Precies als duikbootkapitein Otto Weddigen in de krappe romp van de U-9 gekropen is om te ontbijten, komt er een bericht van zijn tweede man Johannes Spiess: er zijn vijandelijke oorlogsschepen gesignaleerd.
Weddigen laat onmiddellijk zijn vaartuig onder de golven van de Noordzee duiken en kijkt door de periscoop.
Het zicht is prima op deze vroege septemberochtend, en Weddigen krijgt al snel een groot schip met vier schoorstenen in het oog.
En het is niet alleen. Er tekenen zich nog twee silhouetten aan de horizon af.
Enthousiast geeft hij luitenant Spiess een schouderklopje: ‘Het zijn drie Britse kruisers!’
‘Wraak voor de U-15,’ zegt Spiess, die het voorval in augustus niet vergeten is. 23 man kwamen om toen de Britten de U-15 tot zinken brachten.
Behoedzaam nadert de U-9 zijn prooi met ingetrokken periscoop. De 32-jarige Weddigen wil zo dichtbij als mogelijk komen.
Na 10 minuten is de duikboot nog maar een halve kilometer van de middelste kruiser verwijderd.
‘Eerste buis, boegschot,’ beveelt Otto Weddigen, en hij voegt eraan toe: ‘Duik na het vuren tot 50 voet en zorg dat we niet stijgen. We zitten dicht op het doel!’
Weddigen en Spiess weten niet wat het afvuren van een torpedo met de dunne romp zal doen.
Ze zijn bang dat hun boot de schokgolf van een voltreffer op 500 meter afstand niet zal doorstaan.
Niemand geloofde in onderzeeër
In 1914, twee maanden na het begin van de Eerste Wereldoorlog, was de duikboot nog een onbeproefd wapen.
De Britten, die patrouilleerden in de Noordzee om Duitse vaartuigen in hun havens te houden, maakten zich vooral zorgen over mijnen en slagschepen.
‘Ik denk niet dat iemand besefte dat een duikboot schade kon aanrichten,’zei een Britse cadet na de oorlog.
Zelfs de bevelhebber van de Duitse keizerlijke marine had moeite om de bescheiden onderzeebootvloot serieus te nemen.
Voor admiraal Alfred von Tirpitz, die zijn land groot gemaakt had op zee, telden alleen slagschepen.
Weddigen moest het Kanaal op varen en Britse schepen die troepen naar het front in Frankrijk vervoerden tot zinken brengen.
Niemand kon bevroeden dat zijn U-9 een bedreiging vormde voor de drie pantserreuzen die de kapitein op 22 september 1914 in het vizier kreeg.