Metropolitan Museum of Art
Nubië

Wie was de eerste ontdekkingsreiziger?

Zo’n 4300 jaar geleden moest de ambtenaar Harchoef van de Egyptische farao het naburige rijk Nubië ontdekken. Harchoef ging de geschiedenisboeken in als de eerste ontdekkingsreiziger die we kennen.

In 1869 begon de Britse Henry Morton Stanley aan een gevaarlijke tocht naar nog onbekende delen van Afrika. Hij was vastberaden David Livingstone, die al jaren spoorloos was, te vinden.

Stanleys expeditie is de geschiedenisboeken ingegaan als een van de beroemdste ontdekkingsreizen. Maar meer dan 4000 jaar voordat Stanley naar Afrika vertrok, maakte een andere man al vergelijkbare reizen om het binnenland van Afrika te ontdekken.

Die man was Harchoef – de eerste ontdekkingsreiziger die we uit schriftelijke historische bronnen kennen.

Egyptische grafkamer Harchoef

Onze kennis over de vier expedities van Harchoef komt van inscripties in zijn grafkamer.

© Ernesto Schiaparelli

Graf vertelt ons over historische reizen

Historici hebben over het werk van Harchoef gelezen in zijn grafkamer bij de stad Aswan in Egypte. Uit die inscripties blijkt dat Harchoef een ambtenaar aan het hof was en dat hij in 23e eeuw v.Chr. de farao’s Merenre I en Pepi II diende.

De farao’s benoemden Harchoef tot gouverneur van Zuid-Egypte. Hij kreeg de opdracht een handelsrelatie te beginnen met het buurrijk Nubië en moest de weg vrijmaken voor een mogelijke Egyptische invasie van het land. Harchoef ging in totaal vier keer naar Nubië.

Nubië

De Egyptenaren namen exotische en onbekende waren uit Nubië mee naar Egypte.

© Metropolitan Museum of Art

Farao wilde exotische pygmee zien

Hoe zuidelijk Harchoef kwam, is onbekend, maar de inscripties laten onder meer zien dat zijn eerste reis minstens zeven maanden duurde. Waarschijnlijk kwam hij tijdens die reis helemaal tot in het gebied wat nu Soedan is.

Harchoef bracht exotische geschenken mee voor de Egyptenaren. Zo bevat de grafinscriptie een brief van farao Pepi II, waaruit blijkt dat er interesse is in een pygmee die Harchoef heeft meegenomen:

‘Kom onmiddellijk naar het noorden. Je moet die dwerg meenemen om het hart te vervullen van de koning van Opper- en Neder-Egypte, die eeuwig leven heeft. Mijn majesteit verlangt meer naar deze dwerg dan naar de geschenken uit Sinaï en Poent.’