De meeste mensen zouden hebben opgegeven en zijn teruggekeerd. Niet voor niets wordt de uitgestrekte wildernis van het Amazoneregenwoud ‘de groene hel’ genoemd. Het is er smoorheet, met ondoordringbare vegetatie en talrijke wilde dieren.
Maar Carlos Fitzcarrald gaf niet op – ook niet toen hij in 1895 een onbekende landengte bereikte tussen de rivieren Urubamba en Madre de Dios.
De Peruaanse rubberfabrikant was altijd op zoek naar het witte sap uit de rubberbomen diep in de jungle. Maar het vervoer door de Amazone was een uitdaging. Het was onmogelijk om wegen vrij te maken, en grote delen van de rivieren waren nog niet in kaart gebracht. Fitzcarrald moest met vallen en opstaan de beste route zoeken. Op dit moment stond hij aan de rand van een landengte van 11 kilometer regenwoud en een bergkam die de twee grote rivieren scheidde.

De landengte van 11 km (onderaan) die de Urubamba en de Madre de Dios scheidde, werd naar Fitzcarrald vernoemd.
Van de lokale bevolking wist Fitzcarrald dat de rivier aan de overkant van de bergkam een kortere weg kon zijn. Hij verbond mogelijk het noorden van de Amazone met het zuiden, wat het rubbertransport weken kon verkorten en de kosten halveren. Die mogelijkheid wilde de Peruaan onderzoeken.
Hij liet zijn 30 ton zware stoomboot Contamana ontmantelen, waarna 300 indianen de onderdelen over de berg sjouwden. Aan de andere kant zetten ze het schip weer in elkaar, en de rubberfabrikant kon zijn verkenningstocht voortzetten.
Het was deze vasthoudendheid die Carlos Fitzcarrald tot een van de rijkste mannen van Peru had gemaakt. Maar hoewel de ontdekking van de doorgang hem nationale roem opleverde – het gebied kreeg de naam Istmo de Fitzcarrald – had hij niet altijd geluk. Amper twee jaar na de baanbrekende ontdekking lag de rubberbaron dood op de bodem van een rivier in het Amazoneregenwoud.
Beschuldigd van spionage
Carlos Fitzcarrald werd in 1862 in het Peruaanse hoogland geboren als Isaías Fermín Fitzgerald. Hij was de oudste zoon van een Peruaanse vrouw en een Iers-Amerikaanse zeeman, en ging als jongen naar een goede school in de hoofdstad Lima.
In 1879 kwam er echter een einde aan zijn opleiding, toen zijn vader onverwacht stierf en de familie het schoolgeld niet meer kon betalen. Dat jaar brak ook de Salpeteroorlog uit tussen Chili, Bolivia en Peru om het nitraat in de Atacamawoestijn.
De 17-jarige Isaías nam dienst in het Peruaanse leger, maar werd beschuldigd van spionage voor Chili – waarschijnlijk omdat hij zich niet kon legitimeren en een paar oude zeekaarten van zijn vader bij zich had.

Carlos Fitzcarralds moeder was van Peruaanse afkomst, maar zijn vader was een Iers-Amerikaanse zeeman.
Dat was verdacht, en Isaías zou standrechtelijk zijn geëxecuteerd als zich niet een missionaris uit zijn geboortestreek had gemeld die voor hem instond.
Misschien was dit de reden dat de jongeman de jungle in vluchtte. Vast staat dat het bijna tien jaar duurde voordat hij weer opdook – in de junglestad Iquitos. Hij heette nu Carlos en had zijn Ierse achternaam veranderd in het Spaanser klinkende Fitzcarrald.
Mogelijke moordenaar houdt speech
Op inmiddels 26-jarige leeftijd was Carlos Fitzcarrald in 1888 een van de grootste rubberproducenten aan de rivier de Ucayali, een grote zijrivier van de Amazone. Afhankelijk van wie je het vroeg, was hij een visionaire ondernemer die welvaart bracht in een verre uithoek van het oerwoud, of een wrede tiran, die de indianen tot slaaf maakte en zelfs niet terugdeinsde voor moord.
Zelf wist Fitzcarrald het wel. Kort voor zijn laatste expeditie hield hij een toespraak vanaf het balkon van zijn enorme huis, waarin hij zijn goede bedoelingen jegens de toehoorders benadrukte.
‘We vochten hevig en brachten de wilden zulke zware verliezen toe dat ze zich moesten terugtrekken.’ Zacarías Valdez, werknemer van Fitzcarrald
‘Beste medeburgers, u vergezelt mij bij de grootste verkenning van ons land in de recente geschiedenis. Wij gaan niet alleen nieuwe avonturen aan onder de vlag van de Peruaanse natie, maar willen de wereld dichter bij dit vruchtbare land brengen. Peru vloeit over van melk en honing, en arme mensen van overal ter wereld kunnen hier het geluk vinden.’
Aan de locals beloofde hij ‘u als een goede, rechtvaardige vader naar het rijk van de zon te leiden en u kruit en kogels te geven om te jagen. We moeten onvermoeibaar werken om deze missie te laten slagen. Laten we aan de slag gaan!’
Hele wereld wil rubber
Fitzcarralds obsessie met natuurrubber of latex was heel begrijpelijk. Het materiaal wordt gemaakt van het witte sap dat uit de bast van de rubberboom wordt gewonnen. Het sap werd al snel ‘het witte goud’ genoemd.
Eind 19e eeuw waren er kapitalen te verdienen met het nieuwe wondermiddel, waarnaar veel vraag was in de geïndustrialiseerde wereld. Het materiaal werd onder meer gebruikt voor autobanden, kabelisolatie en rubberlaarzen. De enorme verkoop leidde tot de ‘rubberhausse’ van Peru. Op het hoogtepunt was rubber goed voor 18 procent van de totale export van het land en een van de belangrijkste inkomstenbronnen.

Natuurrubber wordt gewonnen uit bomen die inheems zijn in de Amazone.
De wereld wilde rubber
De indianen in Centraal- en Zuid-Amerika gebruikten het sap uit de rubberboom al millennia, o.a. als afdichtingsmiddel, toen de Europeanen in de 19e eeuw het elastische materiaal ontdekten.
1745 – Fransman verspreidt boodschap
De Franse geleerde Charles-Marie de la Condamine beschrijft als eerste hoe Zuid-Amerikaanse indianen rubber gebruiken in schoeisel en waterflessen. Al snel wordt rubber geïntroduceerd in Europa, waar het vooral als gum wordt gebruikt.

1823 – Schot vindt regenjas uit
De Europeanen smeren een mengsel van latex en terpentijn op stoffen om ze waterdicht te maken. Maar pas als de Schotse scheikundige Charles Macintosh nafta (petroleumether) aan het mengsel toevoegt, wordt de stof echt waterdicht.

1839 – Elasticiteit wordt verbeterd
Bij vorst wordt rubber keihard en in de zomer smelt het. Dat verandert als Charles Goodyear vulkanisatie uitvindt: een proces waarbij natuurrubber onder hitte en druk wordt behandeld, wat de elasticiteit en de sterkte verbetert.

1941 – VS vinden synthetische variant uit
In de Tweede Wereldoorlog valt Japan Zuidoost-Azië binnen en bezet het de belangrijkste rubberproducerende landen, Nederlands-Indië en Maleisië. Daarop gaan de VS synthetisch rubber ontwikkelen, dat nu goed is voor 70% van de wereldproductie.

Dankzij rubber werd de Amazone niet meer alleen gezien als een exotische jungle. De vraag naar het ‘witte goud’ was een gouden kans voor ondernemers als Carlos Fitzcarrald, maar ook voor de lokale bevolking. Zij waren nu niet meer slechts ‘wilden’ in het regenwoud, maar handelspartners met een waardevol product.
De indianen hadden alleen geen verstand van economie en rechtvaardige beloningen, waardoor Fitzcarrald hen kon uitbuiten als goedkope arbeidskrachten. Hij had weliswaar de reputatie op goede voet te staan met de inheemse bevolking – hij werd ondanks zijn baard en Europese kleding zelfs ‘de witte indiaan’ genoemd – maar ooggetuigen verhaalden van zijn wreedheid.
Indianen werken voor habbekrats
Het lijdt geen twijfel dat er bloed aan Fitzcarralds handen kleefde (dat gold voor iedereen in de rubbersector) en dat hij soms in gevecht raakte met vijandige indianen. Zoals landgenoot Zacarías Valdez, die voor Fitzcarrald werkte, schreef in zijn memoires: ‘We vochten hevig en brachten de wilden zulke zware verliezen toe dat ze zich moesten terugtrekken.’
Valdez beschreef ook hoe Fitzcarrald op strafexpedities soms wel 800 mannen in kano’s erop uitstuurde om gewapend met Winchester- en Remington-geweren hele dorpen af te slachten.

Carlos Fitzcarrald werd vereeuwigd in de film ‘Fitzcarraldo’, waarvan de hoofdpersoon is gebaseerd op de rubberbaron.
Valdez vertelt hoe Fitzcarrald eens na een aanval de Peruaanse vlag plantte en de rivier die hij had ontdekt ‘Colorado’ (Spaans voor ‘rood’) doopte, ‘naar al het bloed dat de rivier rood had gekleurd’.
Fitzcarrald ronselde ook honderden oerwoudbewoners voor zijn expedities. Maar eerst moesten ze een contract tekenen waarin stond dat ze hun uitrusting en eten zelf zouden betalen. De kosten waren veel hoger dan wat de mannen verdienen, waardoor ze uiteindelijk Fitzcarralds schuldslaven werden.
Video: Bekijk de scène uit de film Fitzcarraldo waarin de indianen het schip over de heuvel trekken.
De jungle geeft, de jungle neemt
Toen Fitzcarrald in 1895 de landengte tussen de Urubamba en de Madre de Dios bereikte, liet hij zijn indiaanse slaven zonder aarzelen de stoomboot van de expeditie over land vervoeren. Zijn ontdekking van de landengte werd als baanbrekend beschouwd. De winning van rubber in dat deel van Peru – waarop Brazilië overigens ook aanspraak maakte – was cruciaal voor de economie van het land.
Het belang van de ontdekking werd nog onderstreept door Fitzcarralds ambitie om een spoorlijn aan te leggen die de twee stroomgebieden met elkaar zou verbinden. Hij stond op het punt om met dit project te beginnen toen het op 9 juli 1897 misging.
‘Het is een vreemd verhaal, een beetje Sisyphus-achtig. Een verhaal over het uitdagen van het onmogelijke.’ Regisseur Werner Herzog over het leven van Carlos Fitzcarrald
Met zijn Boliviaanse zakenpartner vervoerde Fitzcarrald op zijn rivierstomer Adolfito een lading spoorrails over de Urubamba, toen het roer kapotging en het schip op een rif liep. Het schip zonk, en geen van de opvarenden overleefde het. Fitzcarralds lichaam verdween in de golven en werd pas dagen later gevonden. Hij werd maar 35 jaar en liet een vrouw en vier kinderen achter.
Het fatale ongeluk bracht een schok teweeg in Peru, en Fitzcarralds dood betekende het begin van het einde voor de nationale rubberindustrie.

Regisseur Werner Herzog kreeg een Gouden Palm voor zijn film.
Fitzcarrald komt op het witte doek terecht
De Duitse regisseur Werner Herzog deed vier jaar over Fitzcarraldo, waarmee hij in 1982 een Gouden Palm won voor beste regie.
In de film Fitzcarraldo van Werner Herzog, die is geïnspireerd op de echte Carlos Fitzcarrald, wil een rijke man een opera bouwen in de Amazone. Om dit doel te bereiken, laat hij o.a. een rivierstomer over een berg sjouwen. Anders dan de echte Fitzcarrald liet Herzog het schip niet uit elkaar halen. Honderden indianen trokken het 320 ton wegende schip over een berg met touwen, primitieve houten katrollen – en bloed, zweet en tranen.
Oorspronkelijk zou Jason Robards de hoofdrol spelen, met Mick Jagger in een bijrol. Maar tijdens de opnamen liep Robards dysenterie op en werd hij met spoed overgebracht naar een ziekenhuis in de VS. Jagger stapte uit het project om te gaan touren met The Rolling Stones. Uiteindelijk wist Werner Herzog Klaus Kinski te strikken, die zich op de set zo onmogelijk gedroeg dat een stamhoofd Herzog aanbood hem te vermoorden.
Met de film, die 14 miljoen Duitse mark kostte, won Werner Herzog de prijs voor Beste regie op het Filmfestival van Cannes.
Britten veroveren rubbermarkt
De rubberhausse in Peru verdween bijna even snel als hij was ontstaan. Dat kwam doordat de Britse ontdekkingsreiziger Henry Wickham erin was geslaagd zaden te stelen van rubberbomen in de Amazone en die naar plantages in Zuidoost-Azië te smokkelen. Tegen de eeuwwisseling was het Zuid-Amerikaanse rubber al weggeconcurreerd door de Britten.
De hausse liet wel zijn sporen na in Peru, vooral in Iquitos, de grootste stad van de Amazone. Hier explodeerde het inwonertal van 500 medio 19e eeuw tot ruim 7000 in 1912.
In het centrum ervan staan nog steeds de paleizen van de rubberbaronnen in rococostijl, met uit Europa geïmporteerde tegels en een door Gustave Eiffel ontworpen ijzeren huis.
De obsessie met de Europese cultuur van de rubberbaronnen en hun onbezonnen import van zilverwerk, opera en alles ertussenin inspireerde 80 jaar later de Duitse regisseur Werner Herzog tot de film Fitzcarraldo. De film – die zowel de meest ambitieuze als de meest krankzinnige ter wereld is genoemd – is geïnspireerd op de echte Carlos Fitzcarrald. Zoals Herzog zei: ‘Het is een vreemd verhaal, een beetje Sisyphus-achtig. Een verhaal over het uitdagen van het onmogelijke.’
MEER OVER CARLOS FITZCARRALD
Michael F. Brown & Eduardo Fernández, War of Shadows: The Struggle for Utopia in the Peruvian Amazon, University of California Press, 1993
Ernesto Reyna, Fitzcarrald: El rey del caucho, Lima, 1942