Fonkelende gouden ringen, met juwelen bezette kronen en stapels glimmende munten. Anders dan de meeste andere materialen vergaat goud niet, en daarom is het voor wetenschappers een belangrijke bron van kennis over het verleden en de mensen van weleer.
Archeologen hebben in de loop der jaren veel van dit glanzende, duurzame metaal verzameld. Maar niet alleen professionals leverden een bijdrage.
Een groot aantal van de belangrijkste en spectaculairste goudvondsten uit de geschiedenis zijn gedaan door gewone mensen die er min of meer over struikelden – soms letterlijk.
Zonder hun scherpe blik en eerlijkheid waren de schatten voorgoed verdwenen.
1. Nederland

Fruitbomen verbergen munten uit fatale jaren van Rome
In 2016 piepte de metaaldetector krachtig toen de Nederlandse amateurarcheoloog Mark Volleberg een boomgaard afzocht. Volleberg pakte zijn schop en groef 23 Romeinse gouden munten (solidi) op.
Toen de vondst gemeld werd, lieten twee andere detectorzoekers weten dat ze in de buurt ook solidi hadden opgegraven. Een telling wees uit dat er door diverse mensen in deze omgeving in totaal 42 munten waren gevonden, die samen de grootste solidusvondst in Nederland vormden.
Uit onderzoek bleek dat de jongste munten dateren van rond de tijd van de West-Romeinse keizer Julius Majorianus, die in 461 n.Chr. stierf – slechts 15 jaar voor de val van het West-Romeinse Rijk.
Volgens experts zijn de munten mogelijk gebruikt om Frankische krijgers te betalen voor hulp aan Romeinse generaals in hun wanhopige strijd tegen de andere stammen die op dat moment van alle kanten het rijk binnenvielen.
2. Duitsland

Arbeiders treffen ondergrondse schat uit de bronstijd aan
Toen in 1913 de fundering werd gelegd van een arbeiderswoning in het Duitse Eberswalde ten noordoosten van Berlijn, stuitten de bouwvakkers op iets mysterieus. Ongeveer een meter onder de grond stond een grote kleipot met deksel. De mannen tilden voorzichtig het deksel op – en stonden versteld.
De pot bevatte een unieke schat: 73 schalen, armbanden en andere sieraden van zuiver goud. De schat, de grootste die ooit in Duitsland is gevonden, heeft een totaalgewicht van 2,59 kilo en dateert uit de 9e eeuw v.Chr. Mogelijk werden de voorwerpen in de bronstijd voor religieuze doeleinden gebruikt.
De mannen die de unieke voorwerpen vonden, kregen 10.000 Duitse Mark – ongeveer zes keer het jaarsalaris van een geschoolde arbeider.
Het goud van Eberswalde ging naar het prehistorisch museum van Berlijn, maar verdween na de Tweede Wereldoorlog spoorloos. In 2004 vond een journalist de schat in een geheime kamer in het Poesjkinmuseum in Moskou. Daar ligt hij nu nog.
3. Noorwegen

Gravende boer stuit op Vikingschat
Sloten graven is zwaar werk. Maar de keuterboer Halvor Torstensen, die in de zomer van 1834 akkers draineerde op de boerderij Nedre Hoen in Øvre Eiker in het zuidoosten van Noorwegen, werd er rijkelijk voor beloond. Tijdens het graven raakte zijn houten schop de grootste Vikingschat van het land.
In de natte modder lagen een ketting, armbanden, gouden munten, ringen, gespen en andere sieraden – 2,5 kilo in totaal en vrijwel allemaal van zuiver goud.
Een van de voorwerpen was een driehoekige broche, die een van de mooiste voorbeelden van Frankische edelsmeedkunst is. Volgens archeologen werd de schat begraven tussen 875 en 900. We weten niet of het goud handelswaar, geplunderde buit of een offer was.
Hoe dan ook bracht de schat de vinder geluk. Hoewel de eigenaar van de akker de beloning voor de vondst kreeg, deelde hij die met Torstensen. Het bedrag kwam voor de keuterboer overeen met 49 jaarsalarissen en stelde hem in staat zijn eigen boerderij te kopen.
4. Denemarken

Kantwerkster vindt hoorn van 3 kilo goud
Op 20 juli 1639 struikelde de jonge kantwerkster Kirsten Svendsdatter over de spectaculairste goudvondst in de Deense geschiedenis. In een veld bij Gallehus in Zuid-Jutland tikte ze met haar voet tegen iets hards.
Toen ze wat aarde weggroef, zag ze een gouden hoorn van 3,2 kilo. Ze gaf de vondst aan de lokale herenboer, die hem naar de koning stuurde.

Kantwerkster Kirsten Svendsdatter vond in 1639 de eerste gouden hoorn op een veld. De koning gaf haar een schort als vindersloon.
Bijna 100 jaar later, in 1734, vond de knecht Erik Lassen op hetzelfde veld een nog grotere hoorn. Beide hoorns werden tot mei 1802 bewaard in de kunstkamer van paleis Christiansborg, tot ze werden gestolen en omgesmolten door een goudsmid in geldnood.
Gelukkig had de wetenschapper Ole Worm in 1734 gedetailleerde tekeningen gemaakt, aan de hand waarvan reconstructies konden worden gemaakt.
Volgens experts zijn de hoorns in de 5e eeuw gesmeed en werden ze waarschijnlijk gebruikt bij rituelen. De studie van de vondsten veranderde het beeld van de vroege ijzertijd in Denemarken, die tot dan toe als armoedig en primitief beschouwd werd.
5. Zweden

Grootste goudschat van Zweden maakt arbeiders rijk
In november 1904 waren de arbeiders Carl Wernlund, Per Rythén en C.H. Lantz bezig met het nivelleren van een grindgroeve bij Timboholm in Västergötland, Zweden. Ze stopten abrupt toen Wernlund een glinsterend voorwerp opmerkte. Het bleek een gouden schakelketting te zijn.
Toen archeologen de plek onderzochten, troffen ze 26 gouden ringen en twee goudstaven aan met een totaalgewicht van 7,4 kilo. Daarmee ging het om de grootste bewaard gebleven goudschat van het land.
Volgens experts duidt de zuiverheid van het goud erop dat het oorspronkelijk Romeinse munten (solidi) waren, die ergens in de 5e eeuw werden omgesmolten. Voor de 7,4 kilo goud waren zeker 1500 solidi nodig, genoeg om 300 Romeinse soldaten een jaar lang te betalen.
De munten bereikten Zweden waarschijnlijk als geschenken tussen hoofdmannen of als buit. Voor de moeite kregen de drie vinders samen 20.000 Zweedse kronen – circa 96.000 euro nu.
6. Bulgarije

Broers vinden schat van Thracische koning
De broers Pavel, Petko en Michail Deikov waren in december 1949 klei aan het graven voor de steenfabriek in het Bulgaarse Panagjoerisjte toen ze een van de mooiste goudvondsten van Europa deden.
In de klei lagen zeven rijk versierde drinkbekers, een kom en een amfoor – allemaal van goud en met een totaalgewicht van 6,1 kilo. De broers dachten eerst dat het messing was, maar de directeur van het plaatselijke museum wist beter.
De voorwerpen waren mogelijk van Seuthes III van Thracië, dat in de oudheid delen van Bulgarije omvatte. Seuthes leefde in de 4e eeuw v.Chr. en was een van de laatste koningen van Thracië voor dit door Macedonië werd onderworpen.
Hoe de schat in Panagjoerisjte terechtkwam is onbekend, maar de broers werden beroemd.
7. Engeland

Goudvondst verandert geschiedenis van Engeland
Donker, troosteloos en arm. Zo karakteriseerden Britse historici lang het Engeland van de vroege middeleeuwen. Dat beeld veranderde toen amateurarcheoloog Basil Brown in 1939 zijn schep in de grond stak bij Sutton Hoo in Suffolk, Zuidoost-Engeland.
Brown vond een tombe gevuld met onvoorstelbare rijkdommen uit de 6e eeuw: een vergulde helm, schouderversieringen van goud en edelstenen en een gesp van ruim 400 gram goud.
De gesp is versierd met 13 verstrengelde slangen, een populair motief in de Germaanse kunst uit die tijd.
Onderzoekers denken dat de tombe toebehoorde aan Raedwald, koning van het Angelsaksische rijk East Anglia. De ontdekking ontzenuwde het idee dat de vroege middeleeuwen van Engeland een donkere tijd waren, verstoken van kunst en cultuur.
8. Polen

Kostbare koningsschat begraven in Poolse stad
Karel IV van Luxemburg regeerde op 31-jarige leeftijd over Duitsland en Bohemen, maar dat was niet genoeg voor hem. De ambitieuze Karel wilde keizer worden van het Heilige Roomse Rijk, waarmee hij over bijna heel Europa zou heersen.
Om zijn doel te bereiken had Karel geld nodig – en veel ook. Daarom sloot hij grote leningen af bij joden en verpandde hij naar het schijnt de kroon van zijn vrouw. Het plan slaagde: in april 1355 werd Karel tot keizer gekroond.
Maar de verpande bezittingen waren spoorloos. Ze doken pas in 1988 weer op toen slopers in de Poolse stad Środa Śląska op een begraven goud- en zilverschat stuitten.
De stad viel in de 14e eeuw onder Bohemen, en historici denken dat de schat door joodse lommerds werd begraven tijdens de jodenvervolging die door de pest van 1347 werd aangewakkerd.
Onder de teruggevonden voorwerpen is de kroon van de eerste vrouw van Karel IV. De schat van Środa Śląska wordt geschat op circa 100 miljoen euro.
9. Israël

Dinars leveren nieuwe kennis op over oude stad
Een stukje papier van een chocolademunt. Dat dacht de sportduiker Zvika Fayer toen hij in 2015 iets zag glinsteren op de zeebodem bij de oude havenstad Caesarea in het huidige Israël. Toen hij het opraapte, besefte hij dat hij het mis had.
Het voorwerp bleek een gouden munt – een dinar – uit de 11e eeuw te zijn, geslagen in het kalifaat van de Fatimiden. In de dagen erop vonden Israëlische archeologen met Fayers hulp meer dan 2000 soortgelijke munten.
De vondst was verrassend. Onder de Romeinen volgde Caesarea Jeruzalem op als de belangrijkste stad van het gebied. Maar men dacht altijd dat de stad in verval raakte nadat hij in 640 n.Chr. door de moslims werd veroverd.
De dinars, waarmee destijds het maandloon van 2000 soldaten kon worden betaald, zijn waarschijnlijk van een koopvaardijschip gevallen. Daaruit blijkt dat Caesarea ook in de 11e eeuw nog een belangrijke, drukke havenstad was.
10. VS

Amerikaanse doorzetter spoort Spaanse goudvloot op
Op 31 juli 1715 vergingen 11 Spaanse schepen voor de oostkust van Florida in een storm. Ze namen 1500 zeelieden mee de diepte in en heel veel goud, zilver en andere rijkdommen uit de overzeese gebieden van Spanje.
Een Spaanse reddingsexpeditie borg kostbaarheden uit de wrakken die in ondiep water lagen. Maar het grootste deel van de schat bleef achter op de zeebodem.
Daar lagen ze nog toen aannemer Kip Wagner eind jaren 1950 een verweerde Spaanse zilveren munt vond op het strand voor zijn huis in Wabasso, Florida. Al snel volgden er meer.
Wagner kende het verhaal van de schipbreuk van 1715 en besloot het spoor te volgen. Met een gehuurd sportvliegtuigje en een oude zeekaart uit het Amerikaanse nationale archief speurde hij de kust af.
Wagner had geluk: hij vond meerdere gouden voorwerpen, waaronder 10.000 Spaanse munten, de grootste individuele vondst in zijn soort. De wrakken zijn nog steeds niet helemaal opgegraven, en schatgravers blijven goud vinden in het ondiepe water.