Van alle middeleeuwse koningen kwam Willem de Veroveraar misschien wel het meest grotesk aan zijn eind.
21 jaar na de verovering van Engeland in 1066 liep hij interne verwondingen op bij een paardrijongeluk en twee maanden later stierf hij thuis in Rouen, Noord-Frankrijk.
Willems twee oudste zonen waren in het buitenland en de jongste had geen tijd. Daardoor konden bedienden zijn huis plunderen en bleef zijn lijk op de vloer achter. Pas dagen later betaalde een plaatselijke ridder om het lichaam naar het klooster in Caen te laten brengen.
Maar juist toen de kar met het lichaam aankwam, brak er brand uit in het klooster. Het lijk bleef daardoor weer enkele dagen liggen voordat de monniken het de kerk in brachten.
Er werd een graf gegraven onder de vloer en de Normandische edelen kwamen op de begrafenis. Maar toen het lichaam in de sarcofaag zou worden gelegd, was het inmiddels danig opgezwollen.
De monniken moesten flink proppen om het lijk in de kist te krijgen. Toen barstte de buik open en kwamen de ingewanden naar buiten.
De stank was zo ondraaglijk dat de gasten vluchtten. Twee monniken zeulden het lijk de kist in, waarna Willem de Veroveraar eindelijk rust had.