De conservatieve Britse premier Neville Chamberlain ziet er bleekjes, maar vastberaden uit als hij op 10 mei 1940 de ontvangstruimte van Buckingham Palace in Londen betreedt. Een uur eerder heeft hij te horen gekregen dat Labour, de arbeiderspartij, niet onder zijn leiding in de regering wil gaan zitten.
Een coalitie van de twee grootste partijen van Groot-Brittannië is volgens iedereen de enige manier om het land veilig door de oorlog tegen nazi-Duitsland te loodsen, maar het toegeeflijke beleid van Chamberlain jegens de Führer is velen in het verkeerde keelgat geschoten.
‘Ik neem aan dat u niet weet waarom ik u heb ontboden?’ George VI tegen zijn nieuwe premier Winston Churchill
Als Labour de regering in gaat, moet de oude premier wijken. Dat is een keiharde voorwaarde.
Een teleurgestelde Chamberlain deelt koning George VI neutraal en waardig mee dat hij aftreedt. Met een zwaar gemoed aanvaardt de vorst het vertrek van de premier. De gevoelens zijn oprecht: de twee mannen hebben altijd een uitstekende werkrelatie gehad. Groot-Brittannië gaat een onzekere tijd tegemoet.
Hitler begint de blitzkrieg
10 mei 1940: Hitler heeft ’s morgens vroeg het startsein gegeven voor Fall Gelb: een grootschalige operatie met drie legergroepen om Frankrijk te verslaan.
Duitse tankdivisies trekken Nederland, België en Luxemburg binnen. Ze denderen dwars door alle obstakels, en de soldaten die in hun kielzog volgen, rekenen af met het verzet.

De Duitsers rukten in de zomer van 1940 snel op door de Benelux en Frankrijk.
De invasiemacht dringt tot ver achter de landsgrenzen door, en vrijwel heel Luxemburg is aan het eind van de dag in Duitse handen. Frankrijk is het volgende doel. Het Westfront wankelt.
Churchill bezoekt de koning
10 mei, 18.00 uur: Na intensieve politieke onderhandelingen is er een nieuwe regeringsleider: de 65-jarige Winston Churchill.
De koning verzoekt Churchill plaats te nemen en kijkt hem vragend aan.
‘Ik neem aan dat u niet weet waarom ik u heb ontboden?’ vraagt de vorst.
‘Nee, uwe majesteit,’ antwoordt Churchill met typisch Britse onderkoelde humor. ‘Ik heb echt geen flauw idee.’
De koning lacht. ‘Ik wil u verzoeken een regering te vormen,’ zegt hij.

Tijdens de Schemeroorlog hadden geallieerde piloten tijd om slagen uit te vechten op het schaakbord.
Schemeroorlog eindigde met vuurwerk
De Britten verklaarden de Duitsers in september 1939 de oorlog, maar pas acht maanden later werd er gevochten aan het Westfront.
Toen Duitsland op 1 september 1939 Polen binnenviel, verklaarden de Britse en Franse regering het land de oorlog. Maar gevechtshandelingen bleven uit.
De Fransen vielen weliswaar op 7 september de Duitse deelstaat Saarland binnen, maar negen dagen later trokken ze zich weer terug. De bloedbaden van de Eerste Wereldoorlog lagen nog vers in het geheugen, en de bevolking van beide landen zat niet op een herhaling te wachten.
De Britten namen even de wapens op toen Hitler op 9 april 1940 Noorwegen binnenviel, maar gaven het land op. In de rest van Europa gebeurde niets, en deze periode staat bekend als de Schemeroorlog. Die eindigde toen Hitler op 10 mei 1940 de blitzkrieg in gang zette.
De benoeming van Churchill komt voor veel Britten als een verrassing. Hij heeft een lange staat van dienst als lid van het Lagerhuis en minister, onder meer van marine. Maar zijn nieuwe functie is hem op het lijf geschreven. Als hij na de audiëntie op Buckingham Palace weer thuis is en alles laat bezinken, voelt hij zich beter dan ooit.
‘Het voelde alsof het lot en ik gelijk opliepen en mijn leven tot nu toe slechts een voorbereiding was geweest op dit uur en deze beproeving,’ schrijft Churchill over de gebeurtenissen van die dag.
Bloed, zweet en tranen
13 mei, 13.45 uur: Tot frustratie van Churchill en zijn nieuwe oorlogskabinet zijn de Duitse tanks een dag eerder dwars door de Ardennen gereden en zijn ze door de Franse linies gebroken. Ze koersen af op het Kanaal.
Wie had verwacht dat Churchill zou proberen de Britten valse hoop te geven, komt van een koude kermis thuis. ‘Het enige wat ik u kan bieden is bloed, hard werk, tranen en zweet,’ zegt de premier in een toespraak in het Lagerhuis.
‘We staan,’ vervolgt hij, ‘aan de vooravond van een beproeving van de pijnlijkste soort. Voor ons liggen maanden van strijd en lijden.’
‘Nou, ik had in ieder geval de aandacht van dat stelletje.’ Churchill na zijn eerste speech als premier in het Lagerhuis
Zijn stem verraadt de ernst van de situatie, maar zijn woorden krijgen steeds meer kracht.
‘U kunt vragen wat ons beleid is. Ik zou antwoorden: oorlog voeren, te land, ter zee en in de lucht, met al onze macht en met alle kracht die God ons kan geven. Oorlog voeren tegen een monsterlijke tirannie die nooit overtroffen is in de donkere, betreurenswaardige geschiedenis van menselijke misdaden.’
De woorden rollen inmiddels van Churchills lippen.
‘U kunt vragen wat ons doel is. Ik kan antwoorden met één woord: overwinning. Overwinning tegen elke prijs!’

Churchill was het brein achter de mislukte geallieerde landing op Gallipoli in de Eerste Wereldoorlog.
Van fiasco naar succes
Winston Churchill was een van de grootste leiders van de 20e eeuw, maar zijn eerste politieke en militaire avonturen mislukten jammerlijk.
Churchill droomde al in zijn jonge jaren van het leiden van een grote militaire operatie. Die droom werd een nachtmerrie toen hij in de Eerste Wereldoorlog als minister van Marine een invasie van het Turkse schiereiland Gallipoli op touw zette. Alles liep fout, en 44.000 geallieerde soldaten sneuvelden.
Churchill was verantwoordelijk voor de operatie en moest aftreden. Maar de ambitieuze politicus liet zich niet uit het veld slaan. Hij meldde zich aan het Westfront, waar hij luitenant-kolonel werd. Op het slagveld voerde Churchill een reeks gewaagde acties uit. Dat viel op, en in 1917 werd hij naar Londen geroepen als minister van Bewapening.
In de jaren daarna stond Churchill vooral bekend als politieke windvaan. Maar toen Hitler in 1933 de macht had gegrepen en zijn land begon te bewapenen, groeide Churchill in zijn rol en hield hij donderpreken over de Duitse dreiging.
‘Hitler vormt het grootste gevaar voor het rijk,’ zei hij in 1936. ‘Stop hem. Het moet nu gebeuren,’ waarschuwde hij.
Toen de Duitse tanks een paar jaar later Europa onder de voet liepen, kreeg Churchill de kans zich te revancheren voor Gallipoli.
Hij besluit zijn toespraak met een oproep aan de zaal.
‘Doe mee – laten we samen optrekken!’
Er volgt een staande ovatie. Het is een teken dat de nieuwe regering van conservatieven en socialisten het vertrouwen van het parlement geniet. De toon is gezet. Churchill wil in de donkere tijd die wacht de vechtlust van de Britten aanwakkeren.
‘Nou, ik had in ieder geval de aandacht van dat stelletje,’ mompelt de premier triomfantelijk tegen zijn persoonlijke assistent Desmond Morton als hij de zaal verlaat.
Churchill bezoekt Frankrijk
16 mei, 17.00 uur: Duitse tanks rukken met luchtsteun op door Frankrijk. Het strategisch belangrijke Sedan is gevallen, en de Duitsers staan op nog maar 177 kilometer van Parijs.
De sfeer is bedrukt in het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Quai d’Orsay op de linkeroever van de Seine in Parijs wanneer Churchill aan het eind van de middag arriveert voor overleg. Hij wil zijn bondgenoten een hart onder de riem steken.
Premier Paul Reynaud, minister van Defensie Édouard Daladier en generaal Maurice Gamelin, de opperbevelhebber van het leger, staan bedrukt om een tafel in een van de elegante zalen van het ministerie.
‘De Duitse tanks rukken sneller op dan wie dan ook voor mogelijk had gehouden,’ legt Gamelin uit. Hij geeft een kort overzicht over de situatie aan het front. Als hij uitgesproken is, blijft het onheilspellend stil.
‘Ons leger mag niet afgeslacht worden of zich overgeven. Nee, dat kan nooit gebeuren. We moeten het daar weghalen!’ Churchill besluit tot een evacuatie uit Duinkerken
Churchill doorbreekt het zwijgen. ‘Waar zijn uw reserves?’
Gamelin haalt zijn schouders op.
‘Aucune,’ antwoordt hij. Geen.
Churchill staat paf. Terwijl hij zijn gedachten op een rijtje zet, kijkt hij uit het raam. De tuin van het ministerie staat blauw van de rook. Die komt van grote vuren waar documenten, met kruiwagens aangevoerd door piekfijn geklede ambtenaren, worden verbrand om te voorkomen dat ze in Duitse handen vallen.
De moed zakt de premier in de schoenen. De evacuatie van Parijs is al begonnen.
Duinkerken is laatste uitweg
23 mei: De oprukkende Duitsers bedreigen het expeditieleger van 200.000 man, dat de Britten vlak na het uitbreken van de oorlog in september 1939 naar Frankrijk hebben gestuurd. De troepen bevinden zich nu aan de Franse Kanaalkust.
Churchill ijsbeert voorovergebogen met zijn handen op zijn rug door de commandoruimte van de admiraliteit in Londen. Hij is woedend over het gebrek aan vechtlust bij de Fransen en maakt zich grote zorgen over het lot van de Britse soldaten in Frankrijk. Hij praat hardop tegen zichzelf:
‘Ons leger mag niet afgeslacht worden of zich overgeven. Nee, dat kan nooit gebeuren. We moeten het daar weghalen!’
Video: Bekijk het oorlogstuig dat de Britten bij Duinkerken achterlieten.
Het Britse expeditieleger moest het grootste deel van zijn materieel achterlaten in Frankrijk.
Plotseling staat Churchill stil. Hij heeft zijn besluit genomen. De mannen moeten gered worden, al gaat de helft van hun materieel daarbij verloren. De premier kijkt de leden van de defensiecommissie strak in de ogen:
‘Als we die mannen kwijtraken, verliezen we de oorlog. Onze mannen moeten zich een weg vechten naar Duinkerken. Als ze daar zijn, haalt de marine hen op.’
Een spectaculaire reddingsactie begint vorm te krijgen in het hoofd van Churchill.
Een noodlottig bericht
25 mei, 21.00 uur: Een Britse eenheid van zo’n 4000 soldaten onder leiding van brigadegeneraal Claude Nicholson moet de Duitsers ophouden terwijl de rest van het leger wordt geëvacueerd uit Duinkerken.
'Wij hebben de grootste bewondering voor uw uitmuntende verdediging. Evacuatie zal niet (herhaal niet) plaatsvinden, en de daarvoor beoogde vaartuigen keren terug naar Dover,’ luidt het bericht dat de premier zojuist naar brigadegeneraal Claude Nicholson heeft gestuurd.

Adolf Hitler tuurt naar de Britse kust als hij na de verovering van Frankrijk de Kanaalkust bezoekt.
Führer wilde Engeland breken
Hitler keek op naar de Britten en hoopte op een vriendschapsverdrag. Maar door het koppige verzet van Churchill sloeg de bewondering van de Führer om in blinde haat.
Vóór de oorlog had Hitler niets tegen Engeland. Hij zag de Britten als een arisch broedervolk en het Britse Rijk als voorbeeld. Dat laatste was vooral ingegeven door de onderdrukking van andere volken. Dat zagen de nazi’s ook wel zitten.
De dictator moest langzaam maar zeker inzien dat een pact er niet inzat. Een paar keer probeerde Hitler de Britten ertoe te bewegen de ‘verstandige’ keuze te maken en het Duitse gezag te erkennen.
Hitlers frustratie groeide gestaag, en na het eerste nachtelijke bombardement in augustus 1940 noemde hij de Britten ‘nachtpiraten’. Ook Churchill moest het ontgelden: in pamfletten die Duitse vliegtuigen afwierpen werd de premier voor ‘gangster’ en ‘oorlogsmisdadiger’ uitgemaakt.
Als Churchill daarna om de tafel gaat zitten met zijn adviseurs, wordt hij fysiek misselijk van de gedachte dat de troepen van Nicholson zullen sterven of in handen van de nazi’s zullen vallen. Hij gaat naar buiten om over te geven.
Muiterij dreigt in Churchills regering
26 mei: Terwijl Nicholsons soldaten tot de laatste man vechten, luncht Churchill in Londen met de Franse premier Paul Reynaud. Die vertelt de Britse premier dat Frankrijk de strijd weldra moet staken.
Vanwege het nieuws van de aanstaande Franse nederlaag is de stemming bedrukt tijdens de vergadering van het Britse oorlogskabinet die middag. Churchill luistert met een naar voorgevoel naar de woorden van minister van Buitenlandse Zaken lord Halifax.
Omdat Italië neutraal is, kan Mussolini misschien bemiddelen tussen Hitler en de Britten, stelt hij voor. Zou Churchill ‘bereid zijn over voorwaarden te praten als die onze zelfstandigheid in stand houden?’ vraagt de minister.
Halifax steunde destijds het verzoenende beleid van Chamberlain, en zelfs in het oorlogskabinet pleit hij nog voor een vreedzame oplossing.

De Britse Home Guard patrouilleerde langs de kust en bewaakte luchtmachtbases in Groot-Brittannië.
Oude knarren beschermden het eiland
Sinds oktober 1939 pleitte Churchill voor de oprichting van een burgerbescherming: een leger van burgers dat in geval van oorlog fabrieken en communicatielijnen moest beschermen. Op 14 mei 1940 was het zo ver.
Mannen tussen de 17 en 65 konden zich aanmelden, maar de bovengrens werd niet gehandhaafd. Het oudste lid was vermoedelijk Andrew Parr, die in 1941 zijn 82e verjaardag vierde.
In juli telde de eenheid 1,5 miljoen man, en op aangeven van Churchill kreeg die de korte en krachtige naam Home Guard.
Churchill houdt zich in, zij het met moeite. Om verdeeldheid in het land te voorkomen heeft hij Halifax laten zitten als minister van Buitenlandse Zaken, maar al dat gepraat over onderhandelingen maakt hem woest. De premier mompelt wat, maar formuleert uiteindelijk een diplomatiek antwoord:
‘De enige veilige uitweg is Hitler ervan overtuigen dat hij ons niet kan verslaan.’
De premier is vastberaden zich tot het laatst tegen Hitler te verzetten. Maar hij is bang dat Halifax de andere ministers tegen hem zal opzetten.
Halifax op zijn nummer gezet
28 mei: Op bevel van koning Leopold geven de Belgische strijdkrachten zich over. Een Duitse invasie van Engeland lijkt reëel. Achter de schermen heeft Halifax het nog steeds over bemiddeling.
Op elke plek van de vergadertafel van de ministers ligt een papier. ‘We zijn niet geïnteresseerd in de mogelijkheden voor een nederlaag. Die zijn er niet,’ luidt de bondige tekst op de vellen.
Het zijn de woorden van koningin Victoria, gesproken tijdens de ‘zwarte week’ van de Boerenoorlog in 1899, toen er 2776 Britse doden te betreuren waren.
Als iedereen plaatsgenomen heeft, neemt Churchill het woord.
‘We kunnen nog een tegenslag verwachten. We weten dat Herr Hitler van plan is de Britse Eilanden binnen te vallen.’ Churchill in een toespraak in het Lagerhuis, 4 juni 1940
‘Ik heb me de afgelopen drie dagen uitgebreid afgevraagd of het mijn plicht is te onderhandelen met die man,’ zegt hij.
Churchill duidt Hitler vaak aan met ‘die man’, uitgesproken met nauwelijks verholen walging.
‘Maar het is ondenkbaar dat we, zelfs als we nu vrede zouden sluiten, betere voorwaarden zouden krijgen dan als we vechten,’ vervolgt hij. Groot-Brittannië zal zijn marine verliezen en eindigen als ‘slavenstaat’, bezweert de premier.
Hij leest zijn woorden bij wijze van uitzondering niet op van papier, maar hij spreekt met overtuiging:
‘Ik weet zeker dat ieder van u zou opstaan en mij van mijn stoel zou slaan als ik ook maar overwoog om te onderhandelen of te capituleren.’
Elitejongen werd oorlogsheld
Winston Churchill groeide als enig kind op in een aristocratisch gezin. Maar hij ging al snel zijn eigen gang, en uiteindelijk speelde hij zich daarmee bij de hele natie in de kijker.

Liefde was niet wederzijds
Zoals gebruikelijk in de bovenklasse werd Churchill opgevoed door een kindermeisje en bracht hij weinig tijd met zijn ouders door. Toch verafgoodde hij zijn moeder, de rijkeluisdochter Jennie Spencer-Churchill, al leek de liefde niet wederzijds.
Pictorial Press Ltd/Imageselect

Ontsnapping maakte hem tot held
Churchill vestigde voor het eerst de aandacht op zich toen hij in 1899 als verslaggever tijdens de Boerenoorlog in Zuid-Afrika gevangengenomen werd door de Boeren. Met een spectaculaire ontsnapping uit de gevangenis werd Churchill een held aan het thuisfront.
The Print Collector/Imageselect

Officier in de vuurlinie
In de Eerste Wereldoorlog klom Winston Churchill aan het Westfront op tot luitenant-kolonel. Een van zijn taken was het inspecteren van het niemandsland tussen de loopgraven, en hij werd meerdere keren onder vuur genomen door de vijand.
Fremantle/Imageselect

Mevrouw Churchill verdedigde haar man
Het huwelijk tussen Winston Churchill en de officiersdochter Clementine Hozier lijkt gelukkig te zijn geweest. Clementine was onvoorwaardelijk loyaal aan haar man en stond bekend om haar scherpe replieken aan het adres van diens politieke tegenstanders.
Interfoto Friedrich/Imageselect
De premier besluit zijn geïmproviseerde toespraak met de dramatische woorden:
‘Als het lange verhaal van dit eiland toch moet eindigen, laat het dan pas eindigen als iedereen stikkend in zijn eigen bloed op de grond ligt.’
Even is het stil, dan barst het gejuich los. Ministers staan op en kloppen Churchill op de schouders. Als het oorlogskabinet die dag om 19.00 uur bijeenkomt, trekt Halifax zijn onderhandelingsvoorstel in. Churchill is tevreden. Hij heeft de machtsstrijd in zijn regering gewonnen en kan zich nu op Hitler concentreren.
Op het laatste moment gered
3 juni: Churchill heeft de evacuatie van het expeditieleger in gang gezet. Na een oproep van de premier krijgt de marine hulp van vissersboten, plezierjachten en andere particuliere vaartuigen. Zo’n 700 schepen nemen deel aan de reddingsactie bij Duinkerken.
Bernard Kaye, sergeant van het 16e Aanvalseskader van de koninklijke genietroepen, rilt van de kou in de vroege ochtend aan de Kanaalkust. Het begint licht te worden, en daarmee neemt de kans om te sterven aanzielijk toe.
De Duitse tanks vallen nooit zo vroeg aan, maar nu hoort hij, nog slaapdronken, het lawaai van motoren in de verte. Dan trekt een ander geluid zijn aandacht.

In totaal werden in mei en juni 1940 338.266 geallieerde soldaten geëvacueerd vanaf het strand bij het Franse Duinkerken.
Er stijgt een geroezemoes op onder de soldaten die net als hij naar de kade zijn gekomen. Als hij het woord ‘schepen’ hoort, veert hij op.
Daar, uit de schemering, komen een paar masten tevoorschijn. Een vissersboot legt aan. Uit de lange, merkwaardige naam leidt hij af dat het een Nederlands vaartuig is.
‘Niet groot, maar groot genoeg,’ denkt Kaye terwijl hij via een stalen ladder aan boord gaat.
Korte tijd later vaart de boot vol soldaten weer uit. Op het strand achter hen schiet een enorme vlam de lucht in als een oliedepot in brand vliegt. Aan de andere kant glinsteren de witte rotsen van Dover in de ochtendzon. Kaye is op het laatste nippertje ontkomen.
Churchill spreekt in het Lagerhuis
4 juni: Churchills evacuatie van Duinkerken is een succes. 338.266 geallieerde soldaten zijn gered. Op het strand moeten de Britten echter 2472 kanonnen, 20.000 motorfietsen en 65.000 andere voertuigen achterlaten, en het leger is er niet best aan toe.
Groot-Brittannië is in het nauw gedreven, en dat beseft Churchill als hij het woord neemt in het overvolle Lagerhuis. Hij realiseert zich ook dat het zijn taak is om een uitweg uit deze crisis te vinden. Zoals gewoonlijk steekt hij de ernst van de situatie niet onder stoelen of banken.
‘We kunnen nog een tegenslag verwachten. We weten dat Herr Hitler van plan is de Britse Eilanden binnen te vallen.’
Maar de Britten staan klaar om te vechten, zegt Churchill. In niet mis te verstane bewoordingen doet hij een beroep op de Britse verzetsbereidheid.
Video: De Britten luisteren naar Churchills toespraak
Churchill wilde de Britten met zijn toespraken ertoe aanzetten de strijd tegen Hitler vol te houden.
‘We verdedigen ons eiland tegen elke prijs. We zullen vechten op de stranden, we zullen vechten op de vliegvelden, we zullen vechten in de velden en in de straten, we zullen vechten in de heuvels. We zullen ons nooit overgeven!’ zegt hij met aanzwellende stem.
Als Churchill gaat zitten, voegt hij er zachtjes aan toe:
‘En we zullen vechten met kapotte bierflesjes, want dat is verdomme het enige wat we nog hebben.’
Die woorden verdrinken in het daverende applaus. Churchill slaat de reactie tevreden gade en ziet dat meerdere Lagerhuisleden tot tranen toe geroerd zijn.
Parijs ligt onder vuur
11 juni: De Duitsers rukken op. De Franse regering heeft Parijs een dag eerder verlaten, en premier Reynaud vraagt om een ontmoeting met Churchill.
In een laatste poging om de Fransen ertoe aan te zetten door te vechten is Churchill naar het kasteel Château du Muguet in Midden-Frankrijk gevlogen. Kort na aankomst probeert hij het met een citaat van de Franse staatsman Georges Clemenceau uit de Eerste Wereldoorlog:
‘Ik zal vóór Parijs vechten, in Parijs en achter Parijs.’
Philippe Pétain, opperbevelhebber en vicepremier, antwoordt dat de Fransen toen 60 divisies hadden en nu niet één.
Dan neemt premier Reynaud het woord. De Duitsers naderen Parijs in rap tempo, legt hij uit. Hij heeft Britse vliegtuigen nodig.
‘Dit is het beslissende punt en het beslissende moment,’ zegt Reynaud indringend. ‘Het is dus verkeerd om ook maar één squadron in Engeland te houden.’

Tijdens een ontmoeting op het 19e-eeuwse Château du Muguet op 11 juni 1940 weigerde Churchill gevechtsvliegtuigen naar Frankrijk te sturen.
Churchill kijkt zijn Franse collega strak aan.
‘Dit is niet het beslissende punt, noch het beslissende moment,’ antwoordt hij. ‘Dat moment komt als Hitler de Luftwaffe inzet tegen Groot-Brittannië. Als wij de heerschappij in het luchtruim behouden en de zeeën open houden, winnen we alles weer voor jullie terug.’
Reynaud vraagt nerveus wat de Britten van plan zijn als er een invasie komt. Die vraag prikkelt Churchill.
‘Dat heb ik niet precies bedacht,’ zegt hij kortaf. ‘Maar ik stel me zo voor dat we er zo veel mogelijk onderweg verzuipen en de rest op hun kop slaan als ze aan land proberen te klauteren.’
In het vliegtuig naar huis slaat de twijfel echter toe bij Churchill. ‘Jij en ik kunnen over drie maanden dood zijn,’ merkt hij op tegen zijn militaire adviseur Hastings Ismay.
Drie dagen later valt Parijs. Churchill staat er nu alleen voor.
Frankrijk capituleert
2 juli, kort na middernacht: Reynaud is afgetreden, en als nieuwe regeringsleider heeft Pétain vrede gesloten met Duitsland. De Franse marine, na de Britse de grootste van Europa, ligt voor anker bij Oran in Algerije. Churchill is bang dat de schepen in handen van Hitler vallen.
De bladeren ritselen in de wind als Winston Churchill kort na middernacht de tuin van de premierswoning aan Downing Street 10 in loopt. In het donker stapt hij haast manisch over het pad rond het grasveld. Hij heeft het pijnlijkste besluit van zijn leven genomen, en dat heeft hij alleen gedaan: hij gaat bevel geven tot een aanval op de Franse marine.
De beslissing drukt zwaar op Churchills schouders terwijl hij de wind trotseert. Als premier kan hij niet toestaan dat Hitler de Franse schepen te pakken krijgt, maar hij vreest de reactie van de Fransen. Het ergste wat er kan gebeuren is dat zijn Franse bondgenoten zich na de vernietiging van hun vloot aansluiten bij Hitler, maar dat risico moet Churchill maar nemen.

In Londen hielden leden van het Royal Observer Corps het luchtruim scherp in de gaten. Ze sloegen alarm als ze Duitse vliegtuigen spotten.
Na een paar minuten keert hij terug naar de vergaderruimte waar zijn kabinet bijeen is. Hij heeft zichzelf herpakt en kan zich weer op zijn werk concentreren. Later die dag schrijft hij een order aan admiraal James Somerville, de bevelhebber van de Britse vloot in Gibraltar.
‘U krijgt een van de meest onaangename en moeilijke opdrachten waar een Britse admiraal ooit mee geconfronteerd is,’ begint Churchill zijn bericht. Het bevel is echter duidelijk: Somerville moet de Franse marineschepen bij Oran tot zinken brengen.
De Slag om Engeland begint
10 juli: De Fransen zijn woedend dat de Britten zeven dagen eerder hun vloot bij Oran tot zinken hebben gebracht. Maar de actie heeft Luftwaffebaas Hermann Göring ervan overtuigd dat er grof geweld nodig is om de Britten aan de onderhandelingstafel te krijgen. Göring stelt een directief op: vernietig de Royal Air Force, en leg het scheepsverkeer plat.
Na een grijze, regenachtige ochtend schijnt de zon weer boven het zuiden van Engeland. Vanuit zijn Hurricane-jachtvliegtuig ziet squadroncommandant John Thompson de schepen op het Kanaal ver onder zich. Maar plotseling krijgt hij iets heel anders aan zijn hoofd.
Video: Kijk hoe de RAF-piloten tegen de Luftwaffe vochten
Vanaf juli 1940 werd er fel gevochten in het luchtruim boven Groot-Brittannië.
Een formatie Duitse bommenwerpers gevolgd door Messerschmitt-jagers komt recht op hem en zijn eenheid af. De twee groepen naderen elkaar op hoge snelheid. Als de Duitse zwerm ineens omdraait, ziet Thompson zijn kans schoon. Hij vuurt zijn mitrailleur af en haalt een Duits toestel neer. De Slag om Engeland is begonnen.
Foto moet moreel opvijzelen
21 juli: De Luftwaffe bestookt de Britse bases vanuit de lucht. Zo willen de Duitsers Groot-Brittannië verzwakken vóór de invasie. 45 Britse vliegtuigen gingen er tussen 8 en 21 juli verloren.
Om het Britse moreel op te vijzelen inspecteert Churchill de verdediging. Vandaag is hij in Hartlepool in Midden-Engeland, waar zijn blik valt op een soldaat met een Amerikaans Thompson-machinepistool. Dat brengt de premier op een idee.

Als premier zag Churchill de waarde van een goede persfoto in.
Resoluut grist Churchill het wapen uit de handen van de soldaat, en hij draait zich om naar de fotograaf die hem volgt. Als de man zijn camera optilt, richt Churchill het machinepistool naar voren, alsof hij langs de kust patrouilleert.
De foto van de staatsman in krijtstreeppak met hoge hoed en sigaar die de vijand een warm onthaal bereidt, maakt veel los bij de Britten. Mede dankzij deze pr-stunt staat de bevolking als één man achter hem, en Churchill weet dat hij die steun de komende maanden hard nodig zal hebben.
Dappere piloten verdedigen vaderland
16 augustus: De luchtoorlog is op zijn hoogtepunt. Drie dagen eerder vloog de Luftwaffe 1485 missies boven Engeland. De Britten zijn bijna murw gebeukt.
Alle piloten van de luchtmachtbasis staan in het gelid als Churchill arriveert. Hij schudt ze allemaal de hand. De premier is het rijtje nog niet af of het alarm gaat. De Luftwaffe valt aan. De mannen pakken hun spullen en rennen naar de vliegtuigen.

Als het alarm ging, renden de Britse piloten naar hun toestel om op te stijgen en de confrontatie met de Luftwaffe aan te gaan.
Churchill volgt de luchtslagen vanuit een ondergrondse bunker, waar RAF-personeel de Duitse formaties intekent op grote kaarten. Pas ’s avonds, als de gevechten geluwd zijn, loopt hij weer naar zijn auto.
‘Praat niet tegen me, ik ben nog nooit zo aangedaan geweest,’ zegt Churchill tegen zijn adviseur Hastings Ismay.
Een zinnetje krijgt vorm in het hoofd van de premier, en hij leunt naar voren vanaf de achterbank.
‘Nooit eerder in de oorlogsgeschiedenis hebben zo velen aan zo weinigen zoveel te danken gehad,’ zegt hij. Die woorden vormen de punchline van de toespraak die Churchill vier dagen later in het parlement houdt.
Wijk ligt in puin
8 september, ’s middags: De Duitsers bombarderen Britse steden om de weg te bereiden voor de invasie. Een dag eerder zijn in Londen 300 burgers omgekomen bij een luchtaanval.
Churchill voelt een steek op zijn borst. Vanuit de auto ziet hij de kapotgebombardeerde huizen in East End, de armste wijk van de Britse hoofdstad. De auto stopt bij een schuilkelder waar 40 doden zijn gevallen. Binnen de kortste keren staat er een menigte om de wagen heen.

Tijdens de intensieve luchtaanvallen op Londen in 1940 en 1941 kwamen ruim 40.000 burgers om.
‘Goeie ouwe Winnie,’ klinkt er als de premier uitstapt, ‘We dachten wel dat je zou komen. We kunnen het aan. Geef ze van katoen.’
Churchill raakt geëmotioneerd en voelt dat de tranen over zijn wangen stromen.
‘Kijk dan, nou kunnen jullie zelf zien dat hij om ons geeft. Hij huilt,’ zegt een oude vrouw terwijl de premier zich een weg door de menigte baant.
Churchill bezoekt RAF-basis
16 september: Churchill heeft de vliegtuigproductie flink opgevoerd. In de eerste vier maanden van het jaar leverden de fabrieken 2729 vliegtuigen af, maar van mei tot augustus 1940 waren dat er al 4578.
Churchill volgt de luchtgevechten met ingehouden adem vanaf zijn plaats in de bunker. Hij zit 18 meter onder de grond op de RAF-basis in Uxbridge ten westen van Londen. Een groot bord geeft met elektrische lampen de status van alle squadrons aan. Een rode lamp betekent dat het squadron in de lucht is. Churchill siddert als het hele bord oplicht.

De Duitsers wilden met de bombardementen de vechtlust van de Londenaren breken.
‘Welke andere reserves hebben we?’ vraagt hij de commandant.
‘Geen,’ luidt het korte antwoord.
Churchill is zo uitgeput van de spanning dat hij bij thuiskomst om 16.30 uur in een diepe slaap valt. Pas om 20.00 uur wordt hij weer wakker. Nerveus belt hij een van zijn secretarissen, John Martin. Die heeft een paar slechte berichten, maar voegt eraan toe:
‘Maar wat er in de lucht is gebeurd, maakt alles goed. We hebben 183 vliegtuigen neergehaald en er maar 40 verloren!’
Later bleek dat de Duitsers in werkelijkheid maar 56 toestellen kwijtraakten, maar dat maakt voor de conclusie niet uit: het gaat beter. Churchill slaakt een zucht van verlichting.
Het vaderland is gered
Londen, 24 oktober: De Sag om Engeland is gewonnen. Een Duitse invasie is nu geen reële dreiging meer voor Groot-Brittannië.
Churchills auto rijdt langzaam langs de menigte die op de been is om hem toe te juichen na een inspectie in Schotland. De premier zwaait naar het publiek.
‘Ze blijven me nog wel een jaar of twee toejuichen.’ Churchill, als het volk hem in 1940 huldigt
‘Ik vertegenwoordig voor hen,’ zegt hij filosofisch, ‘iets wat ze van ganser harte kunnen steunen: de vastberadenheid om te winnen.’
En droogjes voegt Churchill eraan toe:
‘Ze blijven me nog wel een jaar of twee toejuichen.’
Naschrift: Churchills vastberadenheid bracht Hitler op andere gedachten. De Führer stuurde zijn troepen niet het Kanaal over, maar Rusland in. Churchill verloor de verkiezingen in 1945, maar werd weer premier in 1951. Hij stierf in 1965 op 90-jarige leeftijd. Neville Chamberlain maakte de triomf van zijn opvolger niet mee. Hij overleed in november 1940 aan kanker.