Leven van ballonvaarders hangt aan zijden draadje
Op een septemberdag in 1862 stijgen twee aeronauten op naar een hoogte waar geen levend wezen ooit is geweest. Niemand weet of het lichaam dat trekt, en de ballonvaarders moeten aanvaarden dat de dood meereist als verstekeling.

De 43-jarige Henry Coxwell weet niet exact hoe vaak hij al in een luchtballon is opgestegen; het moet wel zo’n 400 keer zijn.
Maar al die ballonvaarten vallen in het niet bij de vlucht die hij deze septembermiddag in 1862 is gaan maken: samen met de 53-jarige meteoroloog James Glaisher bevindt hij zich nu op een hoogte waar nog nooit een mens zich heeft gewaagd, en waarvan niemand kan zeggen of je er wel kunt overleven.
De omstandigheden zijn momenteel meer dan beroerd. Coxwell en Glaisher bevinden zich op zo’n negen kilometer boven een Engels nazomerlandschap, en hier in de lucht is het ijskoud en is de zuurstof zeer schaars. Ze klampen zich met hun bevroren vingertoppen uit alle macht aan het leven vast.
Ze happen naar adem. Hun lichamen hangen er slap bij, en als Coxwell zijn anders zo vieve makker uitgevloerd in de gondel ziet liggen, moet hij de ernst van de situatie onder ogen zien: als ze nu niet aan hun afdaling beginnen, zijn de aeronauten ten dode opgeschreven.
Maar Coxwell heeft een probleem: hij kan geen gas uit de luchtballon laten ontsnappen, want het koord van het ventiel is vast komen te zitten.
En al is hij zijn eigen bewegingen nauwelijks meester, hij moet in de tuigage klimmen om de lijn los te krijgen. Hij heeft in feite geen keus. Als hij niets doet, zullen de ballonvaarders zich moeten neerleggen bij een vroegtijdige dood.
Dampkring is onbekend terrein
Coxwell en Glaisher bevinden zich in deze situatie door toedoen van de British Association for the Advancement of Science (BAAS), die de schipper en de meteoroloog heeft ingehuurd om naar de bovenste atmosfeer te vliegen op hoogten die de wetenschap nog niet heeft verkend – en waarvan niemand weet of het lichaam het aankan.
Halverwege de 19e eeuw is er niet veel kennis van de dampkring: hoe groot is de luchtdruk in de hoge lagen, hoe vochtig is de lucht, hoe hoog ligt het zuurstofgehalte, hoe hard waait het en hoe is het met de temperatuur op die grote hoogte gesteld – stijgt die of daalt die juist naarmate je dichter in de buurt van de zon komt?
Deze natuur- en scheikundekwesties willen Glaisher en Coxwell wel helpen oplossen. Ze hopen bijvoorbeeld betere weersvoorspellingen mogelijk te maken – al eeuwenlang moeten meteorologen het weerbericht baseren op dagelijkse registraties van temperatuur, luchtdruk, windsnelheid en neerslag, allemaal aan het aardoppervlak gemeten.
Het wat ongebruikelijke gelegenheidsduo moet pionierswerk verrichten en de wetenschap naar een hoger plan tillen.
Terwijl de gezette meteoroloog James Glaisher een van de toonaangevende wetenschappers van het land is, heeft de atletisch gebouwde Henry Coxwell zich onderscheiden als onversaagde ballonschipper ofwel aeronaut.
Hij is opgeleid tot tandarts, maar alleen in de winter trekt hij tanden bij zijn patiënten in zijn woonplaats Tottenham uit. In het zomerseizoen zet hij de pet van de luchtballonschipper op, die betalende klanten een geweldige ervaring bezorgt met zijn luchtvaartuig, en tegelijkertijd zijn expertise ter beschikking stelt aan onderzoekers en avonturiers.
Bovendien verzorgt hij geregeld in heel Europa shows in zijn zelfgebouwde ballonnen. Coxwell speelt verstoppertje voor de dood en is er tot nu toe steeds heelhuids van afgekomen, ook als hij neerstortte. Andere ballonschippers merken op dat er een engeltje op zijn schouder zit.