De Huginn-missie.
Dat is de naam die de Europese Ruimtevaartorganisatie (ESA) heeft gegeven aan de reis van de Deense astronaut Andreas Mogensen naar het internationale ruimtestation ISS, die onlangs begonnen is.
De naam is bedacht door Mogensen zelf:
‘Astronauten zijn ontdekkingsreizigers die in de ruimte informatie verzamelen om de kennis van onze wereld te vergroten. Zoals Huginn, de raaf die elke dag op pad werd gestuurd om rond de aarde te vliegen en informatie terug te brengen naar Odin,’ zegt de astronaut. Huginn en Muninn waren de twee raven van de Scandinavische oppergod Odin.
Mogensen heeft zijn eigen kleine Huginn meegenomen: een fibula, een sierspeld in de vorm van een raaf.
De fibula is afkomstig uitgeleend door een Deens museum en dateert uit circa 600.
Historische voorwerpen lanceren is traditie
Het is niet de eerste keer dat Andreas Mogensen naar de ruimte gaat, en evenmin de eerste keer dat hij een historisch voorwerp heeft meegenomen.
Toen de Deense astronaut in 2015 acht dagen in de ruimte verbleef, nam hij een wetsteen – of slijpsteen – uit de Vikingtijd mee.
In 2015 werd een wetsteen naar het internationale ruimtestation ISS gestuurd. Hij kwam oorspronkelijk uit Noorwegen, maar was in Denemarken beland en is nu dus in de ruimte geweest.
Die steen is nu te bewonderen in het Moesgaard Museum in het Deense Aarhus.
Naast de raaf bracht Andreas Mogensen ook een rond gouden sieraad uit de 4e of 5e eeuw mee, een zogenoemde bracteaat, die hij mocht lenen van het Deense nationale museum in Kopenhagen.