De Cubacrisis van 1962 had op een kernoorlog kunnen uitdraaien als de VS Cuba was binnengevallen, maar in 1983 was het spannender.
In dat jaar vreesde de Sovjet-Unie een Amerikaanse aanval met langeafstandsraketten met een kernkop. En op een dag sloegen de zogeheten Oko-spionagesatellieten van de Russen alarm.
De opperbevelhebber in het hoofdkwartier voor raketbewaking, luitenant-kolonel Petrov, kreeg te horen dat een Amerikaanse intercontinentale raket onderweg was naar de Sovjet-Unie.
Maar het Oko-systeem was nieuw en kampte nog met kinderziektes.
Petrov wist dat en trotseerde zijn orders, die voorschreven dat hij meteen zijn superieuren moest waarschuwen, zodat de raketten in gereedheid konden worden gebracht.
Kernoorlog werd afgewend
Volgens Petrov zou de VS in één klap alle Russische atoomwapens willen uitschakelen terwijl ze nog op de grond stonden, en dat kon niet met één enkele raket.
Korte tijd later meldden de satellieten dat er nog vier raketten onderweg waren, maar opnieuw nam Petrov aan dat het vals alarm was, omdat de radar op de grond ze niet zag. De Russische kernwapens werden dan ook niet gelanceerd.