Toen de vijandelijkheden in Europa ten einde waren, kwamen de overwinnaars uit de VS, Groot-Brittannië en de Sovjet-Unie in het Duitse Potsdam bijeen om over het lot van Duitsland in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog te beslissen.
De leiders van de drie landen legden Oost- en West-Duitsland 350 miljard euro (omgerekend naar de huidige koers) aan herstelbetalingen op.
De compensatie zou echter niet in geld betaald worden, maar in de vorm van machines, fabrieken, schepen, buitenlandse aandelen, patenten en natuurlijke rijkdommen als staal en steenkool. Bovendien moesten miljoenen Duitsers dwangarbeid verrichten voor de geallieerden in mijnen, landbouw of industrie.