De reis van Vasco da Gama (1460-1524) rond de zuidpunt van Afrika en naar India was een ongekende prestatie. Het was ook een tocht die makkelijk verkeerd had kunnen aflopen.
De bemanning leed honger en had te kampen met scheurbuik en dodelijke stilstand op volle zee. En toen Vasco da Gama land opzocht, veranderden de gevaren alleen maar van karakter, want toen waren het vreemde stammen en vijandige mogendheden die de Portugese ontdekkingsreis tot een abrupt einde konden brengen.
Volg Vasco da Gama’s ontdekkingsreis en lees meer – zowel over zijn triomfen als over zijn flagrante mislukkingen.
Inhoud
- Wat de Portugezen in India zochten
- Vasco da Gama was niet de eerste
- Vasco da Gama vaart Lissabon uit
- Tijdlijn van Portugese ontdekkingsreizen
- Kaart van Vasco da Gama’s reis
- Vasco da Gama bereikt India
- Waarom Vasco da Gama faalde in India
- De terugreis naar Portugal
- Geprezen als een held
- Waarom wilden de Portugezen de zeeroute naar India vinden?
Land in zicht!
Een kreet van de uitkijk in het kraaiennest brengt leven in de brouwerij op de Portugese kraak São Gabriel. ‘Land in zicht!’
Aan boord van het 25 meter lange vlaggenschip van Vasco da Gama laat iedereen alles uit zijn handen vallen om de horizon af te speuren.
Algauw doemt in de verte een kustlijn op. De zeelui denken allemaal precies hetzelfde als Christoffel Columbus toen hij zes jaar eerder land in het oog kreeg: dit land moet India zijn!
Columbus had echter een tot dan toe onbekend werelddeel ontdekt, maar op dit moment weet nog niemand dat. De Portugese vloot van Vasco da Gama stevent echt op India af.
Na een recordtocht van 24.000 kilometer om Afrika heen is het doel bereikt. De Indiase rijkdommen liggen in het verschiet.
Het is 20 mei 1498. De lange reis is voorbij. Kwellingen als scheurbuik en bedorven voedsel zijn op slag vergeten, en op het dek klinkt gejuich.
De Portugezen denken dat het alleen nog een kwestie is van de laadruimen vullen met spullen van de Indiase markten, en dan wacht hun thuis een heldenonthaal.
Ze weten nog niet dat de schatten in de Oost niet voor het oprapen liggen.
Wat de Portugezen in India zochten
Portugese en Indiase handelswaar
Vasco da Gama was niet de eerste
De Portugezen waren al een tijdje op de goede weg. Tien jaar eerder, in 1488, had de zeevaarder Bartolomeu Dias de zuidpunt van Afrika gerond en de kust een stukje gevolgd – op weg naar India, dacht hij.
De koers was juist, maar Dias moest voortijdig rechtsomkeert maken, want zijn mannen stonden op het punt te gaan muiten:
‘Totaal uitgeput en doodsbang voor de machtige zeeën die ze net overgestoken waren, protesteerden ze als één man. Ze wilden dat het schip om zou keren,’ schreef de Portugese historicus João de Barros.

Bartolomeu Dias had Afrika’s gevreesde punt Kaap Storm gedoopt. De koning van Portugal vond de naam maar niks, dus toen Vasco da Gama er in 1497 langs voer, werd de plaats Kaap de Goede Hoop genoemd.
Paus deelt wereld in tweeën
Hoewel Dias India niet bereikt had, keerde hij terug met een goede tijding: er bestaat een zeeroute om de zuidpunt van Afrika.
Er kon niet meteen een nieuwe tocht georganiseerd worden, want het risico op oorlog met buurland Spanje hield alle Portugese schepen thuis.
Pas in 1494, toen de paus tussenbeide kwam, was de crisis afgewend. Het Verdrag van Tordesillas verdeelde de wereld in een Spaans en een Portugees deel door een denkbeeldige lijn te trekken door de Atlantische Oceaan, zo’n 1900 kilometer ten westen van de Kaapverdische Eilanden. Het westelijke deel was van Spanje, het oostelijke van Portugal.
Nu de oorlogsdreiging voorbij was, konden de Portugezen een nieuwe expeditie om Kaap de Goede Hoop sturen.
Iedereen wilde wel aan het hoofd hiervan staan, want de expeditieleider zou niet alleen enorm in aanzien stijgen, maar zou ook een rijk man worden. De Europeanen die rond 1500 de wereld verkenden, deden dat niet uit naam der wetenschap, maar waren eropuit om snel zo veel mogelijk geld te verdienen.
De koning van Portugal gaf de jonge officier Vasco da Gama het bevel over de schepen. Als hij India zou weten te vinden, zou hij de gewilde specerijen uit de Oost mee naar huis brengen, waarmee hij een vermogen zou kunnen verdienen op de Europese markten.

Vasco da Gama voor vertrek naar India. Schilderij van Alfredo Roque (1864-1935) uit circa 1900. Uit de Biblioteca Nacional de Portugal.
Vasco da Gama vaart Lissabon uit
Op 8 juli 1497 vertrokken vier schepen uit Lissabon op de tot dan toe langste zeereis uit de geschiedenis.
Het eskader van Da Gama bestond uit de driemasters São Gabriel en São Rafael met elk 20 kanonnen, het kleinere vaartuig Bérrio en een bevoorradingsschip.
We weten niet hoeveel zeelui er meevoeren, maar naar schatting waren het er zo’n 170. Slechts ongeveer 55 van hen zouden Portugal weer terugzien.
Tijdlijn van Portugese ontdekkingsreizen

Portugal viert zijn 33 grootste ontdekkingsreizigers met een monument in de haven van Lissabon.
Anderen deden het voorwerk
1139
De moslims worden uit het huidige Portugal verdreven. Een christelijk rijk ontstaat.
1297
Koning Dionysius zet in op scheepvaart om de contacten met Europa aan te halen.
1341
De eerste ontdekkingsreis: drie schepen verkennen de Canarische Eilanden.
1415
Dankzij de verovering van Ceuta in Noord-Afrika wordt Portugal een koloniale macht. Hendrik de Zeevaarder verkent West-Afrika.
1420
De Portugezen ontdekken Madeira en koloniseren het.
1427
Een expeditie in opdracht van Hendrik stuit op de Azoren.
1450
Nieuwe, sterke scheepstypen – het karveel en de kraak – doen hun intrede in de vloot.
1456
De Portugezen ontdekken Kaapverdië.
1460
Portugal bereikt het huidige Sierra Leone tijdens de reizen langs de kust van Afrika.
1488
Bartolomeu Dias is de eerste die naar het zuiden van Afrika voer. De zeeroute naar India is nu binnen handbereik.
Geen land in zicht
Enkele van de beste navigators ter wereld stippelden de koers naar het zuiden uit. Aanvankelijk volgden ze de Afrikaanse kust, met een tussenstop op de Kaapverdische Eilanden.
Bij het huidige Sierra Leone veranderde de vloot van koers: de schepen verlieten de kustlijn en voeren met een grote boog de Atlantische Oceaan op.
Tien jaar eerder had Bartolemeu Dias ontdekt dat de zeestromen hier een schip snel naar Kaap de Goede Hoop konden brengen. De navigators van Da Gama zetten hun koers met een grote precisie uit.
Toen op 4 november de Afrikaanse kust weer in zicht kwam, bevond het eskader zich net ten noorden van Kaap de Goede Hoop.
De Portugezen hadden in 93 dagen 6000 kilometer afgelegd zonder land te hebben gezien. Dit was een prestatie van formaat, die de reis van Christoffel Columbus van vijf jaar eerder in de schaduw stelde.
Da Gama geeft voorraadschip op
Tijdens de reis waren de scheepsrompen onder de waterlijn begroeid met algen en mosselen, wat de snelheid beperkte. Da Gama liet de schepen daarom bij hoogwater aan de grond lopen in de huidige Sint-Helenabaai in Zuid-Afrika, zodat bij laagwater de scheepshuid schoongekrabd kon worden.
Terwijl de mannen aan het werk waren, kwam een aantal leden van het plaatselijke Khoisanvolk – later door de Hollanders Hottentotten genoemd – poolshoogte nemen.
De Portugezen gaven ze klokjes en armbanden, maar de Afrikanen bleven achterdochtig.
Na een paar dagen braken er gevechten uit, waarbij Vasco da Gama gewond raakte door een speer. De Portugezen wisten echter snel af te rekenen met de Khoisan.
Op 16 november kon de vloot weer verder varen, en ondanks het slechte weer rondden de schepen Kaap de Goede Hoop.
Aan de andere kant liet Vasco da Gama het bevoorradingsschip leeghalen en verbranden, wat erop wijst dat er niet genoeg gezonde zeelui waren om alle vier de schepen te bemannen. Veel van hen leden vermoedelijk aan scheurbuik.
Diezelfde dag kwamen de Portugezen weer nieuwsgierige inlanders tegen, die hun een os schonken als gebaar van vriendschap.
Maar Vasco da Gama vertrouwde het niet helemaal en was bang voor een hinderlaag. Hij liet zijn kanonnen afvuren. Door de luide knallen vluchtten de plaatselijke inwoners hals over kop de jungle in.

Een monument dat Vasco da Gama in Kenia achterliet op de terugweg uit India.
Het bombardement in Mozambique
Op 10 december passeerden de Portugezen het punt waar Dias tien jaar eerder was omgekeerd.
De expeditie bevond zich nu in wateren waar nog nooit een Europeaan was geweest.
Oost-Afrika was destijds een lappendeken van islamitische sultanaten die handel dreven met Arabische kooplui. De schepen van de Arabieren voeren tussen India, Afrika en het Midden-Oosten, en de handelaars in het gebied zaten waarschijnlijk niet te wachten op concurrentie uit Europa.
In de handelsstad Mozambique hadden de Portugezen hun eerste ontmoeting met moslims. Da Gama deed de plaats aan om loodsen te zoeken. Een paar van zijn zeelui spraken een beetje Arabisch, en met hen als tolk onderhandelde hij met de sultan. Hij bood goud en zijde aan in ruil voor twee mannen met kennis van de plaatselijke vaarwateren.
De sultan ging akkoord, maar toen de Portugezen een loods wilden ophalen, werden ze aangevallen. Woedend liet Da Gama de loods en een aantal gijzelaars meevoeren en de stad bestoken met de scheepskanonnen.
Nieuwe onderhandelingen boden geen soelaas. De sultan weigerde de Portugezen drinkwater in te laten slaan, en uit wraak bombardeerden de schepen Mozambique voor vertrek opnieuw.

Op de Indiase markten lagen gewilde specerijen uit de hele Oost. Ze waren in Europa een fortuin waard.
Portugezen ontvoerden Afrikanen
Tijdens hun korte bezoek hadden de Europeanen een indruk gekregen van de rijkdom van de lokale kooplieden. In het logboek van de expeditie, de zogeheten Roteiro, schreef een officier verbaasd:
‘Er lagen vier schepen in de haven, die goud, zilver, textiel, peper, gember, parels en juwelen meegebracht hadden. We kregen te horen dat er op onze bestemming zo veel edelstenen, parels en specerijen zijn dat we ze niet hoeven te kopen, maar ze gewoon in manden kunnen scheppen.’
De twee loodsen uit Mozambique bleken al snel niet te willen meewerken. Voor straf liet Da Gama ze afranselen, en toen de vloot bij Mombassa in het huidige Kenia voor anker ging, wisten ze beiden te ontkomen.
Vasco da Gama koelde zijn woede op de gijzelaars uit Mozambique – met een wreedheid die kenmerkend zou worden voor de rest van de reis. Er werd kokende olie over hun naakte lichamen gegoten. Met gebonden handen sprongen ze in paniek in het water om de pijn te verlichten, en ze verdwenen in de golven.
Om de gevluchte loodsen te vervangen liet Da Gama twee plaatselijke boten enteren, en hij dwong de bemanning om zijn navigators te helpen. In de stad Malindi, even ten noorden van Mombassa, vonden de Portugezen een betere oplossing: de sultan van de stad was vriendelijk en bood de reizigers een man aan die een route naar India kende.
Kaart van Vasco da Gama’s reis

4000 mijl op open zee
Vasco da Gama kwam verder dan alle Europanen voor hem. Alleen al zijn tocht over de Zuid-Atlantische Oceaan was drie keer zo lang als de reis van Columbus naar Amerika.
Vasco da Gama bereikt India
De loods uit Malindi zou van onschatbare waarde blijken. Dankzij zijn kennis van de moessonwinden konden de Portugezen het restant van de reis in nog geen maand afleggen.
Op 24 april 1498 vertrokken de drie schepen uit Malindi, en al op 20 mei kwamen eerst een kustlijn en vervolgens de contouren van een stad in zicht.
Da Gama had zijn doel bereikt: hij had de zeeroute naar India ontdekt, die Portugal rijk zou maken.
De Portugezen gingen voor anker bij de stad Calicut, en Da Gama stuurde een man aan land om contact te leggen met de vorst van de stad, die tot verbazing van Da Gama terugkwam met een Noord-Afrikaanse moslim die een aantal Europese talen sprak, waaronder Portugees.
‘We hadden niet gedacht dat we zo ver van Portugal onze taal zouden horen,’ staat te lezen in het logboek.
De Noord-Afrikaan zou tegen de Portugezen gezegd hebben:
‘Wat een geluksvogels! Zo veel robijnen, zo veel smaragden. Jullie mogen God wel dankbaar zijn dat Hij jullie naar zo’n rijk land gevoerd heeft.’
De lokale hindoeïstische vorst, de samorijn, was de stad uit. Maar toen hij het nieuws over de aankomst van de vreemdelingen vernam, haastte hij zich terug naar Calicut.
De samorijn verwelkomde de gasten met een pompeuze ceremonie. 3000 gewapende krijgers paradeerden ter ere van de Portugezen, maar de stemming sloeg snel om toen de Europeanen hun geschenken aan de samorijn toonden.

De Indiase vorst van Calicut had hoge verwachtingen toen er plots buitenlandse schepen verschenen. Maar het bezoek was een teleurstelling.
Koel onthaal in India
De machthebber verwachtte goud, want zo was het plaatselijke gebruik. In plaats daarvan kreeg hij goedkope prullaria.
In 1498 hadden de Portugezen geschenken uitgewisseld met de West-Afrikanen, die de koning te rijk waren met klokjes van messing en kralen van glas. Maar voor een Indiase vorst vormden de Portugese snuisterijen een belediging, en dat zou de Europeanen duur komen te staan.
Voor vertrek uit Lissabon had Da Gama opdracht gekregen om handelsverdragen te sluiten met de Indiërs. Maar de samorijn wilde daar weinig van weten: volgens zijn raadgevers moesten de Portugezen wel straatarm zijn als ze zulke derderangs geschenken gaven. Bovendien beweerden Arabische kooplui dat Da Gama niet door de koning was gezonden, maar een ordinaire piraat was. Ze wilden geen concurrentie.
De samorijn deelde de Portugezen mee dat ze gewoon tol moesten betalen net als alle anderen als ze handel wilden drijven, en dat ze geen permanente handelspost mochten opzetten.
Tijdens het korte gesprek zag Da Gama zijn triomf in rook opgaan. Hij verliet het paleis van de samorijn stampvoetend.
Niemand wil handelen met Portugal
Uit de notities van de Portugezen over hun korte verblijf in India blijkt een totaal gebrek aan respect voor de lokale cultuur.
Ze hadden nog nooit van het hindoeïsme gehoord en zagen de hindoes aan voor de nakomelingen van een groep christenen, die volgens verhalen die in Europa de ronde deden sinds de 1e eeuw in India zou hebben bestaan.
Bezoekjes aan tempels brachten de Portugezen niet op andere gedachten: in het logboek gaven ze blijk van hun afkeuring. Als goede katholieken vonden ze het maar raar om ‘heiligen’ afgebeeld te zien met slagtanden en vier armen.
Om nog een beetje winst te maken sloeg Da Gama aan het handelen met de kooplieden van Calicut. Hij wilde naar Portugal terugkeren met een laadruim vol specerijen uit de Oost, die hem een fortuin zouden opleveren.
Maar ook op de markt was er weinig belangstelling voor zijn goedkope rommel. En de Arabieren deden hun uiterste best hem het handelen onmogelijk te maken.
Waarom Vasco da Gama faalde in India

Vasco da Gama’s grootse armgebaren gingen slechts gepaard met kleine geschenken aan zijn Indiase gastheer.
Lompheid en wreedheid verpestten de missie
Vasco da Gama was diplomaat noch koopman, en door zijn gedrag werd hij een van de meest gehate mannen in de Oost.
De terugreis naar Portugal
Uiteindelijk kregen de Portugezen een handjevol juwelen en specerijen voor hun spullen. Da Gama besefte dat er in Calicut niets meer te halen viel.
Voordat zijn schepen hun anker lichtten, kreeg hij een brief van de samorijn, gericht aan de koning van Portugal:
‘Mijn land is rijk aan kaneel, kruidnagel, gember, peper en edelstenen. In ruil daarvoor wil ik goud, zilver, koraal en scharlaken hebben.’ De boodschap van de Indiase vorst was helder: de volgende keer moet je iets kostbaars meenemen.
De drie schepen van Da Gama verlieten Calicut op 29 augustus 1498. Eerst deden ze Goa aan, iets verder naar het noorden. Deze stad zou later het middelpunt van het Portugese handelsimperium in de Oost worden. Hiervandaan sloegen de Portugezen af naar het westen, in de richting van Afrika.
Als Da Gama zijn reis een paar maanden had uitgesteld, zoals de Arabische kooplui deden, had hij de moesson weer in de rug gehad.
Maar hij sloeg alle adviezen in de wind. De tocht over de Indische Oceaan duurde deze keer drie maanden.
Op 7 januari 1499 bereikte het eskader Malindi. De helft van de zeelui was dood, en veel overlevenden waren zo verzwakt door de scheurbuik dat ze niet op hun benen konden staan – laat staan werken.
Da Gama zag zich genoodzaakt de São Rafael te verbranden en zijn overgebleven bemanningsleden op twee schepen bijeen te brengen.
De zeiltocht ging door langs de kust van Afrika, en op 20 maart rondden de schepen Kaap de Goede Hoop. Vanaf dit moment is weinig bekend over het verloop van de reis, want de zieke zeelui schreven nauwelijks iets in het logboek.
Op 25 april, toen de schepen bij de West-Afrikaanse kust waren, houden de aantekeningen helemaal op.
Vasco da Gama’s opvolgers

Brazilië lag op de route
Drie jaar nadat Da Gama de oceaan was overgestoken, hield Pedro Álvares Cabral dezelfde koers aan, en hij kreeg land in zicht.
Hij had Zuid-Amerika ontdekt, het huidige Brazilië. Hij eiste het nieuwe land meteen voor de koning op, want het lag aan de juiste kant van de grens tussen de Portugese en Spaanse invloedssferen.
Zo leverde de zeeroute naar India de Portugezen Brazilië op.

Goa opende de Oost
In 1510 nam Afonso de Albuquerque Goa in. De Portugezen hadden nu een thuisbasis in India en konden verder Azië in trekken.
De plaats werd de hoofdstad van het Portugese handelsimperium, dat zich uitstrekte van de Perzische Golf tot Japan.
16e-eeuwse architecten gaven Goa een Europese uitstraling.
Geprezen als een held
Historici hebben geprobeerd de rest van de reis te reconstrueren met behulp van andere bronnen. Maar de laatste paar maanden blijven schimmig.
Het is bekend dat de Bérrio op 10 juli 1499 aankwam in Lissabon, terwijl Da Gama zelf pas in september met de São Gabriel arriveerde. Hij was een tijdje op de Azoren gebleven in de hoop dat zijn zieke broer daar zou kunnen herstellen.
Paulo da Gama had het bevel over de São Rafael, maar net als zijn schip zou hij Portugal nooit meer terugzien.
Bij terugkeer werd Vasco da Gama als een held onthaald. De reis was in vele opzichten een fiasco geweest – hij had geen handelsverdrag op zak en het laadruim puilde niet uit – maar voor de koning was de zeeroute naar India op zichzelf al heel waardevol.
In de jaren die volgden voer het ene na het andere Portugese schip naar de Oost. En in plaats van het goud dat de samorijn van Calicut wilde, hadden ze kanonnen aan boord.
Het kleine, arme Portugal zette een handelsimperium op in het oosten en werd een grootmacht.
Vasco da Gama maakte dat zelf mee. Hij reisde nog twee keer naar India, waar hij in 1524 overleed.
Lees ook: Niemand geloofde Marco Polo’s avontuurlijke verhalen

De ontdekking van de zeeroute naar India bracht veel verkeer van Portugese vloten teweeg.
Vasco da Gama hing koning de keel uit
Emanuel I van Portugal vergaf Vasco da Gama dat deze met lege handen was teruggekeerd, want de zeeroute naar de Oost was in kaart gebracht en dat was het belangrijkste.
Slechts een half jaar later vertrok de tweede expeditie met 13 schepen en 1200 man. De commandant was Pedro Álvarez Cabral, die een nieuwe poging moest doen om handelsverdragen met India in de wacht te slepen.
Hij kreeg het aan de stok met Arabische kooplui in Calicut, en bij de onlusten kwamen 70 Portugezen om. Algauw brak er een oorlog uit tussen Cabral en de vorst van de stad, en Cabral keerde onverrichter zake terug naar huis.
Na dit debacle kreeg Vasco da Gama een nieuwe kans. In 1502 verliet hij Portugal met 15 schepen.
Zijn poging om de samorijn van Calicut een lesje te leren mislukte, en hoewel Da Gama deze keer wel met veel goederen thuiskwam (hij had stevig geplunderd), was het geduld van de koning op.
Emanuel verving Da Gama door onder meer Francisco de Almeida en Afonso de Albuquerque, die een Portugees rijk grondvestten in de Oost. Da Gama kon alleen maar toekijken.
Na een troonswisseling mocht hij in 1524 van de nieuwe koning weer naar India, maar hij stierf drie maanden na aankomst.
Waarom wilden de Portugezen de zeeroute naar India vinden?
Het Ottomaanse Rijk
Vanaf de 15e eeuw belemmerde de groeiende macht van het Ottomaanse Rijk de middeleeuwse handelsroute van Azië naar Europa, de zijderoute. Daarom zochten de zeevarende naties Spanje en Portugal andere routes over zee, geholpen door nieuwe, zeewaardige schepen.
Afrikaanse expansie van de Portugezen
Al vanaf de 14e eeuw breidden de Portugezen hun aandachtsgebied zuidwaarts uit langs de westkust van Afrika.
In 1488 bereikte de Portugese ontdekkingsreiziger Bartolomeu Dias de Novais de Hoorn van Afrika.
Hij stopte hier echter, en zette het project om de zeeroute naar India te vinden niet voort.
Rivaliteit met Spanje
De Italiaanse ontdekkingsreiziger Christoffel Columbus had met een door Spanje gefinancierde vloot de zeeroute naar India ontdekt – althans, dat dacht men in die tijd.
Portugal en Spanje waren zowel rivalen als vijanden, dus het was de koning van Portugal een doorn in het oog als Spanje zijn zinnen zou zetten op de lucratieve handel met India.
Daarom wilden de Portugezen hun eigen weg vinden naar de rijkdommen van de Oost.