Puffend en pruttelend reed de grote, zwarte locomotief het station van Petrograd binnen – het huidige Sint-Petersburg. Met een zucht kwam de trein tot stilstand en werden de wachtenden op het perron in een wolk van stoom gehuld.
Het was al na middernacht, maar er waren duizenden mensen op komen draven om een glimp van een van de passagiers op te vangen.
De meesten wisten niet eens hoe de man op wie ze wachtten eruitzag, maar uit het tumult dat rond een van de net uitgestapte treinreizigers ontstond, een klein mannetje met dun, rood haar en een baardje, konden ze opmaken dat het Vladimir Lenin was.
Hij was de man die beloofd had een eind te maken aan het totalitaire regime van de tsaar en de macht aan het volk te geven. De menigte verdrong zich om hem terwijl hij warme woorden sprak over de revolutie die hij zou leiden.
Na zijn toespraak barstten de zeelui en arbeiders die in groten getale naar het station waren gekomen in een luid gejuich uit, maar zijn aanhangers van het eerste uur schudden hun hoofd.
Lenin had 10 jaar lang in ballingschap doorgebracht en was het contact met de werkelijkheid verloren, vonden zij. Al tientallen jaren hadden de socialisten vergeefs geprobeerd de tsaar van de troon te stoten, en nu hadden ze door de Eerste Wereldoorlog een tekort aan weerbare mannen. Een omwenteling in Rusland leek verder weg dan ooit.
Maar Lenin kreeg gelijk. Nog geen jaar later had hij de heerschappij van de tsaar doorbroken en Rusland uit de oorlog teruggetrokken. Daarnaast had hij het fundament gelegd voor een staat die tot een supermacht uit zou groeien.
Lenin voerde de opstand echter niet in z’n eentje. Uit documenten van de Britse, Zwitserse en Zweedse inlichtingendiensten, de Pruisische politie, het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken en Russische archieven blijkt dat de Duitse keizer Wilhelm II van 1915 tot 1918 Lenin en de zijnen voorzag van ruim 26 miljoen mark, zo’n 70 miljoen euro nu.
Zonder het geld en de andere bijdragen van de Duitse keizer in de vorm van onder meer springstof en vervoer, had de Russische Revolutie wellicht nooit plaatsgevonden.
Lenin en keizer waren vreemd tweetal
Op het eerste gezicht lijkt het een merkwaardige samenwerking. Als socialist was Lenin tegen de koningshuizen met de bijbehorende erfopvolging en privileges. Daarnaast was de Duitse keizer een neef van de aartsvijand van Lenin, de Russische tsaar Nicolaas II.
Maar in feite hadden Lenin en de Duitse keizer er beiden belang bij om de Russische tsaar omver te werpen.
Voor Lenin blokkeerde Nicolaas de invoering van een socialistische republiek, en Wilhelm wilde gebruikmaken van de Eerste Wereldoorlog – die hij zelf mede begonnen was – om een aantal Russische buurlanden in te lijven bij zijn Groot-Duitsland.
Maar de tsaar had zich aan de zijde van Groot-Brittannië en Frankrijk geschaard, waardoor Wilhelm oorlog moest voeren op twee fronten. Om ervoor te zorgen dat Rusland zich uit de strijd zou terugtrekken zodat hij zich op het Westfront kon richten, moest Wilhelm een omwenteling vanbinnen uit bewerkstelligen.
Het plan van de keizer was gedurfd, maar niet onrealistisch. Sinds het eind van de 19e eeuw was het Russische volk steeds minder te spreken over de autoritaire tsaar.
Op het platteland leden de boeren honger; in de steden leefden de arbeiders in armoede. Ze moesten 11,5 uur per dag werken en konden de huur niet eens betalen van hun loon.
Het gewone volk had nauwelijks rechten, en vakbonden en stakingen waren streng verboden. Op 22 januari 1905 sloeg de vlam in de pan: een vreedzaam protest voor het Winterpaleis van de tsaar in Petrograd draaide op een bloedbad uit, waarbij de ongewapende menigte werd beschoten.
Hierna volgden jaren van demonstraties, die altijd met harde hand werden neergeslagen. In 1912 werden zo’n 200 stakende mijnwerkers doodgeschoten terwijl ze dekking probeerden te zoeken.
LEES MEER: Steek meer op over het verloop en de gevolgen van de Russische Revolutie.

Nicolaas II en Wilhelm II waren neven. De Eerste Wereldoorlog maakte een einde aan hun vriendschap.
Tussenpersoon meldt zich
In de Eerste Wereldoorlog sneuvelden honderdduizenden jonge Russen, en dat leidde tot veel verzet tegen de tsaar.
Om twee redenen had dit echter weinig kans van slagen: met politieke tegenstanders van de tsaar werd op hardhandige wijze afgerekend, en de verzetsbeweging was hopeloos verdeeld.
Liberaal-democraten stonden lijnrecht tegenover socialisten, maar ook binnen deze stromingen was men het vaak oneens.
Keizer Wilhelm en de Duitse regering roken een kans: als ze de juiste man naar voren konden schuiven die alle tegenstanders van de tsaar achter zich kon scharen, zouden de dagen van de monarchie geteld zijn.
De Duitsers kregen de oplossing bijna op een presenteerblaadje aangereikt: terwijl de oorlog in de winter van 1914-1915 in een dodelijke patstelling zat, werd er een brief bezorgd bij het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken.
Hij was van Alexander Parvus, een Russische socialist die had moeten vluchten na de rellen in 1905. Parvus bood een volledig uitgewerkt plan aan om een revolutie te ontketenen en Rusland uit de oorlog te krijgen.
Eerst moesten de socialisten tot een massale staking oproepen. Hierdoor zou er een revolutionaire beweging ontstaan die de maatschappij met sabotageacties en geweld zou ontwrichten, wat oorlog- voeren onmogelijk zou maken.
Wegen en bruggen in de steden en bij het front moesten verwoest worden. In de chaos konden de socialisten dan de macht grijpen, de tsaar afzetten en vrede met de Duitsers sluiten. Het enige wat Parvus nodig had was geld – veel geld –, wat springstof en Duitse bereidheid.
De Duitsers waren eerst sceptisch. Het ministerie werd zowat onder de voet gelopen door lieden die tegen een kleine vergoeding wel voor muiterij in de Zwarte Zeevloot wilden zorgen, Oekraïense boeren in opstand konden laten komen of protesten in Petrograd zouden organiseren.
Hier was nooit iets van terechtgekomen, maar Parvus had een troef in handen. Het eerste en belangrijkste onderdeel van zijn plan behelsde financiële ondersteuning van de Russische ‘meerderheidsgroepering’ door de Duitsers ‘De leider kunt u in Bern ontmoeten,’ schreef Parvus.
De ‘meerderheidsgroepering’ waren de bolsjewieken, en de leider was Lenin. De naam ‘bolsjewieken’, Russisch voor meerderheid, was echter misleidend, want de groep van Lenin maakte maar een klein deel uit van de socialistische tegenstanders van de tsaar.
Maar voor Duitsland waren de bolsjewieken zeer interessant, want zij wilden de oorlog zo snel mogelijk beëindigen.

In de jaren voor de revolutie bracht Lenin het socialisme in Europa aan de man.
Parvus en Lenin waren oude bekenden van elkaar: de pers waarmee Lenin zijn socialistische geschriften drukte, stond in het appartement van Parvus.
Lenin leefde net als Parvus in ballingschap in Europa, waar hij zich ontpopt had tot een belangrijke socialistische denker.
Dankzij zijn geestdrift oefende hij een grote aantrekkingskracht uit op anderen, en de Duitsers zagen wel wat in het aanbod om met deze begeesterde bolsjewiek in contact te komen.
Lenin zegt nee tegen Duitse wapenhandelaar
Met de zegen van het Duitse ministerie pakte Parvus in mei 1915 zijn koffers en reisde hij naar Bern in Zwitserland, waar hij Lenin in zijn stamrestaurant trof. Lenin nodigde Parvus uit om bij hem thuis verder te praten.
Beiden beweerden achteraf dat deze ontmoeting vruchteloos was geweest. Ondanks zijn revolutionaire inborst had Parvus een slechte naam bij andere socialisten.
Zo had de econoom in wapens gehandeld in Constantinopel en stond hij bekend om zijn flamboyante levensstijl en zijn voorliefde voor dure wijn, dikke sigaren en blonde vrouwen.
Lenin had dus goede redenen om het plan af te wijzen, en dat deed hij naar eigen zeggen dan ook. Nadat hij Parvus had uitgemaakt voor ‘Duitse sociaalchauvinist’, had Lenin hem de deur gewezen. Een beledigde Parvus ‘droop af met de staart tussen de benen,’ zo verklaarde Lenin later.
Of Lenin een loopje nam met de waarheid of dat Parvus erin slaagde om contacten te leggen met andere vooraanstaande bolsjewieken is niet bekend, maar veel wijst erop dat Parvus niet voor niets naar Bern is gegaan.
Niet veel later bereikten geld, wapens en springstoffen Rusland via het neutrale Denemarken. Kopenhagen was in de vroege oorlogsjaren een mekka voor speculanten, zwarthandelaren en zakenlui die allemaal een slaatje probeerden te slaan uit de strijd in Europa.
Net als veel andere handelaren verkocht Parvus allerlei benodigdheden aan de strijdende partijen: edelmetalen, tweedehands auto’s, vissersboten, cognac, condooms, medicijnen en andere artikelen werden driftig verhandeld tussen Denemarken, de VS, Groot-Brittannië, Frankrijk en Rusland.
Parvus huurde de Poolse immigrant Jakob Hanecki in als boekhouder, een actieve socialist die Lenin al jaren kende. Hoewel hun handel over het algemeen wel door de beugel kon, waren niet alle posten in de boekhouding even duidelijk omschreven.
Zo waren er grote bedragen overgemaakt zonder dat ze gespecificeerd waren, en volgens historici ging het hierbij om aankopen van wapens of om geld dat doorgesluisd werd naar de bolsjewieken.
Uit documenten van het archief van het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken blijkt dat Parvus eind 1915 om 20 miljoen roebel vroeg – circa 25 miljoen euro nu. In ruil voor dit bedrag zegde hij toe een revolutie in Rusland te ontketenen.
Een paar dagen later kreeg hij volgens een kwitantie het eerste miljoen. De revolutie kon beginnen.
Lenin maakt zware reis naar Rusland
Met het geld werd in eerste instantie propagandamateriaal bekostigd. Ook de stakingscomités kregen er een deel van, waarmee de bolsjewieken de economie konden ontwrichten.
Aanvankelijk leverde het weinig op. Slechts op een paar plaatsen braken er stakingen uit, en de tsaar zat nog stevig in het zadel. Langzaam maar zeker begon de door Duitsland gefinancierde propaganda echter effect te sorteren.
Soldaten deserteerden, en in de steden werd het onrustig. Stakingen en demonstraties breidden zich uit, tot Rusland in maart 1917 aan de rand van de afgrond stond.
Zelfs de soldaten die altijd trouw aan de tsaar geweest waren, kozen de kant van de demonstranten en weigerden op hen te schieten. De opstandelingen zetten de tsaar af en installeerden een interimregering bestaande uit liberale leden van het Russische parlement, de Doema.
Voor Lenin was het nu of nooit, maar hij zat vast in Bern. Tussen hem en Rusland lag Duitsland, ondanks alles voor hem als Rus vijandig gebied.
Frankrijk en Groot-Brittannië weigerden hem toe te laten, omdat ze maar al te goed beseften dat Lenin van plan was om Rusland terug te trekken uit de oorlog.
De Duitsers moesten iets doen. Als Lenin niet op tijd in Rusland aankwam, konden andere bewegingen, die er geen belang bij hadden om vrede te sluiten met Duitsland, de macht grijpen.
Dan zou al het geld dat de keizer in de bolsjewieken had gestoken weggegooid zijn. Lenin wilde zelf ook zo snel mogelijk naar Rusland afreizen, met of zonder hulp van de Duitsers.
‘We moeten nu vertrekken, ook als het een tocht door de hel wordt,’ zei hij tegen zijn vertrouwelingen. Papieren van het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken laten zien hoe Parvus en de Duitsers een oplossing vonden:
Lenin zou met een speciale trein voor hem en zijn gevolg reizen, dat bestond uit 31 van zijn familieleden, vrienden en medewerkers. De trein zou door Duitsland rijden, waarna het gezelschap per boot naar Zweden zou gaan.
Dan zouden ze per trein verder reizen door Finland, dat onder Russisch bewind viel, om uiteindelijk in Petrograd aan te komen.
De reis was strikt geheim, maar om een excuus te hebben als er iets gelekt zou worden, nodigden de Duitsers een aantal andere Russen in ballingschap uit om mee te gaan. Zo werd het een ‘speciaal transport voor Russen die terug willen keren’.
Lenin stelde ook voorwaarden: ‘De trein moet extraterritoriale rechten hebben. Er mogen geen controles van paspoorten of personen plaatsvinden.’ Hij sprak ook af met de Duitsers dat hij en zijn gezelschap onderweg te eten en te drinken zouden krijgen.
De reis, die op 9 april 1917 begon, duurde zeven zenuwslopende dagen. Er was weinig plaats en niet genoeg eten, en de passagiers werkten elkaar op de zenuwen. Lenin, die onderweg allerlei revolutionaire pamfletten schreef, vond zijn medereizigers maar lawaaiig.
Na drie dagen in de trein kon Lenin even zijn benen strekken toen het gezelschap met een veerboot van Saßnitz in Duitsland naar Trelleborg in Zweden voer.
Hier werden ze op een uitgebreid buffet getrakteerd door niemand minder dan Jakob Hanecki, de boekhouder van Parvus. Terwijl de anderen aten, trokken Hanecki en Lenin zich terug om de situatie te bespreken. Een paar dagen later kwam de trein aan in Petrograd.
Lenin de landverrader
Officieel rechtvaardigde Lenin de Duitse hulp: ‘Als de Duitse kapitalisten zo dom zijn om ons terug naar Rusland te helpen, dan graven ze daarmee hun eigen graf.’ De Duitsers zelf keken er echter heel anders tegenaan.
‘Lenins reis naar Rusland is geslaagd. Hij doet precies wat we wilden,’ schreef de Duitse inlichtingendienst in Zweden kort na Lenins aankomst in Petrograd aan de generale staf in Berlijn.
Duitsland kon tevreden zijn met Lenin, die meteen vlammende betogen afstak tegen de interim-regering, die nog maar één maand op haar post zat.
‘De nieuwe regering verdient het net als de oude niet om te blijven zitten.
Geheel in overeenstemming met haar kapitalistische karakter voert ze dezelfde imperialistische oorlog,’ aldus Lenin. De Duitsers verkneukelden zich.
‘De propaganda van Lenin is van het soort dat de grootste uitwerking heeft op de massa’s,’ stond er te lezen in een statusrapport van 5 juli 1917 aan de Duitse regering. Een paar dagen later kwam er nog een bericht binnen: ‘Over niet al te lange tijd komt Lenin aan de macht en wordt het vrede.’
De interim-regering zag Lenin nu als een rivaal en probeerde hem buitenspel te zetten. Hierbij kwamen de Duitse connecties van de bolsjewiek goed van pas. Lenin en de Duitse autoriteiten waren er niet in geslaagd hun afspraken geheim te houden.
Toen Lenin vertrok uit Zwitserland, stonden er zo’n 100 boze Russen op het perron, die hem voor ‘klootzak’ en ‘provocateur’ uitmaakten en riepen dat Wilhelm zijn reis betaalde. De aanhangers van Lenin probeerden hen te overstemmen door de Internationale te zingen.
In de zomer van 1917 deed de interim-regering er alles aan om te bewijzen dat Lenin met de Duitsers samenwerkte, zodat ze hem kon veroordelen wegens landverraad.
Via getuigenverhoren kwam er veel belastende informatie aan het licht. Iemand vertelde dat Lenins mensen voor hun hoofdkwartier geld uitdeelden, en dat borden met leuzen als ‘weg met de interim-regering’ en ‘weg met het kapitalisme’ gratis af te halen waren.
De naam Jakob Hanecki dook telkens op, maar ondanks al haar pogingen kon de Russische regering de economische banden tussen Duitsland en de bolsjewieken niet bewijzen.
De Oktoberrevolutie
Ondertussen verliep de oorlog voor de Russen slecht. Sinds juli 1917 was het Duitse leger in opmars, en op 3 september nam het de Letse hoofdstad Riga in, op maar een paar honderd kilometer van Petrograd.
De Duitse legerleiding was trots op zichzelf, maar ambtenaren van het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken wisten dat het succes niet in de laatste plaats te danken was aan de financiële steun aan Lenin.
In de Russische steden, op het platteland en aan het front kwam er steeds meer steun voor de bolsjewieken. Soldaten deserteerden en arbeiders namen fabrieken over. Het voedseltekort werd nijpend, en om de soldaten loyaal te houden was de regering genoodzaakt opgepakte bolsjewieken vrij te laten.
Het moment van de waarheid was aangebroken. Lenin, die in augustus naar Finland was gegaan om arrestatie te voorkomen, keerde begin oktober terug om de opstand te leiden die de Russische maatschappij nu op haar grondvesten deed schudden.
Terwijl de arbeiders in staking waren, bezetten de boeren het land van grootgrondbezitters. Soldaten keerden in groten getale terug van het front om ook land te verwerven.
Op 7 november 1917 (25 oktober volgens de Russische kalender, vandaar de naam Oktoberrevolutie) heerste er zo’n chaos dat de Rode Garde, een arbeidersmilitie, de interim-regering zonder bloedvergieten uit het Winterpaleis kon verdrijven. Lenin was nu staatshoofd.

In 1920 speelden de bolsjewieken de bestorming van het Winterpaleis na. 125 balletdansers en 100 circusartiesten werkten aan de voorstelling mee.
Vrede wordt duur betaald
Na de revolutie was de bemoeienis van de Duitse keizer nog niet voorbij. Een vredesverdrag met de Duitsers liet op zich wachten omdat Lenin van andere groeperingen afhankelijk was om aan de macht te blijven, en die voelden er niets voor om vrede te sluiten met aartsvijand Duitsland.
Om de vrede te bespoedigen gaf het Duitse ministerie van Financiën de bolsjewieken na de revolutie 15 miljoen mark – zo’n 40 miljoen euro nu. Dit geld was bedoeld om de tegenstanders van een vredesverdrag met propaganda overstag te laten gaan.
In maart 1918 was het zo ver: in Brest-Litovsk ondertekenden Duitsland en Rusland een verdrag. Lenin had een hoge prijs moeten betalen voor de vrede:
Rusland moest een gebied zo groot als Argentinië afstaan, waaronder de drie Baltische staten en Oekraïne, en raakte een derde van zijn inwoners kwijt. Ook verwierven de Duitsers grote kolen- en olievoorraden en de helft van de Russische industrie.
Een paar maanden later ging echter een grote wens van Lenin in vervulling. Op 17 juli 1918 executeerde een militie onder leiding van de bolsjewiek Jakov Joerovski tsaar Nicolaas II, zijn vrouw Alexandra en de vijf kinderen van het echtpaar.
Op deze manier zorgde Lenin ervoor dat er nooit meer een tsaar de scepter zou zwaaien in Rusland.