Graf vertelt ons over historische reizen
Historici hebben over het werk van Harchoef gelezen in zijn grafkamer bij de stad Aswan in Egypte. Uit die inscripties blijkt dat Harchoef een ambtenaar aan het hof was en dat hij in 23e eeuw v.Chr. de farao’s Merenre I en Pepi II diende.
De farao’s benoemden Harchoef tot gouverneur van Zuid-Egypte. Hij kreeg de opdracht een handelsrelatie te beginnen met het buurrijk Nubië en moest de weg vrijmaken voor een mogelijke Egyptische invasie van het land. Harchoef ging in totaal vier keer naar Nubië.
Farao wilde exotische pygmee zien
Hoe zuidelijk Harchoef kwam, is onbekend, maar de inscripties laten onder meer zien dat zijn eerste reis minstens zeven maanden duurde. Waarschijnlijk kwam hij tijdens die reis helemaal tot in het gebied wat nu Soedan is.
Harchoef bracht exotische geschenken mee voor de Egyptenaren. Zo bevat de grafinscriptie een brief van farao Pepi II, waaruit blijkt dat er interesse is in een pygmee die Harchoef heeft meegenomen:
‘Kom onmiddellijk naar het noorden. Je moet die dwerg meenemen om het hart te vervullen van de koning van Opper- en Neder-Egypte, die eeuwig leven heeft. Mijn majesteit verlangt meer naar deze dwerg dan naar de geschenken uit Sinaï en Poent.’