Shutterstock
Geallieerd vliegtuig - Normandië - D-day

D-day-rapport van Rommel: ‘Vijand heeft totale controle over het luchtruim’

In de dagen na D-day maken geallieerde vliegtuigen het de Duitsers onmogelijk om een efficiënte verdediging op te zetten. Uit een rapport van veldmaarschalk Rommel blijkt duidelijk dat het zelfs voor de grootste held van de Duitsers onbegonnen werk is. Hier legt Rommel het in zijn eigen woorden uit.

Op 6 juni gaan de geallieerden in Normandië aan land. Ze willen zo snel mogelijk een bruggenhoofd vestigen langs de kust, het schiereiland Cotentin afsnijden en de haven van Cherbourg in handen krijgen.

Ondanks hevig verzet slagen de Duitsers er niet in de vijand terug te dringen, en vier dagen later staat het er bar slecht voor. Dat beschrijft Erwin Rommel, die de verdediging van de Atlantische kust leidt, op 10 juni 1944 in een rapport:

Normandië, 10 juni 1944

Als gevolg van onze aanhoudende verdediging en de snelle tegenaanvallen door onze beschikbare reservetroepen is de opmars van de vijand, ondanks de kracht van zijn aanval, beduidend langzamer verlopen dan hij had gehoopt.

Ook lijkt het erop dat de vijand meer troepen inzet dan oorspronkelijk gepland.

Met steun van zijn zeer effectieve luchtmacht probeert de vijand zich te versterken, en onze luchtmacht en marine zijn – met name overdag – niet in staat om dit te verhinderen.

Daardoor neemt het aantal vijandelijke troepen in het bruggenhoofd aanzienlijk sneller toe dan wij reservetroepen aan het front kunnen krijgen.

Onze opmars in Normandië wordt sterk gehinderd en op sommige plekken zelfs onmogelijk gemaakt door de bij tijd en wijle overweldigende superioriteit van de vijandelijke luchtmacht.

Erwin Rommel – Afrikakorps

Erwin Rommel was een van Hitlers favorieten. Maar vanwege zijn vermeende betrokkenheid bij een couppoging in 1944 wordt hij gedwongen zelfmoord te plegen.

© Shutterstock

Erwin Rommel kreeg leiding over Westfront

De vijand heeft totale controle over het luchtruim boven het gevechtsgebied tot soms wel 100 kilometer achter het front. Overdag is vrijwel al het verkeer – over wegen, paden en open terrein – onmogelijk door de dreiging van krachtige jager- en bommenwerperformaties.

Daardoor is de beweging van onze troepen op het slagveld vrijwel volledig stilgelegd, terwijl de vijand vrij kan manoeuvreren.

Zelfs onze verkeersknooppunten ver achter het front worden voortdurend aangevallen, en het kost ons moeite om de troepen van de benodigde munitie- en brandstofvoorraden te voorzien.

Zelfs als we met kleine eenheden willen oprukken naar het slagveld, bijvoorbeeld om artillerie of tanks in positie te brengen, worden we direct vernietigend aangevallen vanuit de lucht.

Overdag moeten onze troepen dekking zoeken in bosgebieden om aan de voortdurende bombardementen te ontsnappen.

Aanslag op Hitler

Op 20 juli 1944 probeert een groep officieren Hitler te vermoorden.

© Bundesarchiv

Officieren wilden Hitler vermoorden

Er cirkelt continu een groot aantal vijandelijke jagers boven het slagveld, terwijl krachtige formaties van bommenwerpers hun zware bommenlast afwerpen op onze troepen, op dorpen, bruggen en kruispunten – zonder daarbij enige rekening te houden met de burgerbevolking.

Onze luchtafweer noch de Luftwaffe is in staat het verlammende, verwoestende effect van de vijandelijke luchtmacht (27.000 vluchten per dag) in te dammen. (Rommels schatting van het aantal vluchten is te hoog, het waren er eerder 10.000 per dag, red.).

Overdag moeten onze troepen dekking zoeken in bosgebieden.

De troepen – de landmacht en de Waffen-SS – verdedigen zich zo goed mogelijk, maar munitie is schaars en nieuwe munitie kan slechts met de grootst mogelijke moeite worden aangevoerd.

We verwachten meer parachutisten, met name in het grondgebied dat niet langer in onze handen is.

Aangezien de vijand in staat is om onze mobiele troepen met zijn luchtmacht dagen op te houden, terwijl zijn eigen operaties met mobiele verkenningstroepen doorgaan, is onze situatie extreem moeilijk aan het worden.

Alle troepen van onze krijgsmacht vechten uiterst verbeten en met de grootst mogelijke strijdlust, ondanks de enorme materiële superioriteit van de vijand. Ik verzoek u de Führer te informeren over de situatie.

Rommels rapport, dat vier dagen na D-day is geschreven, is de eerste keer dat Hitler hoort over de ernst van de geallieerde invasie. Tot dat moment dacht de Duitse leider dat de landing in Normandië een schijnaanval was. Kort daarop beveelt Hitler om alle reservetroepen in te zetten om de geallieerden terug de zee in te drijven. Maar het bevel komt te laat, en de geallieerde heerschappij in de lucht maakt het onmogelijk om het tij te keren.