Churchills vrouwelijke spionnen staken Europa in brand
Zonder ruggenspraak met het leger zet Churchill in 1940 in het diepste geheim een spionagenetwerk op. Al snel treden bakkersmeisjes, verpleegsters en een onverschrokken Indiase prinses toe. Hun taak: ‘Steek het bezette Europa in brand’.

Veel SOE-agenten werden gepakt, gemarteld en doodgeschoten.
Toen ze over haar schouder omkeek, zag Nancy Wake een angstaanjagend schouwspel. Twee Duitse Henschelvliegtuigen braken los uit hun formatie en doken omlaag naar het bergweggetje, waarover de agente haar truck moeizaam door de bochten stuurde.
Het brullen van de vliegtuigmotoren overstemde alles, afgezien van het geratel van de machinegeweren. Op de weg voor haar stoven wolkjes zand door de kogelregen omhoog, en toen de vliegtuigen weer opstegen, zag ze in de spiegel kogelgaten in de laadbak.
De 33-jarige Wake had nog net tijd om enkele Franse vloeken uit te stoten toen het ene vliegtuig op de vrachtwagen afging, die nu op een onbeschut stuk weg reed. Het andere vliegtuig zwenkte af, op jacht naar de duizenden Franse verzetsstrijders die zich in de bergen van de Auvergne schuilhielden.
SOE-vrouw voert het verzet aan
Nancy Wake was op dat moment, 21 juni 1944, een van de succesvolste agenten in Frankrijk van de SOE, de Britse sabotagedienst. Terwijl de geallieerden na D-day verbeten vochten om het wankele bruggenhoofd in Normandië te versterken, had ze in feite de leiding op zich genomen van 7000 maquisards, leden van het Franse verzet (de maquis) die nu bezig waren te ontsnappen aan een troepenmacht van 22.000 meedogenloze SS’ers.
De Duitsers hadden de Fransen ingesloten op een plateau in het hoogland van de Auvergne, en met haar vrachtwagen pendelde SOE-agente Nancy Wake in haar eentje op en neer tussen de bedreigde groepjes van de maquis om de strijd te bundelen en de grote lading wapens en munitie te verdelen die de geallieerden afgelopen nacht met parachutes gedropt hadden. Het was geen toeval dat het nu losbrandde.
De geallieerden waren onlangs in Normandië aan land gegaan, en nu was het zaak de maquis in te zetten om de Duitsers zo veel mogelijk bezig te houden. Niet alleen om de invasie in Normandië te laten slagen, maar ook om de aanstaande inval van de geallieerden in Zuid-Frankrijk een handje te helpen.

Nancy Wake was al actief in het Franse verzet voordat ze door de Britten voor de SOE geworven werd.
‘Churchills Geheime Leger’
De goedgebekte voormalige verpleegster, freelance verslaggeefster en huisvrouw in goeden doen Nancy Wake hoorde tot een kleine, uitgelezen groep van ruim 40 vrouwen, die vanaf 1940 door de uiterst geheime organisatie Special Operations Executive, beter bekend als de SOE, geworven werden. Deze dienst was in het leven geroepen door premier Winston Churchill.
De opdracht van de premier aan de hoogste baas van de SOE luidde kort maar krachtig: ‘Steek Europa in brand.’
Het initiatief kreeg lang niet overal bijval, en leverde de SOE bijnamen als ‘het departement van vuile oorlogvoering’ en ‘Churchills Geheime Leger’ op.
Al snel na oprichting van de SOE in de zomer van 1940 ontstond het idee om de mannelijke SOE-rekruten aan te vullen met vrouwen (‘Churchill’s Angels’).
Springstof in fietsmandjes
Want vrouwelijke agenten hadden enkele voordelen, vooral in het bezette Frankrijk. Daar konden ze zelfstandig rondrijden op de fiets, met een stuurmandje waarin ze eieren en andere etenswaar vervoerden.
Zo konden ze hun gezin onderhouden als hun man afgevoerd was naar Duitsland voor de Arbeitseinsatz of als krijgsgevangene. Agentes konden zich makkelijk gedragen als deze alleenstaande vrouwen en in hun tassen en fietsmanden ongemerkt berichten, springstoffen, kaarten en zendapparatuur meesmokkelen.
De Duitse soldaten, die meestal van de oude stempel waren, zagen deze vrouwen niet als een bedreiging, maar maar probeerden eerder de galante heer uit te hangen of avances te maken.

Vrouwelijke agenten konden anoniem rondlopen zonder argwaan te wekken.
Agentes verkleed als verpleegsters
Vrouwen voor de SOE werden vooral geworven door de verpleegsterorganisatie FANY, of werden gehaald uit het grondpersoneel voor de krijgsmacht. Maar de SOE wierf ook agentes met advertenties in kranten, speciaal gericht op vrouwen die meer talen spraken.
Pas na ettelijke gesprekken en talloze cryptische vragen kregen de vrouwen die solliciteerden door waar ze eigenlijk voor ingezet gingen worden.
Het leidde tot een zeer bonte verzameling agentes, zoals een vrouw van een arts, winkelmeisjes en een beroepsdanseres. Er waren zelfs vrouwen bij met kleine kinderen.
In het eerste oorlogsjaar doorliepen de vrouwen slechts een basistraining van enkele weken, maar later zette de SOE een maandenlange, loodzware opleiding op poten.
Gestapo zoekt Witte Muis
Toen Nancy Wake opgenomen werd in de rijen van de SOE, moest ze het hele, inmiddels sterk uitgebreide trainingsprogramma doorlopen. En dat terwijl ze door de wol geverfd was: ze had eerder geheime opdrachten uitgevoerd en een dubbelleven in Frankrijk geleid: de Nieuw-Zeelandse Wake was in 1939 getrouwd met de fabrikant Fiocca uit Marseille, en toen de oorlog uitbrak
begon ze, met behulp van het geld van haar man, neergehaalde Britse vliegers, joden en andere vluchtelingen bezet Frankrijk uit te smokkelen. Ze was berucht bij de Duitsers, die haar de codenaam ‘Witte Muis’ gaven en overal in Zuid-Frankrijk naar haar op zoek waren.
Twee keer werd ze verhoord door agenten van de Gestapo, die niet doorhadden dat de vrouw die ze voor zich hadden de ‘Witte Muis’ was.

SOE-agenten doorliepen een maandenlang trainingsprogramma in Groot-Brittannië dat hen moest voorbereiden op het leven van een agent in door de Duitsers bezette gebieden.
Wake vlucht naar Engeland
Ten slotte kwam de Gestapo te dichtbij, en moest Wake naar Engeland vluchten. Toen zij zich wilde aanmelden als saboteur bij de Vrije Franse Strijdkrachten van generaal De Gaulle, zag de SOE direct wat zij waard was en kaapte haar voor de neus van de Fransen weg.
Het eerste deel van Wakes opleiding stond bekend als het ‘Gekkenhuis’. Op het menu stonden stormbanen, psychologische tests en teambuilding. Nu eens grofgebekt, dan weer poeslief sloeg ze zich er doorheen, tot ze klaar was voor de volgende ronde in haar opleiding – een survivaltocht van zes weken in Inverie Bay in de Schotse wildernis.
Als enige vrouw wist ze het ochtendappel te ontlopen door menstruatiepijn voor te wenden, maar ze ontkwam niet aan de marsen van 36 uur, veldlopen, stormbanen en lessen in granaatwerpen, lijf-aan-lijfgevechten, sloepvaren, sluipmoorden of de kunst om zich onopgemerkt door een terrein voort te bewegen en zich in leven te houden met wat ze in de natuur vond.
De vrouwelijke rekruut blonk eigenlijk nergens heel erg in uit, afgezien van het scherpschieten met een stengun.
Maar daar was ze zeker niet de enige in. Eén van de andere SOEvrouwen, Yvonne Rudellat, was verreweg de beste scherpschutter van haar lichting.
Met gestifte lippen naar beneden
In Manchester leerde Nancy met de andere SOE-agentes parachutespringen. Die cursus moesten de meeste agenten doorlopen, omdat de kans groot was dat ze in Frankrijk gedropt zouden worden.
Een vrouw, belast met het inpakken van de parachutes, vertelde later hoe de agentes zich voorbereidden op hun sprong ‘met gestifte lippen en make-up’, maar voor de rest was er geen verschil met de mannen. De instructeurs lieten de vrouwen soms eerst springen, zodat de mannen er uit angst voor gezichtsverlies wel achteraan moesten.
Na het parachutespringen volgden oefeningen in Gestapo-verhoor, onderricht in het aanmaken van springstof uit huis-tuin-en-keukenspullen – en ten slotte een intensieve periode waarin Nancy zich een nieuwe, valse identiteit eigen moest zien te maken. Ze kreeg de schuilnaam Lucienne Suzanne Carlier, en de codenaam Hélène, die ze bij alle communicatie met Londen moest gebruiken. Eindelijk was ze klaar om te doen wat ze dolgraag wilde: meedoen in de strijd tegen de gehate nazi’s.
Sprong met een miljoen franc
Op een nacht in april 1944 sprong Nancy in Midden-Frankrijk bij Cosned’Allier luchtziek uit een viermotorige Amerikaanse B-24 Liberator bommenwerper – gekleed in wandelkleren, zijden kousen, een overall, een camel jasje en hoge hakken. In haar handtas zaten valse identiteitspapieren, een miljoen franc in contanten en opdrachten voor sabotagedoelen die Londen wilde laten uitvoeren vóór D-day: Duitse telefoonkabels, een spoorwegknooppunt en drie fabrieken.
Samen met haar radio-operateur en een andere agent coördineerde Nancy Wake de weken erna een reeks van wapen- en voedseldroppings die de Franse verzetsstrijders ter plekke in staat stelden hun sabotagewerk uit te voeren en de strijd tegen de Duitsers op te nemen. Onvermoeibaar reisde ze heen en weer tussen de
diverse verzetsgroepen en betaalde hun loon uit aan hen en aan hun gezinnen, terwijl ze Londen constant op de hoogte hield van hun verrichtingen. Dankzij die verbinding kon ze meer wapens en geld gestuurd krijgen. Zo werd Nancy vanaf het voorjaar van 1944 de eigenlijke leider van een verzetsleger van ruim 7000 maquisards. Dat ze ze stuk voor stuk onder tafel kon drinken, was mooi meegenomen.
De instructies, die Nancy Wake in haar handtas rondbracht, werden stipt opgevolgd, en dát beeld herhaalde zich in heel bezet Frankrijk: de vele sabotagedaden van het verzet verstoorden de Duitse communicatie zodanig dat troepenzendingen naar het Normandische front heel traag op gang kwamen. De vele inspanningen van het verzet bleken cruciaal voor het slagen van D-day, ‘Operation Overlord’, en steeds was de inzet van de agentes van levensbelang voor het verzet.

De SOE dropte geheim agenten met parachutes achter vijandelijke linies.
Vrouwen strijden in heel Frankrijk
Toen Wake in de Auvergne aankwam, had de 30-jarige Pearl Witherington de streek al maanden als koerier doorkruist om de in alle uithoeken verspreide verzetsgroepen met elkaar te verbinden. In de tijd rond D-day werd ook Witherington het eigenlijke hoofd van een groep maquisards, die allengs aanzwol tot 15.000 man en algauw tonnen gedropte voorraden verzamelde en verdeelde.
Andere vrouwen werkten als radiooperateur, levensgevaarlijk werk omdat de Duitsers hen elk ogenblik konden uitpeilen. Tijdens haar verblijf in Frankrijk verzond de Ierse radiovrouw Maureen O’Sullivan alleen al 332 berichten, die vaak van levensbelang waren, naar Londen vanaf zenders die ze her en der in de omgeving had verborgen. En door het gehele land
reisden SOE-vrouwen onvermoeibaar rond met orders, springstof en voorraden, waardoor Londen in staat was het verzet daar in te zetten waar dat het meeste nodig leek te zijn.
Gezichtscrème gered
De vele door de SOE gecoördineerde aanslagen konden echter niet voorkomen dat 22.000 SS’ers het deel van het hoogland van de Auvergne omsingelden waar Nancy Wake en haar maquisards zich eind juni 1944 ophielden.
Toen de Henschel-piloot zich opnieuw op Nancy Wakes vrachtwagen op de smalle bergweg stortte, trapte ze instinctief op de rem. De piloot opende het vuur en de kogels sloegen weer in de weg voor haar in. Stijf van schrik zag ze hoe de kogelregen tien meter voor de motorkap ophield. Doordat ze gas had geminderd schoot de piloot mis.
Nog twee keer kon Nancy Wake op dezelfde wijze de kogels ontwijken. Haar bestemming lag nog 3 kilometer verderop, het dorp Freydefront, toen een jonge maquisard op de weg voor haar sprong. ‘Het dorp is geëvacueerd!’ riep hij. ‘Snel, volg mij!’
De twee wierpen zich in de greppel naast de weg, terwijl de brullende Henschel meedogenloos op hen neerdook, miste, en weer omhoog klom. Nancy stormde naar de achterbank van de vrachtwagen en kwam terug met een pan, een potje gezichtscrème, een pakje thee en een rood satijnen kussen.
‘Die was ik nog vergeten’, legde ze de stomverbaasde Fransman uit. Het volgende moment schoot de Duitse piloot de wagen in lichterlaaie.
Ondanks nog meer aanvallen uit de lucht lukte het Nancy en haar Franse metgezel om een bosje te bereiken waar de vlieger hen niet langer kon zien.

Nancy Wake nam deel aan vele sabotageklussen tegen de nazi’s, zoals een aanslag op het spoor.
Zender kwijtgeraakt
’s Avonds rukten de SS-troepen op tot het plateau, maar te laat. De Fransen, die het terrein uit-en-te-na kenden, wisten door de Duitse linies te glippen. Nancy Wake vluchtte met een groep mee die een onzichtbare waadplaats had gemaakt door palen in de bedding van de rivier de Truyère te slaan, die de waterspiegel aan het oog onttrok.
Toen de gevechten op het plateau voorbij waren, hadden de Fransen zo’n 100 man verloren, maar de Duitsers bijna 1400. Intussen had een andere ramp de vrijheidsstrijders zwaar getroffen: hun levenslijn naar Londen was doorgesneden. Nancy Wakes radioman was zijn zender kwijt, met de codes die hij nodig had om zich mee te identificeren bij de SOE-mensen in Engeland.
500 kilometer in drie dagen
Nancy Wake doorzag meteen de ernst van de zaak. Haar leger onvermoeibare maquisards dreigde tot een rondzwervende, ongevaarlijke bende zonder toereikende voorraden te vervallen. Zij nam het persoonlijk op zich om 500 kilometer te voet en met de fiets heen en weer te reizen naar de stad Châteauroux, waar een radioman de verbinding met Londen kon heropenen.
De route ging dwars door de linies van de vijand, berg op, berg af, maar de onstuitbare agente wist het in drie etmalen te klaren. Druipend van het zweet en uitgeput keerde ze terug bij haar maquisards in het dorp Saint-Santin. Ze barstte in tranen uit, leegde enkele glazen brandy en gebruikte de volgende drie dagen om te bekomen van de gillende zadelpijn.
Gestapo wordt verdreven
Door de herstelde verbinding met Londen werden juli en augustus 1944 een ware triomf voor Nancy Wake en haar maquisards. Nieuwe strijders meldden zich, en doordat ze met zovelen waren konden ze de Duitsers het leven zuur maken met constante aanvallen op konvooien, hinderlagen en sabotageacties. Het verzet verdreef ook de Gestapo uit de stad Montluçon.
Nancy Wake nam deel aan enkele hinderlagen en een spoorwegaanslag, maar was meestal druk bezig met leidinggeven. Ze coördineerde de wapen- en materiaaldroppings en verdeelde de voorraden onder de troepen. Nu en dan beloonde Londen haar inspanningen door pakjes voor haar mee te sturen met gezichtscrème en lippenstift.
Op 15 augustus 1944 gingen de geallieerden in Zuid-Frankrijk aan land. Een maand later viel het Vichy-bewind en was het land goeddeels bevrijd. Toen pas hoorde Nancy dat haar man, Henri Fiocca, door de Gestapo gemarteld en vermoord was. Ze had de oorlog overleefd, maar haar hart was gebroken.
Zowel de VS, Groot-Brittannië als Frankrijk beloonden haar met medailles voor haar inzet.
14 van de 40 vrouwen kwamen om

14 vrouwelijke SOE-agenten lieten het leven – de meeste door executie.
Lang niet alle 40 vrouwen die de SOE in de oorlog naar Frankrijk uitzond, kwamen heelhuids uit de verschrikkingen van de oorlog, zoals de kordate Nancy Wake. De SOE had de vrouwen gewaarschuwd dat nauwelijks de helft van hen het er levend vanaf zou brengen.
En inderdaad vonden 14 van de 40 vrouwelijke SOE-agenten in de oorlog de dood. De meesten van hen hadden de gewelddadige verhoormethoden van de Duitse veiligheidsdienst doorstaan, voordat ze naar een kamp werden doorgestuurd en geëxecuteerd – meestal zonder iets van betekenis losgelaten te hebben.
Maar de overlevenden praatten zo weinig over wat ze meegemaakt hadden, dat pas nu duidelijk begint te worden hoeveel de inzet van de SOE-vrouwen heeft betekend.