Het is 4 juli 1879. De grond trilt onder de voeten van bijna 15.000 Zoeloes. De Afrikaanse krijgers rennen zo hard als ze maar kunnen in een poging om de Britse invasiemacht te overmeesteren.
Als de Zoeloes dichterbij komen, schreeuwt de Britse brigadegeneraal Henry Wood naar zijn soldaten:
‘Rustig mannen... blijf kalm. Schiet laag en niet te snel!’
De Gatling-artilleristen draaien aan de handslinger en de 10 geweerlopen beginnen te draaien. Het lawaai is oorverdovend en de Zoeloekrijgers worden met tientallen tegelijk neergemaaid.
De oorlog tussen Groot-Brittannië en het Zoeloerijk werd uitgelokt door de Britse gouverneur sir Henry Bartle Frere. Die wilde de Britse kolonie Natal uitbreiden naar het huidige Zuid-Afrika.
‘Toen het voorbij was en we de doden gingen tellen, lagen er 473 Zoeloes binnen een straal van 500 yards (457 meter, red.). Ze lagen in groepjes bij elkaar, neergemaaid door de Gatling-kanonnen.’ London Evening Standard, 1879
De Zoeloes staan de plannen van Frere in de weg. En nadat ze een paar keer onbedoeld de grens van Natal zijn overgestoken, stuurt Frere een ultimatum naar de Zoeloekoning Cetshwayo kaMpande: hef je leger op en stuur je krijgers naar huis! Zoals verwacht verwerpt de Zoeloekoning deze eisen. Nu heeft Frere een excuus om de aanval in te zetten.
Op 4 juli 1879 vindt de beslissende veldslag plaats tussen de Zoeloes en het Britse Rijk. De Zoeloekrijgers dragen hun assagaai-speren en verouderde geweren.
De Britse soldaten staan opgesteld in carré: een grote, vierkante formatie, zodat ze alle kanten op kunnen schieten. Midden in het voorste gelid staan twee exemplaren van het nieuwste wapen van de Britten: het Gatling-kanon, het eerste machinegeweer ter wereld.

Toen zijn hoofdstad was platgebrand, moest de Zoeloekoning onder ogen zien dat hij de oorlog met de Britten had verloren.
Zoeloes werden verslagen
In januari 1879 vielen de Britse troepen het Zoeloerijk binnen en leden een enorme nederlaag. Maar een half jaar later sloegen ze terug met een leger van 16.000 man – en dit keer hadden ze Gatling-kanonnen meegenomen.
Om verrassingsaanvallen af te slaan, legden de Britten versterkte kampementen aan langs hun route op weg naar de Zoeloehoofdstad Ulundi.
Tijdens de Slag bij Ulundi op 4 juli kozen de Britten voor een defensieve, vierkante formatie. Op die manier konden ze de superieure vuurkracht van hun Gatling-kanonnen inzetten en voorkomen dat de Zoeloes hen in de flanken aanvielen.
De Britten wonnen overtuigend. Het leger trok op richting Ulundi en stak de hoofdstad in brand. Een maand later gaf de Zoeloekoning zich over.
Hoe snel en vastberaden de Zoeloes ook zijn, ze kunnen niet op tegen het machinegeweer. Geen van de Zoeloes komt binnen 30 meter van de Britse troepen en na drie kwartier slaan de overlevenden op de vlucht. Elke nieuwe aanval wordt door de Britse cavalerie afgeslagen.
Na de veldslag zijn ongeveer 2000 Zoeloekrijgers gedood of gewond geraakt, terwijl er maar 10 Britten zijn omgekomen door vijandelijke kogels. De weg naar de Zoeloehoofdstad Ulundi is vrijgemaakt en de Britse overwinning is een feit. De krant London Evening Standard beschrijft de veldslag als volgt:
‘Toen het voorbij was en we de doden moesten tellen, lagen er 473 Zoeloes binnen een straal van 500 yards (457 meter, red.). Ze lagen in groepjes van 14 tot 30 bij elkaar, neergemaaid door de Gatling-kanonnen.’
Het Gatling-kanon had zijn waarde op het slagveld bewezen en elk oorlogvoerend land wilde dit machinegeweer meteen hebben – met alle verwoestende gevolgen van dien.
Boerenzoon wordt uitvinder
Het Gatling-kanon werd een kleine 15 jaar eerder uitgevonden door Richard Gatling. Hij werd in 1818 geboren op een boerderij in de staat North Carolina in de VS.
Het uitvinden zat de familie Gatling in het bloed. De vader van Richard, Jordan Gatling, was namelijk behalve landbouwer ook uitvinder. En ook Richard was er vroeg bij. Op zijn 21e ontwikkelde hij een scheepsschroef die de onhandige schoepenraderen van stoomschepen kon vervangen.
Helaas had de Zweed John Ericsson al een patent op deze uitvinding gekregen en viste Gatling dus achter het net. Maar de jonge man gaf de moed niet op. In 1842 kreeg hij zijn eerste patent – voor een machine die rijstkorrels kon zaaien.

De arts Richard Gatling bouwde een machinegeweer om oorlog minder bloedig te maken.
In 1844 verhuisde hij naar St. Louis in de staat Missouri, waar hij zijn machine verder ontwikkelde zodat deze ook tarwe kon zaaien. De vraag was enorm en hij werd er steenrijk mee.
Een paar jaar later, toen Gatling op zakenreis was, kreeg hij de pokken. In het dunbevolkte Middenwesten kon hij echter niet naar de dokter en moest hij op eigen kracht beter worden.
Hierdoor besloot hij geneeskunde te gaan studeren en in 1850 verliet hij als kersverse arts het Medical College of Ohio. Maar hij opende nooit een praktijk – hij wilde liever nieuwe dingen uitvinden.
Datzelfde jaar nog kreeg hij het patent op een machine die hennep kon verwerken, zodat de hennepvezels gebruikt konden worden om touw te maken. Niet veel later kreeg hij ook het patent op een stoomploeg.
Arts op oorlogspad
In 1861 kreeg Gatling het idee voor zijn meest revolutionaire uitvinding. In datzelfde jaar brak de Amerikaanse Burgeroorlog uit en, hoewel Gatling uit North Carolina kwam – een staat die politiek gezien onderdeel was van de Confederatie – was hij aanhanger van de Unie.
Dus verhuisde hij naar Indianapolis, waar hij probeerde om betere vuurwapens uit te vinden voor het leger van de Noordelijke Staten.
Met dat doel voor ogen onderzocht Gatling gewonde soldaten, omdat hij erachter wilde komen wat voor hen op het slagveld het gevaarlijkst was. En dus ging hij regelmatig naar het treinstation van Indianapolis, om te kijken naar alle gewonden die terugkwamen van het front.

De soldaten namen de Spaanse griep mee uit hun kampen toen ze na de Eerste Wereldoorlog naar huis gingen.
Miljoenen doden door ziekten
Richard Gatling wilde de oorlog efficiënter maken, om te voorkomen dat soldaten aan ziekten overleden. Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog overleed een recordaantal mensen aan verschillende ziekten, maar ook bij andere oorlogen vielen er hierdoor veel slachtoffers.
Napoleontische Oorlogen: Van 1803 tot 1815 werd Europa geteisterd door een wereldoorlog avant la lettre. Zo’n 2,5 miljoen soldaten kwamen om het leven – van wie 88 procent door ziekten. In de loop van de oorlog kreeg het leger meer artsen, waardoor de overlevingskansen toenamen.
Amerikaanse Burgeroorlog: De reden dat Gatling zijn machinegeweer uitvond, was dat ruim twee derde van de in totaal 655.000 gestorven soldaten was overleden aan een of andere ziekte. Dit was de laatste grote oorlog voordat werd ontdekt dat ziekten worden overgedragen door bacteriën en virussen.
Eerste Wereldoorlog: De dodelijkste pandemie ooit was de Spaanse griep (1918-1920) die door Amerikaanse soldaten werd meegenomen naar Europa. Door deze ziekte kwamen uiteindelijk 20 tot 50 miljoen mensen om het leven, terwijl er ‘slechts’ 15 miljoen mensen op het slagveld sneuvelden.
Het viel hem op dat velen van hen stierven aan vrij triviale ziekten, en niet omdat ze gewond waren geraakt door vijandelijke kogels of bajonetten.
In de jaren 1860 waren besmettelijke ziekten een belangrijkere doodsoorzaak dan de oorlog zelf. En Gatling keek mistroostig naar de lange rijen gezonde mannen die een zekere dood tegemoet gingen in de overvolle en smerige legerkampen.
Daarom besloot hij om de oorlogvoering te mechaniseren. Gatling dacht dat als hij een machine kon uitvinden die in plaats van mensen kon vechten, de Noordelijke Staten niet zo veel soldaten de burgeroorlog in hoefden te sturen.
Hierdoor zouden er minder slachtoffers vallen en zou de oorlog menselijker worden. Met die overtuiging veranderde hij zijn zaaimachine in een oorlogsmachine.
Leger keurt machinegeweer af
In 1862 kreeg Gatling patent op zijn revolutionaire wapen. Maar hoewel het ongekend effectief was, kreeg hij het maar niet verkocht. De Noordelijke Staten waren niet geïnteresseerd.
Dat kwam door het hoofd van de wapen- en munitieafdeling van het leger, die een fel tegenstander was van snelvuurwapens. De reden was conservatisme en de angst dat deze wapens, door hun enorme munitieverbruik, de bevoorradingslinies zouden overbelasten.
Een vooruitstrevende generaal van het noordelijke leger, Benjamin F. Butler, was wel enthousiast. Hij kocht 10 Gatling-kanonnen – schijnbaar van zijn eigen geld. Vanwege hun gewicht waren deze wapens vooral geschikt voor defensieve doeleinden. Butler gebruikte ze bijvoorbeeld bij de belegering van de stad Petersburg in Virginia in 1864 en 1865.

Dankzij de vele lopen raakte het machinegeweer van Gatling niet oververhit. Zo kon het een hele tijd vuren zonder te haperen.
Kogels afvuren met handslinger
Dankzij het wapen van Richard Gatling nam de militaire vuurkracht in de 19e eeuw enorm toe. Dit betekende dat kleine groepen soldaten zich beter konden verdedigen tegen een vijandelijke overmacht.
Het geweer van Gatling was revolutionair. In die tijd konden soldaten hun geweer maar één keer afvuren, waarna ze het opnieuw moesten laden. Gatlings uitvinding bestond uit meerdere geweerlopen.
Als de handslinger werd rondgedraaid, begonnen de geweerlopen rond te draaien en zorgde een mechanisme ervoor dat er een nieuwe kogel in elke loop belandde. Daarna werd de slagpin gespannen.
Het mechanisme activeerde ook de slagpin. Na het schot werd de lege patroon door een kleine grijparm verwijderd, om ruimte te maken voor weer een nieuwe kogel.
Zolang de handslinger werd rondgedraaid en het wapen nieuwe kogels kreeg, kon het Gatling-kanon zichzelf bijladen en dus ononderbroken blijven schieten.
In 1866, een jaar na het einde van de Amerikaanse Burgeroorlog, besloot het leger eindelijk om Gatling-kanonnen te kopen. De eerste keer dat het wapen gebruikt werd, was tijdens de kolonisatie van het westen – ten koste van de oorspronkelijke indianenbevolking.
De uitvinding van Gatling had generaal Custer bij Little Bighorn kunnen redden, maar de koppige Custer weigerde om een batterij met drie Gatling-kanonnen mee te nemen op zijn expeditie tegen de Sioux-indianen in 1876. Tegenover zo’n enorme overmacht hadden de geweren waarschijnlijk een beslissende rol gespeeld.
Andere Amerikaanse officieren gebruikten het wapen echter wel in hun strijd tegen de indianen, tegen de Spanjaarden aan het einde van de 19e eeuw en tijdens de Filipijns-Amerikaanse Oorlog van 1899 tot 1902.
Het Gatling-kanon werd toen ook al buiten het Amerikaanse continent gebruikt. Richard Gatling had de rechten om het Gatling-kanon te produceren in 1870 verkocht aan wapenfabrikant Colt.
Gatling-kanon vuurt veel kogels in korte tijd af



Het schieten begint
De handslinger wordt rondgedraaid, de lopen draaien rond en het wapen begint te schieten. De latere modellen konden 900 kogels per minuut afvuren.
Leeg magazijn vervangen
De lopen worden geladen door een magazijn dat verwisseld moet worden als het leeg is. Door de zwaartekracht vallen de nieuwe patronen in het wapen.
Lopen steeds bijgeladen
Tegelijkertijd zijn de lopen een essentieel onderdeel van het laadmechanisme. Zolang ze ronddraaien in het wapen, worden ze voortdurend bijgeladen.
Wapen verkocht aan Russen en Turken
De eersten die het Gatling-kanon kochten, na de Amerikanen natuurlijk, waren de Russen in 1867. De eerste keer dat twee militaire grootmachten met Gatling-kanonnen tegenover elkaar kwamen te staan, was tijdens de Russisch-Turkse oorlog van 1877 tot 1878.
De Turken hadden ook Gatling-kanonnen gekocht, maar net als de Russen waren ze niet heel creatief in de manier waarop ze het wapen gebruikten.

Na een kleine aanpassing kon het Gatling-kanon op de bult van een kameel worden geplaatst.
De zware machinegeweren werden vooral gebruikt om strategische punten zoals bruggen en verkeersknooppunten te bewaken. Dankzij de enorme vuurkracht werden ze ingezet om de minimaal bemande wachtposten te beschermen tegen verrassingsaanvallen.
Hierdoor werd het wapen niet in de directe strijd gebruikt en speelde Gatlings uitvinding slechts een bescheiden rol in de uiteindelijke overwinning van de Russen.
Uitvinding moet beschaving brengen
Groot-Brittannië was het land dat het Gatling-kanon het meest gebruikte. Een uitdrukking uit de tweede helft van de 19e eeuw zegt dat Groot-Brittannië ‘de onbeschaafde wereld beschaving bracht’ dankzij het Gatling-kanon. De Britten gebruikten het bij oorlogen in Afrika, Noord- en Zuid-Amerika en het Midden-Oosten.
Al in 1870 namen ze twee Gatling-kanonnen mee naar Ghana, waar ze vochten tegen de Ashanti. Ze hoefden de wapens echter niet te gebruiken. De Britten lieten ze alleen maar aan de Afrikanen zien, en dat was genoeg om hun duidelijk te maken dat ze geen schijn van kans hadden tegen het Britse leger.

Het merendeel van de grote militaire mogendheden schafte het Gatling-kanon in de 2e helft van de 19e eeuw aan.
Net als de Russen gebruikten de Turken hun Gatling-kanonnen vooral voor de verdediging.
Die strategie werkte heel goed tijdens hun koloniale oorlogen, waar ze hun soldaten vaak opstelden en wachtten tot de vijand aanviel, om hem vervolgens met een enorme vuurkracht te verslaan.
Het Gatling-kanon werd namelijk nog steeds gezien als onderdeel van de artillerie, als een statisch wapen om de vijand mee te beschieten. Maar dit snelvuurwapen had nog veel meer mogelijkheden, waar de Russen en Britten simpelweg geen oog voor hadden.
Maar de Amerikaanse luitenant John Henry Parker zag die mogelijkheden wel.
Amerikaanse officier krijgt een idee
John Henry Parker maakte deel uit van een Amerikaanse eenheid die in 1898 naar Cuba ging om de Spanjaarden van het eiland te verdrijven.
In januari werd het pantserschip USS Maine naar Havana gestuurd om de Amerikaanse belangen op het eiland te verdedigen tijdens de Cubaanse opstand tegen Spanje, die in 1895 begon. Drie weken later ontplofte de USS Maine op mysterieuze wijze. De Spanjaarden werden beschuldigd van sabotage en op 21 april 1898 brak de Spaans-Amerikaanse Oorlog uit.
‘Op dat moment begon de Gatling van Ryder te “praten”. Hij sprak luid en heel duidelijk.’ Luitenant John Henry ‘Gatling Gun’ Parker
Parker was gefascineerd door het snelvurende Gatling-kanon. Hij dacht dat het ideaal zou zijn voor een aanval, in plaats van voor de verdediging – zoals het tot dan toe werd gebruikt.
Hij trainde een speciale eenheid om het Gatling-kanon tijdens een offensief te gebruiken. Zo kon het de infanterie dekken terwijl die een vijandelijke positie aanviel. Deze nieuwe ideeën maakten indruk op het hoofd van het Amerikaanse expeditieleger. Parkers eenheid werd naar Cuba gestuurd om zijn tactiek op het slagveld te testen.
Geweer wordt voor aanval gebruikt
Het bevel om de heuvel San Juan te bestormen klonk. Luitenant Parker voelde zijn hart kloppen in zijn keel. Het was een warme zomerdag in 1898 en hij wist niet of hij zweette vanwege de hitte, of vanwege de Spaanse bunkers die hij op de heuvel boven hem zag liggen.
Parker gaf het bevel om het vuur te openen. De drie Gatling-kanonnen vuurden hun kogels af richting de top van de heuvel. In zijn memoires vertelt Parker over het moment dat zijn mannen voor het eerst de strijd in gingen:
‘Op dat moment begon de Gatling van Ryder te “praten”. Hij sprak luid en heel duidelijk. Het was misschien geen Spaans, maar onze vrienden (vijanden, red.) boven aan de heuvel wisten precies wat we bedoelden.’

Het Gatling-kanon diende vooral als defensief wapen, maar was ook inzetbaar tijdens een aanval.
Het geweer was zo snel dat de afzonderlijke schoten niet meer te horen waren. Het Gatling-kanon was een nieuw model uit 1893, dat rookloos kruit en patronen met een .30-kaliber gebruikte. Deze nieuwe patronen waren kleiner dan de oude, zware en onhandige .45-patronen, waardoor Parkers mannen veel meer munitie mee konden nemen – en dus langer konden blijven schieten.
Onder dekking van het Gatling-geschut bestormden Parkers mannen de heuvel. De Spanjaarden wilden hen wel beschieten, maar dankzij de drie snelvurende geweren moesten ze dekking zoeken en konden ze niets doen. Bovendien waren de Amerikaanse verliezen veel kleiner dan verwacht. Parker beschrijft de situatie:
‘De vijand verliet de loopgraven omdat onze infanterie voorbij het prikkeldraad onder aan de heuvel was gekomen. De Spanjaarden konden hun hoofd niet boven de loopgraven uit steken om te schieten, omdat de machinegeweren hun dodelijke projectielen over hen uitstortten. En wachten op de artillerie zou hen zeker het leven kosten.’
De vijand vlucht voor kogelregen
Het 6e infanterieregiment, het speerpunt van de Amerikaanse aanval, moest even wachten tot de Gatling-kanonnen het vuur hadden gestaakt. Binnen acht minuten hadden de drie geweren van Parker 18.000 kogels afgevuurd.
Toen de infanterie de heuveltop bereikte, seinden de soldaten de rest van het leger in. De eenheid van Parker duwde de wapens de heuvel op, waar ze de Spaanse tegenaanval afwachtten. Ze hoefden niet lang stil te zitten.
‘Deze 600 mannen vluchtten voor hun leven. Ze werden beschoten door machinegeweren die zo effectief waren dat slechts 40 van hen Santiago bereikten. De rest werd gedood.’ Spaanse officier over de ontmoeting tussen zijn soldaten en een Gatling-kanon
Een grote Spaanse aanval met honderden soldaten moest de Amerikanen van de heuvel verjagen voordat ze zich konden ingraven. De Gatling-kanonnen openden het vuur, maar toen Spaanse soldaten de Amerikaanse stellingen die het verst van deze dodelijke wapens verwijderd lagen aanvielen, kwamen de Amerikanen onder grote druk te staan.
Parker moest vlak langs zijn linies schieten, ook al was het risico dat hij zijn eigen troepen zou raken groot. Maar het ging goed: op een afstand van 600 meter schoten de Gatling-kanonnen twee derde van de Spanjaarden neer.

Het Gatling-kanon had een enorme vuurkracht. Hierdoor konden een paar soldaten het opnemen tegen een numerieke overmacht.
Na afloop vertelt een Spaanse officier over de efficiëntie van de Gatling-kanonnen:
‘Deze 600 mannen vluchtten voor hun leven. Ze werden beschoten door machinegeweren die zo effectief waren dat slechts 40 van hen Santiago bereikten. De rest werd gedood.’
Tijdens deze bloedige slag bewezen de Gatling-kanonnen hun waarde als aanvalswapen.
Parker kreeg de bijnaam ‘Gatling Gun’ Parker. Vanwege zijn belangrijke rol in de Spaans-Amerikaanse Oorlog mocht hij de strategie ontwikkelen voor het gebruik van machinegeweren in het leger. Uiteindelijk werd hij benoemd tot brigadegeneraal van de militaire reserve.
Uitvinder verbetert zijn wapen
Ook al had Richard Gatling de rechten op zijn revolutionaire uitvinding verkocht, hij bleef directeur van het bedrijf dat het wapen maakte en verder ontwikkelde. Vanaf de eerste versie uit 1862 tot het laatste model uit 1903 ontwikkelde Gatling 12 modellen voor 11 soorten patronen en verkocht hij ze aan 10 verschillende landen.

In 1892 nam Richard Gatling patent op een zelfgebouwde fiets.
Gatling wilde actuele problemen oplossen
De uitvinder uit North Carolina vond meer uit dan alleen zijn machinegeweer. Richard Gatling leefde in een tijd van enorme technologische vooruitgang. Hij wilde machines bedenken die het dagelijkse leven van mensen verbeterden.
1835
Een van Gatlings eerste uitvindingen was een scheepsschroef die de schoepenraderen op stoomschepen kon vervangen. De schroef was efficiënter en zorgde ervoor dat schepen sneller konden varen.

1844
De eerste westerse zaaimachine werd in 1701 uitgevonden, maar de machines werden pas in de 19e eeuw populair. De zaaimachine die Gatling uitvond, was een voorloper van het Gatling-kanon.

1857
In 1812 werd een stoommachine uitgevonden die maïs kon pellen. Daarna volgden er nog veel meer uitvindingen op stoom. Gatling bouwde een door stoom en kabels aangedreven landbouwploeg.

1892
Later bouwde Gatling een machine die wol kon reinigen. Om schapenwol voor kleding te gebruiken, moet de lanoline worden verwijderd. In de kledingindustrie was veel vraag naar deze machines.

1899
Gatling vond een beter mechanisme voor toiletten met hoge stortbak uit. Hij was een van de vele uitvinders die zich in de tweede helft van de 19e eeuw richtten op verbetering van de hygiëne.

Uiteindelijk werd het Gatling-kanon ingehaald door het Maxim-machinegeweer – een terugslaggestuurd, enkelloops machinegeweer dat in de jaren 1880 werd uitgevonden en enorm populair werd. Vanaf 1891 richtte Richard Gatling zich op nieuwe uitvindingen op landbouwgebied.
Er kwamen andere uitvinders die wapens ontwikkelden, maar de naam en het opvallende uiterlijk van het Gatling-kanon waren toen al onsterfelijk.
Technologie gebruikt in gevechtsvliegtuigen
Maar het verhaal van het Gatling-kanon eindigt niet in 1903. Vlak voordat het Maxim-geweer werd uitgevonden, had Gatling gewerkt aan een wapen dat werd aangedreven door een elektromotor in plaats van een handslinger.
Dit wapen kon 3000 kogels per minuut afvuren, ongeveer drie keer zo veel als het nieuwe Maxim-geweer, maar er was geen behoefte aan dit soort vuurkracht. Integendeel, het enorme munitieverbruik zou maar onpraktisch zijn.

De uitvinder Hiram Maxim bouwde in 1884 een machinegeweer dat de opvolger van het wapen van Richard Gatling zou worden.
Decennia later, toen straalvliegtuigen luchtduels begonnen uit te vechten, kwam het elektrische Gatling-kanon tot zijn recht. Door hun hoge snelheid moesten vliegtuigen zo veel mogelijk schoten op hun doel afvuren, de vijand was immers maar even in het vizier.
Onze huidige miniguns en Vulcan-kanonnen, die vooral gebruikt worden op vliegtuigen en helikopters, zijn in feite een ouderwets Gatling-kanon met elektromotor.
Oorlogen worden bloediger
Ook al was Gatlings uitvinding een enorm succes, zijn uiteindelijke missie – om oorlogen menselijker te maken – was een fiasco.
In werkelijkheid werden oorlogen door het Gatling-kanon juist bloediger – vooral tussen welvarende landen die allemaal toegang hadden tot dit krachtige wapen. Het machinegeweer droeg dus alleen maar bij aan het bloedvergieten in de wereld.

Het Maxim-machinegeweer werd in de Eerste Wereldoorlog door alle strijdende partijen gebruikt.
Nieuw machinegeweer nam het over
Het Gatling-kanon werd al gauw ingehaald door een effectiever machinegeweer. Tegen het einde van de 19e eeuw ontwikkelde de uitvinder Hiram Maxim de eerste variant van ons moderne machinegeweer.
Het verhaal gaat dat hij als kind ooit met een geweer had geschoten en dat hij door de terugslag omver werd geduwd. Later ontdekte hij een manier om die terugslag te gebruiken om het wapen te herladen, zonder dat de schutter iets hoefde te doen.
Het Maxim-geweer was niet alleen gemakkelijker in het gebruik, het was ook betrouwbaarder. Het had namelijk maar één loop, in tegenstelling tot het Gatling-kanon dat tien lopen had.
En omdat het maar één loop had, was het ook lichter en kon het dus gemakkelijker meegenomen worden. Hierdoor was het Maxim-geweer veel geschikter als mobiel aanvalswapen.
Dit nieuwe machinegeweer begon het Gatling-kanon langzaam te verdringen. In 1911, drie jaar voor de Eerste Wereldoorlog, ging het laatste Gatling-kanon van het Amerikaanse leger na 45 jaar met pensioen.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleek pas hoe dodelijk machinegeweren echt waren. In deze vier jaar durende stellingenoorlog gaven generaals honderduizenden soldaten de opdracht om hun loopgraven te verlaten en de vijandelijke linies te bestormen. En telkens werden ze neergemaaid door vijandelijke machinegeweren.
Richard Gatling overleed in 1903, dus hij heeft de vernietigende kracht van zijn uitvinding nooit echt meegemaakt, maar hij zou diep bedroefd zijn geweest. Het machinegeweer was Gatlings grootste succes, maar ook zijn allergrootste mislukking.