Japanse soldaten die het bericht hoorden dat de Amerikaan Chester Nez de ether in bracht op het Pacifische eiland Guadalcanal in de nazomer van 1942, hadden geen idee waar ze naar luisterden.
‘Anaai naatsosi beeldooh alhaa dildoni nishnaajigo nahdikadgo. Diiltaah,’ luidde het bericht. De Japanners konden er geen chocola van maken en namen dan ook aan dat het om een codebericht ging.
Meestal was het slechts een kwestie van tijd voor zo’n cryptische boodschap ontcijferd werd, maar dit bericht was versleuteld met een methode die simpel maar tegelijk geniaal was, en de code bleek niet te kraken. Het bericht van Chester Nez was gebaseerd op de taal van de Amerikaanse Navajo-indianen, die zo ondoorgrondelijk was voor buitenstaanders dat alleen de Navajo zelf er wat mee konden.

De codesprekers hadden altijd een bodyguard bij zich, een soldaat.
Choctaw spreken in code
Zoals zo vaak in de geschiedenis leidden toevalligheden ertoe dat de taal van de Navajo uitgroeide tot de veiligste manier voor het Amerikaanse leger om tijdens de Tweede Wereldoorlog geheime boodschappen te versturen.
Het idee om indianentalen als code te gebruiken, was niet nieuw; het was al in de Eerste Wereldoorlog aan het Westfront in Frankrijk ontstaan. In 1918 arriveerden troepen uit de VS in de loopgraven tegenover de Duitse linies.
In die tijd was de veldtelefoon het efficiëntste communicatiemiddel op het slagveld. De onervaren Amerikanen hadden echter al snel door dat de vijand vaak meeluisterde als er berichten werden verstuurd.
De Duitsers hadden een zeer gevoelig apparaat gebouwd dat trillingen van telefoonkabels in de bodem opving.
Dit zogeheten Moritz-station had een bereik van 1 kilometer, en binnen die afstand konden de Duitsers de spraak of morsesignalen van de Amerikanen afluisteren. Codesystemen zorgden er alleen voor dat het iets langer duurde voordat de inhoud bekend was, want de Duitsers braken ze snel.
Op een dag hoorde een officier twee indiaanse leden van zijn eenheid met elkaar praten. Het waren Choctaw, zo hoorde kapitein Lawrence, en aan hun taal was geen touw vast te knopen
‘Zeg, hoeveel van die Choctaw-jongens hebben we in ons bataljon?’ Kapitein Lawrence tegen de indianen in zijn bataljon
‘Zeg, hoeveel van die Choctaw-jongens hebben we in ons bataljon?’ vroeg de kapitein.
Acht, luidde het antwoord, en niet veel later waren alle acht indianen opgenomen in de verbindingstroepen en verdeeld over de eenheden.
Voortaan werden alle berichten via de telefoon in het Choctaw verstuurd, en de Duitse codekrakers hadden het nakijken. De methode had zo zijn beperkingen, want er ging informatie verloren wanneer berichten van het Engels in het Choctaw werden vertaald, verstuurd en vervolgens terugvertaald. Maar de taal van de indianen was perfect om simpele bevelen als ‘val heuvel 123 aan’ of ‘stuur meer munitie’ over te brengen.
De Duitsers hadden wel door waar de Amerikanen mee bezig waren, maar voordat ze er iets op konden verzinnen, was de oorlog voorbij.
De Duitsers vergaten de code echter niet: in de jaren 1920 en 1930 kregen veel stammen bezoek van ‘toeristen’ die zeer geïnteresseerd waren in hun taal.

De Choctaw gaven in de Eerste Wereldoorlog geheime berichten door via de telefoon.
Ook Duitsers verstonden geen indianentalen
In de nacht van 25 op 26 oktober 1918 verstuurden indianen hun eerste codeberichten voor het Amerikaanse leger.
De veldtelefoons werden bemand door Choctaw toen twee compagnieën het bevel kregen zich ongemerkt terug te trekken uit hun posities.
Als de Duitsers het bericht hadden opgevangen, waren de Amerikanen hoogstwaarschijnlijk bedolven onder een regen van granaten. Maar de kanonnen zwegen die nacht, en de Amerikanen maakten zich ongezien uit de voeten.
De volgende dag coördineerden de Choctaw-indianen de voorbereidingen voor een nieuwe aanval, en toen de Amerikaanse eenheden hun loopgraven uit renden, waren de Duitsers volledig overrompeld.
Navajo hebben moeilijke taal
Inmiddels was er een nieuwe wereldoorlog aan de gang toen een man in februari 1942 met een idee aanklopte op de basis van het marinekorps in San Diego.
Voormalig sergeant Philip Johnston had gelezen dat het leger proeven deed met indianen als verbindingstroepen, net als in 1918, en hij probeerde ook het marinekorps enthousiast te maken voor een dergelijk project.
‘Wat als we een code ontwikkelen die gebaseerd is op een indianentaal?’ vroeg Johnston alsof hij tweedehands auto’s verkocht. ‘Een code die alleen mondeling via de radio wordt gebruikt en nooit wordt opgeschreven op papier dat in vijandelijke handen kan vallen?’
De luitenant-kolonel die het praatje van Johnston aanhoorde, zag er niets in. De methode was eerder getest en bleek niet te voldoen.
Maar op dat bezwaar had Johnston zich voorbereid: hij wilde berichten niet uit het Engels in een andere taal vertalen, maar een echte code creëren op basis van individuele woorden.
Dan zouden de problemen die in de Eerste Wereldoorlog 24 jaar eerder waren opgetreden, zich niet meer voordoen.

Ex-sergeant Philip Johnston kwam op het idee van een codetaal op basis van de taal van de indianen en rekruteerde zelf Navajo-mannen.
Johnston stelde voor de zeer ingewikkelde taal van de Navajo te gebruiken. Omdat zijn vader het evangelie verkondigde onder de Navajo had hij die taal als kind geleerd, en alleen omdat hij tussen de indianen was opgegroeid, kon hij de woorden enigszins correct uitspreken.
Als illustratie zei hij een paar woorden, die de officier alleen maar hoefde te herhalen. Daar slaagde de luitenant-kolonel voor geen meter in, en hij was overtuigd.
Aanvankelijk wierf het marinekorps echter slechts 30 Navajo, terwijl Johnston er 200 had willen inschakelen. Maar alleen al die 30 bleken moeilijk te vinden.

In mei 1942 kwamen er 29 Navajo naar de basis waar ze hun onkraakbare code creëerden.
Navajo verwachten kantoorbaantje
Het marinekorps stelde hoge eisen aan de Navajo-rekruten.
Hun moedertaal moest de taal van hun stam zijn, maar ze moesten ook vloeiend Engels spreken en kunnen lezen en schrijven. Er waren zo’n 4500 mannelijke Navajo tussen de 18 en de 30 jaar, en hoogstens 1000 van hen voldeden aan die eisen.
Velen dienden echter al in andere eenheden. Personeel van het marinekorps ging naar het Navajo-reservaat op de grens van Arizona, New Mexico en Utah om vrijwilligers te werven, maar dat viel niet mee omdat de wervers alleen wilden zeggen dat ze mannen zochten voor een speciale taak.
‘We wisten niet wat die “speciale taak” inhield,’ vertelde de Navajo Carl Gorman na de oorlog. ‘Maar we dachten dat het vast betekende dat we een blauw uniform kregen en op kantoor mochten zitten.’
‘Niemand is afgevallen wegens ziekte, problemen met de discipline of het niet kunnen bijbenen van de rest van de groep. Dit is ongebruikelijk.’ Verslag over de training van de Navajo
Dat klonk makkelijk, en Gorman, die 35 was, deed zichzelf vijf jaar jonger voor en tekende. Een jongen van 16 stak zijn papieren op een onbewaakt moment in de stapel goedgekeurde aanvragen.
In mei 1942 stapten 29 Navajo op een bus die hen naar San Diego bracht. Ze moesten eerst de zware training van het marinekorps doorlopen, en de verwachtingen waren laaggespannen.
Sceptische officieren van het korps vroegen zich af of de indianen de discipline wel aankonden. ‘De groep van 29 man is nog voltallig,’ schreef de verantwoordelijke officier echter in zijn rapport toen de training er eind juni op zat.
‘Niemand is afgevallen wegens ziekte, problemen met de discipline of het niet kunnen bijbenen van de rest van de groep. Dit is ongebruikelijk.’
De Navajo hadden ondanks alle vooroordelen uitstekend gepresteerd. Toch werd hun het verlof van 10 dagen na de training door de neus geboord en moesten ze meteen aan de slag.

De Navajo maakten indruk tijdens de training op Camp Elliott in Californië.
Amateurs maakten code
Nu kregen de kersverse marine-infanteristen eindelijk te horen waar ze voor waren aangenomen.
De briefing vond plaats in een beveiligd gebouw met tralies voor de ramen en zware sloten op de dikke deuren. Een officier vertelde in onverbloemde bewoordingen wat de mannen te wachten stond.
Amerikaanse soldaten vochten als leeuwen tegen de oprukkende Japanners, en ze hadden alle hulp nodig die ze konden gebruiken. De Navajo moesten hun steentje bijdragen door een code te ontwikkelen die niet te kraken was, zodat er geen geheimen via de radio zouden uitlekken.
De 29 mannen staarden elkaar verbaasd aan. De meesten van hen hadden nog net de basisschool afgemaakt

De SCR-300 paste in een rugzak en was het eerste zend-ontvangtoestel met de bijnaam walkietalkie.
De basis van de code zou gevormd worden door een fonetisch alfabet, waarbij Navajo-woorden in de plaats kwamen van Engelse letters.
Als dat er eenmaal was, moesten er uitdrukkingen komen die militaire begrippen aanduidden, zoals ‘granaat’ of ‘kolonel’. Die moesten de Navajo van buiten leren om codeboeken overbodig te maken.
De indianen kregen strenge veiligheidsprocedures opgelegd terwijl ze aan de code werkten. Geen papier of document mocht het gebouw verlaten, en zelfs in hun vrije tijd mochten de Navajo niet gaan en staan waar ze wilden zonder toezicht.
Als een van de 29 zijn mond voorbijpraatte, zou hij de rest van de oorlog in militaire hechtenis doorbrengen. Het was zo’n onrealistisch verhaal dat sommige Navajo dachten dat ze bij de neus genomen werden.
Engels ging schuil achter Navajo-woorden
De Navajo-code was eenvoudig, maar geniaal: als de indianen codeberichten aan elkaar overbrachten, spraken ze feitelijk gewoon Engels – alleen met Navajo-woorden.
De taal van de Navajo staat zo ver van het Engels af dat het moeilijk is om begrippen rechtstreeks te vertalen. Maar dat hoefde ook niet met het systeem dat de Navajo voor het marinekorps ontwikkelden. Elke letter van een Engels bericht werd gewoon vervangen door een woord in het Navajo, volgens een lijst die iedere codespreker van buiten geleerd had.
Het fonetische alfabet bestond eerst uit één woord per letter, maar later konden de indianen kiezen uit drie verschillende woorden om het de Japanners extra moeilijk te maken.
Ook standaarduitdrukkingen binnen het leger hadden een eigen woord, zodat die niet steeds gespeld hoefden te worden. Vaak stond een alledaags Navajo-woord voor een militair begrip: bommen werden eieren, terwijl het Navajo voor zout een divisie aanduidde.

Letter
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z

Fonetisch
Ant
Bear
Cat
Deer
Elk
Fox
Goat
Horse
Ice
Jackass
Kid
Lamb
Mouse
Nut
Owl
Pig
Quiver
Rabbit
Sheep
Turkey
Ute
Victor
Weasel
Cross
Yucca
Zinc

Navajo
Wol-la-cha
Shush
Moasi
Be
Dzeh
Ma-e
Klizzie
Lin
Tkin
Tkele-cho-gi
Klizzie-yazzie
Dibeh-yazzie
Na-as-tso-si
Nesh-chee
Ne-ahs-jah
Bi-so-dih
Ca-yeilth
Gah
Dibah
Than-sie
No-da-ih
A-keh-di-glini
Gloe-ih
Al-an-as-djoz
Tsah-as-zhi
Besh-do-gliz
Eenvoud is een deugd
Maar de indianen werden niet op de proef gesteld voorafgaand aan hun echte taak, zo bleek al snel. Ze waren nu code-experts, of ze zich daar nu geschikt voor achtten of niet, en gingen aan de slag met hun alfabet.
Al de eerste avond hadden ze een kladversie van het codealfabet klaar. Het was een klassiek fonetisch alfabet, waarbij letters werden vervangen door woorden met dezelfde beginletter, zodat de ontvanger via een radio of telefoon het verschil tussen de klanken makkelijker kon horen.
De Navajo voegden er een stap aan toe door de Engelse fonetische woorden te vervangen door een begrip met die betekenis in hun eigen taal.
Toen het alfabet af was, vulden de indianen het aan met 221 andere Navajo-woorden voor de meest gebruikelijke militaire begrippen als ‘machinegeweer’, ‘verkenning’ en ‘brigadegeneraal’.
Dat soort termen vormden verreweg het grootste deel van de radioberichten, en verbindingstroepen konden veel tijd besparen door niet alle woorden letter voor letter te hoeven spellen. Er was alleen één probleem: de Navajo moesten deze 211 woorden zien te onthouden en ook in een hectische situatie uit hun geheugen kunnen opdiepen.
‘We gebruikten alleen alledaagse woorden uit het Navajo, zodat we ze makkelijk konden leren en onthouden.’ Navajo Chester Nez over de ontwikkeling van de codetaal
‘We gebruikten alleen alledaagse woorden uit het Navajo, zodat we ze makkelijk konden leren en onthouden. Ik denk dat we daardoor zo veel succes hadden,’ zei Chester Nez later.
‘Er mochten geen nieuwe woorden bedacht worden als er een begrip ontbrak in het Navajo, want die waren moeilijk te onthouden. Het was beter om een bestaand begrip te gebruiken, ook al had dat niets te maken met de Engelse uitdrukking
In september 1942 werd de eerste ploeg Navajo geschikt geacht om naar het slagveld te gaan. Nog maar vier maanden eerder hadden ze zich gemeld in de overtuiging dat ze de rest van de oorlog aan een bureau zouden doorbrengen.
Maar nu waren ze op weg naar een afgelegen eiland, waar marinesoldaten een strijd op leven en dood uitvochten. De Navajo gingen naar Guadalcanal.
211 militaire begrippen hadden eigen woord

Oorspronkelijk begrip
Bom
Divisie
Generaal-majoor
Granaten
Jachtvliegtuig
Japan
Tank
Matroos
Route
Slagschip

Navajo-ord
A-ye-shih (ei)
Ashih-hi (zout)
So-na-kih (twee sterren)
Ni-ma-si (aardappelen)
Da-he-tih-hi (kolibrie)
Beh-na-ali-tsosie (spleetoog)
Chay-da-gahi (schildpad)
Tkal-kah-dineh-ih (witte muts)
Gah-bih-tken (konijnenspoor)
Lo-tso (walvis)
Code-experts moeten oorlog winnen
Dat eiland was niet willekeurig gekozen, want de codetaal van de indianen moest een belangrijke veldslag beslissen.
In de nazomer van 1942 waren er buitengewoon zware gevechten uitgebroken op Guadalcanal, waar de Japanners waren geland om een luchtmachtbasis aan te leggen. Vandaar zouden Japanse vliegtuigen de drukke bevoorradingsroute tussen de VS en Australië kunnen afsnijden.
De dreiging was zo ernstig dat het Amerikaanse opperbevel meteen besloten had tot een snelle tegenlanding: de 1e Marinedivisie ging aan land, veroverde het halfvoltooide vliegveld en bereidde zich voor om het strategisch gelegen Guadalcanal desnoods tot de laatste man te verdedigen.
Zeven weken na de landing zette een boot de eerste 13 Navajo af op het strand.
Voor de Amerikanen op het eiland waren Japanse aanvallen, bombardementen en tropische ziekten aan de orde van de dag, en de Navajo kregen een voorproefje van wat hun te wachten stond toen een Japanse jager met ratelende machinegeweren op hen af dook zodra ze op het strand aan land waren gegaan.

De Amerikanen leverden een zware strijd om de Japanners te verdrijven van Guadalcanal.
Enigszins van streek meldden de Navajo zich bij de verbindingsofficier van de divisie, luitenant Hunt, die de nieuwkomers op de proef wilde stellen. Elke indiaan kreeg een radio in zijn handen gedrukt, en de mannen werden naar verschillende posities bij het Amerikaanse bruggenhoofd gebracht.
Maar toen ze begonnen met zenden, brak de hel los. Andere radio-operators hoorden een onbekende taal en dachten dat de Japanners per ongeluk op een Amerikaanse frequentie hadden afgestemd. Daarom zetten ze de stoorzenders aan, die een hels gepiep produceerden.
Luitenant Hunt besefte dat het even tijd zou kosten voor iedereen aan de 13 indianen gewend was, en hij vroeg zich af of ze een geschenk uit de hemel waren of juist een blok aan zijn been.

Verbindingstroepen speelden een belangrijke rol: ze konden vliegtuigen en granaten naar de vijand dirigeren.
Navajo winnen het van machine
De eerste radioberichten van de Navajo hadden voor verwarring gezorgd, en dat zou zo nog een keer kunnen gebeuren.
Daarom besloot Hunt dat ze hun boodschappen moesten beginnen met herkenbare woorden voordat ze op hun eigen taal overschakelden: ‘Arizona’ of ‘New Mexico’.
Nu konden de Navajo echt aan de slag, maar Hunt was er nog steeds niet zeker van dat hun code beter was dan die van de codeermachines van de 1e Marinedivisie. Hij besloot de kwestie met een wedstrijd te beslechten.
Er zou een bericht worden verstuurd met beide methoden, en als de machine het snelst was, zou er niets veranderen en werd er alleen Engels gesproken via de radio. Dan konden de Navajo mogelijk als gewone verbindingstroepen dienen of met een geweer uitgerust worden.
Hunt waarschuwde de indianen dat de codeermachine snel was: het duurde maar vier uur voor de boodschap was gecodeerd, verstuurd en aan de andere kant gedecodeerd. De luitenant vroeg hoeveel tijd de Navajo dachten nodig te hebben.
‘Ongeveer twee minuten,’ antwoordde soldaat William McCabe.
Hunt weigerde hem te geloven, maar haalde zijn stopwatch tevoorschijn en gaf hem een bericht in het Engels. Het bleek dat McCabe iets te optimistisch was geweest: ‘pas’ na tweeënhalve minuut knetterde de radio: de ontvanger bevestigde dat de boodschap was overgekomen.
Hierna was Hunt overtuigd dat de Navajo een aanwinst waren voor de 1e Marinedivisie. Ze waren alleen met te weinigen om alle radiocommunicatie op Guadalcanal te kunnen verzorgen, dus hij moest ze inzetten waar ze het hardst nodig waren.
De officier besloot dat de indianen voortaan berichten zouden versturen die in de categorieën ‘haast’ of ‘geheim’ vielen – boodschappen dus die onmiddellijk actie vereisten of die bijzonder gevoelige informatie bevatten.
‘Als marine-infanteristen kennen de Navajo hun weerga niet. Ze passen zich snel aan aan de heersende omstandigheden,’ Officier over de prestaties van de Navajo als soldaten
De slag om Guadalcanal sleepte zich voort, en maandenlang werden de Amerikanen elke dag zwaar op de proef gesteld.
Vanwege nachtelijke bombardementen konden ze niet slapen, malaria tierde welig in het bruggenhoofd en het eten bestond uit karige noodrantsoenen. Aan alles was gebrek, want de bevoorradingsroute was lang.
De Navajo redden zich prima onder deze omstandigheden, want ze waren ermee opgegroeid in het reservaat.
Ze waren gewend te overleven in een vijandige omgeving, zich te verplaatsen door lastig terrein en zich ’s nachts te oriënteren.
‘Als marine-infanteristen kennen de Navajo hun weerga niet. Ze passen zich snel aan aan de heersende omstandigheden,’ schreef een Amerikaanse officier in een rapport.
‘Ik zou trots zijn de leiding te hebben over een eenheid van alleen deze mensen.’

De Japanners verloren ruim 20.000 man in de Slag om Guadalcanal.
Indianen nemen tradities mee
Het geloof van de Navajo zorgde op Guadalcanal echter voor uitdagingen. Vooral de aanblik van dode lichamen was niet makkelijk voor hen.
‘Ik kon me maar moeilijk over mijn angst voor de dood heenzetten,’ vertelde een Navajo-soldaat later. Volgens de indiaanse traditie bleef de geest van de dode in de buurt van het lijk, en die geest was gevaarlijk.
Maar ze moesten er wel mee leren omgaan, want op Guadalcanal vielen dagelijks vele doden.
Ook de regels voor persoonlijke verzorging van het marinekorps stonden op gespannen voet met de gebruiken van de Navajo. Zelfs in de jungle, waar je alleen in je dromen in bad kon, stond een van de luitenants erop dat alle mannen zich dagelijks schoren.
De Navajo probeerden hem uit te leggen dat het ongeluk bracht om vlak voor een gevecht je haar af te knippen, maar de officier wilde er niets van horen. Hij zou de volgende dag bewijzen dat het onzin was.
‘Dus toen schoor hij zich, en de volgende ochtend om 9.00 uur werd hij door het hoofd geschoten,’ vertelde een Navajo-soldaat jaren later.
Na dit incident luisterden de Navajo naar niemand meer die hun tradities in twijfel trok. Uiteindelijk mochten ze zelf beslissen of ze zich schoren. De meesten hadden toch nauwelijks baardgroei en hanteerden het scheermes alleen voor de vorm.
Alle bevolkingsgroepen vochten mee
De VS was een smeltkroes van allerlei volken, waarvan sommige in de oorlog vijanden waren. Maar de Amerikanen hadden alle soldaten nodig die ze konden krijgen, dus iedereen mocht vechten, alleen niet op voet van gelijkheid.

Indianen waren verkenners
25.000 indianen vochten voor de VS. Er waren geen speciale eenheden: ze vochten zij aan zij met andere Amerikanen. Volgens een gangbaar vooroordeel hadden de indianen moeite met de discipline van het leger, maar waren ze goede schutters en verkenners.

Zwarten werden gediscrimineerd
10 procent van de Amerikaanse soldaten was zwart. Net als in de burgermaatschappij waren de rassen in het leger strikt gescheiden, en zwarten moesten vooral zwaar werk doen. In de loop van de oorlog kwamen er wel enkele zwarte gevechtseenheden en piloten.

Japanners mochten niet naar Stille Oceaan
De Japanse minderheid in de VS werd in de oorlog geïnterneerd. Het leger telde Japanse vrijwilligers, maar die zaten in speciale eenheden met blanke officieren en dienden alleen in Europa. In 1945 bevrijdde een Japanse eenheid het concentratiekamp Dachau.

Duitsers mochten alles
Meer dan 6 miljoen Amerikanen waren in Duitsland geboren of hadden Duitse ouders. Alleen zelfverklaarde nazi’s werden geïnterneerd, en Duitse Amerikanen waren welkom aan alle fronten. Zelfs hoge officieren als generaal Eisenhower en admiraal Nimitz waren van Duitse komaf.
Korps heeft tekort aan indianen
In februari 1943 begonnen de gevechten op het eiland eindelijk te luwen. De Amerikanen hadden het vliegveld in handen weten te houden en waren de Japanners langzaam aan het verdrijven.
Intussen waren in de VS een kleine 200 Navajo opgeleid als ‘codesprekers’.
Ze hadden les gehad van enkele van de oorspronkelijke 29 mannen, waardoor de rekruten precies dezelfde codetaal leerden als de eerste ploeg.
Aan alle grote landingsoperaties van het marinekorps in het Pacifisch gebied namen Navajo deel.
In de zomer van 1943 beval een rapport aan om 100 codesprekers op te nemen in elke divisie, maar dat was verre van haalbaar: zo veel mannen kon het trainingsprogramma niet afleveren. In de praktijk moesten de eenheden aan het front een zorgvuldige afweging maken welke berichten ze door de Navajo lieten versturen en welke op de traditionele manier gingen.
Het Amerikaanse offensief in de Stille Oceaan bereikte in de zomer van 1944 de Marianen, een eilandengroep die Japan al in handen had gehad voor het uitbreken van de oorlog.
Het eiland Saipan was het eerste doelwit, en de invasie verliep stroef. Vanwege een film uit 2002 worden de Navajo-codesprekers vooral met dit eiland in verband gebracht – en de film wierp bovendien een vraag op.

Zo’n 400 Navajo werkten er in de Tweede Wereldoorlog als codespreker.
In Windtalkers speelt Oscarwinnaar Nicolas Cage de hoofdrol van marine-infanterist.
Hij had een belangrijke en onplezierige taak te vervullen tijdens de bloedige slag om Saipan: ‘De Navajo-indianen hebben een code. Bescherm die code koste wat kost,’ stond op het filmaffiche.
De plot stoelde op het historische feit dat de code van de Navajo was opgeslagen in hun hersenen.
Er waren geen codeboeken, en de Japanners konden Amerikaanse berichten dan ook alleen begrijpen als ze een Navajo gevangennamen en aan het praten kregen.
Het personage van Cage moest zo’n ramp zien te voorkomen door als bodyguard van een van de codesprekers op te treden. En als de situatie het vereiste, moest hij de Navajo onder zijn hoede liquideren. Naarmate de twee elkaar beter leerden kennen, kreeg hij daar steeds meer moeite mee.
Volgens het affiche was Windtalkers ‘geïnspireerd op ware gebeurtenissen’, maar de Amerikaanse autoriteiten ontkennen in alle toonaarden dat marine-infanteristen orders hadden om Navajo-codesprekers om te brengen.
Recensenten waren geneigd dat te geloven, want de film werd al voor verschijning bedolven onder de kritiek omdat hij een loopje met de feiten zou nemen.

In Windtalkers zien we de oorlog door de ogen van de codesprekers, maar de film staat ook bekend om de vele doden die er vallen. Zo doodt het personage van Nicolas Cage, sergeant Joe Enders, in de film 156 Japanners.
Maar mogelijk zat Windtalkers er toch niet helemaal naast.
Veteranen van de Tweede Wereldoorlog hebben verteld dat ze als bodyguard werkten van Navajo die bij het front werden ingezet.
Ze moesten de indianen vooral beschermen tegen andere Amerikaanse soldaten die hen vaak aanzagen voor vermomde Japanners. Maar volgens de Navajo Chester Nez gingen er ook toen al geruchten over een donkere kant van deze missie.
Nez vertelde later dat het bestaan van het moordbevel werd bevestigd door een collega die het van zijn bodyguard had gehoord.
De potentiële sluipmoordenaars kregen het bevel alleen mondeling, en het is dan ook nooit op schrift gesteld.
Geen enkele van deze bodyguards heeft echter ooit toegegeven dat hij orders had om zijn beschermeling om het leven te brengen in een noodsituatie. En voor zover bekend is geen enkele Navajo in de oorlog ten prooi gevallen aan Amerikaanse kogels.

De indianen mochten niet met buitenstaanders over hun werk praten. Binnen het leger stonden ze echter hoog in aanzien. In 1944 dankte generaal MacArthur hen voor hun inzet.
Laatste missie was het zwaarst
De belangrijkste missie van de codesprekers vond plaats op Iwo Jima in februari 1945. Dat eiland vormde het eind van de duizenden kilometers lange keten van eilanden die de Amerikanen sinds de slag om Guadalcanal hadden veroverd.
Nu waren ze bijna in Japan zelf. De Japanners begrepen hoe belangrijk Iwo Jima was, en de Amerikanen stond een zware klus te wachten.
De eerste luchtaanvallen begonnen daarom al ruim een half jaar eerder, en in de drie dagen voor de landing openden de schepen het vuur met hun zware kanonnen.
Het slechts 21 km2 grote eiland was het doelwit van het meest geconcentreerde bombardement van de oorlog.

Het Amerikaanse leger zette vlammenwerpers in tegen de Japanse soldaten op Iwo Jima.
De Navajo waren er vanaf het begin bij: de radioploegen zaten op de schepen klaar om berichten van het eiland te ontvangen.
Vanaf hun positie zagen ze hoe de eerste landingsgolf koers zette naar het strand, en het was voor iedereen een grote verrassing dat de vaartuigen niet onder vuur genomen werden.
Marine-infanteristen werden heelhuids met hun materieel aan land gezet, en de Amerikanen waren opgelucht en maakten zich op om verder landinwaarts te trekken.
Maar toen ontdekten ze dat de helling die van het strand af leidde, bestond uit zand en vulkanische as. Te voet kwamen de soldaten nauwelijks vooruit, en hun voertuigen bleven steken.
Op dat moment sloegen de Japanners toe. Vanuit 800 verborgen stellingen werden de hulpeloze Amerikanen onder vuur genomen. De marine-infanteristen probeerden zich wanhopig in te graven in het zand.
Er dreigde een catastrofe, en hun enige hoop was assistentie vanaf zee en uit de lucht.

In 2001 ontmoette president George W. Bush de vier nog levende codesprekers en reikte hij de gouden medaille van het Congres aan hen uit om de dankbaarheid van de natie te tonen.
Dit weten we zeker:
Code werd nooit gekraakt
- De Navajo zaten in de Tweede Wereldoorlog achter de radio’s.
- Ze maakten een onkraakbare code op basis van hun eigen taal.
- Niets wat in Japanse handen kon vallen, werd opgeschreven.
- De Navajo waren met te weinig om traditionele systemen te vervangen.
- De codetaal van de indianen was veel sneller en veiliger dan de codeermachines van het leger.
Radio’s geven de doorslag
Terwijl de Japanners een bloedbad aanrichtten op het strand, kwamen de eerste Navajo met de tweede landingsgolf aan op Iwo Jima.
Nu hielden de Japanners zich niet gedeisd, en meerdere landingsboten werden getroffen door granaten.
De indiaan Merril Sandoval moest de laatste 100 meter zwemmend afleggen nadat een landingsboot door een voltreffer was omgeslagen.
Zijn dierbare radio was op de bodem van de zee beland, maar de meeste andere Navajo wisten met hun apparatuur aan land te komen, waar de codesprekers zich opsplitsten in teams van twee man.
Hoor een bericht van de Slag om Iwo Jima van een van de oorspronkelijke codesprekers:
Waarnemers gaven de positie van doelwitten door aan de Navajo, die de coördinaten meteen doorseinden aan de schepen voor de kust. Langzaam maar zeker begon het bommen en granaten te regenen op de Japanse stellingen, en bij elke inslag nam het vijandelijke vuur op het strand iets af in intensiteit.
De soldaten konden nu in de richting van de vijand kruipen.
De Navajo-codesprekers verstuurden het eerste etmaal van de invasie 800 berichten via zes frequenties.
Dankzij deze uitstekende communicatie konden de Amerikanen uitbreken uit het bruggenhoofd op het strand en aan de verovering van Iwo Jima beginnen.
Vier dagen later werd een van de beroemdste foto’s van de oorlog gemaakt toen marine-infanteristen de Amerikaanse vlag plantten op de berg Suribachi.

Op 23 februari 1945 plantte een groepje soldaten de Amerikaanse vlag op het hoogste punt van Iwo Jima. Dit vormde het begin van het einde van de wrede slag.
De vulkanische kegel van die berg torende hoog boven de rest van het eiland uit, en met de verovering van de top was de slag in feite beslist.
Het nieuws werd in Navajo-code naar buiten gebracht vanaf het eiland. Het was een lang bericht, want de naam Suribachi moest letter voor letter worden gespeld.
‘Sommigen juichten,’ zei een Navajo over het moment dat de vlag verrees op de top.
‘Ze hieven hun hoofd op. Vergaten alles over de oorlog. Toen werden ze geraakt.’
De Japanners waren namelijk niet van plan te capituleren, al konden ze de slag niet meer winnen. Ze vochten tot de laatste man, en er vielen nog veel Amerikaanse doden.
De verovering van Iwo Jima was moeilijker gebleken dan zelfs de meest pessimistische generaal zich had voorgesteld. De eindoverwinning was volgens de verbindingsofficier van de invasiemacht te danken aan de Navajo en hun radio’s.
‘Als de Navajo er niet waren geweest, hadden we Iwo Jima nooit kunnen veroveren,’ stelde majoor Howard Connor na de invasie.
Veteranen moeten zwijgen
Na de Slag om Iwo Jima namen de Navajo nog deel aan de invasie van Okinawa tot twee atoombommen in augustus 1945 een einde maakten aan de Tweede Wereldoorlog.
Net als miljoenen anderen keerden ze terug naar huis, maar in tegenstelling tot hun collega-veteranen mochten de Navajo niet aan hun naasten vertellen wat ze in de oorlog hadden gedaan: de Navajo-code bleef een militair geheim.
En de zwijgplicht bewees al snel zijn waarde. In 1950 brak er een oorlog uit in Korea, en de Navajo-code bleek wederom de veiligste manier om berichten te versturen.
De stemmen in de ether waren dezelfde als in de vorige oorlog, want Chester Nez en veel van zijn voormalige collega’s meldden zich vrijwillig aan om in de Koreaoorlog te dienen.

Pa na 1968 mochten de Navajo vertellen wat ze in de Tweede Wereldoorlog en de Koreaoorlog hadden gedaan. Veel indianen kregen een hoge onderscheiding.
Na Korea werd de Navajo-code niet meer gebruikt, en in 1968 werd de geheimhoudingsplicht opgeheven.
Nu konden de indianen eindelijk hun verhaal vertellen. Hun code is de enige mondelinge code die nooit is gekraakt.
Dat meldde The New York Times naar aanleiding van de dood van Chester Nez in 2014. Hij was een van de 29 mannen die zich in 1942 aanmeldden voor een veilige kantoorbaan en het geheime wapen van de VS werden.
LEES OOK: De 10 beroemdste indianenstammen

MYSTERIES
Dit artikel komt uit de reeks MYSTERIES. Elk deel duikt in raadsels uit het verleden, van de tempeliers tot de occulte wereld van de nazi’s.
Bekijk alle titels en bestel ze hier: www.historianet.nl/mysteries