De tempeliers en hun schat

Berichten over verborgen rijkdommen trekken al jaren allerlei gelukszoekers aan. De enorme schatten van de tempeliers spreken nog het meest tot de verbeelding.

In oktober 1307 reed in het holst van de nacht een stoet paard-en-wagens Parijs uit. De begeleiders van de stoet letten goed op of de soldaten van de koning hen niet zagen, en met reden: op de wagens lagen gigantische rijkdommen, afkomstig uit de schatkamer van de orde der tempeliers. Enige dagen later werd de last overgeladen op een vloot zeilschepen in de havenstad La Rochelle aan de Atlantische Oceaan. Laat op de avond van 12 oktober voeren de schepen de Golf van Biskaje in. Daarna verdween de vloot spoorloos.

Het verslag van de vlucht met de schatten van de orde der tempeliers is afkomstig uit vrijmetselarijdocumenten en wordt niet bevestigd door andere historische bronnen. Wel zijn er talloze mythen en allerlei wilde speculaties ontstaan over de schat en de locatie en kenmerken ervan. Volgens sommige verhalen gaat het om een schat van enorme waarde, en er zijn zelfs mensen die denken dat hier sprake is van de heilige graal. Voor de bergplaats van de schat zijn al veel plekken genoemd, van de Pyreneeën tot een kerk op het Deense eiland Bornholm. En nog altijd treden schatzoekers van over de hele wereld in de voetsporen van de tempeliers. Want de rijkdommen en de eeuwige roem die in het vooruitzicht liggen, maken het zoeken de moeite waard – hoewel het bestaan van de schat niet is bewezen.

Rijk en machtig

Het staat vast dat de orde der tempeliers zeer vermogend was. De orde werd in 1119 gesticht als een religieuze en militaire orde om christelijke pelgrims op weg naar het Heilige Land te beschermen. De eerste tempelridders hadden hun hoofdkwartier vlak bij de Tempelberg in Jeruzalem, in de ruïnen van de tempel van de legendarische en schatrijke koning Salomo. De orde werd door de paus als liefdadigheidsinstelling bestempeld en ontving een gestage stroom giften van rijke geldschieters.

In de volgende 200 jaar vergaarden de tempeliers een enorm vermogen. Ze bezaten machtige burchten, zeer veel land, edelmetalen, juwelen en relikwieën. De ridders stichtten ook een voorloper van een bank en leenden geld aan onder meer Europese koningen, wat hen nog rijker maakte.

Schat verdwijnt

Maar de verstrekte leningen betekenden ook de ondergang van de tempeliers. De Franse koning Filips IV stond bij hen in het krijt, en toen er in de 14e eeuw een geruchtenstroom op gang kwam over allerlei ketterse praktijken in de orde, zag hij zijn kans schoon om die schulden kwijt te raken en zijn schatkist te spekken.

Op 13 oktober 1307 werden alle leiders van de orde in Frankrijk opgepakt, gemarteld en vermoord. De inhalige koning zette de paus onder druk om de tempeliers in heel Europa te laten arresteren. Zo maakte hij in korte tijd een einde aan een van de rijkste en machtigste organisaties van het Europese continent.

Maar toen de koning het verblijf van de tempeliers betrad om hun bezittingen te confisqueren, wachtte hem een teleurstelling. Er lagen veel minder kostbaarheden dan verwacht. Een van de verklaringen is dat de tempeliers hadden gehoord over de dreigende aanval en hun schat elders verstopten.

Volgens de documenten van de vrijmetselaars, de enige historische bron die deze theorie staaft, trokken de tempeliers daarna naar Schotland. Daar had de
pauselijke ban geen macht, omdat het land door de kerk was geëxcommuniceerd. Schotse middeleeuwendeskundigen wijzen dit idee echter van de hand.

De heilige graal

Er bestaan ook theorieën die de schat in Frankrijk plaatsen. Het kerkje La Madeleine in de stad Rennes-le Château is de laatste 150 jaar het vaakst genoemd. Veel van de geruchten zijn echter aan de fantasie ontsproten of op valse documenten gebaseerd.

Verhalen dat de schat niet alleen rijkdommen maar ook mythische relikwieën bevat, zoals de heilige graal, die tijdens het verblijf op de Tempelberg in Jeruzalem in het bezit van de tempeliers zou zijn gekomen, dragen bij aan de legendevorming.

Voor de vele mythen en legenden rondom het vermeende vermogen van de tempeliers is geen spoor van bewijs. Desondanks blijft het een van de felst begeerde schatten aller tijden.