De lucht van verf, triplex en zweet slaat Akinori op de keel als hij in de kleine cockpit kruipt.
Hij past er maar net in, en de lage glazen koepel draagt nog eens bij aan het claustrofobische gevoel.
Akinori laat zijn blik even over het instrumentenpaneel glijden. Een wijzer voor snelheid en hoogte, een kompas en een meter die de vleugelpositie aangeeft, dat is alles.
Behalve natuurlijk de lamp. Het rode oog, dat weldra zal gaan knipperen ten teken dat zijn toestel los kan komen van het moedervliegtuig.
De hele cockpit trilt door het geluid van het grote vliegtuig, terwijl de lamp knippert. Drie keer kort, een keer lang.
En dan de laatste keer kort. Het morsesignaal yo (klaar) is compleet.
Een luide knal, dan is alles stil. Nu is alleen het gehuil van de wind te horen. Akinori daalt scherp en snel.
Het toestel reageert hevig op de kleinste aanraking van de stuurknuppel. Het is een koud kunstje om een vliegdekschip te raken.
Japanners beheersen het luchtruim met kamikazepiloten
De vlucht van Akinori met de Yokosuka MXY7 was maar een oefening, en na een paar spannende ogenblikken landt hij veilig op een basis bij Tokio – in een hoop zand, want het vliegtuig is niet gemaakt om te landen.
Wel kan het voorzien worden van een springlading van 1200 kilo TNT, genoeg om een vliegdekschip tot zinken te brengen.
Het goedkope en simpele toestel was uiterst geschikt voor zelfmoordmissies – kamikazeaanvallen – die Japan tegen het eind van de Tweede Wereldoorlog op grote schaal uitvoerde.
Het begon in oktober 1944, toen een zwerm Japanse toestellen het Amerikaanse vliegdekschip USS St. Lo bij de Filipijnen aanviel.
De geschokte bemanning zag plotseling een groen vliegtuig naderen. Het liet een bom vallen, die een groot gat in het dek sloeg, voor de machine zichzelf in de scheepsromp boorde.
Het dek stond in lichterlaaie door de brandstof, en een half uur later was de USS St. Lo op weg naar de zeebodem.
In de 48 uur daarna beschadigden kamikazetoestellen zes andere vliegdekschepen, terwijl 40 kleinere vaartuigen tot zinken werden gebracht.
De Amerikanen wisten niet wat ze overkwam, vertelde Bill Simmons, wiens schip in die dagen getroffen werd door een Japanse zelfmoordactie:
‘We dachten dat we de oorlog gewonnen hadden. Maar toen ze met kamikazeaanvallen begonnen, schrokken we ons te pletter.
Ineens waren we niet meer zo oppermachtig als we hadden gedacht.’
Hoewel de aanvallen de Amerikanen koud op hun dak vielen, waren ze vooral een wanhoopsoffensief van Japan.
Toen de oorlog uitbrak, was de Japanse luchtmacht de indrukwekkendste ter wereld. De piloten waren goed getraind, de vliegtuigen zeer geavanceerd en de tactiek van de leiding was uitstekend.

De kamikazepiloten voerden een afscheidsceremonie uit voor een zelfmoordmissie.
Vanaf juni 1942 veranderde dat beeld echter. De VS was nu een half jaar bij de oorlog betrokken en had veel krachtige vliegdekschepen met het dek vol jachtvliegtuigen naar de Stille Oceaan gestuurd.
En die naderden Japan gestaag. De Slag bij Midway in juni was een keerpunt geweest. De Japanners hadden deze krachtmeting uitgelokt – en verloren.
Hierna konden de Amerikanen het ene eiland na het andere op Japan veroveren.
Tijdens de gevechten bij de Filipijnen twee jaar later waren de Amerikanen zo oppermachtig dat de oorlog volgens een piloot wel op een kalkoenenjacht leek.
Het verlies van de Filipijnen zou een regelrechte ramp zijn voor Japan, dat het eilandenrijk nodig had als basis voor het vervoer van grondstoffen tussen het moederland en de bezette eilanden.
De situatie vereiste een bijzondere actie, en admiraal Takijiro Onishi was de juiste man om de klus te klaren.
Hij stond bekend als een geroutineerd officier, die graag buiten de gebaande paden trad. Hij had bijgedragen aan de planning van de aanval op de basis Pearl Harbor, en nu had hij opnieuw een plan, zo maakte hij op 19 oktober 1944 een groep officieren kenbaar. ‘Ik denk dat we onze zwakke positie maar op één manier kunnen benutten: we moeten aanvalseenheden vormen van Zero-jagers, die zich met een bom van 500 pond op de vliegdekschepen van de vijand moeten storten,’ zo verklaarde Onishi.
Deze gedachte was de officieren niet geheel vreemd.
Al gedurende de hele oorlog hadden Japanse piloten af en toe spontane zelfmoordacties uitgevoerd door hun toestellen in de schepen van de vijand te boren.
Naarmate de oorlog vorderde en Japan wanhopiger werd, namen deze aanvallen in aantal toe.
Maar pas nadat het voorstel van Onishi unaniem was aangenomen, werd de tactiek officieel, en op 21 oktober 1944 stuurde de admiraal trots de eerste ploeg zelfmoordpiloten op pad.
Ohka (Yokosuka MXY7)
Lengte:
6,06 m
Spanwijdte:
5,12 m
Gewicht (leeg):
440 kg
Topsnelheid:
804 km/h
Bereik:
ca. 40 km
Aantal gebouwd:
852








2400-ponder met vleugels
De Ohka was gemaakt voor kamikazeaanvallen, maar kon niet zelf vliegen. Hij werd door een groter toestel naar het doel gebracht, waarna de zelfmoordpiloot zijn vliegende bom naar een vijandelijk schip moest geleiden.
Onsteker activeerde de grote bom
Als het zelfmoordtoestel doel trof, zorgde een ontsteker in de neus ervoor dat de springlading ontplofte.
Springkop kon dikke pantser doorboren
De enorme springlading woog 1200 kilo. Hij zat in een stalen omhulsel dat de bepantsering van schepen kon doorboren.
Draagring hield het toestel vast
De Ohka hing aan een simpele ring onder een bommenwerper. Als het kamikazetoestel dicht bij het doel was, liet het moedervliegtuig het los.
Vizier wees de weg naar de vijand
Het vizier was erg belangrijk voor de piloot. Het zat op de romp vlak voor de cockpit en werd gebruikt om recht op het doel af te vliegen.
Cockpit was gestript
Alle onnodige instrumenten waren geschrapt om de kosten te drukken. De piloot had een kompas, hoogte- en snelheidsmeter en een inclinometer, die de helling van het toestel aangaf.
Romp
De romp was van licht aluminium, de vleugels waren van triplex bekleed met stof.
Motor
De Ohka had geen echte motor die het toestel aandreef, maar was voorzien van drie raketmotoren die de snelheid flink opvoerden voor de inslag.
Dood is eervol voor kamikazepiloten
Kamikaze – goddelijke wind – noemde Onishi de zelfmoordaanvallen.
Wie iets van de Japanse geschiedenis wist, begreep dat hij hiermee verwees naar de twee tyfoons die in de 13e eeuw de Mongoolse vloot tot zinken hadden gebracht, waarmee Japan een invasie bespaard was gebleven.
Met het woord wilde Onishi inspelen op nationalistische gevoelens, en hij hoopte dat veel jonge mannen zich zouden aanmelden.
En dat deden ze massaal. De meeste Japanners waren opgegroeid met een sterk eergevoel, en sneuvelden liever dan dat ze zich overgaven.
Het gold als een grote eer om een familielid te hebben dat moedig genoeg was om zijn leven voor het vaderland te geven.
Jonge mannen kwamen bij bosjes naar vliegscholen in de hoop op een eervolle dood.
‘Lieve ouders, wens me succes. Ik kan op de meest grootse wijze sterven. Dit is mijn laatste dag,’ schreef onderofficier Isao Matsuo in oktober 1944 in een brief aan zijn ouders.
Bijna alle piloten op de Japanse luchtmachtbases meldden zich aan voor de kamikazemissies, en eind 1944 kon Japan honderden aanvallen uitvoeren.
Terwijl de Japanners zich massaal opofferden, konden de Amerikanen de doodsverachting van de vijand maar moeilijk bevatten, zo vertelde admiraal William Frederick Halsey, die zelf een aanval door kamikazepiloten overleefde:
‘De psychologie van kamikazeaanvallen was ons vreemd. De Amerikanen, die vechten om te leven, vinden het lastig te begrijpen dat andere mensen willen vechten om te sterven.’
‘Ik kan op de meest grootse wijze sterven.’ Onderofficier Isao Matsuo, 1944
Tijdens de gevechten bij de Filipijnen twee jaar later waren de Amerikanen zo oppermachtig dat de oorlog volgens een piloot wel op een kalkoenenjacht leek.
Het verlies van de Filipijnen zou een regelrechte ramp zijn voor Japan, dat het eilandenrijk nodig had als basis voor het vervoer van grondstoffen tussen het moederland en de bezette eilanden.
De situatie vereiste een bijzondere actie, en admiraal Takijiro Onishi was de juiste man om de klus te klaren.
Hij stond bekend als een geroutineerd officier, die graag buiten de gebaande paden trad.
Hij had bijgedragen aan de planning van de aanval op de basis Pearl Harbor, en nu had hij opnieuw een plan, zo maakte hij op 19 oktober 1944 een groep officieren kenbaar.
‘Ik denk dat we onze zwakke positie maar op één manier kunnen benutten: we moeten aanvalseenheden vormen van Zero-jagers, die zich met een bom van 500 pond op de vliegdekschepen van de vijand moeten storten,’ zo verklaarde Onishi.
Deze gedachte was de officieren niet geheel vreemd. Al gedurende de hele oorlog hadden Japanse piloten af en toe spontane zelfmoordacties uitgevoerd door hun toestellen in de schepen van de vijand te boren.
Naarmate de oorlog vorderde en Japan wanhopiger werd, namen deze aanvallen in aantal toe.
Maar pas nadat het voorstel van Onishi unaniem was aangenomen, werd de tactiek officieel, en op 21 oktober 1944 stuurde de admiraal trots de eerste ploeg zelfmoordpiloten op pad.
Ohka kost een fractie van een jachtvliegtuig
Ohta had het vliegtuig – in de volksmond Ohka (kersenbloesem) genoemd – zo gebouwd dat het niet kon opstijgen of landen: een bommenwerper moest het op sleeptouw nemen.
Als het zijn doel naderde en van het moedertoestel loskwam, moest de Ohka op eigen kracht naar het vijandelijke schip zweven. Om voor een grote impact te zorgen, was de Ohka uitgerust met raketmotoren.
Een springlading garandeerde de volledige vernietiging van het doelwit.
Het toestel moest makkelijk en goedkoop te bouwen zijn – het zou voor slechts 10 procent van de prijs van een jager gemaakt worden. De luchtmacht zag aanvankelijk weinig in het ontwerp van Mitsuo Ohta – tot Japan zo veel vliegtuigen verloor dat het idee van een simpel, goedkoop vliegtuig plotseling zeer aantrekkelijk werd. Een hoogleraar moest het idee beoordelen.
Er bestond nog steeds scepsis rond het project, maar na het echec op de Filipijnen kon de legerleiding het zich niet meer veroorloven om ideeën naar de prullenmand te verwijzen.
In oktober 1944 maakte de Ohka zijn eerste testvlucht en richtte de luchtmacht de eenheid Jinrai Butai – dondergodkorps – op om piloten voor het toestel op te leiden.
Kamikazepiloten krijgen maar één testvlucht in Ohka
De training was intensief, maar niet bijster praktisch. De piloten maakten maar één testvlucht in een Ohka: het toestel was zo primitief dat het risico op ongelukken te groot was.
Tijdens het grootste deel van de training zaten de piloten dan ook gewoon in een grote houten kist en simuleerden ze zelfmoordaanvallen.
Na de training werden de piloten van de Jinrai Butai, die meestal 15 of 16 waren, als vorsten behandeld. Op de vliegschool heerste een strenge discipline, maar bij het nieuwe korps kregen de cadetten goed voedsel, chocolade, sigaretten en drank.
In december 1944 kregen ze zelfs bezoek van de opperbevelhebber van de Japanse marine, admiraal Soemu Toyoda. Hij gaf elke piloot een groot samoeraizwaard met diens naam erin gegraveerd.
‘Op dit moment moet Japan het niet van aantallen hebben. We hebben geen keus: we moeten de vijand bestrijden op basis van wat hij niet bezit en niet vermag.
En daar speelt de Jinrai Butai een hoofdrol in,’ zei Toyoda, die in zijn rede eveneens voorspelde dat het korps ‘een kracht zou ontketenen die een stuk groter is dan die van een kamikaze-eenheid.’

De normen van de samoerai waren in het Japan van de jaren 1940 nog springlevend.
Piloten leefden in schaamte na de oorlog
Kamikazepiloten die hun aanval niet tot een ‘goed’ einde hadden gebracht, werden verstoten door de Japanse maatschappij.
Een aantal jonge Japanse mannen die zich vrijwillig hadden aangemeld als kamikazepiloot, overleefden de oorlog. Vanwege slecht weer en technische problemen mislukten veel aanvallen, en sommigen hadden de benodigde training nog niet doorlopen.
Na de oorlog keken de Japanners deze overlevenden met de nek aan. De piloten werden als lafaards beschouwd en kregen de schuld van de nederlaag. Ze hadden immers hun leven niet voor het vaderland gegeven.
Vanwege deze stigmatisering raakten veel ex-zelfmoordpiloten in een depressie. Ze konden de schuld en de schaamte niet dragen, en velen deden een zelfmoordpoging – met name degenen die door de vijand waren gevangengenomen.
Zo probeerde een ex-piloot zich van het leven te beroven door zijn tong door te bijten in de hoop in zijn eigen bloed te stikken.
De piloten leidden jarenlang een teruggetrokken bestaan, maar de laatste tijd krijgt hun verhaal dankzij boeken en films meer aandacht. De meeste Japanners hebben vandaag de dag begrip voor hun situatie.
Eerste zending Ohka's komt op zeebodem terecht
Op dat moment leden de Japanners de ene nederlaag na de andere in de Stille Oceaan en kwam de VS steeds dichterbij.
Rond nieuwjaar was het voor iedereen duidelijk dat een invasie van het Japanse eiland Okinawa eraan zat te komen.
Als dit eiland viel, zou het slechts een kwestie van tijd zijn voor de vier hoofdeilanden van Japan aan de beurt waren. Het was nu of nooit: de veelgeprezen Ohka moest zijn waarde bewijzen.
‘We hebben geen keus: we moeten de vijand bestrijden op basis van wat hij niet bezit en niet vermag.’ Admiraal Soemu Toyoda, 1944
De Amerikanen moesten uit het gebied verjaagd worden.
Maar de levering van de eerste serie Ohka’s liet op zich wachten. Ze werden gemaakt in Yokosuka en naar het eiland Kyushu gevaren, dat dicht bij Okinawa lag.
Maar het schip met de eerste zending werd getorpedeerd en zonk.
Pas in maart 1945 kon de Ohka voor het eerst ingezet worden. Op 21 maart hadden verkenningsvliegtuigen drie vliegdekschepen op 350 kilometer ten zuiden van Okinawa gespot.
Ze zouden zwaar beschadigd zijn geraakt bij een eerdere kamikazeaanval.

Kamikazeaanvallen waren spectaculair, maar de verliezen vielen meestal wel mee.
Over alles was nagedacht
Een kamikazepiloot stortte zich niet in het wilde weg op zijn doelwit.
De aanvallen waren zorgvuldig gepland en doordacht, en moesten de vijand op het zwakste punt treffen.
Maar uit de cijfers blijkt dat het effect van de kamikazestrategie beperkt was.



Besluip de prooi!
Bij een andere tactiek vloog de piloot op 15 meter boven het water, om plotseling tot 500 meter te klimmen. Vanaf die hoogte dook hij op het doelwit af.
Vlieg recht op de vijand af
De typische kamikazetactiek was om vanaf 6000 meter hoogte plotseling uit de wolken te duiken, het liefst in een hoek van 45 graden.
Stort met volle kracht neer!
De Ohka kon niet op eigen kracht zijn doelwit bereiken en werd gebracht. Als het doel in zicht was, kwam hij los en zweefde hij op de vijand af.
15 bommenwerpers met Ohka’s uit de lucht geschoten
Matome Ugaki, de bevelhebber van de kamikaze-eenheden op Kyushu, besloot de Ohka’s gelijk in te zetten.
Ze konden de al gehavende Amerikaanse schepen makkelijk uitschakelen, en Ugaki zou een klinkende overwinning kunnen rapporteren aan zijn superieuren.
Maar het liep anders. Een squadron van 18 bommenwerpers, waarvan 16 uitgerust met een Ohka, en een escorte van 55 Zero’s werden onthaald door een enorme zwerm Amerikaanse toestellen.
Het houten skelet van de Ohka’s kon niet veel hebben, en stuk voor stuk vielen de vliegtuigen in de lucht uit elkaar.
De Japanners raakten 40 vliegtuigen kwijt, waaronder 15 van de 16 Ohka’s. De VS verloor er maar één.
Ugaki was van slag. Hij kon niet opnieuw een fiasco riskeren, en tien dagen later stuurde hij slechts drie zelfmoordteams de lucht in. Deze keer slaagde zijn opzet wel.

Na de oorlog maakte de VS een aantal Ohka’s buit die nog niet af waren.
Ugaki boekte de eerste zege met de Ohka toen het slagschip West Virginia en drie transportschepen beschadigd raakten.
Aangespoord door het succes zette hij een grotere aanval op touw.
Zijn vliegtuigen zetten koers naar de destroyer Mannert L. Abele, die ze bestookten. Daarna boorde een Zero zich in het dek, waardoor de machines stilvielen.
De destroyer lag roerloos in het water toen de bemanning iets wat op een raket leek in het oog kreeg.
Het kwam razendsnel dichterbij. Toen een Ohka het schip vlak boven de waterlinie trof, brak het in twee delen uit elkaar.
Een paar minuten later zonk het machtige vaartuig. Maar de Mannert L. Abele was het enige schip dat de Ohka tot zinken wist te brengen, hoewel zes andere beschadigd raakten.
De rest van de oorlog waren alle missies van het kamikazetoestel vergeefs, terwijl de Amerikanen bleven oprukken.
Ugaki nam het fiasco niet licht op. Zodra hij op 15 augustus 1945 hoorde dat de keizer gecapituleerd had, beval hij een kamikazeaanval op Okinawa. Met 11 bommenwerpers ging hij op het eiland af, waar ‘onze mannen zullen vallen als kersenbloesem.
We zullen ons in de schepen van die arrogante Amerikanen boren en de geestdrift van de Japanse krijger tonen.’
De piloten zouden Okinawa nooit bereiken.
Ze werden allen onderweg neergeschoten door de Amerikanen.