Hitler was grootste fietsendief van Europa

In oktober 1944 droeg Hitler zijn troepen op om duizenden fietsen in beslag te nemen in de bezette gebieden. Het Duitse leger had een tekort aan voertuigen, en Nederland, Denemarken en Italië draaiden daarvoor op.

Hitler stal duizenden Nederlandse, Deense en Italiaanse fietsen in de nadagen van de oorlog.
© Bulgarian Archives State Agency, Nationalmuseet.

Gepubliceerd op 02.07.22

Door Jannik Petersen

Tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden de mensen hun fiets hard nodig, want brandstof voor auto's en bussen was uiterst schaars. Toen Hitler op 6 oktober 1944 het bevel gaf om fietsen in beslag te nemen in de bezette gebieden, trof dat de burgerbevolking zwaar.

Blitzkrieg tegen rijwielen

Voor het Rijksmuseum in Amsterdam sprongen Duitse soldaten tevoorschijn en hielden fietsers aan. De luidkeels protesterende eigenaar werd van zijn fiets getrokken en de soldaten reden met hun buit weg.

Via pamfletten werd de burgerbevolking opgeroepen om herenfietsen in te leveren. Vanwege burgerlijke ongehoorzaamheid viel de opbrengst echter flink tegen, en omdat de Duitsers met de maatregel de bevolking tegen zich in het harnas joegen, durfden ze niet al te hard op te treden tegen mensen die hun fiets niet inleverden.

Duitsland zit in het nauw

Ook uit het bezette Noord-Italië en Denemarken kwamen er fietsen naar Duitsland. De Wehrmacht had dringend vervoermiddelen nodig om troepen naar het front te brengen, want de Russen stonden op nog geen 600 kilometer van Berlijn en de Britten en Amerikanen hadden Frankrijk en België al grotendeels bevrijd.

Volgens een onderzoek van de Deense Koninklijke Bibliotheek gaf Hitler persoonlijk het bevel vanuit de Wolfsschanze in het huidige Polen, waarvandaan de Führer de verloren strijd tegen de geallieerden leidde.

Na de bevrijding

Ook vlak na de bevrijding stalen Duitse soldaten massaal fietsen: ze moesten zich bij de geallieerden melden om ontwapend te worden, en daar moesten ze op de een of andere manier zien te komen.