Volgens sommige bronnen wist de stafchef aan maar liefst 3000 konijnen te komen. Op een zomerse ochtend begin juli 1807 kwamen de keizer en zijn officieren op een veld bijeen om op de dieren te jagen. Berthier gaf het bevel om de kooien met de vele konijnen te openen, in de hoop dat ze in paniek alle kanten op zouden rennen, zodat de keizer iets had om op te schieten.
Konijnen waren niet bang
De konijnen waren echter tam en associeerden mensen met eten.
In plaats van ervandoor te gaan, renden ze naar de jagers toe. En alsof ze zelf kleine generaaltjes waren, splitsten ze zich in tweeën, waardoor Napoleon en zijn officieren van meerdere kanten werden bestormd. Eerst schoten de Fransen in de lach, maar toen de konijnen massaal op de keizer afrenden als een tsunami van bont, en tegen hem op begonnen te klimmen, verging het lachen hun.
Napoleon sloeg met zijn rijzweep naar de konijnen, en de ingehuurde jagers probeerden met stokken een tegenaanval in te zetten. Tevergeefs. De machtigste man van Europa holde naar zijn koets, met de konijnen achter hem aan. Pas toen de paarden in beweging kwamen, lukte het Napoleon om van het slagveld te ontkomen. Wat koningen en tsaren niet gelukt was, kregen de konijnen wel voor elkaar.