De vicedirecteur van Pepsi, Donald Kendall, probeerde de gemoederen te bedaren door Chroesjtsjov cola aan te bieden.
De communistische leider vond het drankje lekker, en kort daarna tekende Pepsi een overeenkomst met het Sovjetregime, waardoor PepsiCo een monopolie kreeg. Aartsrivaal Coca-Cola werd pas 26 jaar later toegelaten in de Sovjet-Unie.
Van wodka tot onderzeeërs
Een foto van een Pepsi drinkende Chroesjtsjov verscheen in veel Sovjetkranten, en de publiciteit bracht de colafabrikant succes achter het IJzeren Gordijn.
Omdat de roebel waardeloos was in het Westen, ruilden de Russen cola tegen Stolichnaya-wodka, waarvan Pepsi de distributeur werd in de VS. Eind jaren 1980 dronken de Russen echter een miljard flessen Pepsi per jaar, waardoor de Amerikanen meer wodka overhielden dan het bedrijf kon verkopen.
Gelukkig hadden de Russen iets anders op voorraad. In 1989, toen de Koude Oorlog op zijn einde liep, bood de Sovjet-Unie Pepsi wat van haar verouderde oorlogstuig aan: 17 onderzeeërs, een kruiser, een fregat en een destroyer. De Amerikanen gingen akkoord.
Een tijdje had Pepsi de op vijf na sterkste vloot ter wereld, waarna de nogal roestige schepen werden verkocht aan een schroothandelaar.
Na de deal schepte vicedirecteur Donald Kendall van Pepsi op tegen de Amerikaanse nationale veiligheidsadviseur:
‘Wij ontwapenen de Russen sneller dan jullie!’