Getty Images, Shutterstock, montage: Jonas Sjöwall Haxø
Klaus Barbie Lead Image

Klaus Barbie: De meest sadistische nazibeul

Roodgloeiende naalden, zwepen en kokend water – de sadistische methoden van Gestapochef Klaus Barbie kenden geen grenzen.

Slechts één peertje werpt een zwak schijnsel op Suite 68 van het Hotel Terminus bij het centraal station van Lyon. Op een houten stoel midden in de kamer zit de joodse wetenschapper Marcel Gompel. Hij staart naar de vloer.

Gompel is in handen gevallen van Klaus Barbie, de beruchte chef van de Gestapo.

De 29-jarige nazi heeft hem al met een knuppel geslagen en hem onder water geduwd. Maar omdat de trotse Gompel de Duitser alleen maar boze blikken heeft toegeworpen, gaat Barbie over tot zijn ‘huzarenstukje’.

Een assistent maakt kettingen vast aan de enkels van de gevangene, en via een katrol in het plafond hijst hij Gompel op zodat deze ondersteboven komt te hangen.

De assistent haalt een scherp mes tevoorschijn, en in de volgende uren snijdt hij systematisch repen huid van de wetenschapper af.

Die schreeuwt het uit, maar daar is buiten niets van te horen.

En Barbie is nog niet klaar. Hij vult de badkuip van de kamer met het sterk geurende ammonia, en op bevel van de Gestapochef wordt Gompel erin gelegd.

Hij kreunt en kronkelt, en als hij buiten westen raakt, brengt Barbie hem bij door kokend water op zijn toegetakelde lichaam te gieten.

Drie dagen na het verhoor strompelt Gompel weer tussen zijn geschokte medegevangenen rond.

De pijn is zo hevig dat hij niet kan liggen of zitten. Wanneer hij uiteindelijk aan zijn verwondingen bezwijkt, zingen de andere gevangenen de Marseillaise. Alleen al het woord Gestapo, de Duitse geheime politiemacht, bezorgde joden en leden van het verzet in de bezette gebieden de koude rillingen.

De agenten lapten de regels van de Geneefse Conventies aan hun laars en ontwikkelden steeds gruwelijker martelmethoden.

In Lyon ging één man verder dan zelfs zijn hoogste baas Heinrich Himmler had durven dromen: Klaus Barbie was met afstand de wreedste Gestapobeul.

Wereldoorlog verscheurde familie

Als Klaus Barbie in 1913 geboren wordt, wijst alles erop dat hij een modelburger zal worden.

Zijn moeder en vader, Anna en Nikolaus Barbie, zijn gerespecteerde katholieke leraren in het dorpje Udler ten zuiden van Bonn. De inwoners kennen Klaus als een aardige, vrolijke jongen die graag een praatje maakt.

Maar de Eerste Wereldoorlog maakt een eind aan de idylle. Nikolaus keert terug van een langdurige gevangenschap in Frankrijk en heeft daar een grondige hekel aan dat land aan overgehouden.

Hij is getraumatiseerd en heeft granaatsplinters in zijn nek. Hij zoekt vergetelheid in de drank en reageert zich af op zijn vrouw en twee zoons.

Het is dan ook een grote opluchting voor Klaus als hij in 1923 naar de kostschool in Trier wordt gestuurd. Hij is een goede leerling en is van plan om theologie te gaan studeren aan de universiteit.

Maar dan wordt het 1933. De nazi’s grijpen de macht in Duitsland, en in juni overlijdt Klaus’ jongere broer aan een ziekte.

Als ook zijn vader sterft, raakt Klaus in een diepe depressie, en tot overmaat van ramp kan hij zijn studie op zijn buik schrijven: hij is een voorechtelijk kind. In het behoudende Duitsland kan hij daardoor geen cent erven. Zijn toekomst ziet er slecht uit.

De jonge en intelligente Klaus vindt echter al snel een andere carrière.

Na twee jaar als fanatiek lid van de Hitlerjugend treedt hij in september 1935 toe tot de inlichtingendienst van de SS, de SD.

Hij heeft het gevoel dat hij een nieuwe familie heeft gevonden met een sterke kameraadschap en een duidelijke vijand.

In de jaren die volgen ondergaat Barbie een intensieve training op het gebied van politiewerk en verhoortechnieken, die erop gericht zijn om alle ‘vijanden van de staat’ uiteindelijk te breken.

Vanaf 1940 gaat het snel. In april wordt Barbie tot SS-Un­ter­sturm­füh­rer (tweede luitenant) bevorderd.

Hij trouwt vijf dagen later en wordt daarna in het bezette Amsterdam gestationeerd, waar hij vol vuur aan de slag gaat. Hij vergaart voortdurend inlichtingen en brengt de joden bijeen in een nieuw getto, voordat hij ze met duizenden tegelijk op de trein zet naar de concentratiekampen Buchenwald en Mauthausen.

Zijn efficiëntie valt op bij de leiding van de Gestapo: Barbie wordt bevorderd tot kapitein en in november 1942 naar Lyon gestuurd als hoofd van de Gestapo.

Klaus-Barbie-SS-uniform

‘Ik ben gekomen om te doden’ – uitspraak van de nieuwe Gestapochef van Lyon bij zijn aantreden.

© Bundesarchiv, Getty Images

Barbie komt om te doden

De Duitsers beschouwen Lyon als een tikkende tijdbom.

Sinds het begin van de oorlog hebben joden, communisten en verzetsleden wijdvertakte netwerken opgezet in de stad.

Als Barbie voor het eerst zijn ondergeschikten toespreekt in het Gestapohoofdkwartier op de tweede verdieping van het Hotel Terminus, is zijn boodschap niet mis te verstaan: ‘Ich bin gekommen um zu töten,’ zegt hij – ik ben gekomen om te doden.

Barbie maakt van zijn ervaring in Amsterdam gebruik en vult de Montluc-gevangenis al snel met joden, maar aan het verzet onder leiding van Jean Moulin heeft hij een harde dobber.

De leden zijn voor de duvel niet bang en gaan op in de burgerbevolking.

Het café La Concorde is zelfs de ontmoetingsplaats van de Gestapo én het verzet. Regelmatig zitten de aartsvijanden op een paar meter van elkaar petit café te drinken.

Geleidelijk weet Barbie 20 agenten in het verzet te plaatsen, en de inlichtingen beginnen binnen te druppelen in de kelder van het hotel, waar het prikbord langzaam vol komt te hangen met foto’s en informatie die de verbanden tussen de verdachten inzichtelijk maakt.

Barbie pakt Franse verzetsheld

In juni 1943 komt de grote doorbraak.

Een Franse verrader vertelt Barbie over een geheime ontmoeting in een villa in Lyon, waar de hele verzetstop bij zal zijn.

Die avond heeft Jean Moulin de vergadering nog niet geopend of de deur wordt ingetrapt en de ruimte staat vol schreeuwende Duitse soldaten.

De inval komt als een donderslag bij heldere hemel voor de Fransen, die allemaal afgevoerd worden. Wanneer de zwarte Gestapowagens de poort van de Montluc-gevangenis binnenrijden, weet iedereen wat hem te wachten staat. De verzetsleden kennen de geruchten.

Klaus Barbie is doorgaans eerst de hoffelijkheid zelve.

Hij biedt Moulin een drankje en een sigaar aan in de chique bar van het Hotel Terminus.

Een pianist speelt Chopin, en aan de muur hangen portretten van Hitler, Göring en Goebbels. Maar Moulin houdt zijn kaken stijf op elkaar. Hij staart slechts met een lege blik naar de tafel.

Barbie, die woedend is over deze brutaliteit, laat de Fransman naar Suite 68 brengen.

Daar legt zijn assistent, dr. Bartelmus, de martelwerktuigen klaar voor Barbie: een boksbeugel, een zweep, handboeien met spijkers, naalden, een brandende kaars en de zwarte ploerten doder van Barbie.

Dr. Bartelmus houdt de hand van Moulin tegen de deurpost, terwijl Barbie de deur dichtsmijt.

Alle botten in Moulins hand worden zo gebroken, en hij schreeuwt het uit, maar de kamer is goed geïsoleerd. De naalden worden verhit tot ze gloeien en onder de nagels van Moulin geduwd. Met de boksbeugel en ploertendoder wordt hij tot bloedens toe geslagen.

‘Wie zijn de leiders? Waar houden ze zich schuil?’ vraagt Barbie keer op keer, terwijl Moulin blijft zwijgen.

Als de Fransman flauwvalt van de pijn, drukt Barbie diens hoofd in een badkuip met ijswater tot de verzetsman bijna stikt. Naar adem snakkend komt hij weer boven, en de vragen worden herhaald voordat Moulin opnieuw onder water geduwd wordt.

Later krijgt Moulin handboeien om met spijkers aan de binnenkant, die aangedraaid worden tot de spijkers zich in zijn vlees boren, het bloed eruit spuit en zijn botten breken.

De martelingen gaan dagenlang door. Moulins nagels worden uitgetrokken, hij krijgt naalden in zijn lijf, wordt gebrandmerkt en bont en blauw geslagen. Elke avond wordt hij teruggebracht naar de Montluc-gevangenis, waar zijn medegevangenen zijn wonden proberen te verzorgen.

Een van hen, Christian Pineau, denkt met afschuw terug aan deze nachtelijke uren:

‘Hij was bewusteloos. Zijn ogen zaten diep in de kassen, alsof ze naar binnen geslagen waren. Op zijn slaap zat een diepe, blauwe wond. Van achter zijn opgezwollen lippen kwam alleen gereutel.’ Ondertussen zet Barbie in Lyon de bloemetjes buiten.

De drank vloeit rijkelijk, en de meisjes zwermen rond de machtige officieren, die regelmatig geslachtsziekten oplopen – zo ook Barbie. Hij speelt graag piano en zingt Duitse liederen. Het publiek kan niet bevroeden dat aan dezelfde vingers die hij zo elegant over de toetsen beweegt, een paar uur eerder nog het bloed van een landgenoot kleefde.

Begin juli wordt Jean Moulin voor de laatste keer naar het hotel gebracht. Barbie stelt weer dezelfde vragen – hij wil namen en adressen van verzetsleden – maar de Fransman kan of wil geen woord uitbrengen.

‘Jean Moulin maakte Barbie beroemd,’ zei een Franse verzetsman na de oorlog. Moulin werd hét symbool van het Franse verzet (La Résistance) tijdens de Duitse bezetting. De foto is oorspronkelijk zwart-wit.

© Album/Scanpix, Shutterstock, montage: Jonas Sjöwall Haxø

Uiteindelijk raakt het geduld van Barbie op en slaan de stoppen bij hem door. Hij is niet meer geïnteresseerd in informatie. Uit pure frustratie slaat en schopt hij de Fransman zo hard dat die het bewustzijn verliest en in een diep coma raakt.

Zijn armen en benen en een aantal ribben zijn gebroken. Barbie beseft dat hij het niet van Jean Moulin zal winnen. Hij sleept het roerloze lichaam naar een andere kamer en laat de overige verzetsleden naar binnen brengen.

De aanblik van Moulin, die op een elegante sofa ligt, zal ze wel aanzetten tot praten, zo denkt de Gestapochef. Moulins huid is gelig, zijn ademhaling zwaar en zijn hoofd is ingezwachteld in verband. De mannen zijn diep geschokt en worden weer afgevoerd door agenten.

Wat later wordt Moulin aan boord van een militaire trein gebracht die hem naar Frankfurt moet brengen om nogmaals verhoord te worden. Maar de trein is pas bij Metz als de verzetsman na een martelgang van 18 dagen sterft.

Hitler geeft Klaus Barbie een IJzeren Kruis

Al heeft Barbie niets bruikbaars uit Moulin weten te slaan, Adolf Hitler is onder de indruk.

Hij stuurt een IJzeren Kruis eerste klasse naar zijn toegewijde Gestapochef in Lyon. En de leider van de Vrije Fransen, de latere president Charles de Gaulle, reageert vanuit zijn ballingschap in Londen door Moulin de Franse Bevrijdingsorde toe te kennen.

Na het verhoor en de marteling van Jean Moulin komt het verkrijgen van inlichtingen voor Barbie steeds meer op de achtergrond te staan. Het is hem vooral om martelen en moorden te doen.

Als de vicecommissaris van Lyon, Adrien Richard, het hoofdkwartier van de Gestapo bezoekt, gelooft hij zijn ogen niet:

‘We gingen naar de kelder,’ zei hij later. ‘Toen we door de gang liepen, sloeg de onmiskenbare geur van vers bloed ons op de keel. We liepen door en zagen een plas geronnen bloed voor een cel liggen. In een hoek lag een stapel lichamen, en het bloed droop ervan af. Het waren allemaal jonge mannen.

Ze waren met een machinegeweer doodgeschoten. Een aantal van hen waren vastgebonden, en ik herinner me dat de postbode, nog in uniform, zich op een stoel had gehesen voor hij gedood werd.’

Barbie nam het er goed van in Lyon als hij niet aan het martelen was.

© Getty Images

Barbie martelt koerierster

In maart 1944 wordt de 43-jarige Lise Lesèvre opgepakt door de Gestapo. Ze is koerier voor het verzet en heeft een brief voor het kopstuk ‘Didier’ bij zich.

In de Montluc-gevangenis wordt ze naakt opgehangen aan de handboeien met spijkers aan de binnenkant. Dan begint het martelen en aanranden pas goed: vragen, een verkrachting, slaag, meer vragen, nog een verkrachting, slaag en weer dezelfde vragen.

‘Wie is Didier? Waar is Didier?’ vraagt Barbie telkens opnieuw terwijl hij Lise Lesèvre een kille blik toewerpt.

‘Hij had lichte ogen, die snel heen en weer schoten,’ zei ze jaren later. ‘Hij was als een dier in een kooi. Het was pure marteling, en hij genoot ervan.’

Zelfs als Barbie niet in haar cel is, tergt hij zijn gevangene door continu met een zweepje tegen zijn hoge laarzen te slaan terwijl hij door de gangen loopt. Op een gegeven moment draagt Barbie een assistent op om Lise Lesèvre te slaan met een ketting met een koperen kogel aan het uiteinde.

Een rugwervel breekt, en als ze flauwvalt, roept Barbie er een arts bij om haar weer bij te brengen.

Wanneer ze wakker wordt, staat hij over haar heen gebogen. Op de achtergrond klinkt pianospel.

Barbie biedt Lesèvre een glas limonade aan en streelt over haar handen: ‘Wat jij gepresteerd hebt, mijn liefste, is groots,’ zegt hij. ‘Niemand heeft het zo lang volgehouden als jij. Het is bijna voorbij. Ik vind het heel jammer, maar laten we er een eind aan maken. Wie is Didier?’ Ze zwijgt.

Barbie martelt man en kinderen

Barbie speelt zijn laatste troef uit en laat de man en 15-jarige zoon van Lesèvre de cel in komen.

Hij martelt hen voor haar ogen, maar ze geeft geen krimp, en ze worden weer weggevoerd. Ze zal hen nooit meer zien. Barbie is door zijn sadistische methoden heen. Hij geeft de gevangene een vuistslag in het gezicht en roept: ‘Ik wil deze stomme vrouw niet meer zien. Liquideer haar.’

Maar dit bevel wordt niet opgevolgd door Barbies assistenten, die zich soms om zijn slachtoffers bekommeren.

Een Duitse soldaat haalt koffie voor Lesèvre en probeert haar te kalmeren. Een dag later wordt ze op de trein naar het kamp Ravensbrück gezet – na de confrontatie met Barbie voelt het bijna als vrijheid. Ze wordt na twee jaar bevrijd.

Kinderen naar Auschwitz gestuurd

Tussen de martelsessies door heeft Barbie zijn handen vol aan het opsporen van de laatste ondergedoken joden van Lyon en omstreken, en op 6 april 1944 begint zijn wreedste actie van de oorlog.

Het is een rustige ochtend in het kindertehuis in de heuvels bij het dorp Izieu.

De kinderen zijn hier door hun ouders heen gestuurd om ze voor de Gestapo en de kampen te behoeden. Ze zijn voornamelijk joods, en dat probeert de leiding te verbergen voor de Duitsers.

Op deze ochtend zitten alle kinderen in de eetzaal chocolademelk te drinken wanneer er plotseling twee vrachtwagens en een personenauto met hoge snelheid het erf op komen stuiven. Ze remmen hard op het grind.

Een medewerkster heeft meteen door wat er gaande is: ‘Het zijn de Duitsers. Ren voor je leven!’ roept ze zo hard als ze kan. Een groep SS-soldaten bestormt het gebouw, rukt de gillende kinderen uit de armen van de medewerkers en gooit ze in de wachtende vrachtwagens.

De weinigen die weten weg te rennen, worden snel ingehaald, krijgen een paar schoppen en worden teruggesleurd. Eén medewerkster, de 27-jarige Léa Feldblum, ontsnapt en verstopt zich in de bosjes, vanwaar ze de actie gadeslaat. In de verwarring wordt ook een niet-joods kind in de wagen gegooid, maar hij wordt weer vrijgelaten als zijn identiteit door het register van het tehuis bevestigd wordt.

Barbie staat met zijn assistent dr. Bartelmus op een veilig afstandje naar de razzia te kijken.

Als de vrachtwagens terug in Lyon zijn, schrijft Barbie een kort memo aan het Duitse opperbevel: ‘Het joodse kindertehuis in Izieu is vanmorgen gesloten.

In totaal 41 kinderen tussen de 3 en 13 jaar oud zijn gearresteerd. Daarnaast werd het joodse personeel – onder wie 5 vrouwen – ook gearresteerd. Er zijn geen geld of waardevolle voorwerpen aangetroffen. Iedereen wordt op 7 april naar Drancy overgebracht.’ Het briefje is ondertekend met ‘Barbie’.

Drancy is een verzamelplaats voor opgepakte Franse joden. De kinderen en tehuismedewerkers worden er in veewagons gedreven en naar het kamp Auschwitz gebracht, waar ze meteen na aankomst vergast worden.

Het jongste kind was 4, het oudste 17 toen Klaus Barbie de 44 kinderen uit Izieu naar het concentratiekamp stuurde.

© Getty Images

Barbie blijft glimlachen

Op 6 juni 1944 landen de geallieerden in Frankrijk, en terwijl de Normandische stranden rood kleuren van het bloed, heeft Barbie het druk met het oppakken van de weinige joden die nog over zijn in Lyon.

Het echtpaar Lagrange en hun 13-jarige dochter Simone denkt dat de redding nabij is als ze het nieuws van de invasie op de radio horen. Diezelfde ochtend bonzen SS’ers op de deur.

Het gezin wordt afgevoerd, en de buren sluiten hun ramen en doen of ze het hulpgeroep niet horen.

Het was ‘een dag die zo gelukkig begon en zo triest eindigde’, zo schreef Simone Lagrange later. Het gezin wordt naar een kamer van het hotel gebracht, en Barbie komt binnen. Hij draagt een net grijs pak en heeft een katje in zijn armen. Hij glimlacht naar Simone, streelt haar over haar wang en zegt dat ze mooi is.

‘Hij kan niet zo kwaadaardig zijn als hij van dieren houdt,’ denkt ze.

De Gestapochef wil weten waar de twee andere kinderen van het gezin zijn, en zet de ouders onder druk door Simone aan te pakken. Hij trekt haar haar naar achteren en slaat haar in het gezicht. De ouders huilen en smeken om genade.

Barbie zet Simone apart in de Montluc-gevangenis, en wekenlang martelt hij het meisje alsof ze een gehard verzetslid is.

Elke dag komt hij met een glimlach de cel binnen en schopt haar in haar open wonden. Uiteindelijk sleurt hij Simone de cel van haar ouders in en toont hij haar bloederige, opgezwollen gezicht aan haar moeder.

De Montluc-gevangenis. Hier sloot Barbie duizenden verzetsleden en joden op. Voor verhoor werden ze naar de kelder van het Hotel Terminus gebracht.

© Bridgeman

‘Kijk eens wat je je dochter aangedaan hebt,’ sist de Gestapochef.

Barbie heeft opnieuw zijn doel niet bereikt: het gezin Lagrange geeft hem geen bruikbare inlichtingen, en korte tijd later worden ze alle drie naar Auschwitz afgevoerd en van elkaar gescheiden.

De moeder wordt meteen vergast, en Simone en haar vader worden tewerkgesteld.

Na een jaar, wanneer de Russen bijna aan de poort staan, wordt het kamp ontruimd en krijgen vader en dochter elkaar in het oog.

Vlak voordat ze elkaar in de armen kunnen vliegen, moet de vader knielen en krijgt hij een kogel door het hoofd. Wonder boven wonder overleeft Simone Lagrange de oorlog en kan ze haar verhaal vertellen.

Het laatste bloedbad

Als de geallieerden halverwege augustus Lyon naderen, zet Barbie zo veel mogelijk gevangenen op de trein naar het oosten.

Maar hij houdt 109 verzetsleden en joden achter om als levend schild te gebruiken wanneer hij op 23 augustus naar het vliegveld in Bron vlucht.

Als de Duitsers de vliegtuigen hebben bereikt, geeft Klaus Barbie ijskoud het bevel om de gijzelaars dood te schieten en in massagraven te dumpen. Dan stapt hij in een Luftwaffe-toestel en verlaat hij Frankrijk. Een dag later bevrijden de geallieerden 950 mensen uit Montluc.

De Gestapoterreur is voorbij.

Klaus Barbie deserteert na een paar maanden aan het Westfront en houdt zich 38 jaar schuil in Duitsland en later in Zuid-Amerika – met hulp van onder meer de Amerikaanse CIA.

Pas in 1983 haalt zijn verleden hem in.

De vroegere Gestapobeul wordt in Bolivia opgespoord door de nazi-jagers Serge en Beate Klarsfeld en uitgeleverd aan Frankrijk, waar hij na een lang proces veroordeeld wordt wegens misdaden tegen de menselijkheid.

Dan pas komt de volle omvang van de misdaden van Barbie aan het licht.

Hij vermoordde direct en indirect 4342 Franse verzetsleden en liet 7591 joden – mannen, vrouwen en kinderen – naar een concentratiekamp afvoeren, waar de meesten de dood vonden.

42 jaar na het eind van de oorlog werd Klaus Barbie veroordeeld voor zijn wandaden. Een rechtbank in Lyon gaf hem levenslang. Hij overleed in 1991 in de gevangenis.

© AFP/Scanpix