor de Russen was het contact met hun oude vijand Duitsland meer dan welkom.
Op basis van gezamenlijke belangen gingen de Duitse geheime generale staf en het Rode Leger een verstandshuwelijk aan.
Duitsland zou toegang krijgen tot bases op Russisch grondgebied waar het nieuw oorlogsmaterieel kon testen en manschappen kon trainen.
In ruil mocht de gastheer meekijken bij de oefeningen en de Duitse toestellen uitproberen.
In 1926 kwam de eerste ploeg Duitse jachtpiloten aan op de geheime basis in Lipetsk, 400 kilometer ten zuiden van Moskou.
Hier, buiten het blikveld van de westerse geallieerden, konden 300 Duitsers nieuwe vliegtuigen testen, aanvalstechnieken oefenen en trainen in verkenning vanuit de lucht.
Omdat de capaciteit vrij beperkt was, waren alle piloten zorgvuldig geselecteerd op basis van hun prestaties in de cockpit en leiderschapskwaliteiten.
Als ze naar Duitsland terugkeerden, moesten ze de volgende ploeg piloten kunnen trainen en nieuwe tactieken uitwerken.
Veel rekruten van de pilotenschool in Lipetsk hadden tijdens de Tweede Wereldoorlog dan ook een hoge rang in de Luftwaffe.
De eerste piloten waren veteranen uit de Eerste Wereldoorlog, maar de jonge mannen die na hen kwamen, vormden de kern van de nieuwe luchtmacht.
Ze moesten al in staat zijn om te vliegen, en om genoeg rekruten te werven wist de Duitse legertop nogmaals behendig het Verdrag van Versailles te omzeilen.
Gezonde jonge Duitsers, vooral officieren, werden opgeroepen lid te worden van zweefvliegclubs, die in de jaren 1920 overal in Duitsland opgericht werden.
Met motorloze vliegtuigjes konden de jachtpiloten in spe hun vaardigheden op een goedkope manier trainen in een land zonder vliegtuigindustrie.
Vliegtuigen gebouwd in Zweden
Na aankomst in Lipetsk namen de jonge piloten voor het eerst plaats in een echt gevechtsvliegtuig.
De toestellen waren nauwelijks getest, en er verongelukten dan ook geregeld piloten. Hun lichamen werden in een kist met het opschrift ‘machineonderdelen’ naar huis gestuurd.
Een van de Duitse fabrikanten die in het geniep nieuwe toestellen testten, was Hugo Junkers.
Zijn fabriek in Duitsland bouwde burgervliegtuigen, maar hij ging gevechtsvliegtuigen fabriceren via allerlei buitenlandse brievenbusfirma’s, eerst in de Sovjet-Unie en vanaf 1925 in Zweden onder de naam AB Flygindustri.
De meeste onderdelen werden in Duitsland gemaakt, waarna Junkers ze naar Zweden bracht. De toestellen werden in elkaar gezet en verkocht aan luchtmachten in Zuid-Amerika, Azië en Europa.

De Junkers Ju 52 werd als transportvliegtuig gebouwd, maar bombardeerde ook.
In 1932 kon het Truppenamt de Duitse luchtmacht nieuw leven inblazen. Er lagen aanvalsstrategieën en een plan voor een eenheid met 1000 toestellen van vijf verschillende typen klaar, en de fabrieken stonden te trappelen.
Er was alleen nog een politiek leider nodig die bereid was te breken met het Verdrag van Versailles. Die leider kwam er toen Adolf Hitler op 30 januari 1933 met zijn nazipartij de macht overnam.
Nazi’s betrekken de ministeries
Toen Hitler rijkskanselier werd, kreeg de luchtmacht veel meer prioriteit. Er werd een ministerie van Luchtvaart in het leven geroepen onder de machtige Hermann Göring – een gerenommeerd piloot uit de Eerste Wereldoorlog en de nummer twee in de nazihiërarchie.
De aanstelling van Göring bleek een schot in de roos. Dankzij zijn positie stroomde het geld binnen bij de een-heden van de luchtmacht en breidde de capaciteit van de fabrieken zich uit.
Maar Göring hield zich verder afzijdig. Hij was nauwelijks achter zijn bureau in zijn ruime ministeriële werkkamer in Berlijn te vinden, want hij woonde liever parades en partijen bij.
De afwezigheid van de minister kwam zijn staf goed uit: het was 10 jaar geleden dat Göring voor het laatst achter een stuurknuppel gezeten had, en hij was niet op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen.
De deskundigen konden dus rustig doorwerken, maar ze mochten nog niet in de openbaarheid treden, want Hitler wilde zijn macht verstevigen voordat hij Groot-Brittannië en Frankrijk voor het hoofd durfde te stoten door het Verdrag van Versailles aan de dijk te zetten.
Het tempo van de voorbereidingen ging wel omhoog, en de zweefvliegclubs kregen er veel leden bij. Een van hen was de 22-jarige Günther Scholz.
Hij begon in 1933 met zweefvliegen en besloot piloot te worden bij de luchtmacht, waarvan het bestaan een publiek geheim was.
Inmiddels waren er geheime pilotenscholen in Duitsland, en Scholz werd in 1934 tot de academie van de marine toegelaten.
De jonge cadet had veel geluk, want er waren weinig plaatsen en alleen de besten maakten kans. Het saamhorigheidsgevoel was sterk en de elitecultuur die er heerste leverde een generatie bekwame piloten op, maar die cultuur zou op termijn juist een remmende factor blijken te zijn.
Op het moment dat de oorlog uitbrak, konden de pilotenscholen niet snel genoeg voldoende manschappen afleveren.
Luftwaffe beheerste het luchtruim
In de zomer van 1942 beheerste Duitsland het grootste deel van Europa. Van de Noordkaap tot de Sahara was het luchtruim in zeven secties verdeeld, waar de Luftwaffe voortdurend jacht maakte op vijandelijke troepen, schepen en vliegtuigen.

Bommen op Leningrad
Luchtvloot 1: Noordelijk Oostfront.
Taken: Luchtsteun aan het leger en Leningrad bombarderen.
Jachtvliegtuigen: 102
Bommenwerpers: 200
Jachtbommenwerpers: 32
Steun aan Rommel
Luchtvloot 2: Middellandse Zee.
Taken: Luchtsteun in Noord-Afrika, bombarderen van Malta.
Jachtvliegtuigen: 244
Nachtjagers: 55
Bommenwerpers: 290
Jachtbommenwerpers: 87
Transportvliegtuigen: 180
Schepen aanvallen
Luchtvloot 3: Britse Eilanden.
Taken: Afweren van Britse lucht- aanvallen en aanvallen van schepen.
Jachtvliegtuigen: 244
Bommenwerpers: 225
Jachtbommenwerpers: 30
Hulp bij Stalingrad
Luchtvloot 4: Zuidelijk Oostfront.
Taak: Offensief in de Kaukasus en bij Stalingrad steunen.
Jachtvliegtuigen: 303
Nachtjagers: 70
Bommenwerpers: 450
Jachtbommenwerpers: 304
Transportvliegtuigen: 336
Aanvallen op konvooien
Luchtvloot 5: Noorwegen en Finland.
Taken: Aanvallen op geallieerde konvooien in de IJszee en de Russische havenstad Moermansk.
Jachtvliegtuigen: 119
Bommenwerpers: 108
Jachtbommenwerpers: 43
Marinevliegtuigen: 40
Transportvliegtuigen: 39
Versterking van oostfront
Luftwaffecommando Oost: Oostfront.
Taak: Nieuwe eenheid om het gat tussen Luchtvloot 1 en 4 te dichten.
Jachtvliegtuigen: 246
Bommenwerpers: 179
Transportvliegtuigen: 104
Verdediging van Duitsland
Luftwaffecommando Midden: Midden- en West-Europa.
Taak: Britse vliegtuigen op weg naar Duitse fabrieken tegenhouden.
Jachtvliegtuigen: 148
Nachtjagers: 278
Transportvliegtuigen: 104
Duitsland gaat weer de lucht in – de Luftwaffe wordt officieel
Vanaf maart 1935 werd de Luftwaffe officieel, omdat Hitler toen alle militaire beperkingen van het verdrag verwierp.
De Britten, Fransen en Amerikanen lieten hem zijn gang gaan. Nu kon Duitsland zich openlijk bewapenen.
Voortaan was de regel binnen het Duitse leger: kan er iets vliegen, dan valt het onder het bevel van Hermann Göring.
Het kersverse krijgsmachtonderdeel had een opperbevelhebber nodig, en de keus viel op generaal Walther Wever.
Hij moest richting geven aan de Luftwaffe. Volgens Wever was samenwerking met de rest van het leger de sleutel tot de overwinning.
Bommenwerpers moesten vijandelijke bases verwoesten en transportroutes blokkeren, zodat de vijand zijn troepen niet meer kon verplaatsen: ‘De luchtmacht zal ons leger in staat
stellen om een allesverwoestende veldslag te winnen door vijandelijke reserves, zelfs hele reservelegers, weg te houden van het slagveld,’ sprak Wever tegen een groep Luftwaffe-officieren.
Hij vond dat de vijandelijke industrie een voor de hand liggend doelwit was, en geloofde niet dat de luchtmacht een oorlog op eigen houtje kon winnen door steden te bombarderen.
Volgens enkele strategen was dat juist dé manier om de vijand in korte tijd tot overgave te dwingen.
De woorden van Wever vormden een nauwkeurige beschrijving van de manier waarop de Luftwaffe te werk zou gaan in de Tweede Wereldoorlog.
Ze eiste geen hoofdrol voor zichzelf op, zoals de Britse Royal Air Force en de Amerikaanse luchtmacht, maar werkte nauw samen met de Wehrmacht.
De koers van de Luftwaffe was uitgestippeld, en de basis was gelegd voor grote overwinningen en smadelijke nederlagen. Al in 1936 maakte de luchtmacht zijn debuut.
Het meest gebouwde vliegtuig
De Messerschmitt Bf 109 was een van de weinige toestellen die de hele oorlog in productie waren. Er waren betere jagers, maar de Bf 109 bleef zijn mannetje staan.

De romp was klein en licht. Daardoor steeg hij sneller op dan zijn tegenstanders.
De bewapening telde een krachtig 20mm-machinekanon in de propelleras. In de eerste oorlogsjaren hadden veel vijandelijke jagers alleen 7- of 8mm-mitrailleurs aan boord.
Het landingsgestel zat aan de romp, waardoor de vleugels makkelijk te vervangen waren. De keerzijde was dat het toestel sneller kantelde bij start en landing.
Burgeroorlog is goede oefening
In Spanje verzetten de fascisten zich tegen de linkse regering, met een drie jaar durende burgeroorlog als gevolg.
Adolf Hitler besloot zich in de strijd te mengen, en de Luftwaffe kreeg de leiding. Günther Scholz was een van de piloten die erbij waren in Spanje.
Hij diende er een jaar als officier, waarin hij bombardementen uitvoerde, escortmissies vloog en luchtduels uitvocht.
‘Soms vlogen we meerdere missies per dag, wat het uiterste van piloot en toestel vergde,’ schreef hij later.
‘Acties op geringe hoogte waren zeer gevaarlijk. Er vloog heel wat lood in het rond.’
Voordat de Duitsers opstegen, liepen ze vaak helemaal naar het front om hun doelwit van dichtbij te bekijken.
Hierna boden ze steun aan de grondtroepen, wat een van de beste en meestgebruikte tactieken van de Luftwaffe werd.
In de Spaanse Burgeroorlog voerden Duitse vliegtuigen een aanval uit die de reputatie van Duitsland geen goed deed: op 26 april 1937 werd de stad Guernica in puin gelegd.
De internationale pers veroordeelde de Duitse actie scherp en sprak van een terreurdaad.
De omstandigheden rond de aanval zijn nooit helemaal duidelijk geworden, maar massale bombardementen om het moreel van de vijand te breken hoorden niet bij de strategie van Wever.
Guernica werd vermoedelijk op verzoek van Franco verwoest, en de Duitse piloten van het Legioen Condor voerden de gewenste actie uit zonder zich te bekommeren om slachtoffers onder de burgerbevolking.
In Spanje testte de Luftwaffe tactieken en materieel en werden grote problemen opgelost voor Duitsland de confrontatie zocht met zijn aartsvijanden.
Het jachtvliegtuig Heinkel He 51, dat als de trots van de Luftwaffe beschouwd werd, bleek een rammelbak.
Het was zo slecht tegen de vijandelijke, Russische vliegtuigen opgewassen dat de piloten dekking zochten in de formaties bommenwerpers die ze eigenlijk moesten beschermen. Hierop werd de ontwikkeling van de veel effectievere Messerschmitt Bf 109 versneld.
De Luftwaffe had in Spanje ook ondervonden dat precisiebombardementen met onder meer de nieuwe Stuka beter werkten dan wie dan ook had durven dromen.
De ervaring bevestigde het idee van de Duitse strategen dat de grondtroepen van de vijand het voornaamste doelwit moesten zijn, en dat de luchtmacht van de toekomst zich daarop moest richten.
Luftwaffe deed het onmogelijke
De luchtmacht van het Derde Rijk luidde een nieuw tijdperk van oorlogvoering in. Operaties die tot dan toe onuitvoerbaar waren, werden mogelijk dankzij de hulp van boven.

Noorwegen 1940: Luftwaffe beukte de Noren murw
De Noren waren altijd in het voordeel als een vijand hun land binnenviel. Oprukkende troepen hadden geen bewegingsruimte in het bergachtige landschap, en kleine eenheden volstonden om een invasie af te slaan. Maar vliegtuigen veranderden alles.
Tijdens de Duitse opmars door Noorwegen in april en mei 1940 werd de Noorse verdediging weggeblazen door de Luftwaffe. Eerder was zo’n veldtocht onmogelijk geweest, maar dankzij luchtsteun kregen de nazi’s de Noren in twee maanden op de knieën.

Kreta 1941: Luchtlandingstroepen schreven geschiedenis
De Duitsers hadden Griekenland in 1941 veroverd, maar het grote eiland Kreta was nog in Britse handen. Britse schepen blokkeerden een Duitse invasie via zee. De nazi’s namen hun toevlucht tot een geheel nieuwe tactiek: een luchtlanding. 14.000 man werden boven het eiland afgeworpen. Ze kwamen verspreid terecht, maar wisten ondanks zware verliezen een luchtmachtbasis te veroveren, zodat de Duitsers versterkingen konden aanvoeren. De eerste invasie via de lucht was een succes.

Schweinfurt-Regensburg 1943: Bombardement VS draait uit op bloedbad
Op 17 augustus 1943 begon de U.S. Air Force een massaal bombardement van nazi-Duitsland. 376 zware vliegtuigen moesten de Messerschmitt-fabrieken in Regensburg en een kogellagerfabriek in Schweinfurt verwoesten. Halverwege moest het escorte van jachtvliegtuigen omkeren wegens brandstofgebrek, en toen stuurden de Duitsers 400 jagers op de Amerikanen af, die 60 bommenwerpers verloren. Hierna voerde de VS overdag geen bombardementen meer uit tot er jagers met een groter bereik waren gebouwd.
Fabrieken blijven achter
In het voorjaar van 1939 was de Spaanse Burgeroorlog voorbij, en al een paar maanden later brak de Tweede Wereldoorlog uit. De Luftwaffe was nu perfect toegerust voor het type luchtoorlog dat de leiding had ontwikkeld.
De Messerschmitt Bf 109 was beter dan bijna alle toestellen waartegen het jachtvliegtuig het in de eerste oorlogsjaren opnam.
De Stuka en lichte bommenwerpers maakten korte metten met doelwitten die Duitse pantsereenheden de weg versperden.
En mobiele werkplaatsen volgden de grondtroepen op de voet, zodat vliegtuigen razendsnel gerepareerd konden worden.
De tegenstander kon het tempo van de Wehrmacht en Luftwaffe niet bijbenen toen Duitsland Polen, West-Europa en Scandinavië onder de voet liep.
Maar de vliegende armada leed een nederlaag in de Slag om Engeland, toen Göring zich onrealistische doelen had gesteld.
Ditfiasco werd echter gevolgd door de grootste triomf van de Luftwaffe: de inval in de Sovjet-Unie in 1941.
Op 21 juni waren Günther Scholz en veel van zijn collega’s bij het krieken van de dag in de lucht om te wachten op het signaal om de Russische grens over te steken.
‘Ik tuurde naar het zuiden. Zo ver het oog reikte, zag ik fakkels in de lucht langs de grens, het leek wel vuurwerk. Die aanblik zal ik nooit vergeten,’ zo vertelde Scholz na de oorlog.
Alleen al op de eerste dag werden 322 vijandelijke vliegtuigen neergehaald en maakte de Luftwaffe er nog eens 1500 onschadelijk op de grond. De Duitsers raakten maar 35 toestellen kwijt.
Die cijfers waren zelfs voor Göring moeilijk te geloven. Pas toen de wrakken op de Russische bases waren geteld, werden de rapporten bevestigd.
Volgens Hitler was het Rode Leger aan het eind van zijn Latijn, en in september gaf hij opdracht de productie van nieuwe vliegtuigen op een laag pitje te zetten.
De fabricage lag al vanaf het begin lager dan het aantal verliezen dat de Luftwaffe leed.
Maar de Duitse dictator dacht dat de overwinning nabij was en dat er daarna tijd zou zijn om de luchtmacht te herstellen. Al in 1940 maakten de Britten drie toestellen voor twee Duitse.
De grote veldtocht tegen Stalin liep vlak voor Moskou spaak, en in de winter ging het Rode Leger in de tegenaanval.
De blitzkrieg ontaardde in een uitputtingsslag waar de Wehrmacht noch Luftwaffe voldoende op was voorbereid.

Scholz was een van de weinige Duitse piloten die de hele oorlog actief waren en overleefden.
Luftwaffes endeligt
Vanwege de tegenslag haalde Hermann Göring de teugels strakker aan, maar dat verergerde de situatie alleen maar.
Hij deed Hitler absurde toezeggingen en nam wanhoopsmaatregelen als zich een probleem voordeed dat hij van tevoren had kunnen zien aankomen.
Nog vóór het eind van de oorlog in 1945 was de Luftwaffe niet operationeel meer.
De restanten van de luchtmacht bleven aan de grond – zonder brandstof, piloten en reserveonderdelen.
Ondertussen werden de steden platgebombardeerd door de geallieerden, die vrij spel hadden.
Voor Günther Scholz eindigde de oorlog in Stavanger, waar hij de Noorse tak van de luchtmacht had geleid.
De laatste keer dat hij vloog in het uniform van de Luftwaffe, was als krijgsgevangene – met Britse brandstof in de tank. De Britten wilden Duitse toestellen terug naar Duitsland brengen, en Scholz bestuurde een kist vol gewonde soldaten en Noorse moffenmeiden.
Na de oorlog
Na de oorlog ging Scholz aan de slag in de fabriek van zijn schoonouders. Zijn eigen ouders waren omgekomen tijdens een bombardement op Maagdenburg. Günther Scholz overleed in 2014 als laatste piloot van het Legioen Condor.