Er stierven duizenden soldaten tijdens de slag die Napoleons lot bezegelde: de Slag bij Waterloo op 18 juni 1815. Sindsdien vragen historici en archeologen zich af waarom er betrekkelijk weinig lichamen liggen in de vele massagraven die in de dagen en weken na de slag werden gedolven.
We weten al langer dat de tanden van veel gesneuvelde soldaten in Waterloo zijn gestolen, die later gebruikt werden om kunstgebitten te maken – de zogenoemde Waterloo-tanden.
Een nieuwe studie van Tony Pollard, de directeur van het Center for Battlefield Archeology aan de universiteit van Glasgow bevestigt nu een oud gerucht: de botten van veel van de gevallen soldaten werden gebruikt als compost.