10. Straaljager ingezet als gewone bommenwerper
Het straalvliegtuig Messerschmitt Me 262 was een prima jager, maar ondanks protesten van experts zette Hitler het in als bommenwerper.
De Messerschmitt Me 262 was het eerste jachtvliegtuig ter wereld met straalmotoren en was zijn tijd ver vooruit.
Met een lengte van slechts 10,6 meter en een topsnelheid van 900 km/h vloog hij rondjes om de beste geallieerde gevechtsvliegtuigen.
De Me 262 kwam dus als geroepen voor de Luftwaffe in 1943, toen de kansen voor de Duitsers begonnen te keren.
Hitler was onder de indruk van de prestatie van zijn ingenieurs en liet het supersnelle toestel in productie nemen – als bommenwerper.
De bouwers waren woest dat hun wondermachine slechts voor het gooien van bommen gebruikt zou worden, maar Hitler hield voet bij stuk, met rampzalige gevolgen.
Zelfs onder optimale omstandigheden schoten de piloten hun doel zeker met een kilometer voorbij, want de Me 262 was simpelweg te snel om de plek van inslag nauwkeurig te kunnen bepalen.
Toen Hitler in 1944 uit wanhoop de toestellen eindelijk liet vechten, was de oorlog in feite al verloren.
9. Luftwaffe werd tegengewerkt
In juni 1940 gaf Hitler het bevel voor een luchtoffensief boven Engeland als voorbereiding op een invasie van de Britse Eilanden.
De Duitse Luftwaffe moest korte metten maken met de Royal Air Force (RAF). Met een reeks effectieve aanvallen bombardeerden de Duitsers commandocentrales, brandstofdepots, startbanen en vliegtuigfabrieken.
In augustus 1940 leek de opzet te slagen – tot Hitler zich ertegenaan ging bemoeien.
Bij een Duitse aanval op een fabriek waren negen burgers gedood. De Britten reageerden met bommen op Duitse steden, en dat kon Hitler niet hebben.
Hij liet de Luftwaffe Britse burgerdoelen bestoken, waardoor de RAF weer op krachten kon komen en de heerschappij over het luchtruim boven Engeland herwon.
8. Vrouwen mochten niet werken
Terwijl fabrieken in de VS en Groot-Brittannië bemand werden door miljoenen vrouwen, vond Hitler niet dat vrouwen in de industrie thuishoorden.
Ze moesten voor de kinderen zorgen en het huishouden doen. Dit conservatisme leidde tot een enorm gebrek aan arbeidskrachten in de Duitse fabrieken, want de mannen moesten het leger in.
Hitler hield de industrie op gang met dwangarbeiders, maar die vormden slechts 20 procent van de werkkrachten.
In de loop van de oorlog, toen de situatie steeds nijpender werd, mochten enkele vrouwen een bijdrage leveren, bijvoorbeeld als telefoniste, verpleegster of secretaresse.
Sommigen traden toe tot de SS en werden bewaker in een concentratiekamp.
7. Britse bommenwerpers kregen vrij spel
In de nacht van 30 op 31 mei 1942 stuurden de Britten zo’n 1000 bommenwerpers naar Duitsland.
In het donker kon het Duitse afweergeschut weinig uitrichten, en de RAF wist alleen al in die nacht 13.000 gebouwen in Keulen te verwoesten.
Maandenlang hielden de Britten deze succesvolle tactiek vol, tot Duitse jachtvliegtuigen op de loer gingen liggen bij Britse landingsbanen en de bommenwerpers aanvielen tijdens de landing.
Dit werkte prima, maar Hitler schoot de Britten te hulp: hij wilde dat vijandelijke vliegtuigen boven Duitsland zouden worden neergehaald.
De aanblik van de wrakken zou het moreel van de bevolking opvijzelen.
6. Wapens werden niet vernieuwd
In het eerste jaar van de oorlog, na de annexatie van Oostenrijk, de bezetting van Tsjecho-Slowakije, de verovering van Polen, Denemarken, Noorwegen, Nederland en België en de overgave van Frankrijk, zag Hitler bevestigd wat hij altijd al had gedacht: hij was een strategisch genie en had een beter militair inzicht dan zijn staf, die veel te voorzichtig te werk ging.
Aangemoedigd door de vele successen – die vooral te danken waren aan aarzeling en slechte voorbereiding bij de tegenpartij – zette Hitler de ontwikkeling van nieuwe wapens vrijwel stil.
De oorlog was te winnen met bestaande wapens, zo meende hij. Maar twee jaar later hadden de geallieerden een inhaalslag gemaakt en waren de Duitse wapens verouderd.
In allerijl blies Hitler de innovatie nieuw leven in, maar er waren twee jaar verspild en veel ingenieurs waren inmiddels gesneuveld.
Hoewel de Duitsers een aantal revolutionaire wapens wisten te bouwen, werden er niet genoeg van geproduceerd om de oorlog te kunnen winnen, en ze kampten bovendien met allerlei technische problemen.

Een paar jaar na het begin van de oorlog waren de Duitse wapens verouderd.
5. Stalingrad moest en zou veroverd
Duitse generaals smeekten Hitler om zich te mogen terugtrekken, maar de Führer wilde daar niets van weten.
In december 1941 was het Duitse offensief in de Sovjet-Unie vastgelopen en begon Hitler bang te worden voor een herhaling van de nederlaag van Napoleon bij Moskou in 1812. Om orde op zaken te stellen maakte hij zichzelf opperbevelhebber.
Een paar dagen later beval de Führer dat de Duitse troepen geen millimeter mochten wijken, al hadden zijn generaals meermaals laten zien dat het soms loont om je tactisch terug te trekken als de vijand sterker is.
Zo’n terugtrekking ging doorgaans over in een tegenaanval wanneer de vijand in de achtervolging ging en zijn bevoorradingslijnen te lang werden.
Het bevel om stand te houden kostte tienduizenden Duitse soldaten het leven, maar Hitler was ervan overtuigd dat zijn troepen door middel van wilskracht een overwinning konden bewerkstelligen.
Een half jaar later had Hitler nog niets van zijn fouten geleerd en verbood hij opnieuw een terugtrekking toen het 6e Duitse Leger de Russische stad Stalingrad probeerde in te nemen.
De situatie was uiterst penibel, maar Hitler weigerde te luisteren naar de smeekbedes van zijn generaals.
Daarmee kreeg het 6e Leger de twijfelachtige eer het eerste Duitse leger te zijn dat werd omsingeld en compleet weggevaagd.
In de strijd rond Stalingrad sneuvelden meer dan 180.000 Duitse soldaten.
4. De langverwachte invasie werd niet herkend
Op 6 juni 1944 bombardeerden de geallieerden ’s ochtends vroeg de Duitse stellingen in Normandië, waarna tienduizenden soldaten aan land gingen.
Terwijl een van de grootste invasies uit de wereldgeschiedenis in volle gang was, lag Hitler tot 14.00 uur te slapen in zijn verblijf in Beieren – hoewel hij al maandenlang wist dat er een invasie aan zat te komen.
Toen hij het nieuws hoorde, was hij ervan overtuigd dat het slechts een afleidingsmanoeuvre was, en wekenlang weigerde hij versterkingen naar Normandië te sturen in afwachting van de eigenlijke invasie.
De rest is geschiedenis.
3. Britten ontkwamen bij Duinkerken
In mei 1940 denderden Duitse tanks Nederland, België en Frankrijk binnen. In slechts tien dagen wisten Hitlers troepen het Kanaal te bereiken, en bij Duinkerken zaten de Britten als ratten in de val.
De Duitse generaal Ewald von Kleist stond met zijn tank- en twee infanteriedivisies op een paar kilometer afstand van de Britse troepen en dacht Duinkerken in nog geen dag te kunnen innemen.
Maar toen beval Hitler om onduidelijke redenen dat de opmars gestaakt moest worden, waarop de Britten een grootscheepse evacuatie op touw zetten: binnen negen dagen staken 365.000 soldaten het Kanaal over.
Daarmee liet de Führer de kans om het leeuwendeel van het Britse leger te vernietigen schieten.

365.000 Britse soldaten staken het Kanaal over toen Hitler de Duitse opmars stillegde.
2. VS de oorlog verklaard
De dag na de Japanse aanval op de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor in december 1941 deed ambassadeur Hiroshi Oshima zijn best om de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Joachim von Ribbentrop over te halen om de VS de oorlog te verklaren.
Maar de minister dacht dat het zelfmoord voor Duitsland zou zijn om de VS bij de strijd te betrekken.
Hitler was het daar niet mee eens. Hij zag Japan als een onoverwinnelijke bondgenoot – en als het keizerrijk de VS eenmaal had verslagen, zou het zich op de Sovjet-Unie richten.
Stalin zou dan op twee fronten moeten vechten, waardoor de Duitsers Moskou eenvoudig zouden kunnen veroveren.
Drie dagen later verklaarde Hitler met veel bombarie de VS de oorlog. Hij verwachtte dat de Amerikaanse troepen naar Azië zouden gaan, maar tot zijn verrassing stuurde president Roosevelt het grootste deel van zijn leger naar Europa.
Voor Hitler was het een stevige tegenslag dat de troepen die Stalin apart had gehouden voor een oorlog tegen Japan, nu tegen de Wehrmacht werden ingezet.
1. Inval in Rusland in zomeruniformen
De invasie van de Sovjet-Unie zou binnen een paar maanden tot een overwinning leiden, zo dacht Hitler. Hij zat ernaast.
‘We hoeven alleen de deur in te trappen. Dan zal het hele krakkemikkige gebouw instorten,’ zei Hitler voor de invasie van de Sovjet-Unie in juni 1941.
Het buurland had weliswaar een groter leger, maar de Duitsers waren beter georganiseerd en hadden meer ervaren officieren. Hitler dacht de Russen binnen een paar maanden te kunnen verslaan.
Aanvankelijk leek dat te gaan lukken: de Sovjet-Unie was volledig overrompeld en raakte in één week vijf legers en 2000 vliegtuigen kwijt.
Maar de Duitse opmars ging zo snel dat de tanks steeds moesten wachten op de infanterie. Na vier weken was de Wehrmacht bovendien door zijn voorraden heen, en al snel liep de Duitse blikseminvasie spaak.
Ondertussen sloeg Hitler het advies van zijn generaals om de troepen rechtstreeks naar Moskou – een bevoorradingsknooppunt van het Rode Leger – te sturen in de wind.
Hij stond erop om een flink aantal soldaten naar de olievelden van de Kaukasus en naar de Oekraïne en de Baltische landen te laten afbuigen.
De Duitsers bereikten Moskou dan ook pas in december, toen de Russische winter was ingevallen. De Wehrmacht was niet op een winteroorlog voorbereid en had te weinig winteruniformen.
Burgers werd gevraagd hun bontjassen naar het front te sturen, en de soldaten stalen uniformen en laarzen van de Russische doden om beter bestand te zijn tegen de temperaturen tot -30 °C.
Zijn onderschatting van het Rode Leger – en de Russische winter – deed Hitler de das om. Na de nederlaag tegen de Sovjet-Unie was er geen redden meer aan.