Tomasz Wacko/NIA

Hitlers atoomfabriek opent voor gasten

De mysterieuze zwaarwaterfabriek in Noorwegen waar in de Tweede Wereldoorlog 41 sabotagetroepen hun leven hebben gegeven, is nu te bezoeken.

In de nacht van 27 op 28 februari 1943 werden de inwoners van het Noorse Telemarken wakker van een hevige explosie. Noorse agenten in Britse dienst hadden een van de meest gewaagde sabotageacties van de Tweede Wereldoorlog uitgevoerd: het opblazen van de zwaarwaterfabriek in Vemork.

De fabriek produceerde zwaar water, waarmee nazi-Duitsland kernwapens wilde ontwikkelen.

De actie was een welkom succes na een mislukte aanslag het jaar ervoor, waarbij 41 geallieerde troepen waren omgekomen of door de Duitsers waren gevangengenomen en geëxecuteerd.

Luchtaanvallen verwoestten in 1943 de rest van de zwaarwaterfabriek, en sindsdien was hij een ruïne. Maar nu opent op deze plek een gloednieuw museum – ter herinnering aan de cruciale aanslag die Hitlers hoop op de ontwikkeling van een atoombom de grond in boorde en het oorlogstij keerde.

Om de overblijfselen van de gebombardeerde zwaarwaterkelder van de fabriek in Vemork te behouden, is rondom de oude plek een huls gebouwd. Op 18 juni opent het nieuwe deel van het museum voor bezoekers.

Het nieuwe museumgebouw kapselt de kelder in, die er nog net zo uitziet als vlak na de geallieerde luchtaanvallen.

© Zenisk AS

Zwaar water moest naar Duitsland

Tijdens de oorlog produceerde de fabriek in Vemork elk jaar 12 ton zwaar water – water waarin één of beide waterstofatomen zijn vervangen door een zware en stabielere isotoop.

Slechts een fractie van het zware water kwam in Duitsland terecht, waar het in een kernreactor zou worden gebruikt om de kernwapens van nazi-Duitsland te maken.