De baai Gåsefjärden in de archipel van het Zweedse Blekinge is op de ochtend van 28 oktober 1981 gehuld in dichte mist. Visser Bertil Sturkman controleert met zijn bootje de lijnen die hij heeft uitgezet.
In de mist ontwaart hij plots de contouren van een voorwerp dat hem onbekend voorkomt. Hij laat zijn lijnen los om dichter naar Torumskær te varen, een vlak rif bij de monding van de fjord.
‘Een zeer riskant besluit.’ Vasili Besedin over het besluit van de commandant van de U-137 om met kapotte radioantennes door te varen
Verbijsterd staart Sturkman in de melkwitte mist: het is een onderzeeër! De helft van de voorsteven ligt op de klif. Sturkman ziet vaag mensen in de toren – en zij zien hem! Een man zwaait heftig met zijn armen, en Sturkman begrijpt dat hij moet wegwezen.
De visser keert zijn boot en vaart terug naar de brug van het eiland Sturkö. Hij vertelt een collega wat hij heeft gezien. Samen nemen ze rond tienen contact op met het Zweedse leger.
Veteraan gaat op missie
De 76 meter lange kolos bij Torumskær is de U-137, een Sovjetonderzeeër. Zes weken eerder, op 16 september, voer hij uit van de basis van de Russische Oostzeevloot in Baltiejsk, Kaliningrad. De bevelhebber aan boord is luitenant-ter-zee Anatoli Goesjtsjin, een jonge onderzeebootcommandant met een vlekkeloze carrière.
Zijn onderbevelhebber is politiek commissaris Vasili Besedin. Als het vaartuig om 20.15 uur (Moskou-tijd) in de Bocht van Gdańsk onderduikt, schrijft deze in zijn dagboek:
‘Op zee klinkt een werkende dieselmotor als het luide gekakel van een kip.’
De 24 jaar oude onderzeeër is een tikkeltje antiek. Toch moet hij tot 5 november patrouilleren rond het Deense eiland Bornholm.
Op 17 september komt de U-137 aan. ‘Alles rustig,’ noteert Besedin 40 meter onder de zeespiegel ten oosten van Bornholm.

In 1982 had de Russische vloot slechts 60 onderzeeërs van de Whisky-klasse, waarvan 45 in actieve dienst.
U-137 was een oude rammelbak
*De Sovjetmacht stond in zijn hemd toen de U-137 aan de grond liep, want daardoor was het zonneklaar dat de Russen met verouderd, afgedankt materiaal rondvoeren.
De onderzeeër die in de Zweedse archipel aan de grond liep, behoorde tot de Whisky-klasse, een conventioneel boottype met torpedo’s. Het was een doorontwikkeling van een Duits onderzeeboottype uit de Tweede Wereldoorlog, dat destijds heel geavanceerd was, maar begin jaren 1980 rijp was voor de sloop.
Tussen 1951 en 1957 bouwden de Russen 215 Whisky-onderzeeërs op een scheepswerf in Leningrad, waarvan de U-137 de laatste was. Het 76 meter lange vaartuig, met een bemanning van maximaal 60 man, was in 1981 dus 24 jaar oud.
De romp was verdeeld in zeven secties, met torpedoruimten voor en achter en in totaal zes torpedobuizen. In het midden was de commandokamer, met instrumenten voor duiken en opstijgen, een hydrofoon, een gyrokompas en een wapendepot.
De Whisky’s hadden zowel diesel- als elektromotoren en konden afdalen tot 125 meter diepte. Om de drie dagen moesten ze bovenkomen om de accu’s van de elektromotor op te laden.
Voor de 56 mannen aan boord is de dag verdeeld in wacht en rust. Dag en nacht bestaan niet. Op 2 oktober ligt de onderzeeër al meer dan twee weken bij Bornholm als een vissersboot nietsvermoedend vlak bij het Russische vaartuig komt en een draad van zijn sleepnet zich om de toren van de onderzeeër wikkelt. De Russen ontkomen zonder de kotter omlaag te trekken, maar de navigatieantennes van de U-137 zijn kapot.
De onderzeeër vaart naar het Poolse Świnoujście, waar blijkt dat de antennes niet onmiddellijk gerepareerd kunnen worden. Dit stelt Goesjtsjin voor een dilemma.
De onderzeeër heeft nog een navigatiesysteem, Decca, dat in theorie voor navigatie kan worden gebruikt, maar de bemanning heeft er nog niet eerder mee gewerkt. Na lang aarzelen besluit Goesjtsjin de missie voort te zetten – zijn mooie carrière mag niet in gevaar komen door domme pech.
‘Een zeer riskant besluit,’ noteert politiek commissaris Besedin in zijn dagboek.
Rusland en Zweden hebben bloedig verleden
Sinds de 15e eeuw zijn de twee noordelijke mogendheden al vaak in botsing gekomen over het grondgebied en de macht in het Oostzeegebied. Daardoor is het Zweedse rijk geslonken.

1495 – explosie schrikt af
Tsaar Ivan III belegerde de vesting van de Zweedse staatsman Sten Sture in Vyborg. Stures kasteelheer stak al het buskruit van de stad in brand. Volgens Zweedse kronieken joeg de explosie de Moskovieten de stuipen op het lijf en gingen ze ervandoor.

1558 – huursoldaten winnen
Ivan de Verschrikkelijke wilde toegang tot de Oostzee en viel Lijfland in het Balticum binnen. Maar in 1581 veroverden Zweedse huurlingen de belangrijke stad Narva, waardoor Ivan gedwongen was vrede te sluiten.

1709 – dure nederlaag
In de Grote Noordse Oorlog brak Peter de Grote de Zweedse overheersing rond de Oostzee. Bij Poltava in Oekraïne versloeg hij het invasieleger van Karel XII, waarna hij grote gebieden opeiste van Zweden.

1808 – Finland wordt opgegeven
Alexander I viel het Finse deel van Zweden aan om de Russische grens naar het westen te verleggen. Toen de oorlog een jaar later voorbij was, moest Zweden Finland en delen van Lapland afstaan en vormden de Zweden geen bedreiging meer voor Rusland.
Onderzeeër loopt aan de grond
Op 17 oktober gaan de Russen weer op weg naar Bornholm. Als de onderzeeër het Deense eiland nadert, hoort de bemanning volgens Besedin per telegram dat de NAVO bezig is met een oefening in dit gebied. Goesjtsjin besluit verder naar het noorden te varen om niet te worden ontdekt.
Het schip laat Bornholm achter zich en alles verloopt vlot – tot 27 oktober, als Besedin abrupt ontwaakt. De motoren zijn stilgevallen en hij voelt dat het vaartuig bodemcontact heeft. Hij haast zich naar de commandokamer, waar eerste luitenant Persjin uitleg geeft:
‘We liggen op de bodem. Bevel van de stafchef.’
Besedin is verbaasd, zo lezen we in zijn dagboek, dat hij in 2009 publiceert. De onderzeeër moet 10-15 meter boven de zeebodem blijven vanwege het risico om bodemmijnen te raken.
Intussen probeert stafchef Avroekevitsj, die het Decca-systeem niet vertrouwt, de positie van de onderzeeër te bepalen. Hij doet dit door de diepte van het vaartuig nauwkeurig te vergelijken met de diepten op zijn kaarten. Die middag vaart de onderzeeër de Zweedse territoriale wateren binnen.
‘Behoud de grens!’ Premier Thorbjörn Fälldin
’s Nachts stijgt de U-137 naar de oppervlakte, waar het heel mistig is. De accu’s moeten worden opgeladen – daar zorgt de dieselmotor voor – en de bemanning krijgt frisse lucht. Intussen drijft de onderzeeër langzaam verder. Besedin staat in de toren te roken als het vaartuig opeens met grote kracht wordt opgetild.
Iedereen in de toren wordt naar voren geslingerd en de onderzeeër komt abrupt tot stilstand. De hele romp trilt en Goesjtsjin roept in de intercom:
‘Stop de machine!’
Dan geeft hij het bevel om achteruit te varen. Maar de onderzeeër ligt muurvast.
De hele nacht probeert de U-137 vrij te komen, maar op 28 oktober om 6.00 uur moet de commandant het opgeven. Met trillende handen steekt hij zijn laatste sigaret op – hij heeft die nacht een heel pakje opgerookt. Dan laat hij de radiotelegrafist komen en bericht hij met kloppend hart het hoofdkwartier van de Oostzeevloot.

1) Bornholm, 2) Christiansø, 3) Karlskrona, 4) Gåsefjärden
De onderzeeër liep op de klippen in de archipel ca. 10 km van Karlskrona.
Zweden komen aan
Een paar uur later worden ook de Zweden op de hoogte gebracht – hoewel de leiding van de vlootbasis in Karlskrona aanvankelijk denkt dat de visser aan de telefoon dronken is. Gåsefjärden ligt weliswaar maar 10 kilometer van de basis, maar een gestrande Sovjetonderzeeër klinkt wel erg fantasievol.
Anderzijds verdenken de Zweden de Russen al jaren van spionage in hun wateren. Lars Hellstedt, hoofd van de Zweedse scheepvaartpolitie, en stafchef Karl Andersson gaan er in een patrouilleboot op af, en bij Torumskær zien ze het bewijs – als een gestrande walvis op de koude scherenkust.
De twee mannen varen tot heel dichtbij. Andersson springt op de onderzeeër en klimt in de toren, waar zich vier mensen bevinden.

Toen in 1981 een Russische onderzeeër in Zweedse wateren aan de grond liep, leidde dat tot een diplomatieke crisis.
Op zijn vraag of iemand aan boord Engels spreekt, komt geen antwoord. Hij probeert het met Duits, en dat blijkt Avroekevitsj vloeiend te spreken.
Andersson wil weten hoe de onderzeeër hier gekomen is. De Rus wijst op een zwaar verbogen antenne: ‘Kaputt.’
Avroekevitsj vraagt wat de precieze positie van de onderzeeër is, en uit het binnenste van het vaartuig duikt een matroos op met een gedetailleerde kaart van de scherenkust van Blekinge.
De stafchef scheldt hem in het Russisch uit, en de matroos verdwijnt weer en komt terug met een overzichtskaart van de zuidelijke Oostzee, waar de Russen zouden zijn verdwaald.

Er waren al veel onderzeeërs aan de Zweden ontkomen, dus in 1981 was de belangstelling voor de gestrande U-137 groot – ook bij burgers.
Zweden maakt jacht op spionnen
In de jaren 1980 werden er bijna dagelijks ongeïdentificeerde onderzeeërs waargenomen in de Zweedse archipel. Steeds weer moesten de Zweden de vredeverstoorders verjagen.
1980 – crisis nabij Stockholm
Een sleepboot spot een onderzeeboottoren nabij Stockholm en helikopters achtervolgen het vaartuig weken – tevergeefs.
1982 – bommen worden afgeworpen
In de Hestefjord heeft het Zweedse leger hydrofoons geplaatst, die in september een buitenlandse onderzeeër registreren. Ondanks dieptebommen, zeemijnen en pogingen om de fjord af te sluiten, ontsnapt het vaartuig.
1986 – voertuig op de bodem
Bij Gotland wordt een machine waargenomen die onder water rijdt. Op de zeebodem worden sporen van rupsbanden aangetroffen.
1988 – torpedo’s raken niets
Sonars bij Oxelösund onder Stockholm pikken geluiden op als van de ventilatie van een onderzeeër. Een Zweeds schip vuurt torpedo’s af, maar raakt niets.
2014 – hevige klopjacht
Diep in de scherenkust van Stockholm worden versleutelde berichten onderschept op een noodfrequentie die de Russen gebruiken. Ook ooggetuigen zien een onderzeeër, maar na een week van diepzeebombardementen wordt de jacht gestaakt.
Oorlogsschepen naderen
Terwijl Andersson en Avroekevitsj de zeekaart bekijken, ontvangt de opperbevelhebber van het Zweedse leger, Lennart Ljung, om 11.30 uur in Stockholm een telegram met het schokkende nieuws.
De systematische Ljung belt direct de kabinetssecretaris van het ministerie van Buitenlandse Zaken en premier Thorbjörn Fälldin. De diplomatie treedt in werking.
Na verscheidene telefoontjes arriveert de Russische ambassadeur in Zweden, Michail Jakovlev, bij het buitenlandministerie, waar hij een formeel Zweeds protest ontvangt. Jakovlev belooft de boodschap door te geven, maar benadrukt dat hij er persoonlijk van overtuigd is dat er sprake is van een technische fout.
Een paar uur later komt hij terug met het officiële antwoord van de Sovjet-Unie: fouten in de navigatieapparatuur van de onderzeeër zijn de oorzaak van de ongelukkige schending van de Zweedse territoriale wateren.
De Zweden zijn niet overtuigd, want de U-137 is niet maar een beetje verkeerd gevaren, hij bevindt zich wel 57 mijl achter de Zweedse territoriale grens.

Met geheven handen poseerde Vasili Besedin op de onderzeeër voor de Zweedse fotograaf.
De Zweden zijn bezorgd. Die ochtend zijn enkele grote Russische oorlogsschepen en sleepboten vanaf de basis in Baltiejsk vertrokken op weg naar Karlskrona. Als ze arriveren voordat de Zweedse verdediging op gang komt, kunnen de Russen in principe zo de scherenkust binnenvaren en hun onderzeeër bergen.
Daarom stijgen er twee verkenningsvliegtuigen op van het vliegveld Norrköping, en op de avond van 28 oktober melden de piloten dat het Russische konvooi zich precies op de territoriale grens bevindt. Er worden direct vier gevechtsvliegtuigen in gereedheid gebracht.
Op 29 oktober stijgen de toestellen bij dageraad op. Het doel is afschrikking, en in het ochtendlicht zijn de vier vliegtuigen goed te zien aan de hemel. De Zweedse piloten melden dat de positie van het konvooi onveranderd is. Ze openen het vuur daarom niet, en in plaats daarvan komen de Zweden met de eis om de onderzeebootcommandant te ondervragen en de U-137 te onderzoeken.
Dreigende kernexplosie
De ingesloten onderzeebootbemanning ontvangt op 29 oktober om 17.20 uur Moskou-tijd een gecodeerd telegram van de marinebasis Baltiejsk. De boodschap is duidelijk: als de Zweden proberen de onderzeeër in beslag te nemen, moet die worden opgeblazen.
Aangezien de U-137 torpedo’s met kernkoppen bij zich heeft – elk even krachtig als de atoombom op Hiroshima – zou dat voor alle partijen catastrofaal zijn. Eerste luitenant Persjin verbleekt als hij het bevel leest. Samen met zijn mannen bereidt hij zich erop voor een armageddon te ontketenen in de archipel.
Elk misverstand kan de situatie nu laten escaleren, wat ook bijna gebeurt als er om 22.00 uur plotseling een lichtkogel opstijgt van de onderzeeër.

Politie en soldaten van de kustverdediging rukten massaal uit tijdens de onderzeebootcrisis.
Dat gebeurt omdat Besedin vlakbij een rubberboot heeft ontdekt, en hij wil licht om die te kunnen zien. Hij weet niet dat de Zweden in het geheim technici gestuurd hebben om eventuele radioactiviteit bij de torpedo’s te meten.
Op de radar zien de Zweden twee echo’s in de richting van het Russische konvooi. Is de lichtkogel het teken voor de reddingspoging die de Zweedse defensie vreest?
Er stijgt een verkenningsvliegtuig op. Tegelijkertijd belt Ljung premier Fäldin, die klare taal spreekt: ‘Behoud de grens!’
Ljung begrijpt het. Gelukkig drijft de acute crisis over, want er blijkt geen reddingsoperatie aan de gang te zijn. De blip op de radar komt niet van de Russische oorlogsschepen, maar van twee West-Duitse koopvaardijschepen.
Zweden willen commandant ondervragen
Op dag drie van de crisis, 30 oktober, komt ambassadeur Jakovlev bij het buitenlandministerie terug met een halfhartig excuus en een afwijzing van Moskou. Hij betreurt wat er is gebeurd, maar wijst erop dat de onderzeeër in nood was.
De onderzeeër en zijn bemanning vallen onder de diplomatieke onschendbaarheid. Het vaartuig liep immers aan de grond in vredestijd, en niet tijdens een aanvalsmissie. Er kan dus geen sprake van zijn commandant Goesjtsjin te ondervragen.
Hoge Zweedse ambtenaren bespreken of ze de eis om het verhoor op Zweeds grondgebied te laten plaatsvinden, zullen laten vallen, en aan te bieden het aan boord van de onderzeeër te doen.
Voordat ze tot een besluit kunnen komen, laat Moskou weten dat de commandant toch verhoord mag worden – zelfs op Zweeds grondgebied. De reden is dat de Sovjet-Unie de laatste dagen felle internationale kritiek over zich heen heeft gekregen en de crisis zo snel mogelijk wil oplossen.

De gestrande onderzeeër haalde de voorpagina van alle Zweedse kranten.
Op 2 november vindt het verhoor plaats. Politiek commissaris Besedin en stafchef Andersson vergezellen Goesjtsjin per helikopter naar de marinebasis in Karlskrona. De commandant is er slecht aan toe. Hij is somber, bang en apathisch.
Besedin mag niet bij het verhoor aanwezig zijn en hoopt maar dat de nerveuze kapitein de twee uur durende ondervraging goed zal doorstaan.
Maar Goesjtsjin zegt wat er van hem wordt verwacht: de onderzeeër was op een routineoefening. Hij had pas door dat er iets mis was toen ze aan de grond liepen – en hij dacht dat ze op het eiland Christiansø bij Bornholm waren gevaren.
Uiteindelijk geven de Zweedse ondervragers het op en worden de Russen teruggebracht naar de U-137. Intussen hebben de Zweden de onderzeeër vlot getrokken.
Onderzeeër wordt weggesleept
Het geduld van Moskou raakt op. De Zweedse ambassadeur in Moskou, Carl De Geer, moet naar het ministerie van Buitenlandse Zaken, waar hem te verstaan wordt gegeven dat de Russische autoriteiten de teruggave van de onderzeeër eisen.
De Zweden willen ook van de nucleaire schroothoop af nu de eis van een ondervraging is ingewilligd. Ljung staat er wel op dat de onderzeeër door Zweedse boten wordt weggesleept. Meer Russische schepen toelaten tot de scherenkust is ondenkbaar.
Op 6 november wordt de onderzeeër tot buiten de Zweedse wateren begeleid, waar hij zich bij het Russische konvooi voegt.
Moskou is het vernederende incident al snel vergeten, en de jaren daarop moeten de Zweden steeds weer jacht maken op Sovjetonderzeeërs in de archipel. De afspraak dat de grenzen van andere landen onschendbaar zijn, lijken de Russen telkens te vergeten.
MEER OVER DE GESTRANDE ONDERZEEËR:
- Wilhelm Agrell, U 137 och ubåtskrisen, Historiska Media Förlag, 2021
- Vasilij Besedin, Inifrån U 137: Min egen berättelse, Albinsson Sjöbergs bokförlag, 2009