Met een knal raakt de bamboestok de rug van Sybil Kathigasu. De 44-jarige verpleegster krimpt ineen van de pijn, maar na ruim drie maanden gevangenschap heeft ze geleerd om niet te schreeuwen als ze wordt verhoord.
Haar rug is helemaal kapot na de talloze stokslagen, maar ze weet haar kaken op elkaar te houden.
De Maleisische vrouw van Europese afkomst heeft nog niets losgelaten over de verzetslieden die ze in 1943 heeft geholpen in de strijd tegen Japan.
‘Doe je mond eens open, verzetstrut,’ schreeuwt sergeant Yoshimura, en hij gaat door met de martelmethode die de Japanners op het spoor van Kathigasu bracht: een verzetsman had haar naam genoemd na honderden stokslagen.
Als agent van de beruchte Japanse militaire politie, de Kempeitai, schuwt Yoshimura geen middel om complotten tegen het keizerrijk aan het licht te brengen, en nu denkt hij een manier gevonden te hebben om de weerbarstige gevangene aan het praten te krijgen: de zevenjarige dochter van Kathigasu.
De verzetsvrouw, die vastgebonden is aan een paal, ziet tot haar afgrijzen hoe Yoshimura een touw om het tengere lichaam van het meisje wikkelt en haar ophijst in een boom.
Al snel zit haar lijf onder de grote mieren, maar dat is nog niet genoeg voor de sergeant: hij steekt een vuur aan onder aan de stam, zodat het meisje verdwijnt in de rook van de vlammen een paar meter lager.
‘Ga praten, anders snijd ik het touw door en verbrand je dochter levend in het vuur,’ dreigt Yoshimura.
‘Nee,’ zegt Kathigasu vastberaden. Ze beseft dat ze allebei zullen sterven, of ze nu gaat praten of niet. En als ze uit de school klapt, zullen nog veel meer leden van het verzet dezelfde marteling moeten ondergaan.
‘Wees dapper, mama. Laat niets los. Laten we allebei maar sterven,’ roept het meisje plotseling. Woedend geeft Yoshimura zijn assistent het bevel om het touw door te snijden.
De praktijken die sergeant Yoshimura erop nahoudt zijn niet bijzonder wreed of ongewoon vergeleken met de andere verhoormethoden waar de Kempeitai, de gevreesde militaire politie van het Japanse leger, zich van bedient.
In de Tweede Wereldoorlogpleegt de Kempeitai stelselmatig gruwelijke misdaden. De slachtoffers zijn verzetsleden, krijgsgevangenen en burgers die niets misdaan hebben. De wreedheden gaan door tot de laatste dagen van de oorlog.