Hitler moest weinig van voetbal hebben
Adolf Hitler had niets met voetbal om een eenvoudige reden: hij had geen controle over de uitslag. Daar kwam de leider van nazi-Duitsland achter bij de enige wedstrijd die hij volgens historici met zekerheid bijwoonde.
Nadat het Duitse nationale elftal bij de openingswedstrijd van de Olympische Spelen van 1936 Luxemburg met 9-0 verpletterde, waren de Duitsers de grote favoriet. Tijdens de kwartfinale op 7 augustus tegen Noorwegen zagen de 55.000 toeschouwers, onder wie Hitler, hun elftal echter met 2-0 van de Noren verliezen.