Ontkenners varen wel bij internet

Al is de holocaust bevestigd door duizenden getuigen en officiële documenten, velen ontkennen dat de joden werden vervolgd.

Kort voor zijn zelfmoord in 1945 beweerde Heinrich Himmler dat de Europese joden in de kampen een natuurlijke dood waren gestorven als gevolg van besmettelijke ziekten.

Himmlers uitspraak legde de basis voor de theorieën van de eerste ontkenners van de Holocaust. De Fransman Paul Rassinier, een van de stamvaders van de ontkenners, beweert in zijn boek La Passage de la Ligne (Over de streep) uit 1948 dat er wel mensen werden vergast en vermoord, maar dat dat het werk was van extremisten en geen nazibeleid was.

‘De verantwoordelijke autoriteiten in het Derde Rijk zijn nooit van plan geweest om opdracht te geven – en hebben het ook niet gedaan – om joden uit te roeien’, beweert Rassinier.

Sinds het boek van Rassinier zijn de complottheorieën alleen maar toegenomen. Overal op internet kunnen we mythen lezen die de massamoord van de nazi’s ontkennen. Complottheorieën spreken mensen blijkbaar aan, maar ze zijn wel in tegenspraak met wetenschappelijke en historische feiten.

De Holocaust wordt bevestigd door getuigenissen van duizenden overlevenden en SS-bewakers, en in de honderduizenden officiële documenten die de nazi’s niet voor het einde van de oorlog hebben kunnen vernietigen.

Gebaseerd op verouderde data

Een van de beweringen die het meest opduiken is dat de kelder van het Birkenau-crematorium niet als gaskamer gebruikt kon worden omdat de deuren naar binnen toe openden, dus niet open konden als de ruimte vol doden lag. De gaskamers waren gewone lijkenkamers, heette het. De argumentatie is echter gebaseerd op de vroegste bouwkundige tekeningen van Krematorium II in Auschwitz-Birkenau, waar inderdaad een deur was die naar binnen openging.

Uit latere bouwtekeningen blijkt echter dat de deur naar buiten toe openging toen er in 1943 werd besloten een gaskamer in het crematorium te maken. De ontkenners van de Holocaust willen niets van deze bouwtekeningen weten en ze sluiten hun ogen voor het feit dat er later gasdichte deuren voor het crematorium werden besteld.

In eerste instantie hechtten alleen de meest extremistische – of goedgelovige – mensen er geloof aan, maar omstreeks 1975 veranderden de ontkenners hun tactiek. Ze gebruikten een academische stijl en maakten gebruik van voetnoten en verwijzingen naar vooraanstaande onderzoekers en instituten. Er waren er bij die een academische titel voerden, van wie sommigen overigens ten onrechte.

De bewijsvoering bestond nu uit ingewikkelde technische en scheikundige uiteenzettingen en verbanden die op valse documenten waren gebaseerd. Allemaal om de lezer ervan te overtuigen dat de jodenvervolging nooit heeft plaatsgevonden.

Ontkenners hebben met behulp van internet hun theorieën op veel websites kunnen verspreiden. Maar wel zoals ontkenners dat nu eenmaal doen: met details die uit hun verband zijn gerukt omdat ze niet in hun verhaal passen.