In oktober 1965 begon in Indonesië een klopjacht op communisten. 500.000 tot een miljoen mensen stierven in de maanden die volgden.
Het Indonesische leger en particuliere milities richtten het bloedbad aan, maar wie hen op het hoogtepunt van de de Koude Oorlog tot de misdaden aanzette, was tot voor kort een onbeantwoorde vraag.
Nu blijkt uit documenten uit archieven dat de Britse inlichtingendienst achter de propagandacampagne zat die leidde tot een van de ergste volkenmoorden sinds de Tweede Wereldoorlog.
De Britten produceerden pamfletten en radio-uitzendingen waarin ze de communisten de schuld gaven van een hele reeks misdaden.
32 jaar dictatuur
Onder president Soekarno was het land in 1945 onafhankelijk geworden. Maar omdat hij het communistische China steunde, wilden de Britten en de Amerikanen hem uit de weg hebben.
De Britse propagandacampagne was bedoeld om de steun van de bevolking voor een militaire staatsgreep tegen Soekarno te krijgen.
Dit leidde tot de moord op en mishandeling van honderdduizenden onschuldige communisten en Chinezen in Indonesië.
‘We moeten beseffen dat ze het voor het grootste deel aan zichzelf te danken hebben,’ stond in de Britse pamfletten.
De propaganda werkte uiteindelijk. In 1966 trad president Soekarno af en werd hij vervangen door de westers georiënteerde generaal Soeharto, die Indonesië de volgende 32 jaar met harde hand bestuurde.