Che Guevara

Che Guevara: De laatste revolutie

In november 1966 komt El Comandante, Che Guevara, een van de Cubaanse helden van de revolutie, aan in de Boliviaanse hoofdstad La Paz. Maandenlang heeft hij een groep ervaren guerrillasoldaten uit Cuba getraind, die de revolutie willen voortzetten. Maar al gauw stuit Che op een onverwachte uitdaging in de jungle van Bolivia.

‘Klik.’ Een wat gezette, kalende man heeft net met zijn fototoestel een zelfportret gemaakt met behulp van een lange spiegel die aan een oude, houten deur hangt. Hij zit in een leunstoel in een kamer op de derde verdieping van Hotel
Copacabana in La Paz, de hoofdstad van Bolivia.

Buiten vormt het imposante, met sneeuw bedekte Andesgebergte een statig decor voor Adolfo Gonzalez, zoals de man volgens zijn valse paspoort heet.

Zijn echte naam is Ernesto Guevara, maar zijn vrienden noemen hem gewoon ‘Che’. De normaal gesproken slanke man met volle haardos is volledig onherkenbaar. Zijn haar is aan de zijkanten kort geknipt en zijn schedel is geschoren. Hij gaat gekleed als een zakenman. De Cubaanse geheime dienst heeft haar werk goed gedaan.

Che Guevara is die novemberdag in 1966 een levende legende op een geheime missie. De in Argentinië geboren 38-jarige arts en guerrillaleider begon acht jaar eerder, samen met wapenbroeder Fidel Castro, de revolutie in Cuba. Nu wil hij het communisme uitbreiden naar Latijns-Amerika, te beginnen met Bolivia.

Maar hij moet eerst wat slapen. Het was een vermoeiende reis, ook al ging alles goed.

Diezelfde dag had hij, zoals afgesproken, een ontmoeting met de Cubaanse spionne Haydée Tamara Bunke, oftewel Tania. Tania is geïnfiltreerd in de Boliviaanse regering en leverde de papieren voor zijn valse identiteit.

Che Guevara blijft in de jungle

De Boliviaanse hoofdstad La Paz ligt op 4000 meter hoogte op de hoogvlakte Altiplano, in een gigantische kloof die steil de jungle induikt. Het land is zo groot als Frankrijk en Spanje samen, maar heeft slechts vijf miljoen inwoners.

Na één overnachting verlaat Che Guevara La Paz. Hij is in het gezelschap van vier ervaren Cubaanse ex-guerrillero’s en een Boliviaan. Het groepje rijdt langs het Andesgebergte over smalle, gevaarlijke wegen naar de jungle.

Guerillaleider, Ernesto Che Guevara, was een held uit de Cubaanse revolutie toen hij aankwam in La Paz, Bolivia.

Ernesto Che Guevara was 38 jaar toen hij aan het Boliviaanse avontuur begon dat hem het leven zou kosten.

© Polfoto/Topfoto

Het doel is een afgelegen boerderij, die de basis voor de opstand moet worden. Het is de bedoeling om lokale boeren te rekruteren, een guerrillaleger op te richten en de regering omver te werpen, net als in Cuba. De sfeer in de auto is gespannen en verwachtingsvol.

De Boliviaan Loro is de enige in de groep die niet weet dat Che Guevara onder hen is. Tijdens een lunchpauze stelt El Comandante zich voor. De verbazing van de Boliviaan gaat al snel over in ontzag, maar Che kijkt hem streng aan en maant hem zijn mond te houden tegen Mario Monje, de leider van de communistische partij in Bolivia.

Ze hebben de steun van deze man hard nodig om de strijd te kunnen winnen en het land te kunnen hervormen, maar het is nog te vroeg om hem erbij te betrekken.

Che legt zijn missie aan de mannen uit:

‘Ik ga hier niet meer weg. De enige manier waarop ik Bolivia verlaat, is in een kist.’

De mannen luisteren aandachtig naar wat Che zegt. Ze zijn onder de indruk van zijn charisma en militaire capaciteiten en zijn bereid hem indien nodig tot in de dood te volgen.

Op 7 november komt de groep bij het kamp aan: een verzameling houten huisjes in de jungle bij de rivier de Ñancahuazú, ten zuiden van Santa Cruz. De eerste indruk is niet bemoedigend. Er zijn niet genoeg wapens en munitie en slechts drie Bolivianen verwelkomen hen. Maar het is een begin, vindt Che.

Hij gaat met de mannen praten. Ze zijn alle drie communist, maar het communisme kent vele varianten en slechts één van hen zegt meteen zijn onvoorwaardelijke steun toe. De andere twee willen de reactie van partijleider Mario Monje op de revolutionaire plannen afwachten.

De weken erna verkennen de guerrillero’s het terrein. Ze richten uitkijkposten in en volgen het doen en laten van de boeren in de omgeving, terwijl ze wachten op nieuws uit La Paz, waar Cubaanse spionnen de steun van Mario Monje proberen te krijgen. Eind november schrijft Che in zijn dagboek:

‘De maand verliep goed. De helft van de mannen is zonder problemen aangekomen. We willen nu wachten op de rest, het aantal Bolivianen naar minstens 20 uitbreiden en dan met onze operaties beginnen. We hebben nog geen reactie van Monje.’

Che Guevara en Fidel Castro tijdens de guerillaoorlog in Cuba.

Fidel Castro en Che Guevara zij aan zij in de riskante guerrillaoorlog in Cuba.

© Polfoto/Corbis

Che Guevara werd probleem op Cuba

Che Guevara en Monje splitsen zich op

December verloopt net als november. De guerrillastrijders trainen, verkennen de jungle, leggen geheime depots met eten en munitie aan en breiden het kamp uit. Ondertussen groeien het haar en de baard van Che Guevara weer aan en vliegen de overtollige kilo’s eraf.

Alle Cubanen komen volgens plan bij het kamp aan, maar het rekruteren van Bolivianen verloopt erg traag. Che wacht ongeduldig op Mario Monje, die uiteindelijk op oudejaarsdag bij het kamp aankomt. En wat de communistische leider aantreft, ziet er goed uit. De guerrillero’s hebben hard doorgewerkt en het kamp biedt nu plek aan meer dan 100 man.

De houten gebouwen bieden plaats aan onder meer een vergader- en leslokaal, provianddepots en communicatieapparatuur voor contact met de uitkijkposten en met de kleinere kampen in de buurt. Che staat bekend als een bekwame guerrillastrijder. Hij stelt niet teleur.

Maar Monje is nerveus. Che staat namelijk ook bekend als een moeilijke man. Hij heeft zich onmogelijk gemaakt bij Moskou, dat hij openlijk bekritiseerde wegens het verraden van de socialistische idealen. De partij van Monje heeft de financiële steun van Moskou nodig en Monje vreest bovendien dat een door buitenlanders aangevoerd guerrilla-avontuur verdeeldheid kan zaaien binnen zijn partij.

De twee leiders zoeken een rustige plek in de jungle voor een gesprek onder vier ogen. Monje zit in kleermakerszit, terwijl Che op de grond ligt en hem onafgebroken strak aankijkt. De sfeer is gespannen als Mario Monje op de man af vraagt:

‘Wat willen jullie hier?’

Che legt zijn plannen omstandig uit en Monje geeft te kennen dat hij ze onder bepaalde voorwaarden zal steunen: Che mag geen alliantie vormen met de pro-Chinacommunisten, die lijnrecht tegenover de pro-Sovjetcommunisten van Monje staan. Daar kan Che zich in vinden. Maar een ander punt zorgt voor problemen.

‘Zolang de revolutie op Boliviaanse bodem plaatsvindt, berusten zowel het politieke als het militaire leiderschap bij mij’, zegt Monje.

Dat is voor Che onverteerbaar en dat laat hij Monje in duidelijke bewoordingen weten. Het gesprek is daarmee afgelopen en een splitsing is onafwendbaar. Monje vraagt of hij zich tot de Bolivianen in het kamp mag richten, wat Che toestaat. Monje geeft zijn mannen de keuze: ze kunnen in het guerrillakamp blijven, of bij de communistische partij van Bolivia.

Monje eindigt met een sombere voorspelling:

Guerillakrigen blev også ført i 3000 meters højde.

1. Che komt aan in het kamp, 7 november 1966. De guerrilla behaalt in maart en april 1967 twee zeges bij het kamp.
2. Het laatste gevecht, op 8 oktober 1967.

©

Guerrillaoorlog op 3000 meter

Toen de basis van de guerrillero’s in de jungle bij Arenales werd belaagd, vluchtten ze naar het nog onherbergzamere hoogland. Ze bereikten een hoogte van ruim 3000 meter. De laatste strijd vond plaats bij La Higuera, dat op 2000 meter hoogte ligt.

Che arriveert in de jungle

Che komt aan in het kamp, 7 november 1966. De guerrilla behaalt in maart en april 1967 twee zeges bij het kamp.

Che vecht voor het laatst

Het laatste gevecht, op 8 oktober 1967.

‘Als het volk erachter komt dat deze guerrillabeweging door een buitenlander wordt geleid, zal het jullie de rug toe keren en jullie niet steunen. Het zal misgaan, omdat de missie niet door een Boliviaan wordt geleid. Jullie zullen nooit winnen, maar sterven als helden.’

Alle Boliviaanse guerrillero’s willen in het kamp blijven, wat Che blij en trots maakt. De breuk met Monje is slecht voor de zaak, maar El Comandante is desondanks opgelucht:

‘Monjes opstelling kan alles vertragen. Maar tegelijk verlost het mij van een politiek keurslijf’, schrijft hij optimistisch in zijn dagboek.

Che Guevara op fatale trainingsoefening

De daaropvolgende weken trainen de guerrillastrijders fanatiek en op 26 januari komt er goed nieuws. De Boliviaanse mijnwerkersleider Moisés Guevara sluit zich met een handjevol aanhangers bij de guerrillero’s aan.

Moisés gaat zonder morren akkoord met de strenge eisen die zijn naamgenoot stelt wat betreft gehoorzaamheid en discipline. Er volgt echter al snel een minder goed bericht: de communistische partij van Mario Monje blijft niet neutraal en werkt de door buitenlanders geleide guerrillamacht uit alle macht tegen.

Op 1 februari 1967 stuurt Che Guevara 14 Bolivianen en 15 Cubanen op een oefening. Ze worden in drie groepen verdeeld. De grootste groep van 18 man wordt door Che zelf aangevoerd, de andere twee door de ervaren Cubaanse guerrillastrijders Marcos en Joaquín.

De oefening zou drie weken in beslag moeten nemen, maar de mannen raken verdwaald en de tocht loopt uit tot zeven weken van extreem zware omstandigheden. Ze trekken door diepe bergkloven, kolkende rivieren en verlaten dorpen.

Ze verkennen grotten en bergpassen tot aan Río Grande en Río Masicuri aan toe. Ze banen zich een weg door de jungle en worden belaagd door insecten die eieren onder hun huid leggen. Ze lijden honger en onderweg verdrinken twee strijders in een rivier.

De tocht maakt twee dingen duidelijk: in de eerste plaats zijn de plaatselijke boeren bang voor de guerrilla en steunen ze hen daarom niet. Dit is een enorme teleurstelling voor Che. Daarnaast heeft het Boliviaanse leger het aantal patrouilles in het gebied opgeschroefd.

Eerste zege op het leger

Terug in het kamp ontdekt Che Guevara dat de regeringssoldaten langs zijn geweest terwijl zij op hun lange trainingsmissie waren. Hij legt meteen een hinderlaag, zodat ze erop voorbereid zijn als de regeringssoldaten weer bij het kamp komen. Dat gebeurt enkele dagen later.

De guerrillastrijders verstaan hun vak, en hoewel ze moe zijn krijgen ze nu de kans dat te bewijzen. De uitkijkposten zien een groep van 80 soldaten die op weg is naar het kamp. De guerrillero’s wachten hen in de hinderlaag op.

Precies op tijd openen ze het vuur. Zeven Boliviaanse soldaten worden gedood, 14 leggen de wapens neer en geven zich over, de rest vlucht. De guerrillabeweging heeft haar eerste zege behaald, zonder verliezen aan haar kant.

De overwinning krikt het moreel van de mannen op, maar dat duurt niet lang. Che heeft zich teruggetrokken. Hij brengt uren alleen door, terwijl hij pijp rookt, leest, zijn geweer schoonmaakt of via de transistorradio naar Radio Havana luistert.

Hij is ernstig gestemd en beseft misschien al dat de missie moeilijker wordt dan verwacht. Zijn mannen zouden graag zien dat hij zich wat meer met hen
bemoeide, maar hij zondert zich af.

De sfeer in het kamp is gespannen. Er wordt door de Cubanen en de Bolivianen heftig gediscussieerd over de strategie op lange termijn. De insectenplaag is ondraaglijk en velen lijden aan malaria.

Dan vallen er ook nog enkele Bolivianen af. Ze vragen en krijgen toestemming om naar huis te gaan. Che wil niemand tegen zijn zin laten meedoen. Al snel is de totale guerrillamacht afgenomen tot circa 50 man.

Guerillaens dagligdag i den bolivianske jungle er beskrevet i Ches dagbog, men der findes kun ganske få billeder som dette.

Op de ochtend van 10 april komt een verkenner aangerend, en roept buiten adem:

‘15 soldaten volgen de rivier deze kant op!’

Che reageert snel. Opnieuw wachten de guerrillero’s de vijand in een hinderlaag op, en ze beginnen hevig te schieten, waardoor de regeringssoldaten volledig verrast zijn. Later die dag stuurt het leger versterkingen, maar ook die worden overrompeld. Als de zware strijd is afgelopen, heeft het regeringsleger 10 doden te betreuren en Che’s strijdmacht slechts één.

Het guerrillaleger heeft 30 soldaten gevangengenomen. Che, opgeleid als arts, geeft ze medische hulp. Dan mogen ze allemaal gaan. Het zijn te veel monden om te voeden en Che executeert uit principe geen krijgsgevangenen.

Che Guevara verliest zijn krachten

Het guerrillaleger wordt in tweeën gedeeld. Che Guevara leidt de grootste groep van circa 30 man, en Joaquín voert een kleinere groep aan die verder naar het noorden zelfstandig opereert. Maandenlang stuiten de guerrillero’s nu en dan op het regeringsleger en gaat alles naar wens.

Het leger lijdt telkens zware verliezen, terwijl de guerrillastrijders er beter vanaf komen. Maar dan sneuvelt er een guerrillastrijder. Dan nog een. En nog een. Na de enerverende gebeurtenissen van juni schrijft Che in zijn dagboek:

‘Het ergste is dat ik geen contact heb met Joaquín en dat er steeds minder manschappen zijn. Ieder verlies is een aanzienlijke nederlaag, ook al weet het leger van niets.’

Che’s groep is gereduceerd tot 22 man en Che zelf is ziek en afgemat. ’s Nachts wordt hij geplaagd door vreselijke astma-aanvallen en medicijnen zijn niet voorhanden. De commandant verplaatst zich meer te paard dan te voet om zijn uitgeputte lichaam te sparen.

Op 7 augustus is het precies negen maanden geleden dat de guerrillero’s in de Boliviaanse jungle aankwamen. Het gaat niet goed. Het moreel is laag. Het rekruteren van de onderdrukte boeren voor de strijd om een beter bestaan is op een fiasco uitgelopen.

De boeren moeten hun akkers en vee verzorgen en elke dag hun kinderen te eten geven. Ze willen zich niet mengen in een guerrilla-avontuur met vreemden. Vaak helpen ze het regeringsleger zelfs aan informatie over de guerrillabeweging.

Hoewel de guerrilla de strijd steeds wint, zijn de twee groepen constant op de vlucht. Ze staan met iets meer dan 30 man tegenover het hele Boliviaanse leger. Het ziet er erg slecht uit. Che schrijft in zijn dagboek:

‘Van de oorspronkelijke groep van zes zijn er twee gedood, twee verdwenen en één gewond. En ik zit met mijn astma die ik niet onder controle krijg.’

De mannen kunnen op de korte golf Radio Havana en andere radiostations ontvangen, hun enige contact met de buitenwereld. Als ze ergens hun kamp opslaan, brengt Che de tijd door met lezen en schrijven. Hij geeft nog steeds orders, maar minder dwingend. De mannen verlagen zich zelfs tot zoiets onsocialistisch als eten stelen van elkaar.

Che zou dat normaal gesproken hard aanpakken, maar laat het gaan. Hij heeft andere dingen aan zijn hoofd. Hij voelt dat het net om hen sluit. Het leger heeft met behulp van deserteurs en gevangengenomen guerrillero’s de grotten gevonden waar de voorraden worden bewaard. In augustus schrijft Che in zijn dagboek:

‘Dit was ongetwijfeld de ergste maand die we meegemaakt hebben. Het verlies van de grotten met documenten en medicijnen kwam hard aan, vooral psychisch. Het verlies van twee man eind deze maand en de mars op een dieet van paardenvlees hebben de mannen gedemoraliseerd.’

Het is zelfs nog erger dan Che Guevara denkt. Hij heeft het slechtste nieuws nog niet vernomen: de noordelijke groep van Joaquín is op 31 augustus volledig uitgeroeid. Na door een boer te zijn verraden heeft het leger hen in de val gelokt. Ze zijn allemaal dood.

Che hoort het nieuws als hij op 2 september ’s avonds naar de Voice of America luistert. Deze zender meldt dat guerrillero’s, aangevoerd door een Cubaan met de naam Joaquín, in Bolivia zijn gedood. De zwaar aangeslagen Che weigert het te geloven. Een tijd lang hoopt hij tegen beter weten in dat het propaganda is. Maar dat is het niet.

Felix Rodriguez speelde een grote rol in de jacht op Che Guevara.

De in Cuba geboren CIA-agent Felix Rodríguez was een sleutelfiguur in de jacht van Bolivia en de VS op Che Guevara.

©

CIA hielp Boliviaans leger

Het einde is nabij voor Che Guevara

Che Guevara’s groep van 20 guerrillero’s vlucht naar het noorden. Ze trekken de bergen in en banen zich met machetes een weg door de jungle. Twee weken lang gaat het bergopwaarts. Ze steken rivieren over, klauteren over rotsen en stuiten af en toe op patrouilles van het leger dat hen opjaagt. Maar de guerrillero’s hebben nog steeds geen moeite om de vijand te verslaan.

‘De Boliviaanse soldaten zijn hardleers’, schrijft Che in zijn dagboek.

Toch is de situatie uitzichtloos. De mannen zijn uitgeput en het lijkt nog steeds onmogelijk om de lokale boeren te rekruteren. Het lijkt alsof alles waar ze voor staan geen betekenis heeft. Hun strijd is zinloos als ze niet worden gesteund door de lokale bevolking.

Op 21 september bereiken ze een hoogte van bijna 3000 meter. De koude wind waait hen in het gezicht, terwijl ze voortploeteren. Ze zijn nog nooit zo hoog geweest.

Op een nacht lopen ze bij maanlicht over een paadje op weg naar het dorp Alto Seco. Wanneer ze bij de afgelegen woningen komen, proberen de verschrikte dorpelingen te vluchten voor de zwaarbewapende, vervuilde en bebaarde guerrillero’s. Che komt er al snel achter dat de dorpsleider het leger is gaan waarschuwen. Vanwege deze vijandige ontvangst confisqueert hij een grote hoeveelheid eten uit de winkel van de dorpsleider.

De guerrillero’s besluiten om de nacht in het dorp door te brengen. ’s Avonds praten ze met 15 dorpelingen aan wie ze hun revolutionaire ideeën proberen uit te leggen. De enige reactie komt van een onderwijzer, die opspringt en
provocerende vragen stelt.

De volgende dag verlaten de guerrillero’s het dorp in het besef dat het Boliviaanse leger hen op de hielen zit en dat het een uitputtingsslag wordt. Ze lopen twee dagen en komen bij een volgend dorp, waar ze een varken kopen van de enige boer die niet op de vlucht is geslagen. De mannen verbreken de gouden regel van de guerrillaoorlog en verplaatsen zich bij daglicht in open veld. Het maakt ze niet meer uit.

Op 26 september 1967 bereiken ze het dorp La Higuera. Che stuurt een patrouille van vijf man vooruit om de weg naar het volgende dorp te verkennen, maar al direct bij de eerste heuvel worden ze door een kogelregen verrast. Het Boliviaanse leger ligt op de loer. Drie guerrillastrijders worden gedood en de twee andere,
allebei Bolivianen, deserteren.

Che Guevara en zijn overgebleven 15 mannen schieten op de soldaten en trekken zich vervolgens in een dal terug. De soldaten hebben zo veel ontzag voor de guerrillero’s dat ze de achtervolging niet meteen durven in te zetten. Ze wachten liever op versterking.

Che Guevara en zijn laatste gevecht

De uitgedunde guerrillagroep trekt hoger de bergen in en vindt beschutting in een klein bos. Daar blijven de mannen enkele dagen, terwijl ze de legerpatrouilles van nabij voorbij zien komen. Wanneer er geen soldaat meer te zien is, stuurt Che Guevara enkele mannen eropuit om water te zoeken. Ze weten dat ze omsingeld zijn, maar blijven zoeken naar een uitweg.

Op 30 september komen de guerrillastrijders in het donker hun schuilplaats uit. Hun grondige training en de ervaringen van de afgelopen maanden komen goed van pas. Ze zijn goed gecamoufleerd en sluipen behoedzaam en geluidloos over het terrein, tot buiten de vijandelijke linies.

Ze hebben hiermee voor eventjes het vege lijf gered, maar horen op de radio dat er juist naar het gebied waar zij zich bevinden een grote legermacht is gestuurd. Uit het bericht maken ze ook op dat de twee gedeserteerde Bolivianen hebben gepraat, veel gepraat. Het leger maakt bekend dat Che Guevara ziek is.

‘Zo eindigt het verhaal van twee heroïsche guerrillero’s’, schrijft Che sarcastisch.

De volgende dag verloopt rustig. De guerrillero’s dalen op 7 oktober rond lunchtijd via een kloof af en slaan hun kamp op. Che Guevara schrijft voor het laatst in zijn dagboek, precies 11 maanden nadat ze in de jungle aankwamen, kortweg:

‘Hoogte = 2000 meter’.

Vroeg in de ochtend van 8 oktober stelt een door de CIA getrainde compagnie Boliviaanse soldaten zich op aan de rand van de 300 meter lange en 60 meter brede kloof. Ze wanen zich ongezien, maar zijn het niet; de strijders van Che Guevara zien een hoofd en geweerloop over de rand steken.

De guerrillero’s weten niet dat het acht tegen een in hun nadeel is, maar wel dat ze omsingeld zijn en zich alleen een weg naar de vrijheid kunnen schieten.

Che verdeelt zijn mannen in drie groepen, die ieder een stelling betrekken. Ze moeten zich eerst muisstil houden, maar wel gereed zijn voor de strijd. Ze wachten een paar uur rustig af. Dat doen de regeringssoldaten ook. Het enige geluid komt van zoemende insecten en de zacht ruisende wind.

En udmattet og snavset Che Guevara blev efter sin tilfangetagelse ført til landsbyen La Higuera.

Om 13.10 uur ontdekken de regeringssoldaten dat de guerrillero’s zich verplaatsen en ze openen onmiddellijk het vuur. De idyllische rust wordt bruut verstoord door een inferno van machinegeweersalvo’s en exploderende mortiergranaten. Vlak na elkaar worden er drie guerrillastrijders gedood, maar de overigen gaan vastberaden door. Terwijl ze dekking zoeken, verliezen ze het contact met elkaar.

Che Guevara staat achter een rots en schiet vanuit een kwetsbare positie. Het duurt niet lang of een vijandelijke kogel raakt zijn wapen, waardoor hij het niet meer kan gebruiken. Kort erop treft een andere kogel hem in zijn been, terwijl een derde zich door zijn baret boort.

Een van Che’s mannen komt hem te hulp en ze proberen er samen heimelijk vandoor te gaan door langs struiken de kloof uit te kruipen. Maar plotseling staat er een kleine hoogland­indiaan in dienst van het leger voor hun neus, die zijn geweer op hen richt.

Het is voorbij. De twee guerrillero’s steken hun handen omhoog en Che maakt zich bekend, terwijl de strijd in de kloof verder gaat.

Diezelfde avond ligt een vervuilde, haveloze Che Guevara aan handen en voeten gebonden op de lemen vloer van een school. Hij is weer terug in La Higuera. Naast de guerrillaleider liggen de lichamen van twee van zijn kameraden.

Regering wil Che Guevara dood hebben

Che Guevara heeft lang haar, een lange baard, is vervuild en ziek. Hij zit vast in een hut in de jungle van Bolivia. Prado, Selich en Ayoroa, drie Boliviaanse officieren, komen zijn cel binnen. Selich doet later verslag van het gesprek.

‘Comandante, u ziet er wat gedeprimeerd uit’, zegt hij tegen de verzwakte Che Guevara. Het haar van de gevangene zit in de war en hij kijkt met een doffe en onzekere blik.

‘Kunt u mij zeggen waarom ik die indruk krijg?’, vervolgt Selich.

Che Guevara kijkt hem aan.

‘Ik heb gefaald. Het is allemaal voorbij en daarom ziet u mij zo’, antwoordt hij.

‘Waarom bent u niet in Argentinië gaan vechten, in uw eigen land?’

‘Dat was misschien beter geweest’, beaamt de prominente gevangene.

‘Waarom hebt u besloten om in ons land strijd te gaan voeren?’, dringt Selich aan.

Het antwoord van Che Guevara is weloverwogen: ‘Ziet u niet hoe de boeren leven? Ze leven bijna als wilden, ze leven in een armoede die het hart bezwaart. Ze hebben slechts één ruimte om in te wonen en te slapen en niet genoeg kleding. Ze leven als dieren.’

‘Maar dat is ook het geval in Cuba’, antwoordt Selich op zijn beurt.

‘Nee, dat is niet waar’, protesteert Che Guevara. ‘Ik ontken niet dat er nog steeds armoede is in Cuba, maar de boeren hebben hoop op vooruitgang. De Boliviaan leeft zonder hoop. Hij sterft zoals hij is geboren, zonder ooit vooruitgang te zien’, voegt hij eraan toe.

De volgende ochtend landt er in La Higuera een helikopter met aan boord Anaya, een hoge Boliviaanse officier, en de in Cuba geboren CIA-agent Felix Rodríguez. De twee mannen lopen naar de school, waar ze Che proberen te ondervragen. Deze zwijgt echter. Zijn bewakers vermaken zich met het nemen van foto’s, terwijl ze nadere orders afwachten. Die komen om 12.30 uur, rechtstreeks van de regering in La Paz:

Che wordt vermoord omdat hij voor de Boliviaanse revolutie vocht.

Che werd vastgebonden op de grond neergeschoten. Het touw werd weggehaald, het bloed afgewassen en zijn lijk tentoongesteld.

© Scanpix

‘Schakel señor Guevara uit.’

Om 13.10 uur gaat Mario Terán, een kleine, gezette sergeant, naar binnen om de beroemde rebel te doden. Zijn ogen stralen. Hij verheugt zich erop dat hij een plekje in de geschiedenis krijgt en drie van zijn mannen kan wreken, die tijdens de strijd in de kloof stierven.

Het bevel aan Mario Terán is duidelijk:

‘Schiet vanaf de nek naar beneden.’

Dat doet Terán, maar hij neemt alle tijd. Met de eerste twee schoten verwondt hij Che alleen maar, die zijn pijn verbijt. De volgende zeven schoten zijn dodelijk.

Che Guevara werd een legende door zijn bijdrage aan de guerillaoorlog.

Che Guevara ligt begraven in Cuba, vlak bij Santa Clara, waar hij tijdens de Cubaanse revolutie een beslissende slag won.

© Alberto Korda & Boris Koll

Che werd legende