Topfoto/Polfoto & Claus Lunau/Historie

Onderzeeër was genadeloze jager van de Eerste Wereldoorlog

Op een fraaie najaarsochtend in 1914 veranderen de spelregels van zeeslagen in één klap. Een koelbloedige kapitein, zes torpedo’s en 1459 dode Britse zeelieden bewijzen dat geen schip zich nog veilig kan wanen. Het tijdperk van de onderzeeër is aangebroken.

Precies als duikbootkapitein Otto Weddigen in de krappe romp van de U-9 gekropen is om te ontbijten, komt er een bericht van zijn tweede man Johannes Spiess: er zijn vijandelijke oorlogsschepen gesignaleerd.

Weddigen laat onmiddellijk zijn vaartuig onder de golven van de Noordzee duiken en kijkt door de periscoop.

Het zicht is prima op deze vroege septemberochtend, en Weddigen krijgt al snel een groot schip met vier schoorstenen in het oog.

En het is niet alleen. Er tekenen zich nog twee silhouetten aan de horizon af.

Enthousiast geeft hij luitenant Spiess een schouderklopje: ‘Het zijn drie Britse kruisers!’

‘Wraak voor de U-15,’ zegt Spiess, die het voorval in augustus niet vergeten is. 23 man kwamen om toen de Britten de U-15 tot zinken brachten.

Behoedzaam nadert de U-9 zijn prooi met ingetrokken periscoop. De 32-jarige Weddigen wil zo dichtbij als mogelijk komen.

Na 10 minuten is de duikboot nog maar een halve kilometer van de middelste kruiser verwijderd.

‘Eerste buis, boegschot,’ beveelt Otto Weddigen, en hij voegt eraan toe: ‘Duik na het vuren tot 50 voet en zorg dat we niet stijgen. We zitten dicht op het doel!’

Weddigen en Spiess weten niet wat het afvuren van een torpedo met de dunne romp zal doen.

Ze zijn bang dat hun boot de schokgolf van een voltreffer op 500 meter afstand niet zal doorstaan.

Niemand geloofde in onderzeeër

In 1914, twee maanden na het begin van de Eerste Wereldoorlog, was de duikboot nog een onbeproefd wapen.

De Britten, die patrouilleerden in de Noordzee om Duitse vaartuigen in hun havens te houden, maakten zich vooral zorgen over mijnen en slagschepen.

‘Ik denk niet dat iemand besefte dat een duikboot schade kon aanrichten,’zei een Britse cadet na de oorlog.

Zelfs de bevelhebber van de Duitse keizerlijke marine had moeite om de bescheiden onderzeebootvloot serieus te nemen.

Voor admiraal Alfred von Tirpitz, die zijn land groot gemaakt had op zee, telden alleen slagschepen.

Weddigen moest het Kanaal op varen en Britse schepen die troepen naar het front in Frankrijk vervoerden tot zinken brengen.

Niemand kon bevroeden dat zijn U-9 een bedreiging vormde voor de drie pantserreuzen die de kapitein op 22 september 1914 in het vizier kreeg.

De U-9 was in 1914 een van de slechts 20 gevechtsklare Duitse onderzeeërs.

© AKG-Images

Slecht weer houdt escorte thuis

Een koele bries waaide over de dekken van de drie Britse kruisers terwijl ze door de Noordzee voor de Nederlandse kust ploegden.

In het midden voer de Aboukir, aan weerszijden begeleid door de Hogue en de Cressy op zo’n twee zeemijl afstand.

Doorgaans was er een escorte van destroyers, maar vanwege een zware storm hadden die in de haven moeten blijven.

De wind was inmiddels gaan liggen, en de horizon tekende zich scherp af aan de heldere hemel.

Op de Aboukir lag de pas 15-jarige cadet Kit Wykeham-Musgrave in zijn kooi toen hij ruw gewekt werd door een krachtige explosie in het voorschip.

‘Het hele schip trilde, en het keukengerei viel uit de kastjes,’ schreef hij drie dagen later aan zijn oma. ‘We dachten natuurlijk aan een mijn, en snelden het dek op. We sloten alle patrijspoorten en waterdichte deuren en gooiden alles wat kon drijven overboord.’

Het was 6.20 uur, en een torpedo van de U-9 had de Aboukir geraakt.

Onderzeeër op de proef gesteld

De zeelui aan boord van de Duitse duikboot hoorden ‘een doffe dreun in de verte en daarna een helder, rinkelend geluid’.

31 seconden lang had Spiess de ingetrokken periscoop vastgehouden en naar de dieptemeter gestaard terwijl hij de explosie en de drukgolf gespannen afwachtte.

Maar het viel mee: de U-9 doorstond de succesvolle torpedering op korte afstand: ‘Onderdeks klonk gejuich, en we moesten wel meejuichen.’

Weddigen liet de U-9 tot periscoopdiepte stijgen, zodat hij de situatie in zich op kon nemen.

De torpedo had een munitiedepot op de Aboukir geraakt:

‘Er was een fontein van water, een rookzuil die de hemel in schoot, een flits van vuur, en een deel van de kruiser kwam omhoog.

Daarna hoorde ik een knal en voelde ik de trillingen van de ontploffing door het water golven. Ze was in stukken gebroken en zonk binnen een paar minuten,’ schreef Weddigen later.

Voor hij de periscoop liet zakken, zag de onderzeebootkapitein nog hoe de twee andere Britse kruisers naderden.

Britten onderschatten dreiging

Vanaf de kruiser Hogue keek de cadet Hereward Hook geschokt toe hoe de Aboukir zonk. Hij had zijn pyjama nog aan en had snel een jas aangeschoten toen hij uit zijn kooi was gesprongen.

Honderden opvarenden hadden de kruiser al verlaten en dreven hulpeloos rond in zee.

De Aboukir lag zo scheef in het water dat een van de kimkielen – langgerekte vinnen aan de zijkanten van de bodem van het schip – te zien was.

‘Een gestage stroom mannen kwam van het dek af en liet zich langs de zijkant van het schip glijden.

Ze stopten bij de kimkiel, klommen eroverheen en roetsjten door tot ze met een plons in het water vielen,’ aldus Hook.

Toen de Hogue en de Cressy bij de drenkelingen waren, minderden ze vaart en lieten de reddingsboten te water.

De Britten dachten dat de Aboukir op een zeemijn was gelopen. Tijdens de hele reddingsactie lagen de twee enorme schepen roerloos in het water.

De Britten dachten eerst dat de Aboukir op een zeemijn gelopen was. De Hogue pikte de drenkelingen op en was een makkelijke prooi voor de U-9.

© AKG-Images

Balanceren in de diepte

Duikbootkapitein Weddigen kon zich geen makkelijker doelwit wensen. De bevelhebber diende al 13 jaar bij de Duitse marine.

In 1904 had hij als jonge officier een medaille gekregen voor het redden van een collega die overboord gevallen was, maar in 1910 zette hij zijn loopbaan op het spel. Hij wilde bij de weinig gewaardeerde duikbootvloot, waarmee zijn kans om ooit admiraal te worden verkeken leek.

Weddigen maakte echter naam toen hij met zijn bemanning van de U-9 een torpedobuis wist te herladen terwijl de onderzeeër onder water voer.

Dit was op 16 juli 1914, een paar weken voordat de oorlog uitbrak.

Nu moesten de Duitse zeelui deze prestatie zien te herhalen in het heetst van de strijd.

De duikboot lag zo dicht op de Hogue dat Spiess allerlei details aan boord via de periscoop kon onderscheiden: ‘In de ochtendzon zag ik de Britse oorlogsvlag aan de mast wapperen, en de kanonnen die langs de hele flank van de kruiser stonden opgesteld. Ik zag de artilleristen met hun witte uniformen.’

Weddigen besloot twee van de vijf torpedo’s die hij nog had op het Britse schip af te vuren. In de krappe ruimte binnen in de onderzeeër was het een en al hectiek.

De mannen spoedden zich naar voren en naar achteren op de bevelen ‘alle mannen voor’ en ‘alle mannen achter’.

Dankzij hun gewicht bleef de duikboot in balans terwijl er een torpedo in de buis aan de voorkant geladen werd.

Weddigen was trots op zijn bemanning: ‘In mijn bootje lieten de Duitse zeelui zich van hun beste kant zien. Ze bleven kalm en hielden hun aandacht erbij.’ Om 6.55 uur, 35 minuten na de eerste aanval, waren de twee torpedobuizen weer geladen.

12.000 ton staal maakt sprongetje

Cadet Hereward Hook stond nog steeds in zijn pyjama op het dek toen de Hogue opgeschud werd door twee krachtige explosies:

‘Het voelde alsof het hele schip 15 centimeter de lucht in ging. Een enorme waterzuil schoot omhoog, en het water kwam met aanzienlijke kracht op mijn schouders terecht.’

De torpedo’s waren op dezelfde plek ingeslagen en hadden de Hogue bijna in tweeën gehakt.

Het water gutste de machinekamer binnen, en een schoorsteen stortte in.

‘Hoewel het schip razendsnel zonk, gingen sommige bemanningsleden eerst naar beneden om hun hangmat te halen,’ schreef Hook na de ramp.

‘Een dichtgebonden hangmat kon dienstdoen als reddingsvest, dat we in die tijd helemaal niet hadden.’

Zelf deed de jonge cadet zijn jas uit, terwijl de golven die over het dek spoelden inmiddels tot aan zijn knieën kwamen.

Hook klom op de reling van de kruiser, sprong in het water en zwom op een boei af.

Terwijl hij zich vastklampte, zag hij hoe de Hogue slagzij maakte en in de golven verdween, terwijl het water uit de patrijspoorten spoot. 10 minuten nadat de torpedo’s ingeslagen waren, was de kruiser opgeslokt.

Cressy gaat in de tegenaanval

Ondertussen voer de U-9 op volle kracht achteruit om niet tegen de zinkende kruiser te botsen – zo dicht had de duikboot op zijn doel gezeten.

‘Onze onderzeeër maakte een grote boog om de Hogue, waarbij de periscoop bijna de romp van de kruiser schampte,’ schreef Johannes Spiess later.

De accu’s die de schroeven tijdens het duiken aandrijven, waren bijna leeg.

‘Hoe lang hebben we nog, kapitein?’ vroeg de machinist verontrust, maar Weddigen had alleen maar aandacht voor het laatste Britse schip.

Kapitein Bertram Nicholson van de kruiser Cressy besefte inmiddels dat er een onderzeeër in de diepte loerde.

‘Vrijwel meteen nadat de Hogue werd geraakt, zagen we aan bakboordkant een periscoop op zo’n 275 meter van ons vandaan.

We openden het vuur, en de machines draaiden op volle kracht om hem te rammen,’ schreef Nicholson.

Maar de Britten waren het overzicht kwijt en schoten lukraak op alle wrakstukken die op een periscoop leken: ‘Ik kwam naar boven en zag hoe wild er werd gevuurd vanaf het schip.

Dat was ook niet zo gek als ze niet wisten waar ze op moesten richten – al kwam één schot akelig dichtbij,’ aldus Spiess

Om 7.20 uur, precies een uur nadat de eerste torpedo was afgevuurd, lag de Duitse onderzeeër weer in positie. De buizen in de achtersteven stuurden twee torpedo’s op de Cressy af.

Weddigen deelt genadeslag uit

De 15-jarige Kit Wykeham-Musgrave warmde zich aan een kop chocola in de ziekenboeg van de Cressy. Hij was opgepikt nadat de Aboukir gezonken was.

Plotseling werd de Cressy geraakt door een torpedo.

Musgrave rende het dek op en zag dat het schip bleef drijven en dat de artilleristen de onzichtbare vijand nog steeds bestookten.

Onder water keerde Weddigen zijn onderzeeër, terwijl de bemanning de laatste torpedo in de boegbuis laadde. Toen het duidelijk was dat de Cressy niet zonk, viel de U-9 weer aan.

‘Om 7.35 uur verliet onze laatste torpedo de buis,’ aldus Johannes Spiess.

‘De inslag veroorzaakte een gigantische zwarte rookwolk, gevolgd door een metershoge witte fontein.’

De Cressy maakte slagzij, en even later lag hij met de bodem omhoog.

‘We zagen wezentjes, het waren net mieren, die de grote kiel op probeerden te klimmen voor ze verdwenen in de golven. Een vreselijke aanblik.’

Op de laatste restjes stroom maakte de U-9 zich uit de voeten. 20 minuten later durfde Weddigen naar het oppervlak te komen en de dieselmotor van de onderzeeër te starten.

Hierna zette hij koers richting thuishaven.

De jonge Kit Wykeham-Musgrave van de Aboukir werd na drie uur in het water opgepikt door een Nederlandse trawler.

Hereward Hook van de Hogue hoefde zich maar een kwartier aan zijn boei vast te houden voor hij gered werd.

837 Britse opvarenden overleefden de confrontatie met de Duitse U-boot. 1459 anderen sneuvelden bij de inslagen of verdronken in de ongenadige zee.

In één ochtend had de U-9 de spelregels voor zeeslagen veranderd.

De zwaarbewapende reuzen van de zee waren weerloos gebleken ten opzichte van de verborgen jagers in de diepte.

Duitsland begon massaal onderzeeërs te bouwen, en in 1917 slaagde het land er bijna in Groot-Brittannië te breken en de Eerste Wereldoorlog te beslissen.

Eind 1914 wisten alle Duitsers van de successen van kapitein Otto Weddigen.

© AKG Images

Britten kregen hun wraak

Keizer Wilhelm II van Duitsland reikte persoonlijk het IJzeren Kruis uit aan kapitein Otto Weddigen als dank voor het tot zinken brengen van de drie Britse kruisers in september 1914.

De vorst hoopte dat de Britse vloot na nog een paar van deze slagen geknakt zou zijn.

Weddigen deed zijn best om aan de verwachtingen te voldoen en schakelde drie weken later nog een kruiser uit.

Deze keer kreeg hij de Pour le Mérite, de hoogste onderscheiding.

In maart 1915 was zijn geluk echter op. Weddigen voerde het bevel over de U-29 toen hij torpedo’s op een Brits slagschip afvuurde.

Vanwege het gewichtsverlies kwam de steven van de U-boot boven water en werd hij geramd. Weddigen en zijn voltallige bemanning stierven.