Auto des doods hielp Hitlers officieren om zeep
Een van de 'geheime wapens' van de geallieerden tijdens de Tweede Wereldoorlog was de supersnelle en notoir onhanteerbare sportwagen Tatra. Hij was zo instabiel dat er meer nazikopstukken bij auto-ongelukken omkwamen dan in de strijd.

De sportauto Tatra vloog makkelijk uit de bocht. Veel bestuurders belandden dan ook in de berm of botsten tegen een boom.
Sportwagen was nazidoder
Groot, bliksemsnel en onhanteerbaar.
Dat waren de belangrijkste kenmerken van de Tsjecho-Slowaakse sportwagen Tatra, waar een groot aantal nazikopstukken tijdens de Tweede Wereldoorlog geen genoeg van konden krijgen. De Tatra, met name model 77a en 87, was dan ook een echte nazidoder.
Hitler was dol op de Tatra
De nazi's maakten kennis met de Tatra toen ze in 1938 Tsjecho-Slowakije annexeerden, waar de auto gemaakt werd. Hitler en de andere hooggeplaatste nazi's waren onder de indruk van het grote, luxueuze voertuig, dat ze beschouwden als de auto van de toekomst.
De Tatra werd al snel een must have voor elke zichzelf respecterende naziofficier.
Auto was onbestuurbaar
Met een maximumsnelheid van meer dan 160 km/h en een goede grip op de weg was de sportwagen gemaakt voor de lange Duitse Autobahnen. De nazi's gaven graag plankgas, maar vergaten vaak het grote zwakke punt van de Tatra: hij was zeer moeilijk te besturen wanneer het hard ging.
Bestuurders verloren daardoor regelmatig de macht over het stuur in scherpe bochten, en raakten van de weg. Vaak botsten ze tegen een boom.