Kaapvaart hinderde goudtransporten
De Nuestra Señora del Juncal vertrok in oktober 1631 uit Mexico met een enorme lading goud, zilver en edelstenen, die Spanje voor een economische puinhoop moest behoeden.
De Spaanse koning zat te springen om geld om een onverwacht lange oorlog in de Nederlanden te kunnen bekostigen.
Maar Nederlandse kaperschepen wisten al twee jaar te voorkomen dat rijkdommen van de Spaanse koloniën in Amerika de Atlantische Oceaan overstaken.
Uiteindelijk was de bodem van de Spaanse schatkist in zicht. De koning stuurde daarom een vloot van 13 schepen naar Mexico – midden in het stormseizoen, als geen zeerover de zee op durft.
Schat is een miljard waard
De Nuestra Señora del Juncal was een van de twee vlaggenschepen van de vloot, maar kwam niet ver.
In de nacht van 31 oktober zonk het galjoen tijdens een zware storm. Het schip sleurde 261 zeelieden en de enorme schat met zich mee de diepte in.
Volgens deskundigen kan de schat vandaag de dag zeker een miljard euro waard zijn.
Van de opvarenden wisten er 39 hun hachje te redden, en volgens Iván Negueruela weten de onderzoekers dankzij hun verhalen waar de duikers moeten zoeken naar het wrak van het beroemde goudgaljoen.