Raadsel rond Amelia Earhart is mogelijk opgelost
De wereldberoemde piloot Amelia Earhart verdween in 1937 met haar vliegtuig boven de Stille Oceaan, en haar dood is altijd een raadsel gebleven. Maar een Amerikaanse onderzoeker beweert te weten wat er met haar is gebeurd.

Amelia Earhart voor het vliegtuig waarmee ze in 1937 verdween.
De menselijke botten die in 1940 op het eiland Nikumaroro in de Stille Oceaan zijn gevonden, zijn met 99 procent zekerheid van de piloot Amelia Earhart.
Dat is de conclusie in een recent artikel in het tijdschrift Forensic Anthropology, dat is geschreven door de Amerikaanse antropoloog Richard L. Jantz van de University of Tennessee.
Earhart wilde rond de aarde vliegen
Op 2 juli 1937 stegen Amelia Earhart en haar navigator Fred Noonan op vanaf het eiland Papoea-Nieuw-Guinea in Earharts Lockheed Model 10 Electra. Ze gingen op weg naar het eiland Howland, zo’n 4000 kilometer van de kust van Papoea-Nieuw-Guinea.
Het traject tussen de twee eilanden in de Stille Oceaan was maar een klein onderdeel van de Earharts geplande route, want de 40-jarige piloot wilde als eerste vrouw rond de aarde vliegen.
Zover kwam het echter niet, want ergens tussen Papoea-Nieuw-Guinea en Howland is haar toestel waarschijnlijk neergestort.
Britten vonden botten
Wat er precies met de twee vliegfanaten is gebeurd, was lang een groot mysterie. Maar nu beweert Richard L. Jantz dat Earharts botten al in 1940 zijn gevonden.
In dat jaar ontdekte een groep Britten op het onbewoonde eiland Nikumaroro, 640 kilometer ten zuidoosten van Howland, namelijk een aantal opzienbarende voorwerpen.
Zo vonden ze diverse mensenbotten, een damesschoen, een navigatie-instrument en een fles met de kruidenlikeurBénédictine.
Destijds rees al het vermoeden dat de botten en voorwerpen mogelijk afkomstig waren uit het vermiste vliegtuig, en daarom werden er onderzoekers naar het eiland gestuurd.
Die kwamen tot de conclusie dat de botten waarschijnlijk toebehoorden aan een Polynesische man van middelbare leeftijd en een lengte van 1,67 meter.
Bij die conclusie zet Richard L. Jantz nu vraagtekens.