De wereldgeschiedenis staat bol van de verhalen over mensen die onderdrukt werden en hun vrijheid, cultuur en taal verloren. Een tragisch voorbeeld vormen de Cornish, de inwoners van de afgelegen regio Cornwall in het zuidwesten van Engeland.
Dit is een geschiedenis die maar al te duidelijk illustreert wat er met een volk en een cultuur kan gebeuren als een imperialistische grootmacht zich op zijn zwakkere buur stort.
Cornwall, augustus 1549
Bevelen blaffend drijft het huurlingenleger honderden krijgsgevangenen door het open landschap. De meesten zijn zwaargewond, maar als ze niet doorlopen, krijgen ze een kogel door hun hoofd.
Vanaf een heuveltop ziet de voorhoede van het leger in de verte een groep bewoners. De generaal is bang dat ze zullen proberen de gevangenen te bevrijden. Hij beveelt zijn mannen om ze allemaal de keel door te snijden.
‘De talen van de Engelsen, Welsh en Cornish zijn zo verschillend dat ze elkaar niet begrijpen.’ Een Italiaanse diplomaat over de drie volkeren in 1531
Dit bloedbad vond plaats op 5 augustus 1549 op de hei van Clyst Heath in het zuidwesten van Engeland. Volgens de kroniek van koning Eduard VI kwamen er 900 rebellen om, vooral mannen uit Cornwall.
Eduard en zijn adviseurs wilden dat alle inwoners van het rijk dezelfde taal, cultuur en religie zouden hebben, en daarom moest de Cornische cultuur eraan. Daarop hadden de Cornish de wapens opgenomen en trokken ze richting Londen. Maar de koninklijke regering sloeg terug.
Poetin imiteert 16e-eeuws Engeland
In Oekraïne gebruikten de soldaten van Vladimir Poetin methoden die lijken op de maatregelen die de Engelsen in de 16e eeuw namen om Cornwall te onderdrukken.

DE ENGELSEN IN DE 16E EEUW
OORLOG EN HUURLINGEN: Het leger van Eduard VI versloeg met de hulp van Europese huurlingen de Cornische rebellen. Huizen waarvan werd vermoed dat opstandelingen zich er schuilhielden, werden platgebrand.
TAAL EN CULTUUR: De koning wilde van de inwoners van Cornwall goede, Engelssprekende anglicanen maken. Katholieke kloosters die de Cornische cultuur in stand hielden, werden leeggehaald en gesloten. Predikanten die niet in het Engels wilden preken, werden vervangen door volgzamere collega’s.
MARTELING EN EXECUTIES: De leiders van de Cornische rebellen werden gemarteld en gedood. Na de Prayer Book Rebellion in Cornwall kondigden de Engelsen de staat van beleg af, en honderden vermeende rebellen werden zonder eerlijk proces geëxecuteerd.

DE RUSSEN IN OEKRAÏNE
OORLOG EN HUURLINGEN: Vladimir Poetin heeft ook huurlingen ingezet in Oekraïne: de mannen van de Wagner-groep. Verder gebruiken de Russen raketten om gebouwen met burgers erin op te blazen.
TAAL EN CULTUUR: In de door Rusland bezette delen van Oekraïne is de Oekraïense taal verboden en zijn verkeersborden en schoolboeken vervangen door Russische. Om van de kinderen goede Russischtalige burgers te maken, zijn leraren uit Rusland gehaald.
MARTELING EN EXECUTIES: In heroverde gebieden heeft het Oekraïense leger verschillende Russische martelkamers gevonden. Ooggetuigenverslagen en video’s hebben ook wrede moorden aan het licht gebracht die Russische soldaten hebben gepleegd op gevangenen en burgers.
Cornwall vecht voor identiteit
Het conflict tussen Cornwall en de kroon was al ruim een halve eeuw voor het bloedbad in Clyst Heath begonnen. In 1496 schafte Hendrik VII van Engeland de regionale wetgevende vergadering af, waaraan Cornwall tot dan toe een zekere mate van autonomie had ontleend.
Als reactie marcheerden 15.000 Cornish in 1497 naar Londen, waar ze in de pan werden gehakt door het leger van de koning. De hoofden van de rebellenleiders werden als waarschuwing aan de London Bridge gehangen.
Maar ondanks hun nederlaag hielden de 50.000 inwoners van Cornwall vast aan hun identiteit. Net als Wales had de regio zijn eigen Keltische cultuur, maar de Cornish vielen onder de Engelse kroon. Ze hadden echter wel hun eigen klederdracht, spellen, namen, liederen, heiligen en taal.
Uit brieven kunnen we afleiden dat het land ten westen van de rivier de Tamar duidelijk anders was dan Engeland. Zo schreef een Italiaanse diplomaat in 1531:
‘De talen van de Engelsen, Welsh en Cornish zijn zo verschillend dat ze elkaar niet begrijpen.’

De hertog van Somerset was de feitelijke leider van de Engelse troepen tijdens de opstand in Cornwall, de Prayer Book Rebellion.
Engelse bezoekers aan Cornwall liepen volgens de 16e-eeuwse historicus Richard Carew de kans met de nek te worden aangekeken door de bevolking, die ‘herinneringen koesterde aan hun verdrijving’ uit het oosten van Engeland.
De betrekkingen tussen de koning en Cornwall verslechterden in 1534, toen Hendrik VIII brak met de paus in Rome. Hij wilde de Engelse kerk ontdoen van alle katholieke elementen.
De traditionele heiligenfeesten in Cornwall werden afgeschaft en twee kloosters, waar de monniken teksten in het Cornisch schreven, werden leeggeroofd en gesloten.
Hendrik VIII stierf in 1547, maar na de kroning van de negenjarige Eduard VI bleven hij en zijn zogeheten Privy Council zich sterk maken voor de standaardisatie van het rijk. In feite werd Engeland geregeerd door Eduards oom, de hertog van Somerset, die twee vijanden had in het leven: de Schotten en de papen.
In 1548 liet de hertog alle heiligenbeelden uit de kerken verwijderen en beval hij de predikanten om een deel van de dienst in het Engels te houden in plaats van in het Latijn. In Cornwall was dit de eerste keer dat de kerkgangers Engels te horen kregen: een taal die de meerderheid niet begreep en die werd geassocieerd met onderdrukking.
Gebedenboek steekt Engeland in brand
Om zijn oorlogen tegen Schotland te bekostigen, voerde de hertog in 1549 hoge belastingen op stoffen en schapen in. En de nieuwe Act of Uniformity was de doodsteek voor het Latijn in de kerk.
Vanaf Pinksteren dat jaar moesten alle onderdelen van de dienst in het Engels worden uitgevoerd. In combinatie met een nieuw gebedenboek (Book of Common Prayer) moest dit de katholieke tradities met wortel en tak uitroeien.

De aartsbisschop van Canterbury, Thomas Cranmer, was de auteur van het gebedenboek dat een van de aanleidingen was voor de Cornish om in opstand te komen.
De maatregelen leidden tot een opstand, niet alleen in Cornwall maar ook in het naburige Devon, waar de Engelse boeren zeer conservatief waren.
In Devon braken op 10 juni, Pinksterzondag, rellen uit in het dorp Sampford Courtenay toen gewapende inwoners de predikant dwongen Latijn te spreken. De opstand sloeg al snel over naar andere dorpen.
De vertegenwoordiger van de koning in Devon, de rijke grondbezitter John Russell, had niet genoeg troepen om te voorkomen dat de rebellen de hoofdstad Exeter belegerden.

Als onderdeel van hun strijd tegen de onderdrukkende wetten van de Engelse koning belegerden de rebellen Exeter.
Gelijktijdig kwam een groot leger bijeen in de Cornische plaats Bodmin. Het werd geleid door landeigenaar Humphrey Arundell, die de katholieke tradities wilde behouden.
De rebellen hadden Cornwall al snel in handen en gingen koningsgezinde edelen te lijf. In Trematon Castle ‘trokken ze schaamteloos edelvrouwen de kleren van het lijf en braken ze hun vingers om de ringen te stelen’, schreef historicus Richard Carew.
Halverwege juli trok Arundell met 6000 man van Cornwall naar Devon. Een deel van de troepen belegerde Plymouth, terwijl de rest zich aansloot bij de lokale rebellen die Exeter belegerden.
John Russell schreef wanhopig naar Londen en vroeg om versterkingen om het leger van Arundell tegen te houden voordat het de hoofdstad zou bereiken.
De rebellen stuurden ook brieven naar de koning, en ze deinsden er niet voor terug om eisen te stellen:
‘We willen onze oude Latijnse dienst terug.’
Huurlingen richten bloedbad aan
Een groot deel van Arundells troepen tok op naar Londen en bevond zich in Honiton ten oosten van Exeter toen John Russell begin augustus versterkingen van de koning ontving.
De hulptroepen bestonden uit huurlingen, waaronder Duitsers en Italianen, die eigenlijk het Kanaal waren overgestoken om tegen de Schotten te vechten.
Historici schatten dat Russell nu 2500 mannen tegenover 7000 tot 10.000 rebellen kon stellen. Maar de cijfers geven een vertekend beeld. Het rebellenleger bestond uit ongetrainde voetsoldaten met oude wapens, terwijl Russell over meerdere compagnieën ruiters en nieuwe pistolen beschikte.
Op 4 augustus vielen de huurlingen het Cornische leger aan, dat zich verschanst had in het dorp Clyst St Mary. De Engelse troepen bestormden de barricades en staken de huizen in brand. Zo’n 1000 rebellen verbrandden levend.
De overlevenden die niet wisten te ontsnappen, werden krijgsgevangen gemaakt. Na de verwoesting van het dorp dreef het leger van Russell de krijgsgevangenen over de hei van Clyst Heath.
Ook ‘vreedzame’ Scandinaviërs onderdrukten culturen
**De Engelsen zijn lang niet de enigen die andere culturen hebben onderdrukt. Dominante etnische groepen hebben eeuwenlang geprobeerd hun minder machtige buren te onderwerpen – zelfs in Scandinavië.

Skåne moest Zweeds worden
Na een oorlog in 1658 moest Denemarken de regio’s Skåne, Halland en Blekinge afstaan aan Zweden. De Zweedse taal werd ingevoerd op scholen en in kerken en het werd de inwoners verboden om handel te drijven met Denemarken.

Kolonisatie trof Groenland zwaar
De poging van Denemarken om de Groenlandse cultuur te veranderen begon in 1721, toen zendeling Hans Egede arriveerde. De kolonisatie heeft geleid tot grote sociale problemen in Groenland, waaronder een hoog zelfmoordcijfer onder jongeren.

Sami-taal werd onderdrukt
Tot halverwege de 20e eeuw werden de Samen (vroeger Lappen) gediscrimineerd in Noorwegen, Zweden en Finland. Kinderen mochten alleen de officiële taal spreken, en daardoor wordt de eigen taal nu nog maar door zo’n 30 procent van de Samen gesproken.
Op een heuveltop zag Russells voorhoede in de verte een groep mensen. Volgens historicus Mark Stoyle waren het waarschijnlijk lokale boeren die het leger vanaf een veilige afstand in de gaten hielden. Maar Russell nam geen risico en liet alle gevangenen doden.
Twee dagen na de veldslag bij Clyst St Mary ontving Russell meer versterkingen. Vanwege de dreiging staakten de rebellen hun belegering van Plymouth en Exeter, en Arundell nam de benen naar Cornwall.
Russell wilde het verzet de kop indrukken en zette de achtervolging in. Hij wist Arundell gevangen te nemen in Launceston in het oosten van Cornwall.
Nu hun leider was gepakt, viel het rebellenleger uiteen en bezetten de Engelse troepen Cornwall. Honderden mensen die door de Engelsen als verraders werden bestempeld, werden geëxecuteerd. Predikanten werden aan kerktorens opgehangen.
Arundell en andere rebellenleiders werden naar de hoofdstad gebracht en opgesloten in de Tower of London. Op 27 januari 1550 werd Arundell opgehangen. Naar schatting had de opstand toen 3000 tot 4000 levens gekost.
Cultuur herleeft
De kroon gaf het land van de rebellenleiders aan Engelse edelen. Verder werd de prediker Miles Coverdale hoofd van de kerken van Cornwall, die Engelssprekende predikanten kregen.
De bevolking en de cultuur van Cornwall waren verzwakt na de opstand. De helft van de weerbare mannen was dood en na de sluiting van de kloosters kon er niemand meer Cornisch schrijven.
De adel durfde de taal niet meer te spreken en schakelde over op het Engels. Vissers, boeren en mijnwerkers hielden aanvankelijk vast aan hun moedertaal, maar zonder een Cornisch sprekende elite boette de taal snel in aan sociale status.

De taalgrens tussen Cornisch en Engels schoof steeds verder naar het westen op, tot het Cornisch eind 18e eeuw uitstierf als spreektaal.
Nadat koningin Elizabeth I in 1559 andere talen had toegestaan in de kerk, kwamen er gebedenboeken in het Welsh, Schots-Gaelisch en Manx (de taal van het eiland Man), maar niet in het Cornish. Waarschijnlijk wilde Elizabeth de eigen identiteit van het opstandige Cornwall niet versterken.
In de 150 jaar daarna stierf de taal geleidelijk uit, tot er rond 1700 nog maar 5000 sprekers in het uiterste westen waren. In 1777 stierf de visverkoper Dolly Pentreath, naar verluidt de laatste die goed Cornish sprak.
Londen slaagde er echter nooit in om de Cornische cultuur volledig uit te roeien. De taal wordt nu nieuw leven ingeblazen met steun van de lokale overheid van Cornwall.
In 2014 werden de Cornish erkend als nationale minderheid in het VK.