‘De wet van de jungle heerste onder de gevangenen. ’s Nachts was het een kwestie van doden of gedood worden, en overdag greep kannibalisme om zich heen,’ vertelde de Brit Harold Le Druillenec, die 10 traumatiserende maanden doorbracht in Duitse concentratiekampen.
Hij werd in juni 1944 door de Duitsers gearresteerd omdat hij een Russische krijgsgevangene had helpen vluchten. Le Druillenec woonde destijds op het eilandje Jersey in het Kanaal, dat door Duitse troepen was bezet, en werd voor zijn misdaad meteen naar een concentratiekamp in Duitsland gestuurd.
Brit wierp doden in massagraf
‘Ik heb drie concentratiekampen overleefd dankzij een hoop geluk,’ verklaarde Harold Le Druillenec toen hij na de oorlog smartengeld probeerde te krijgen voor de zijn leven ontwrichtende schade die hij door het verblijf in Bergen-Belsen en twee andere kampen had opgelopen.
In het kamp ‘was het mijn taak dode lichamen in massagraven te gooien die “externe arbeiders” voor ons hadden gegraven, omdat wij de kracht niet meer hadden voor dat zware werk,’ verklaarde Le Druillenec tegen de Engelse ambtenaren die na de oorlog de schadevergoedingszaken behandelden van hem en andere Britten die de concentratiekampen hadden overleefd.
De dossiers van deze zaken heeft het nationale archief van Groot-Brittannië nu vrijgegeven.
Organen en vlees van doden werden verwijderd
In tegenstelling tot veel andere concentratiekampen van nazi-Duitsland was Bergen-Belsen, waar Le Druillenec in 1945 zat, geen vernietigingskamp.
Hier zaten krijgsgevangenen uit de Sovjet-Unie, België en Nederland en welgestelde joden van wie Duitsland hoopte dat familieleden in het buitenland een grote som losgeld voor hen wilde betalen.
Toen de oorlog zijn einde naderde, zette Duitsland de bevoorrading van het kamp stop, waardoor de gevangenen verhongerden. Om te overleven namen ze hun toevlucht tot kannibalisme.
Een Britse officier verklaarde na de oorlog: ‘Kampartsen vertelden dat bij veel lijken de organen waren verwijderd en dat al het vlees van de botten was gesneden.’ In totaal kwamen tussen 1941 en 1945 70.000 gevangenen om in Bergen-Belsen.