‘De Partijen komen overeen, dat een gewapende aanval tegen een of meer van haar in Europa of Noord-Amerika als een aanval tegen haar allen zal worden beschouwd.’
Zo luidt artikel 5 van het Noord-Atlantisch Verdrag, dat sinds 1949 een hoeksteen is van de defensieve samenwerking van de NAVO.
In de praktijk betekent het dat de NAVO-landen verplicht zijn elkaar te helpen als een van hen wordt aangevallen.
Artikel 5 is bijzonder relevant geworden in de context van de Russische invasie in Oekraïne in 2022. In de nasleep van de invasie hebben Zweden en Finland verzocht om toetreding tot de NAVO.
Dat zou namelijk betekenen dat beide landen voortaan ook onder artikel 5 van het Noord-Atlantisch Verdrag vallen.
‘Mannen met moed en visie’
De NAVO en artikel 5 ontstonden na de Tweede Wereldoorlog in 1949. Communistische bewegingen gesteund door de Sovjet-Unie vormden destijds een bedreiging voor democratisch gekozen regeringen in Europa. Zo had de Communistische Partij in Tsjecho-Slowakije een jaar eerder de regering omvergeworpen.
In april 1949 kwamen de leiders van 12 westerse landen in Washington bijeen om het defensieverdrag te tekenen waarop de NAVO is gebaseerd.
‘Mannen met moed en visie kunnen nog steeds hun eigen lot bepalen. Ze kunnen kiezen voor slavernij of vrijheid, oorlog of vrede,’ sprak de Amerikaanse president Harry S. Truman.
Hoewel de NAVO al lang bestaat, is artikel 5 nog maar één keer ingeroepen: na de aanslagen in New York op 11 september 2001, toen alle NAVO-landen zich achter de VS schaarden in de strijd tegen het terrorisme.
De VS hebben de NAVO echter niet betrokken bij de daaropvolgende conflicten in onder meer Irak en Afghanistan.