AP/Ritzau Scanpix & Shutterstock

Russische spion tartte KGB

In Kopenhagen rekruteert MI6 in 1974 een hooggeplaatste KGB-agent. Met gevaar voor eigen leven brieft Oleg Gordiëvski 11 jaar lang KGB-geheimen en plannen van het Kremlin door aan het Westen – tot de Russen beseffen dat ze een mol hebben.

Het is druk in de straten van Moskou als Arthur Gee op 16 juli 1985 naar huis rijdt van zijn werk op de Britse ambassade. Officieel is Gee diplomaat, maar hij werkt eigenlijk voor de Britse inlichtingendienst MI6.

Elke avond tussen 19.30 en 20.00 uur moet hij de bakker aan de Koetoezovski Prospekt in de gaten houden, recht tegenover het blok waar hij met zijn vrouw Rachel woont.

Gees horloge wijst 19.40 uur aan als hij zijn Saab de straat in stuurt. Bij de bakker mindert hij vaart, en hij laat zijn blik over de stoep glijden. Dan stokt zijn adem. In de schaduw staat de man die hij al had verwacht.

Als afgesproken draagt hij een grijze pet en heeft hij een tas van de westerse supermarkt Safeway in zijn handen.

De adrenaline giert door Gees lijf terwijl hij parkeert, de lift neemt naar zijn appartement en naar zijn vrouw roept dat hij brood gaat halen.

Onderweg naar beneden grist hij een plastic tas van het warenhuis Harris en een Marsreep mee. Zo rustig mogelijk steekt hij de straat over, trekt hij het papiertje van de Mars en loopt hij op de man met de pet af.

In een fractie van een seconde kruisen hun blikken elkaar. Dan neemt Gee een hapje, terwijl hij wegkijkt. Het teken is gegeven. Operatie PIMLICO is begonnen.

De man met de grijze pet is Oleg Gordiëvski, een hoge KGB-officier van 46 jaar – en een spion voor de Britten.

Gordiëvski is bang dat de KGB hem op het spoor is, maar de Engelsen zijn niet van plan hun man achter het IJzeren Gordijn in de steek te laten. Ze willen hem de Sovjet-Unie uit smokkelen – het land met de best bewaakte grenzen ter wereld tijdens de Koude Oorlog.

Oleg Gordiëvski was opgeleid door de KGB en diende als dubbelspion voor de Britse MI6.

© AP/Ritzau Scanpix & Shutterstock

KGB-spion wordt bekeerd

Gordiëvski begon zijn loopbaan in de Deense hoofdstad Kopenhagen, waar hij in 1966 gestationeerd werd op de rezidentoera, de KGB-afdeling van de Russische ambassade.

De Rus was diep onder de indruk van de bruisende stad met zijn dure restaurants, uitpuilende bibliotheken en klassieke concerten.

In de Deense hoofdstad kon Gordiëvski zijn passie voor Bach en Händel volop uitleven – in zijn thuisland waren beide componisten taboe omdat ze te boek stonden als reactionair.

Na zijn kennismaking met de Scandinavische democratie en welvaart raakte de KGB-agent ervan doordrongen dat het vastgeroeste communisme van de Sovjet-Unie achterhaald was.

Een tijdelijk verblijf in Moskou sterkte hem in dat idee: de stad voelde aan als een gevangenkamp vergeleken met Kopenhagen.

Hij stoorde zich met name aan de bombastische muzak die overal uit luidsprekers klonk.

De twee hoofdsteden hadden echter één ding gemeen: het zag er zwart van de spionnen. Naast de KGB hadden de Britse, Amerikaanse en Franse inlichtingendiensten vestigingen in Kopenhagen, vaak met medeweten van de Deense geheime dienst PET.

De Britse MI6 had lucht gekregen van de anti-Russische houding van Gordiëvski, en samen met de PET zetten ze een val voor hem.

In een donkere bar in een buitenwijk van Kopenhagen rekruteerde MI6 op een avond zijn waardevolste spion van de Koude Oorlog.

Kopenhagen was l2 jaar Gordiëvski’s standplaats. Hij woonde in een huis aan de Tagensvej.

AP/Ritzau Scanpix & Shutterstock

Vriend stuurt Oleg naar Londen

Het Westen had nauwelijks agenten diep in de KGB, en Gordiëvski kreeg de hoogste prioriteit.

Zijn stationering in Kopenhagen liep echter ten einde in 1978, en hij keerde terug naar Moskou. Vier jaar vernam MI6 niets van haar man in de Russische hoofdstad en beschouwde ze hem als verloren.

Maar toen kreeg de Britse veiligheidsdienst een aanvraag voor een diplomatenvisum van een Rus wiens naam werd herkend door een klein groepje officieren van MI6 en de binnenlandse dienst MI5.

In Moskou was Gordiëvski’s ex-collega in Kopenhagen, Nikolaj Gribin, hoofd van de Britse sectie van de KGB geworden, en voor een post in Londen had hij zijn oude vriend Oleg persoonlijk aanbevolen.

In 1982 keerde de geheime spion van MI6 terug naar het Westen.

De Deense inlichtingen-dienst PET hield Oleg Gordiëvski in de gaten toen hij in de jaren 1960 in Denemarken werkte.

© Politiets Efterretningstjeneste

Spion ontmoet MI6-leider

In Londen geeft MI6 Gordiëvski de codenaam NOCTON. Zijn persoonlijke contact is het hoofd van de Russische afdeling van MI6, James Spooner, die goed Russisch spreekt.

Gordiëvski neemt contact met MI6 op via een telefoonnummer dat hij nog uit Kopenhagen kent. In een appartement in de Londense wijk Bayswater treffen de twee elkaar daarna wekelijks.

Een van de eerste geheimen die Oleg verraadt, is dat de Britse oppositieleider en voorzitter van de Labourpartij Michael Foot jarenlang heeft samengewerkt met de KGB en propaganda uit Rusland heeft verspreid.

Gelukkig verliest Foot in 1983 de verkiezingen van Margaret Thatcher en hoeft Spooner er niets mee te doen.

Van Gordiëvski hoort Spooner ook dat de KGB-agenten in Londen vooral linkse politici en andere personen moeten rekruteren die mogelijk bereid zijn voor de Sovjets te spioneren. Maar ze hebben nog maar een handjevol ‘gerekruteerde agenten’ en iets meer ‘betrouwbare contacten’ – een magere opbrengst.

Op basis van de gesprekken met Gordiëvski schrijft Spooner rapporten die hij deelt met afdelingen van MI6 en MI5 die de informatie nodig hebben.

Om Gordiëvski’s positie binnen de KGB te versterken, voert MI6 hem onschuldige feitjes over westerse politici die hij kan doorspelen aan zijn bazen. De Britten regelen bovendien ontmoetingen tussen Gordiëvski en niet al te vooraanstaande parlementsleden. Zo kan hij rapporten aan de KGB schrijven en blijft hij geloofwaardig.

Die strategie werpt vrucht af, want de dubbelspion wordt bevorderd tot hoofd van de politieke afdeling van de KGB.

In die functie heeft hij toegang tot documenten van de overige afdelingen van de KGB, zoals de sectie die zich met contraspionage bezighoudt en die voor illegale KGB-agenten die onder een valse identiteit als Britse burgers door het leven gaan.

Dat er zo’n ondergrondse groep bestaat in Groot-Brittannië is nieuws voor MI5, en Gordiëvski voorziet de dienst van alle informatie die hij over hen opvangt.

Alle instructies uit Moskou worden per diplomatieke post verstuurd en mogen niet worden opengemaakt door de autoriteiten. Meestal fotografeert de dubbelspion de documenten, maar soms smokkelt hij een lading paperassen naar buiten in zijn aktetas.

Dan gaat hij naar het appartement in Bayswater, waar iemand van MI6 er foto’s van maakt. De papieren zijn belangrijk, maar het helpt ook dat Gordiëvski een olifantengeheugen heeft.

Bovendien is hij er heel goed in om stiekem mee te luisteren met gesprekken op de rezidentoera, en dankzij zijn grondige analyses van wat hij zoal heeft opgevangen, krijgen de Britten een steeds completer en correcter beeld van de vijand achter het IJzeren Gordijn. MI6 besluit de premier te informeren.

Margaret Thatcher legt meteen een groot respect aan de dag voor de idealistische Rus. Ze begrijpt zijn waarde en beseft dat hij een enorm risico loopt met zijn werk voor haar land, want op verraad staat bij de KGB de doodstraf.

Spionnenschool 101

Het hoofdkwartier van de Sovjetveiligheidsdienst KGB was gevestigd in het enorme Loebjanka-gebouw in Moskou.

© A. Savin & Shutterstock

Oleg leert bij op spionageschool

Gordiëvski’s baas op de rezidentoera in Londen is Arkadi Vasiljevitsj Goek. Die heeft een goede indruk van zijn nieuwe medewerker, maar zijn instinct zegt hem dat er iets niet in de haak is met Oleg.

Zijn plaatsvervanger, Igor Titov, is het met hem eens: Gordiëvski drinkt niet en doet het zo goed dat zijn collega’s jaloers zijn. Als Titov argwaan krijgt en Gordiëvski goed in de gaten begint te houden, zetten de Britten hem echter het land uit, zogenaamd omdat ze hem van spionage verdenken.

Titov vormt geen bedreiging meer, maar op een ochtend in april 1983 schuift iemand een brief onder de deur van het huis van Goek door.

De afzender noemt zich Koba, een bijnaam van Stalin, en is in werkelijkheid een mislukte en jaloerse MI5-agent. Michael Bettaney behoort tot het selecte gezelschap dat het geheim van Gordiëvski kent.

In de brief doet ‘Koba’ de echte reden voor de uitwijzing van Titov uit de doeken. Goek is wantrouwig. Hij denkt dat de brief een val is en negeert de inhoud. In juli schuift Koba een nieuwe brief onder zijn voordeur door.

De envelop bevat kopieën van twee MI5-documenten met de complete hiërarchie van alle KGB-agenten die in Londen actief zijn, inclusief de correcte namen van alle 23 medewerkers van de rezidentoera.

Nu is Goeks interesse gewekt. ‘Wil je iets bijzonders zien?’ vraagt hij zijn beste agent Gordiëvski.

De dubbelspion herkent zijn eigen informatie en valt bijna flauw. Hij herpakt zich en verzekert Goek ervan dat het vast een valstrik is. Dan neemt hij snel contact op met MI6 via de geheime telefoonlijn die alleen voor hem is aangelegd.

Het NOCTON-team is geschrokken, maar raakt niet in paniek. De klopjacht op Koba wordt geopend.

Een beetje spion kon opname- en afluisterapparatuur bedienen.

© A. Savin & Shutterstock

Olegs Sovjet-carrière:

Spion MI6 krijgt hoge post in Londen

Er zijn maar weinig mensen op de hoogte van het dubbelleven van Gordiëvski. Al in september 1983 komen MI6 en MI5 daardoor Bettaney op het spoor, en hij wordt direct opgepakt.

Het proces tegen hem wordt goed voorbereid, en in 1984 moet Bettaney, alias Koba, zich verantwoorden voor de rechter wegens het doorspelen van vertrouwelijke informatie aan de KGB.

Hij krijgt 23 jaar cel en wordt door het slijk gehaald door de Britse tabloids, die hem groot afbeelden op de voorpagina’s.

De kranten drukken ook korrelige foto’s af van de KGB’er die het aanbod van de verrader afsloeg. Goeks dagen als KGB-hoofd in Londen zijn geteld.

De brief met de lijst van medewerkers van de dienst in Londen wijst erop dat er een mol actief is in de rezidentoera in de Britse hoofdstad, maar Goek heeft een gouden kans laten lopen om de verrader te ontmaskeren. Moskou is woedend.

In Londen is de functie van hoofd van de rezidentoera dus vacant. Hoewel het gonst van de geruchten over een mol, besluit Gordiëvski op de post te solliciteren.

Er zijn geen bewijzen die in zijn richting wijzen, en hij zou toegang krijgen tot de grootste geheimen van de KGB. Zijn rivaal is het hoofd contraspionage van de rezidentoera, Leonid Nikitenko.

Die vermoedt dat Gordiëvski de mol is, maar hij kan het niet aantonen. Het komt Gordiëvski goed van pas dat de driejarige stationering van Nikitenko bijna voorbij is, en terwijl zijn rivaal zijn best doet om zijn termijn verlengd te krijgen, rijst de ster van Gordiëvski snel.

De dubbelspion maakt gebruik van het bezoek van de aanstaande Sovjetleider Michail Gorbatsjov aan Londen op 15 december 1984. Met hulp van MI6 geeft Gordiëvski gedetailleerde informatie door over de Britse politiek en actuele zaken, zoals een staking onder de mijnwerkers.

Dankzij Gordiëvski komt Gorbatsjov goed beslagen ten ijs tijdens de gesprekken met Thatcher.

De KGB in Moskou is onder de indruk, en in april 1985 krijgt Gordiëvski de leiding over de rezidentoera. MI6 is door het dolle heen: de promotie van hun mol overtreft hun stoutste fantasieën.

Maar op 16 mei komt er een onheilspellend telegram binnen: Gordiëvski moet zich binnen 48 uur in Moskou melden.

De KGB was de veiligheidsdienst van de Sovjet-Unie.

© Shutterstock

Slot waarschuwt dubbelspion

Op 18 mei 1985 stapt Gordiëvski in een Aeroflot-toestel naar Moskou. Wat de spion niet weet, is dat de CIA-agent Aldrich Ames in april contact heeft opgenomen met de KGB-rezidentoera in Washington.

Ames heeft aangeboden om kennis te verkopen over hoge Russen die de KGB tegenwerken. En de CIA-man kent het geheim van Gordiëvski.

Hij heeft zelf zijn bazen bij de dienst op de hoogte gesteld van de activiteiten van de dubbelspion omdat zij zich afvroegen hoe de Britten ineens zoveel wisten.

Als Gordiëvski drie dagen later landt op de luchthaven van Sjeremetjevo, heeft Ames de KGB waarschijnlijk zijn lijst nog niet overhandigd.

Maar zelfs al weet hij niet van de actie van Ames, Gordiëvski zweet peentjes. Gespannen loopt hij over het vliegveld en rijdt hij per taxi door de grauwe straten naar zijn appartement op de Leninski Prospekt.

Hij ziet het als een goed teken dat hij op de luchthaven niet is bedwelmd en ontvoerd, en enigszins gekalmeerd neemt hij de lift naar de 8e verdieping.

Maar bij de voordeur van zijn appartement slaat de schrik de dubbelspion om het hart. De deur heeft drie sloten, waarvan een oud is. Hij heeft er geen sleutel van en gebruikt het niet.

Nu zit het op slot. In de halfdonkere gang lopen de koude rillingen over zijn rug. Zijn eigen, levensgevaarlijke dienst is binnen geweest.

Nu weet hij dat de KGB hem dag en nacht afluistert en bewaakt.

De KGB maakte veel gebruik van waarheidsserum.

© AP/Ritzau Scanpix & Shutterstock

Serum moet verraad aantonen

De volgende weken zijn een nachtmerrie voor Gordiëvski. Hij is constant bang om te worden geliquideerd en begint te roken en wodka achterover te slaan. ’s Nachts slaapt hij nauwelijks.

Elke dag gaat hij naar kantoor en verwacht hij op het matje te worden geroepen door de hoogste bazen van de KGB. Als zijn telefoon op 27 mei gaat, is het het hoofd van de afdeling voor contra-spionage, de Oekraïner Viktor Groesjko: ‘Er zijn twee mannen die met je willen praten over een Britse kwestie.’

Een paar tellen later staat Groesjko voor zijn bureau. Met een bonzend hart laat Gordiëvski zich het gebouw uit leiden, een auto in. Na een half uur stopt de chauffeur bij een omheind huis.

In een grote ruimte, die spaarzaam, maar stijlvol ingericht is, zitten twee KGB-generaals die uitblinken in verhoren.

Als Groesjko in een zachte fauteuil is gaan zitten, haalt hij een fles tevoorschijn. ‘Armeense brandewijn,’ zegt hij, terwijl hij iedereen inschenkt.

Gordiëvski slaat een paar glazen achterover en voelt al snel het effect van de alcohol: de kamer gaat tollen en het wordt wazig voor zijn ogen.

Dat hij er zoveel last van heeft, verbaast hem, want hij drinkt al wekenlang stevig en zou er beter tegen moeten kunnen.

Dan beseft hij dat Groesjko een waarheids-serum in zijn glas heeft gedaan. Korte tijd later beginnen de twee verhoorders hem te bestoken met aantijgingen:

‘We weten dat je een Britse agent bent. We hebben sluitend bewijs. Beken!’

De zwetende Gordiëvski wordt misselijk en stommelt naar de badkamer om over te geven. Een paar uur lang zakt hij regelmatig weg, maar wonder boven wonder slaagt hij erin om de beschuldigingen en de bewijzen die de twee aandragen te blijven ontkennen. Ze moeten de informatie van Ames hebben kregen.

Voordat Gordiëvski echt flauwvalt, weet hij nog een gevoelige snaar te raken bij de twee generaals:

‘Jullie zijn geen haar beter dan Stalins beulen die ’s nachts onschuldige mensen van hun bed lichtten en vermoordden.’

De verwijzing naar de meedogenloze zuiveringen in de jaren 1930 wordt de redding van Gordiëvski, want de KGB’ers voelen zich in hun eer aangetast. Stel je voor dat ze iemand zouden liquideren zonder voldoende bewijs.

Ze weten zeker dat Gordiëvski na verloop van tijd zal breken. En tijd is er genoeg.

Gordiëvski was gefascineerd door het feit dat hij porno kon kopen in Denemarken, en PET-agenten zagen ooit hoe hij een pornoblaadje mee naar huis nam.

© Lauritz.com

Westerse vrijheid bekeerde Rus

Vrouw en kinderen blijven achter

Als de KGB eind mei 1985 Gordiëvski’s vrouw Lajla en twee dochters naar huis haalt, zien ze dat hun echtgenoot en vader in een wrak is veranderd.

Dat zijn gezin nu achter het IJzeren Gordijn is, maakt het er nog penibeler op voor Gordiëvski. Hij heeft Lajla zijn geheim nooit verteld, want diep van binnen is hij bang dat ze hem zou verraden.

‘Het is een complot tegen mij,’ liegt hij tegen zijn ongeruste vrouw. ‘Er zijn mensen jaloers omdat ik promotie heb gekregen. Maar ik ben onschuldig. Geloof niet wat je over me hoort.’

Gordiëvski houdt van zijn echtgenote, en het besluit om zonder haar te vluchten is het moeilijkste dat hij ooit heeft moeten nemen. In zijn wanhoop stuurt hij Lajla en zijn dochters op 16 juli op vakantie naar de datsja van zijn schoon-vader in Azerbeidzjan. Hij is zich ervan bewust dat hij hen misschien nooit meer ziet.

Dan gaat hij terug naar zijn appartement, pakt een grijze pet en een tasje van de Safeway en gaat bij de bakker staan aan Koetoezovski Prospekt.

Daarop gaat er in de nacht van 17 juli een dubbel versleuteld telegram van de Britse spionnen in Moskou naar MI6 in Londen:

‘PIMLICO in gang gezet. Massale surveillance. Terugroeping van start.’

De waardevolle spion van de Britten moet weg, maar MI6 weet niet dat hij alleen is. Daarom treffen ze voorbereidingen om het hele gezin te evacueren. Het vluchtplan met de codenaam PIMLICO loopt via Finland, en MI6 in Helsinki wordt ingeseind.

De Finse luchthavens staan onder toezicht van de Russen, dus vliegen is uitgesloten. Het gezin moet met twee auto’s de grens oversteken.

De pers fotografeerde een vrolijke Lajla Gordiëvski, die in 1991 met haar dochters naar Londen kwam.

© Photoshot/Ritzau Scanpix

Echtgenote werd zes jaar vastgehouden

Vluchtplan geactiveerd

Eerst voeren de MI6-agenten in Moskou een toneelstukje voor de KGB op.

Arthur Gees vrouw, Rachel, doet of ze rugpijn heeft, en het echtpaar besluit een specialist in Helsinki te raadplegen. Haar goede vriendin Caroline heeft een idee:

‘Waarom rij ik niet mee, dan maken we er een weekendje Helsinki van,’ zegt ze tegen de microfoons in de muur.

Caroline en haar man Roy Ascot, het hoofd van MI6 in Moskou, maken zich dan ook op voor een tripje naar de Finse hoofdstad.

Westerse diplomaten gaan regelmatig boodschappen doen in Finland, en de KGB heeft dan ook geen argwaan als Ascot zich meldt bij de speciale KGB-garage die de benodigde diplomatieke kentekens op zijn Saab en Gees Ford Sierra moet aanbrengen.

Op vrijdagmiddag 19 juli 1985 zijn de auto’s klaar, en met een lege kofferbak rijden de vier MI6-agenten Moskou uit met het gebruikelijke KGB-gevolg in Lada’s achter zich aan.

Aldrich Ames verkocht informatie over dubbelspionnen aan de Russen.

© Wilfredo Lee/Ritzau Scanpix & Shutterstock

Man met schulden lapte dubbelspion erbij

Het leger helpt

Gordiëvski moet opgepikt worden op een parkeerplaats in een bos bij Vyborg aan de Finse grens.

Bijna 72 uur na het teken bij de bakker, om 16.00 uur, verlaat hij zijn appartement, rent hij door een park en daalt hij af in de krochten van de Moskouse metro.

Een uur lang stapt Gordiëvski in allerlei treinen die verschillende kanten op gaan. Dan neemt hij de roltrap naar boven, loopt door straten en steegjes en verstopt zich in de ingang van een school, waarna hij de metro weer in gaat.

Pas als hij zeker weet dat hij zijn KGB-achtervolgers afgeschud heeft, stapt hij in metro-lijn 1 naar het Leningrad-station in Moskou.

Daar stapt hij over op de nachttrein naar Zelenogorsk, 50 kilometer van de grens met Finland. Bij aankomst moet hij met een bus verder naar Vyborg.

Terwijl Gordiëvski per trein en bus onderweg is naar de afgesproken parkeerplaats bij kilometerpaal 338 op de weg naar Vyborg, zijn ook de Britten in aantocht in hun auto’s.

Maar hoewel ze de hele nacht hebben gereden, zit de KGB nog achter hen aan. Om Gordiëvski op te kunnen pikken moeten de MI6-agenten hun begeleiders zien kwijt te raken.

Vlak voor de ontmoetingsplek doet zich een mooie gelegenheid voor als een Russisch militair konvooi op weg naar een oefening de weg verspert.

De stoet MI6- en KGB-auto’s moet netjes wachten terwijl de militaire voertuigen de weg oversteken.

Als het achterste deel van het konvooi is gepasseerd, geven de Britten plankgas en scheuren ze met hun westerse auto’s de duisternis in. Ze hopen dat de Lada’s van de KGB hen niet kunnen bijhouden, en dat is het geval.

Zodra ze op de parkeerplaats zijn, zetten Gee en Ascot hun auto’s achter een stel bomen. Op de snelweg razen vier Lada’s in de hoogste versnelling voorbij.

Uit de drassige bosbodem verrijst een modderige gedaante: Oleg Gordiëvski heeft het gehaald. Eventjes lijkt de tijd stil te staan. Dan doet Gee de achterbak van zijn auto open, en even later ligt de besmeurde spion in het donker.

Een paar uur later dringt er klassieke muziek van de cassettespeler van de auto door tot Gordiëvski’s schuilplaats: Finlandia van Sibelius.

Half bij bewustzijn snapt Gordiëvski dat ze in Finland zijn. Hij is uit de klauwen van de KGB ontsnapt.

In de Koude Oorlog was informatie over dubbelspionnen goud waard.

© Wilfredo Lee/Ritzau Scanpix & Shutterstock