2. Hitler was antiroker
Sigaretten – iets ergers kon Hitler zich bijna niet voorstellen.
Hij probeerde zelfs een rookverbod in heel Duitsland door te voeren, en zijn vrienden deed hij een gouden horloge cadeau als ze stopten met roken.
3. Hitler nam cocaïne
Twee keer per dag diende Hitler zichzelf cocaïne toe via een inhalator.
Zijn arts, Theodor Morell, gaf hem cocaïne als medicijn tegen zijn bijholteontsteking en keelproblemen.
Cocaïne was echter niet de enige drug die Morell en andere artsen aan Hitler voorschreven. Sterker nog, zijn lichaam zat het grootste deel van Tweede Wereldoorlog vol met allerlei drugs en medicijnen.
4. Adolf Hitler werd uitgeroepen tot man van het jaar
In 1938 riep Time Magazine Hitler uit tot man van het jaar. Hij werd gekozen vanwege de imposante wijze waarop hij het naziregime gestalte gaf en het volk eronder hield.
In tegenstelling tot wat velen geloven, werd Adolf Hitler niet gekozen omdat Time Magazine hem inspirerend vond.
Het tijdschrift heeft later verklaard dat de prijs wordt uitgereikt aan personen die bepalend zijn geweest voor de wereldgeschiedenis − in goede of kwade zin.
5. Hitler was fan van Disney
Hitler was dol op Disney. Sneeuwwitje was zelfs een van zijn lievelingsfilms.
6. Concentratiekampen
De Führer bezocht nooit een concentratiekamp. We kennen allemaal de gruwelijke verhalen over de concentratiekampen van de nazi’s uit het Derde Rijk.
Het idee van de kampen werd uitgewerkt door nazikopstukken als onderdeel van de Endlösung − de uiteindelijke oplossing voor het jodenvraagstuk.
Onvoorstelbaar genoeg heeft Hitler nooit zelf een concentratiekamp bezocht of er in het openbaar over gesproken. Of dat vanwege onwetendheid of een andere reden was, is onbekend.
7. Hitler liet zijn toespraken fotograferen
Hitler werd danig in beslag genomen door de indruk die hij maakte. Daarom liet hij een fotograaf foto’s van hem nemen terwijl hij zijn toespraken oefende.
Zo kon Hitler zien hoe hij overkwam op het moment zelf.
8. Hitler schoor zijn snorretje
Tijdens de Eerste Wereldoorlog kreeg Hitler als soldaat de opdracht om zijn snor zó bij te knippen dat hij goed in het gasmasker paste.
Het kon levensgevaarlijk zijn als het gasmasker niet precies paste.
9. Familie veranderde haar achternaam
Als Hitlers vader in 1877 niet zijn achternaam had veranderd, had Hitler ‘Adolf Schicklgruber’ geheten.
Om een of andere reden klinkt dat minder onheilspellend, ook al was de man erachter misschien precies dezelfde geweest.
10. Nobele jood
Wegens geldgebrek in Hitlers jeugd kon het gezin niet naar een arts. Een joodse man hielp het gezin en verstrekte medicijnen zonder er geld voor te vragen.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zorgde Hitler ervoor dat de arts niet in het concentratiekamp belandde, gaf hem bescherming en verleende hem de bijnaam ‘de nobele jood’.
Er was toch wat empathie te vinden bij Adolf Hitler.