Volgens de geschiedenisboeken werd Antarctica voor het eerst waargenomen door twee Russische schepen in januari 1820. Maar dat klopt niet, denken Nieuw-Zeelandse onderzoekers van de universiteit van Otago.
Zij menen bewijs te hebben gevonden dat Maori uit Nieuw-Zeeland de Europeanen ruim 1000 jaar voor waren. De Maori waren uitstekende zeelui en hadden zeewaardige boten. Eerder werden er al afvalhopen van de Maori gevonden op Auckland Island en Macquarie Island – twee eilandjes in de Stille Oceaan tussen Nieuw-Zeeland en Antarctica.
Omdat de Maori geen schrift hadden, zijn er echter geen schriftelijke bewijzen dat ze het koude continent hebben bereikt. Maar in mondelinge overleveringen die van generatie op generatie zijn doorgegeven, denken de onderzoekers oeroude beschrijvingen van Antarctica te hebben gevonden.
1200 jaar eerder dan de Europeanen
In een oud verhaal, dat later door de Europeanen is opgetekend, wordt verteld hoe een Maori met de naam Hui Te Rangiora aankwam bij een ‘rots die uit zee groeide’. Het land wordt beschreven als ‘volkomen verlaten en zonder begroeiing.’
De reis van Hui Te Rangiora vond plaats in de 7e eeuw. Dat betekent dat de Maori Antarctica 1200 jaar vóór de Europeanen bereikten – als de theorie van de Nieuw-Zeelandse onderzoekers klopt.