De oude huizen in het middeleeuwse stadje Mostar trillen. Er woedt al anderhalf jaar een burgeroorlog in Joegoslavië, en de Bosnische plaats heeft talloze bombardementen over zich heen gehad.
De inwoners hebben gedaan wat ze konden om de verwoesting te stoppen, maar de wegen zitten vol gaten en kerken en moskeeën liggen in puin. De bruggen die de twee helften van de stad met elkaar verbonden, zijn in de Neretva gestort.
De enige brug die er in november 1993 nog is, is het symbool van de stad: de indrukwekkende Stari Most (oude brug), ruim 400 jaar eerder gebouwd door de Ottomanen.
Kroatische troepen bestoken de oostelijke wijken, waar Bosnische moslims wonen, al maanden met granaten, maar sinds 8 november lijken ze van tactiek veranderd.
Nu hebben de Kroaten het gemunt op de Stari Most, die op deze dag wordt getroffen door meer dan 60 granaten uit hun tanks.
‘Het was maar een oude brug.’ Generaal Slobodan Praljak over de brug van Mostar
Kunstenaar Ramiz Pandur slaat de verwoesting gade vanuit zijn kelderraam.
‘Ik hoorde elke granaat afgevuurd worden. Ik stak mijn hoofd door het raam toen de granaatsplinters niet meer rondvlogen en keek naar de gehavende brug. Ik ben een van de weinigen die de vernietiging van de brug van zo dichtbij hebben meegemaakt,’ zei hij later.
De volgende ochtend om 10.16 uur begeeft de brug het en stort hij in de rivier.
‘Het was maar een oude brug,’ aldus Slobodan Praljak, bevelhebber van de Kroatische troepen in het gebied.
Maar het was veel meer dan dat. De brug was het symbool van de vrede en verdraagzaamheid tussen de bevolkingsgroepen en religies van Mostar. En juist daarom moest hij kapot.
Video: Het moment dat de brug instort door de granaten.
Oorlog verdeelt Mostar
Al sinds de 15e eeuw was Mostar een knooppunt voor het verkeer over de Neretva. De naam is zelfs afgeleid van mostari, dat brugwachter betekent in het plaatselijke dialect.
Toen de Ottomanen de streek in 1468 veroverden, bloeide Mostar op als handelsstad. De nieuwe machthebbers stelden echter al snel vast dat de oude brug die de twee helften met elkaar verbond, niet veilig was.
‘De brug zwiepte zodanig dat iedereen die hem overstak, voor zijn leven vreesde,’ schreef de Ottomaanse geograaf Kâtip Çelebi.
In de 16e eeuw besloot sultan Süleyman I de hangbrug te vervangen door een stevige stenen brug die zijn weerga niet kende in het Ottomaanse Rijk. Voor veel architecten was het project een maatje te groot, maar in 1566, na negen jaar zwoegen, was de 28 meter lange brug voltooid.
Het geheim zou een bijzonder sterke mortel geweest zijn met onder meer eiwit. De brug had de grootste overspanning ter wereld en torende 20 meter boven de Neretva uit.

De iconische brug van Mostar boezemde christenen en moslims eeuwenlang ontzag in.
Al snel groeide de brug uit tot het symbool van Mostar, en in de loop der jaren kreeg hij de naam Stari Most. Reizigers waren ervan onder de indruk. Een van hen was de schrijver Evliya Çelebi, die de stad halverwege de 17e eeuw bezocht. Hij schreef:
‘De brug is als een regenboog die naar de wolken reikt en strekt zich uit van de ene rots naar de andere.’
Onder de Ottomanen barstte Mostar uit zijn voegen en vestigden zich meerdere etnische groeperingen met verschillende godsdiensten in de stad. De Bosnische moslims waren in de meerderheid, maar er was een aanzienlijke minderheid van katholieke Kroaten en orthodoxe Serviërs.
Ondanks de etnische verschillen was de stad eeuwenlang beroemd om de vreedzame coëxistentie van culturen en religies. Moskeeën en kerken stonden er zij aan zij.
Pas toen in 1992 de Joegoslavische Burgeroorlog uitbrak, moesten de inwoners van Mostar partij kiezen. En weldra was het gedaan met de verdraagzaamheid.

De oorlogen in Joegoslavië leidden tot enorme verwoestingen, en er kwamen zo’n 140.000 mensen bij om.
Burgers in het nauw
Eerst probeerden de Serviërs met steun van het Servische leger de stad in handen te krijgen, maar begin 1993 trokken ze zich terug uit Mostar en namen ze defensieve stellingen in de omliggende heuvels in.
In de gehavende stad bleven de Bosnische moslims en Kroatische katholieken achter. Tot dan toe hadden ze een los bondgenootschap gevormd, maar zodra de Servische dreiging was weggevallen, keerden de overgebleven bevolkingsgroepen zich tegen elkaar. Zoals de Kroatische leider in Mostar, Jadran Topić, het zei:
‘Ik ontken niet dat de moslims evenveel recht hebben op Mostar als de Serviërs of wij. De enige vraag is wie de troepen heeft om zijn eisen kracht bij te zetten.’
Binnen de kortste keren hadden de groepen zich aan weerszijden van de rivier verschanst en namen ze elkaar onder vuur. Op de westoever van de Neretva had de Kroatische militie het voor het zeggen, en de oostoever was in handen van de militie van de Bosnische moslims.

Sluipschutters in Mostar maakten aan weerszijden van de rivier jacht op vijandelijke soldaten.
Elvedin Nezirović, een Bosnische moslim wiens familie aan de Kroatische zijde van de rivier woonde, ondervond aan den lijve wat het inhield om aan de ‘verkeerde kant’ te wonen.
‘Op een ochtend werd er op de deur gebonsd. Het waren Kroatische soldaten,’ vertelde Nezirović later. ‘Ze namen al ons geld mee en zeiden dat we het appartement uit moesten. Onze buren deden niets om ze tegen te houden.’
Met zijn familie vluchtte Nezirović naar het islamitische deel van Mostar.
Op dezelfde manier werden de Kroaten verjaagd uit de wijken die in handen waren van de moslims. Beide partijen begingen oorlogsmisdaden. Onder dreiging met vuurwapens werden minderheden afgevoerd naar kampen, waar velen bezweken aan honger of marteling.

De Serviërs en Kroaten richtten concentratiekampen in tijdens de oorlog. Een aantal verantwoordelijken is later berecht door het Joegoslaviëtribunaal in Den Haag.
In de zomer van 1993 begonnen de Kroaten het oostelijke deel van Mostar stelselmatig onder vuur te nemen. De Amerikaanse journalist en winnaar van de Pulitzerprijs Roy Gutman was getuige van de beschietingen.
‘De oude wijk is het doelwit van een meedogenloos bombardement. Vergeleken met het oosten van Mostar ziet zelfs Sarajevo er netjes uit,’ schreef hij met een verwijzing naar de kapotgeschoten hoofdstad.
‘Honderden granaten, afgevuurd vanuit West-Mostar, vallen dagelijks in de oude, vooral islamitische stad, waar zo’n acht mensen omkomen en zeker 30 gewonden vallen,’ meldde de journalist.
Ook cultureel erfgoed sneuvelde in de oorlog
Tijdens de burgeroorlog in Joegoslavië waren cultuurobjecten en gebouwen al snel doelwit. Het cultureel erfgoed van de vijand moest worden vernietigd om zijn identiteit uit te wissen.

Oorlogsmonument voor de verkeerden
Het ‘Monument voor de overwinning van het Slavonische volk’ was het grootste postmoderne beeld ter wereld toen het in 1968 opgeleverd werd. Het herdacht de Kroatische strijders die in de Tweede Wereldoorlog tegen de nazi’s hadden gevochten, maar werd in 1992 opgeblazen door fascisten in het Kroatische leger.

Middeleeuwse stad in puin gelegd
Het schilderachtige middeleeuwse stadje Dubrovnik stond op de werelderfgoedlijst van UNESCO, maar in 1991 veranderde Servische artillerie het in een rokende puinhoop. Na maandenlange beschietingen was de helft van de huizen beschadigd en waren zeven barokpaleizen afgebrand.

Islamitisch meesterwerk moest weg
De Aladža-moskee in Foča was een knap staaltje architectuur en stond ook op de werelderfgoedlijst. Daarom was het gebouw de Serviërs een doorn in het oog en bliezen ze het in 1992 op. Het puin werd naar een vuilstort gebracht, samen met de lichamen van een aantal moslims. Ze werden pas in 2004 gevonden.
Islamitisch erfgoed moest kapot
Hoewel het Kroatische leger in Mostar meer troepen en materieel had dan de moslims, wist het de islamitische troepen niet te verslaan. De Bosniërs kenden de steegjes als hun broekzak en legden zich vaak in een hinderlaag. Uit frustratie richtten de Kroaten hun tanks en geschut op het enige bouwwerk dat de twee helften verbond: de Stari Most.
Ondanks de vele maanden van beschietingen waren de inwoners geschokt dat hun symbool rechtstreeks onder vuur werd genomen. De brug maakte deel uit van de identiteit van de bevolking van Mostar en werd liefkozend ‘de Oude’ genoemd.
Zelfs leden van de Kroatische minderheid grepen naar de wapens om de brug te verdedigen tegen hun eigen troepen.
‘Ik vecht voor de brug. Als de brug valt, valt Mostar. Hij vormt ons hart,’ zei een Kroaat, die niet veel later sneuvelde in de gevechten.
‘Het is niet genoeg om Mostar te ontdoen van moslims: hun erfgoed moet ook weg.’ De Kroatische soldaat Branimir
Voor de christelijke soldaten die niet waren opgegoeid in Mostar, stond de brug echter symbool voor eeuwen van onderdrukking door de islamitische Ottomanen. De soldaat Branimir vertolkte de mening van de meeste Kroaten over de islamitische meerderheid en haar cultuur:
‘Het is niet genoeg om Mostar te ontdoen van moslims: hun erfgoed moet ook weg.’
Op 8 november openden de Kroaten het vuur op de brug, maar tot hun verrassing bleef die overeind. Er werden genietroepen bijgehaald, die moesten bepalen waar het bouwwerk geraakt moest worden. En de volgende ochtend maakten drie voltreffers korte metten met de oude brug, die met een luid geraas in de rivier stortte.

Grondig onderzoek heeft niet kunnen ophelderen hoe Praljak erin slaagde een flesje met gif de rechtszaal in te smokkelen.
Beul van Mostar dronk gif in rechtszaal
De Kroatische generaal die de verwoesting van de Stari Most op zijn geweten had, stierf liever dan dat hij rekenschap aflegde.
De hele wereld was verontwaardigd over de misdaden die tijdens de oorlogen in Joegoslavië waren begaan. In Den Haag werd een Joegoslaviëtribunaal opgezet om oorlogsmisdadigers te berechten. In 2004 was het de beurt aan de zes bevelhebbers van de Kroatische troepen in Mostar, onder wie generaal Slobodan Praljak, die de Stari Most had laten verwoesten.
Na jaren van juridisch getouwtrek werd het vonnis in 2017 geveld. Praljak werd veroordeeld tot 20 jaar cel wegens onder meer het vermoorden van burgers en het opsluiten van moslims in concentratiekampen in het kader van een etnische zuivering.
Op het moment dat de rechter het vonnis voorlas, ging de 72-jarige Praljak staan en riep:
‘Slobodan Praljak is geen oorlogsmisdadiger. Ik erken het vonnis niet.’
Voordat iemand kon ingrijpen, dronk hij een flesje met cyanide leeg dat hij verborgen had. ‘Ik heb vergif ingenomen,’ verklaarde de voormalige generaal, en hij overleed korte tijd later.
Die avond kwamen in Mostar zo’n 1000 Kroaten bij elkaar om de oorlogsmisdadiger te gedenken.
Inwoners zijn geschokt
Iedereen wist hoe laat het was toen dat geluid weerklonk in de straten van de stad.
‘Mensen die zich in hun kelders schuilhielden kwamen met gevaar voor eigen leven naar buiten om naar de brug te kijken,’ schreef de dichter Džemal Humo in zijn dagboek.
Een journalist merkte op: ‘Mensen liepen langzaam, alsof ze langs een kist met een lichaam liepen. Sommigen huilden, anderen liepen in stilte langs. Het was hartverscheurend om te zien.
Željko, een Kroaat die was gevangengenomen door de moslims, was ook kapot toen hij het nieuws hoorde:
‘Ik hield van “de Oude”, die was ook van mij. Een paar soldaten van het Bosnische leger, die woedend waren, sloegen me en braken mijn been.’

Toen het ergste oorlogsgeweld voorbij was, bouwden de inwoners van Mostar een tijdelijke loopbrug om de Neretva over te kunnen steken.
Als er nog een restje wederzijds begrip was in Mostar, dan was dat nu in ieder geval weg. Geen van de strijdende partijen kreeg de hele stad in handen, en toen de oorlog tussen Kroaten en Bosniërs in 1995 voorbij was, lag ze grotendeels in puin. De Kroaten woonden aan de westkant van de Neretva, de Bosniërs aan de oostkant.
Door Mostar, ooit een smeltkroes van etniciteiten en religies, loopt nu een scheidslijn. Vier op de vijf jongeren uit de Kroatische minderheid zijn nog nooit in het oostelijke deel geweest, en op de scholen krijgen christenen en moslims les op verschillende verdiepingen.
Ertussen verrijst de Stari Most, die in 2004 herbouwd werd. Maar een symbool van broederschap is de brug niet meer; hij staat nu voor de scheiding tussen christenen en moslims.

De gereconstrueerde Stari Most is populair bij toeristen en brengt veel geld in het laatje. Toeristen betalen jonge mannen om in de 24 meter lager gelegen rivier te springen.
‘De Oude’ staat weer in Mostar
De bijna 500 jaar oude brug in Mostar is opnieuw het symbool van de stad. De nieuwe is gebouwd van dezelfde stenen en verbindt de twee stadsdelen met elkaar.
Toen de oorlog in Bosnië-Herzegovina in 1995 voorbij was, werden er al snel plannen gemaakt om de verwoeste Stari Most te herbouwen.
Veel landen, fondsen en internationale organisaties zagen het belang van het bouwwerk als werelderfgoed in en sloegen de handen ineen. UNESCO, de Wereldbank en zelfs Kroatië haalden 15,5 miljoen dollar op voor de herbouw.
Het doel was om een exacte kopie van de oude brug te laten verrijzen. Onder leiding van experts van UNESCO visten leden van de Hongaarse genie de oude stenen van de brug uit de rivier. Ontbrekende exemplaren werden gereconstrueerd in lokale steengroeven met werktuigen die in de 16e eeuw voorhanden waren.
Oude tekeningen en foto’s werden bestudeerd om een goed beeld te krijgen van ‘de Oude’. In 2004, na drie jaar bouwen, was de Neretva weer overbrugd. In zijn openingstoespraak zei de Bosnische president Sulejman Tihić dat de brug het multi-etnische en multiculturele Bosnië zou versterken op een plek waar Oost en West samenkomen.